• No results found

Visiedocument.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Visiedocument."

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Centrum voor Jeugd en Gezin Asten en Someren

Visiedocument

21 juli 2009

(2)

Inhoudsopgave

1. Waarom een Centrum voor Jeugd en Gezin Pagina 3

1.1 Inleiding Pagina 3

1.2 Aanleiding Pagina 3

2. Doelgroep Pagina 4

3. Doelstelling Pagina 5

4. Taken Pagina 6

4.1 Taken van een servicepunt Pagina 6

4.2 Taken van de netwerkorganisatie Pagina 6

4.3 Vormgeving CJG Pagina 7

4.4 Borging van zorgcoördinatie Pagina 7

4.5 Sluitende aanpak Pagina 7

5. Partners Pagina 8

5.1 Kernpartners Pagina 8

5.2 Ketenpartners Pagina 8

6. Regierol Pagina 10

7. Uitgangspunten voor een CJG in Asten en Someren Pagina 11

8. Tijdspad ontwerpfase Pagina 13

Bijlage 1: Factsheet CJG van het programmaministerie Jeugd en Gezin Bijlage 2: Wet op de jeugdzorg

(3)

1. Waarom een Centrum voor Jeugd en Gezin

1.1 Inleiding

Met de jeugd en gezinnen in Asten en Someren gaat het over het algemeen goed.

Basisvoorzieningen zijn aanwezig om jongeren in hun gezondheid en ontwikkeling te stimuleren, om ouders te ondersteunen bij de opvoeding en om problemen te voorkomen, signaleren en aan te pakken. Ondanks dat zijn er verbeterpunten.

Er is veel informatie over opvoeden en opgroeien, welke vaak versnipperd wordt

aangeboden. De drempel voor het vragen van informatie en advies bij diverse dienst- en hulpverleners kan nog verder verlaagd worden. Er kan meer gedaan worden aan

vroegtijdige signalering van problemen; jeugd valt nog wel eens tussen wal en schip.

Ook kan de samenwerking tussen instanties nog verder verbeterd worden.

De vormgeving van een Centrum voor Jeugd en Gezin is een goede aanleiding om bovenstaande punten op te pakken.

1.2 Aanleiding

Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) staat volop in de belangstelling. De

totstandkoming ervan vormt één van de belangrijkste peilers van het jeugdbeleid en is een prioriteit van het Rijk en onze gemeenten.

Het concept CJG is ontwikkeld als instrument om de bestaande versnippering en verkokering in het lokale jeugdbeleid tegen te gaan en meer samenhang te brengen tussen het lokale jeugdbeleid, de integrale jeugdgezondheidszorg en de geïndiceerde jeugdzorg. Ouders, kinderen, jongeren, professionals en alle anderen die betrokken zijn bij het opvoeden en opgroeien moeten er snel, gemakkelijk en vanzelfsprekend terecht kunnen met allerlei vragen over opvoeden en opgroeien.

Doelstelling is dat iedere gemeente in 2011 tenminste één CJG operationeel heeft, waar diverse instellingen samenwerken, met tenminste één fysiek herkenbaar, laagdrempelig inlooppunt. Hiermee komt er onder regie van gemeenten een op preventie gericht, laagdrempelig en geïntegreerd aanbod in de lokale jeugdketen.

Vanuit het Rijk worden daarbij de volgende minimumeisen (basismodel) gesteld aan een CJG:

- uitvoering geven aan het basistakenpakket in de jeugdgezondheidszorg;

- uitvoering geven aan de vijf preventieve taken op het gebied van opvoed- en opgroeiondersteuning van prestatieveld 2 van de Wmo;

- de schakel van het CJG met Bureau Jeugdzorg verbeteren;

- de schakel van het CJG met het onderwijs verbeteren;

- over tenminste één fysiek inlooppunt per gemeente beschikken;

- voldoen aan de eisen van regie en sluitende afspraken, zoals die worden neergelegd in de Wet op de jeugdzorg (zie bijlage 2).

(4)

2. Doelgroep

Tot de doelgroep voor het Centrum voor Jeugd en Gezin behoren:

- (aanstaande) ouders;

- kinderen en jongeren in de leeftijd van 0 – 23 jaar;

- professionals;

- alle andere betrokkenen bij ouders en jongeren, die vragen hebben over opvoeden en opgroeien.

(5)

3. Doelstelling

De realisatie van een Centrum voor Jeugd en Gezin is onderdeel van het lokale jeugdbeleid. De doelstelling van het lokale jeugdbeleid van de gemeenten Asten en Someren is:

‘het creëren van optimale ontwikkelingskansen in een doorgaande ontwikkelingslijn1, gericht op volwaardige maatschappelijke participatie en sociale integratie van de jeugd tot 18 jaar en de jongvolwassenen van 18-23 jaar die nog extra steun nodig hebben.’

Het lokale jeugdbeleid vormt de kapstok voor de kaders van een CJG:

- Het jeugdbeleid in Asten en Someren richt zich op alle jongeren van 0 tot 23 jaar.

Het CJG zal daar bij aansluiten.

- Het lokale jeugdbeleid vraagt om een integrale benadering. De ontwikkeling van een CJG onderschrijft dit. Binnen het CJG zal door diverse partijen samengewerkt moeten worden. Zij moeten meer samenhang creëren in het aanbod.

- Net als bij het lokale jeugdbeleid hebben de gemeenten de regierol.

Met de realisatie van een CJG wordt bijgedragen aan het behalen van de doelstelling van het lokale jeugdbeleid. De doelstelling van het CJG is daarom ook afgeleid van die van het lokale jeugdbeleid: ‘het bieden van benodigde informatie en ondersteuning aan alle jeugdigen van 0 tot 23 jaar, hun (aanstaande) ouders en direct betrokkenen, om jeugd optimaal te laten ontwikkelen en op een positieve manier deel te laten nemen aan de samenleving.’

Voor het behalen van deze doelstelling worden de volgende activiteiten ingezet:

- Inrichten van een servicepunt gericht op opvoeden en opgroeien: het servicepunt is een laagdrempelige voorziening waar de doelgroep van het CJG terecht kan met vragen over opvoeden en opgroeien. De nadruk van het servicepunt ligt op preventie en ondersteuning.

- Inrichten van een netwerkorganisatie: de netwerkorganisatie is de verbindende regievoerende schakel in de zorgstructuur. Ze richt zich op:

o efficiëntie;

o voorkomen dat een kind ‘tussen wal en schip’ terechtkomt;

o verbeteren van de procedure van het volgen van gezinnen zonder dat er informatie verloren gaat;

o verbinden van bestaande netwerken aan elkaar en aan het CJG;

o trendsignalering.

- Borgen van de zorgcoördinatie: zorgcoördinatie is het nemen van regie in de ketenafstemming van de hulpverlening aan risicojongeren. Indien twee of meer hulpverleners bij een risicojongere betrokken zijn, is zorgcoördinatie van toepassing.

- Zorgdragen voor een sluitende aanpak: uitgangspunt bij de sluitende aanpak moet het ‘zo-zo-zo’-beleid zijn: zorg die zo kort mogelijk is, zo licht mogelijk en zo dicht mogelijk bij huis.

1 Van een doorgaande ontwikkelingslijn is sprake als de ontwikkeling van een kind geen breukvlakken (onderbrekingen) kent in één of verschillende terreinen van de leefwereld van het kind.

(6)

4. Taken

In paragraaf 3 worden een aantal taken genoemd, die bijdragen aan de doelstellingen van het CJG. Deze taken worden hieronder verder uitgewerkt.

4.1 Taken van een servicepunt

De taken van een servicepunt, welke gericht is op opvoeden en opgroeien, zijn:

- het gevraagd en ongevraagd informeren van de doelgroep;

- het gevraagd en ongevraagd aanbieden van thematische informatie, waarbij gebruik wordt gemaakt van diverse mogelijkheden en kanalen;

- het gevraagd en ongevraagd geven van advies;

- het geven van licht-pedagogische hulp;

- het toeleiden naar hulpaanbod: indien mensen van de doelgroep zich richten tot het servicepunt van het Centrum voor Jeugd en Gezin, heeft deze de taak toe te leiden naar hulpaanbod als daar aanleiding toe is. Hierbij worden de instanties naar de hulpvrager toegebracht.

Met toeleiding wordt bedoeld dat na vraagverheldering de hulpvragers gemotiveerd worden voor hulp en dat dit gezamenlijk in gang wordt gezet. Hiervoor is het van belang dat er korte lijnen tussen het servicepunt van CJG en de hulpverlenende instanties gerealiseerd zijn;

- het doorgeleiden van signalen/trends vanuit het servicepunt naar de beleidsmakers;

- het aangaan van zeer nauwe samenwerkingsrelaties met disciplines die over specifieke deskundigheid bezitten. Zo kunnen de meest uiteenlopende vragen beantwoord worden.

Uit deze opsomming kan geconcludeerd worden dat het servicepunt van het CJG in Asten en Someren voornamelijk een functie heeft op het gebied van:

- informatie - advies

- vraagverheldering - licht pedagogische hulp - toeleiding

- terugkoppeling

De overige functie - zorgcoördinatie – wordt uitgevoerd door de instanties die daar nu reeds mee belast zijn. Zij maken onderdeel uit van de netwerkorganisatie van het Centrum voor Jeugd en Gezin. De eindverantwoording hiervoor ligt bij de gemeenten.

4.2 Taken van de netwerkorganisatie

Onderstaande taken zijn erop gericht de in paragraaf 3 geformuleerde doelstelling van het CJG te bereiken.

Alles wat de netwerkorganisatie doet, moet ten dienste van de hulpvrager zijn:

- vanuit de netwerkorganisatie wordt een aanbod van diensten gedaan, welke aansluit op vragen vanuit de doelgroep;

- vanuit de netwerkorganisatie worden diensten ingezet, waarbij de wachttijden zo minimaal mogelijk zijn;

- de diensten die worden aangeboden, sluiten aan bij het ‘zo-zo-zo’-beleid;

- de netwerkorganisatie zorgt voor de randvoorwaarden zodat er een kwalitatief goed servicepunt is;

(7)

- ze zorgt voor de randvoorwaarden zodat het servicepunt een spilfunctie kan vervullen in de signaleringsstructuur;

- ze zorgt voor een totaaloverzicht van hulpvragen en kinderen of gezinnen met vragen/problemen;

- ze voorkomt dat zorgsignalen over een kind of gezin op meerdere plekken besproken worden (tenzij hier reden voor is);

- ze voorkomt dat gezinnen uit beeld raken of afhaken uit het begeleidingscircuit;

- ze draagt er zorg voor dat (licht pedagogische) hulp geboden wordt door de meest van toepassing zijnde instantie;

- de netwerkorganisatie zorgt voor een totaaloverzicht van aan te bieden diensten.

4.3 Vormgeving CJG

Bij de realisatie van een CJG willen de gemeenten Asten en Someren zoveel mogelijk aansluiten bij datgene wat reeds aanwezig is in beide gemeenten.

Dit betekent dat de huidige ‘vindplaatsen’ zoals het onderwijs, het consultatiebureau en de infopunten opvoedondersteuning gehandhaafd blijven, en mogelijk worden

uitgebouwd. Reden voor deze keuze is dat mensen deze plekken kennen en de gang naar deze voorzieningen vanzelfsprekend is. De keuze draagt bij aan het laagdrempelige karakter wat we willen realiseren. Tevens kan daarbij ingespeeld worden op specifieke behoeften van bepaalde doelgroepen (baby’s, peuters, jeugd van 4-12 jaar, jeugd van 12-18 jaar enz.).

Daarnaast wordt gekozen voor een servicepunt van het CJG dat niet gekoppeld is aan een vindplaats. Dit is een plek waar mensen ook terecht kunnen met hun vragen over opvoeden en opgroeien. Het biedt de doelgroep de mogelijkheid om op een neutrale plek haar vragen te stellen. Mogelijk kan, in samenwerking met de regio, een digitaal CJG opgezet worden.

4.4 Borging van zorgcoördinatie

De functie van zorgcoördinatie in de gemeenten Asten en Someren is reeds ingevuld via het signaleringssysteem ‘Zorg voor Jeugd’. Zorgcoördinatie is ondergebracht bij de volgende instanties:

- De Zorgboog (jeugdgezondheidszorg 0 – 4 jaar);

- LEV-groep (algemeen maatschappelijk werk);

- Bureau Jeugdzorg.

Deze wijze van zorgcoördinatie zal met de realisering van een CJG ongewijzigd blijven.

De zorgcoördinatie wordt vormgegeven conform het convenant ‘Zorg voor Jeugd’ van de regio Peelland.

4.5 Sluitende aanpak

Bij alles wat het CJG doet ,staat de vraag centraal. Niet de specialismen van de

instellingen (aanbodgericht), maar de vraag van het kind, de jongere, ouder of andere betrokkene is leidend voor de hulp die geboden wordt (vraaggestuurd). De ondersteuning en zorg moeten zo snel, passend en nabij mogelijk georganiseerd worden. Outreachend werken is hierbij een kernbegrip.

(8)

5. Partners

De gemeenten zijn verantwoordelijk voor de inrichting van een Centrum voor Jeugd en Gezin. Zij zijn belast met de regievoering.

Om het basismodel van het CJG in te richten wordt samengewerkt met een aantal partijen.

5.1 Kernpartners

Het Rijk heeft aangegeven dat bij de realisering van het CJG samengewerkt moet worden met de volgende partners:

- algemeen maatschappelijk werk: LEV-groep - jeugdgezondheidszorg:

o Zorgboog: 0-4 jarigen

o GGD Brabant-Zuidoost: 4-19 jarigen Daarnaast is ook Onis toegevoegd als kernpartner:

- Onis, welzijnsorganisatie: er is besloten Onis ook als ketenpartner te zien. Onis is thuis in het lokale netwerk met en rond jeugd, heeft contact met de doelgroep jeugd en heeft zicht op de ontwikkelingen m.b.t. de doelgroep.

5.2 Ketenpartners

Nog diverse andere organisaties spelen een rol bij de realisering van het CJG. Zij dragen ertoe bij dat het CJG zo optimaal mogelijk gaat werken:

- Bureau Jeugdzorg: Bureau Jeugdzorg is in Noord-Brabant verantwoordelijk voor indicatiestelling en noodhulpverlening. Dit is zo afgesproken met de provincie middels een subsidieovereenkomst. De provincie heeft besloten dat Bureau Jeugdzorg op afstand beschikbaar is. Ze neemt niet fysiek deel aan een CJG, maar is betrokken bij casusoverleggen waarbij haar inzet en input van belang is. Ook vervult Bureau Jeugdzorg een consultatiefunctie voor het CJG en andere betrokken organisaties.

Met Bureau Jeugdzorg moeten afspraken gemaakt worden over:

o afstemming;

o warme overdracht;

o wijze van zorgcoördinatie;

o uitgangspunt van ‘één gezin, één plan’;

o deskundigheidsbevordering van deelnemers aan zorgstructuren, waar Bureau Jeugdzorg geen deel meer van uit zal maken.

Deze afspraken zullen in regionaal verband gemaakt moeten worden.

- Zorgadviesteam (ZAT) voortgezet onderwijs: Het Varendonck College werkt met zorgadviesteams (ZAT) op beide locaties in Asten en Someren. Daarin participeren:

o jeugdgezondheidszorg;

o orthopedagoog;

o leerplichtambtenaar;

o schoolmaatschappelijk werk;

o GGZ;

o psycholoog (locatie Asten);

o andere partijen op afroep.

(9)

De ZAT’s zijn blijvende overlegstructuren. De relatie met het CJG is belangrijk.

Schoolgerelateerde, eenvoudige problemen kunnen in het ZAT worden besproken en afgehandeld. Het gaat dan om school- en/of onderwijskundige problematiek.

Problemen waarbij geen relatie ligt met de school en/of het leren, kunnen worden doorverwezen naar het CJG of direct naar de meest geschikte hulp- of

dienstverlenende instantie.

- Basisonderwijs: de zorgstructuur wordt op de diverse basisscholen op verschillende wijze vormgegeven. Daarnaast is er sprake van een overleg van de Interne

Begeleiders.

Om voor een goede aansluiting van het CJG op het basisonderwijs te zorgen, wordt de komende tijd gebruikt om duidelijk te krijgen waar behoeften van scholen liggen op het gebied van deskundigheids-bevordering en ondersteuning bij informatie, advies, signalering en doorverwijzing. Daarbij wordt de huidige situatie, met onder andere de infopunten opvoeding, als uitgangspunt genomen. Dat wat goed

functioneert, moet behouden worden en verder geoptimaliseerd.

- Jeugdnetwerken in Asten en Someren: In Asten en Someren wordt gewerkt met NJA en JNS, met daarin uitvoerenden van diverse betrokken partijen bij de hulp/zorg aan gezinnen met problemen. Binnen de netwerken worden signalen besproken en strategieën voor hulpverlening uitgezet. Met de komst van zorgcoördinatie via het signaleringssysteem ‘zorg voor jeugd’ moet de functie van de jeugdnetwerken herzien worden.

- Kinderopvang en peuterspeelzaalwerk: kinderopvang en peuterspeelzalen hebben een signaleringsfunctie met betrekking tot vragen en problemen. Zij kunnen mensen vervolgens doorverwijzen naar het CJG. Op dit moment verzorgt De

Zorgboog reeds een inloopmoment bij de peuterspeelzalen. In het kader van harmonisatie peuterspeelzalen-kinderdagverblijven moet gekeken worden hoe de zorgstructuur verder verbeterd kan worden.

- Verenigingen: vrijwilligers bij verenigingen zien en horen veel van en/of over hun jeugdleden en ouders. Voor doorverwijzing van jongeren, ouders of voor hun eigen vragen kunnen vrijwilligers van verenigingen terecht bij het CJG.

- Overigen: iedereen die met ouders en jeugd te maken heeft rondom de thema’s

“Opvoeden” en “Opgroeien”.

(10)

6. Regierol

Bij het realiseren van een CJG hebben de gemeenten de regie: zij moeten er in

samenspraak met de betreffende instellingen en professionals voor zorgen dat het CJG optimaal aansluit bij de behoeften van de inwoners van Asten en Someren.

De gemeenten hebben vanuit hun regierol de volgende taken:

- het vormen van de verbinding binnen het CJG: de gemeente coördineert de samenwerkingsafspraken die gemaakt zijn tussen de verschillende partijen van de (netwerk)organisaties die deelnemen en stuurt deze bij. De gemeente zorgt er voor dat er afspraken gemaakt worden over de grenzen tussen ketenpartners heen en over eventuele overlap in werkzaamheden. Door te omschrijven wie wat doet en zonodig werkprocessen op elkaar af te stemmen, kan voorkomen worden dat

kinderen tussen wal en schip vallen. Er moeten ook afspraken gemaakt worden over informatie-uitwisseling, zowel bij doorverwijzing als bij terugkoppeling;

- het bewaken van het beleid dat is opgesteld door de bestuurders, analoog aan de landelijke ontwikkelingen voor de centra voor jeugd en gezin en het ontwikkelen van nieuw beleid;

- het zorgen voor draagvlak tussen de verschillende instellingen binnen het CJG;

- het onderhouden van relaties met derden (partijen die zich bezig houden met jeugd en het gezin, maar geen deel uitmaken van het centrum).

Verder dragen de gemeenten zorg voor de regietaken, zoals die door het Rijk via de gewijzigde Wet op de jeugdzorg worden opgedragen (zie bijlage 2).

(11)

7. Uitgangspunten voor een CJG in Asten en Someren

In de voorgaande hoofdstukken is ingegaan op de diverse aspecten die bijdragen aan de vormgeving van een Centrum voor Jeugd en Gezin in Asten en Someren.

De uitgangspunten voor het CJG die daaruit naar voren komen, komen hieronder meer nadrukkelijk aan bod. Daar waar mogelijk zijn ze al verder uitgewerkt.

7.1 Algemene visie op het CJG

De realisering van een Centrum voor Jeugd en Gezin biedt kansen om het preventief jeugdbeleid - waarbij kinderen en jongeren de kans krijgen om evenwichtig op te groeien – verder te versterken en te optimaliseren. Dit kan door te werken aan sluitende, direct bereikbare en verantwoorde hulp en zorg.

Uitgaande van deze visie willen de gemeenten een CJG realiseren waarbij zowel voor de doelgroep als de professionals duidelijk is wie wat doet, waarbij men snel geholpen wordt en waarbij de administratieve last niet onnodig verhoogd wordt. Het uitgangspunt moet zijn om mensen met vragen zo eenvoudig, doeltreffend en snel mogelijk van een antwoord, advies of hulp worden voorzien.

7.2 Uitwerking uitgangspunten

Een aantal uitgangspunten wordt meer specifiek uitgewerkt:

Laagdrempeligheid

Er is behoefte aan een laagdrempelige voorziening. Dit willen we realiseren door aan te sluiten bij datgene wat er al is rondom “opvoeden” en opgroeien”. Dit willen we

behouden, versterken en eventueel meer aanpassen aan de wensen en behoeften van ouders, jongeren en kinderen. Zo kunnen ze als goede basis dienen voor de realisering van het CJG.

Daarnaast willen we laagdrempelig blijven door het creëren van verschillende informatie- en contactmogelijkheden via:

- Internet;

- telefonische bereikbaarheid;

- fysieke inloopfuncties: de servicepunten.

CJG als laagdrempelige voorziening betekent verder dat:

- de doelgroep moet er terecht kunnen met al haar vragen;

- het CJG is er niet alleen voor problemen, maar vooral ook voor informatie en advies;

- de doelgroep moet er gemakkelijk en vanzelfsprekend binnen kunnen lopen;

- leden van de doelgroep krijgen niet het gevoel dat ze een ‘stempel’ krijgen wanneer ze naar het CJG gaan met vragen.

Doelgroep

Van belang bij de beeldvorming van het CJG is dat er de nadruk op gelegd wordt, dat het CJG er voor iedereen is: met kleine en grote vragen en/of problemen rondom opgroeien en opvoeden. In eerste instantie richt het CJG zich op de vragen van jeugd en ouders.

Waar nodig wordt hulp en ondersteuning geboden bij ingewikkelde problemen. Alleen als het nodig is wordt gespecialiseerde hulp ingeschakeld.

Criteria overdracht en hulpverlening

(12)

Wanneer er daadwerkelijk problemen zijn, kan vanuit het CJG verwezen worden naar zorg. Daarbij zijn uitgangspunten:

- warme overdracht;

- de vraag reist, niet de cliënt;

- uitgaan van de eigen kracht van de client;

- één gezin, één plan.

Hierbij wordt zoveel mogelijk uitgegaan van de eigen verantwoordelijkheid en de eigen mogelijkheden van de doelgroep. Over deze uitgangspunten zullen in de ontwerpfase nadere afspraken met de nader te bepalen uitvoerende partners gemaakt moeten worden.

Om de samenwerking en afstemming tussen diverse instellingen binnen het CJG te bevorderen, moet er een documentatie- of registratiesysteem opgezet worden. Dit wordt verder uitgewerkt in de ontwerpfase.

Zorgcoördinatie

Zorgcoördinatie bij problemen en complexere hulpvragen is geregeld via het convenant

‘Zorg voor jeugd’. De komende tijd moet bekeken worden hoe dit nog beter te laten functioneren:

- deskundigheidsbevordering bij vindplaatsen;

- verminderen van de schroom om te melden;

- bredere informatie naar de burger.

De monitoring van ‘Zorg voor jeugd’ vindt plaats binnen het convenant. Hiermee borg je de controle, en ligt deze op de juiste plek.

Vanuit het CJG moet wel aandacht besteed worden aan de ketenregistratie en signaalafgifte om zo de werking van het systeem ‘Zorg voor Jeugd’ te verbeteren.

Coördinatie CJG

Het uitgangspunt is dat het CJG servicepunten (fysiek, digitaal) heeft waar men terecht kan voor vragen over opgroeien en opvoeden. Deze punten zijn met name gericht op vroegsignalering, informatie en advies, vraagverheldering en toeleiding naar hulp.

Daarnaast biedt het CJG ook een netwerkstructuur. Hierin worden afspraken gemaakt over licht pedagogische hulp, toeleiding naar hulp en zorgcoördinatie. In deze

netwerkstructuur participeren diverse hulp- en dienstverleners die werkzaamheden verrichten ten behoeve van ouders en jeugd.

Het Centrum voor Jeugd en Gezin als geheel moet onder regie komen te staan van de gemeente. Gemeenten moeten in samenspraak met de betreffende instellingen en professionals ervoor zorgen dat het CJG optimaal aansluit bij de behoeften van de inwoners van Asten en Someren. De gemeenten hebben de regie over de coördinatie en positie van het CJG en over de samenwerking tussen de diverse instellingen. Vanuit deze rol maken de gemeenten sluitende afspraken met de instellingen over de

taken/activiteiten die vanuit het CJG uitgevoerd moeten worden.

De uitvoerende instellingen zijn verantwoordelijk voor het uitvoeren van de afgesproken taken en activiteiten. Niet alleen voor de kwantiteit, maar ook voor de kwaliteit.

(13)

8. Tijdspad

De visie CJG wordt in de ontwerpfase verder geconcretiseerd. Het tijdspad voor die fase is als volgt:

Wie Wat Wanneer

College B&W Ontwerpplan CJG 22 december 2009

Klankbordgroep CJG Concept ontwerpplan CJG 14 december 2009 Projectleiders CJG Beschrijven ontwerpplan

CJG

juli 2009 t/m november 2009

Projectleiders CJG en K2 Overleg ontwerpfase juli 2009

Raad Besluitvormend Visie CJG 29 september 2009

(14)

Bijlage 1 Factsheet CJG van het programmaministerie Jeugd en Gezin

Het Centrum voor Jeugd en Gezin

Waarom een CJG?

Met de Nederlandse jeugd en gezinnen gaat het over het algemeen goed en er zijn goede basisvoorzieningen aanwezig om jongeren in hun gezondheid en ontwikkeling te

stimuleren, om ouders te ondersteunen bij de opvoeding en om problemen te

voorkomen, signaleren en aan te pakken. Toch valt er in hulpverlening jeugd tussen wal en schip, kan meer worden gedaan om vroegtijdig problemen te signaleren en werken instanties nog onvoldoende samen.

Het Kabinet wil met de ontwikkeling van CJG dat snel, goed en gecoördineerd advies en hulp op maat vanzelfsprekend wordt (één gezin, één plan). CJG moeten bovenal

laagdrempelige fysieke inlooppunten zijn waar (aanstaande) ouders, kinderen en jongeren voor alles aangaande opgroeien en opvoeden terecht kunnen. Het Programmaministerie is samen met gemeenten,

provincies, koepels en branches aan de slag deze ambities te realiseren.

CJG Profiel

- bundelt lokale functies en taken op gezondheid, opgroeien en opvoeden - is een fysiek en laagdrempelig inlooppunt

- is in elke gemeente/wijk te vinden onder dezelfde naam

- heeft een positieve uitstraling gericht op preventie en signalering - biedt echt advies en lichte hulp

- coördineert/schakelt met alle mogelijke voorzieningen op jeugdbeleid, gezondheidszorg en jeugdzorg

- zou mogelijkerwijs, indien nodig, bemoeizorg kunnen arrangeren

- is van en voor een doelgroep van kinderen en jongeren van -9 maanden tot 23 jaar en hun ouders

- is voor alle culturen even laagdrempelig - is tevens vraagbaak voor professionals - streeft naar uniforme signalering

- en, maakt gebruik van verwijsindex en Elektronisch Kinddossier.

Gemeentelijke Regie

Realisering van en regie op CJG is aan de gemeenten. De provincies (en stadregio’s) sluiten daar met hun Bureaus Jeugdzorg en zorgaanbieders nauw op aan. Het Rijk zal in nader overleg treden ten aanzien van mogelijk wettelijke kader. Er is een bedrag

oplopend tot 441 miljoen in 2011 beschikbaar.

Implementatietraject

- 2007/2008 gereedschapskist voor gemeenten

- 2008 realisering CJG in eerste fase door aan te sluiten bij reeds ontwikkelde ambities en initiatieven

- 2011 landelijke dekking: elke gemeente een CJG.

(15)

Basismodel CJG

Om de naam CJG te mogen gebruiken moet het volgende worden gebundeld:

1. Jeugdgezondheidszorg 2. Consultatiebureaus en GGD 3. 5 WMO-functies:

a. informatie & advies b. signalering

c. toeleiding naar hulp d. licht pedagogische hulp e. coördinatie van zorg

4. Maatschappelijk werk, gezinscoaching en opvoedondersteuning 5. Schakel met Bureau JZ

6. Schakel Zorg- en Adviesteams

Deze eerste contouren van het CJG zijn tot stand gekomen in samenwerking met:

- Kinderopvang, Peuterspeelzaal, Voor- en vroegschoolse educatie - Leerplichtambtenaren

- Ontwikkelingen op Brede School en Passend Onderwijs - Algemeen Maatschappelijk Werk

- Welzijnswerk: Jongerenwerk en Straathoekwerk - Eerstelijnszorg, zoals

- Huisarts, kraamzorg, verloskunde - Jeugd GGZ

- Gemeentelijke diensten Werk & Inkomen, waaronder Jeugdloket - Schuldhulpverlening bij zowel ouder als jongere

- Politie en Justitie

(16)

Bijlage 2 Wet op de jeugdzorg Met:

- het wettelijk vastleggen dat gemeenten sluitende afspraken moeten maken over de totstandkoming van een gezin, een plan en over coördinatie van zorg;

- het wettelijk vastleggen dat gemeente afspraken maken met provincies over de aansluiting met de geïndiceerde jeugdzorg (zowel bestuurlijk als in uitvoering);

- het wettelijk vastleggen dat gemeenten deze sluitende afspraken met alle relevante lokale partijen (o.a. zorg, onderwijs, veiligheid) moeten maken, dus ook die partijen die buiten de directe verantwoordelijkheid van de gemeente vallen;

- het vastleggen dat in deze afspraken een escalatiemodel (opschaling) moet zijn opgenomen;

- het wettelijk vastleggen van de wederkerigheid van deze afspraken, zodat de provincie en andere relevante partijen ook verplicht zijn mee te werken aan het maken van deze afspraken;

- het wettelijk vastleggen dat gemeenten in specifieke situaties waar partijen er niet in slagen tot een adequate aanpak te komen, de provincie en andere partijen moeten aanspreken, opdat zij alsnog meewerken aan een oplossing;

- het beleggen van het toezicht op het maken en naleven van deze sluitende afspraken bij inspecties,

wordt invulling gegeven aan de regierol van gemeente c.q. de wethouder jeugd ten aanzien van de lokale jeugdketen. Dit zal geregeld worden via verankering in de Wet op de jeugdzorg.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Op basis van het voorgaande hebben gemeenten voldoende redenen om bij de transitie van de zorg voor jeugd allereerst structureel en vasthoudend te investeren in de preventie van

Het is precies dit soort van spreken, de- ze invulling van wat opvoeden is of kan zijn, die niet meer ter sprake gebracht wordt omdat opvoe- den voor ons vandaag een heel

De lichamelijke veranderingen zijn groot en vaak onvoorspelbaar: de maandstonden, puisten, … Je kind kan hierdoor kwaad, stil, triest of net heel blij zijn. De

je invloed als ouder wordt minder: je kind vertelt niet meer alles, je kind wil zelf zijn kamer inrichten, je kind wil af en toe alleen

vaak houden ze van rennen, klimmen, roepen, … verwacht niet van je kleuter dat hij al lang met hetzelfde kan bezig zijn, hij heeft veel afwisseling nodig.. Dat kan heel druk

 2x per jaar aanbod met lezingen vanuit Dienst Welzijn en Cultuur.  Bibliotheken/Huizen van het

In geval van (ernstig) bedreigend geweld in het gezin of een andere crisis wordt meteen opgeschaald naar de aanpak door het AMHK - voorgesteld in de regiovisie aanpak

Reguliere sportverenigingen zijn echter vaak buiten de wijk geves- tigd en zijn onder meer vanwege contributie en verkeersveiligheid letterlijk en figuurlijk onbereikbaar voor