• No results found

Meerweg 1 te Wagenborgen, gemeente Delfzijl Een Archeologisch Bureauonderzoek

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Meerweg 1 te Wagenborgen, gemeente Delfzijl Een Archeologisch Bureauonderzoek"

Copied!
13
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Meerweg 1 te Wagenborgen, gemeente Delfzijl

Een Archeologisch Bureauonderzoek

(2)

Administratieve gegevens

provincie: Groningen

gemeente: Delfzijl

plaats: Wagenborgen

toponiem: Meerweg 1

bevoegd gezag: gemeente Delfzijl

opdrachtgever: Werkorganisatie DEAL-gemeenten centrumcoördinaten: 257.606/586.462

kaartblad: 7H

onderzoeksmeldingsnummer: 4028651100

beheer documentatie Libau, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, gemeente Delfzijl en E-depot

uitvoerder: Libau

rapport: 16-211

auteur: I. van der Velde MA

autorisatie: N. van der Mei

telefoon: 050-3126545

e-mail: archeologie@libau.nl

afbeelding voorblad: De Grote Historische topografische Atlas Groningen ± 1900 – 1930, verkend in 1902-1903, met het plangebied weergegeven met een oranje cirkel.

(3)

Meerweg 1 te Wagenborgen, gemeente Delfzijl Een Archeologisch Bureauonderzoek

Planvoornemen

In opdracht van Werkorganisatie DEAL-gemeenten, vertegenwoordigd door mevr. S. Klootsema, is een bureauonderzoek uitgevoerd voor Meerweg 1 te Wagenborgen, gelegen in de gemeente Delfzijl (zie figuur 1).

Aanleiding voor dit onderzoek is de uitbreiding van een ligboxenstal. De uitbreiding zal een omvang krijgen van circa 1040 m2. De luifelstal die momenteel op de beoogde locatie staat, zal ten behoeve van de nieuwbouw gesloopt worden. De uitbreiding van de ligboxenstal zal niet volledig onderkelderd worden. De fundering van de uitbreiding zal in het niet onderkelderde gedeelte bestaan uit poeren en wordt aangelegd op een maximale diepte van circa 80 cm –mv. De keldervloer die zich onder de ligboxen zal bevinden, wordt tot een diepte van maximaal 2,20 m –mv aangelegd. De locatie voor de beoogde plannen, wordt hieronder verder aangeduid als plangebied.

Figuur 1: Meerweg 1 en omgeving (OpenTopo). Het plangebied is aangegeven met een rood kader en verduidelijkt met een rode pijl. In de inzet is een recente luchtfoto opgenomen (PDOK).

Landschappelijke en aardkundige informatie

Het plangebied ligt op de westelijke rand van een glaciale dekzandrug waarop ook het dorp Wagenborgen gelegen is. Wagenborgen ligt in de streek Klei- of Klein-Oldambt, dat grenst aan de streken Duurswold in het westen, Fivelingo in het noorden en Wold- of Groot-Oldambt in het oosten. Het Klei-Oldambt staat ook wel bekend als Menterne, naar de voormalige gemeente Termunten waarmee het grondgebied grotendeels samenvalt.

Tijdens de laatste ijstijd, het weichselien, werden in deze gebieden dekzanden afgezet. Dit pleistocene dekzandlandschap was in de steentijd geschikt voor bewoning. De bewoning bevond zich met name op de wat hogere delen in het landschap, in de nabijheid van water. Door het stijgen van de zeespiegel in het holoceen stagneerde de waterafvoer vanuit het achterland, wat een hogere grondwaterspiegel tot gevolg had. Door deze hoge grondwaterspiegel kon zich op de dekzanden een dik veenpakket vormen. Het veen groeide met name in de natte, laaggelegen delen van het landschap, maar mettertijd raakten ook delen van de hoge(re) ruggen bedekt met veen waardoor de omstandigheden te nat werden voor bewoning. Langs de noordelijke kustlijn ontstond tegelijkertijd een kweldergebied dat in zuidelijke richting uitbreidde. Hierbij werd ook klei afgezet op de door de

(4)

zee bereikbare, lager gelegen veengebieden. Vanaf de ijzertijd raakten de kweldergebieden bewoond. Het is onbekend wanneer de glaciale dekzandrug waarop Wagenborgen gelegen is (opnieuw) bewoond is geraakt.

Vanaf de middeleeuwen werden de eerste, verder inlands gelegen veengebieden in ontginning genomen. Door de ontwatering die daarmee gepaard ging oxideerde het veen waardoor het sterk inklonk en de bodem daalde.

Als gevolg hiervan brak de zee ten zuidoosten van Wagenborgen in, waardoor de Dollard ontstond.

Op de fysisch geografische kaart van Meerweg 1 en omgeving (zie bijlage Fysisch geografische kaart) is te zien dat het plangebied op de westelijke rand van de glaciale rug (code Gr1) is gelegen, waarop ook het dorp Wagenborgen gesitueerd is. Ten westen van het plangebied ligt een ontgonnen veenvlakte met meer dan 40 cm restveen, afgedekt met een kleidek van 15 tot 40 cm dikte (code mOv2). Ten noordoosten van Wagenborgen is de meerbodemvlakte van het voormalige Proostmeer gelegen, dat in 1873 drooggemalen is. Ten zuidwesten van het plangebied is eveneens een meerbodemvlakte met veen (code Lv1) aangegeven. Zuidwestelijk en

noordoostelijk van Wagenborgen zijn vlakke getij-afzettingsvlaktes gelegen (code Mv2) die deel uitmaken van het kweldergebied van Menterne. Ten oosten en verder ten zuiden van het plangebied liggen oude dijken die aansluiten op de glaciale rug. Verder naar het zuidwesten liggen de deels nog met veen en klei bedekte zandgronden van het Duurswold (codes mNw1 en moNv2).

Op de bodemkaart is het plangebied weergegeven als veldpodzolgrond met lemig fijn zand (code Hn23; zie bijlage Bodemkaart). Deze bodemsoort wijst op hoge grondwaterstanden gedurende de bodemvorming, waardoor we met zekerheid kunnen zeggen dat het plangebied overdekt is geweest met veen. Daardoor zal het plangebied in ieder geval in de bronstijd onbewoonbaar geweest zijn. Het lemig fijne zand wijst op de glaciale herkomst van het zand ter plaatse van het plangebied. Ten westen en noorden van deze gronden liggen weideveengronden op zand, beginnend ondieper dan 120 cm (code pVz). Westelijk daarvan komen weideveengronden op

veenmosveen voor (code pVs). Ten oosten van het plangebied begint de bebouwing van Wagenborgen, alwaar de bodem gezien de bodemsoorten in de omgeving en de gegevens op de fysisch geografische kaart, uit veldpodzolgronden bestaande uit lemig fijn zand (code Hn23), moerige podzolgronden met een zavel- of kleidek en een moerige tussenlaag (kWp) of gooreerdgronden bestaande uit lemig fijn zand (code pZn23) zullen bestaan.

Op het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN2; zie bijlage Hoogtekaart AHN2) is de glaciale rug waarop Wagenborgen gelegen is duidelijk herkenbaar als hoogte. Zo is ook goed zichtbaar dat het plangebied zich op de rand van deze hoogte bevindt. De meerbodemvlaktes met veen zijn ten zuidwesten en noorden van het

plangebied herkenbaar als laagtes. Ook de dekzandgronden verder ten zuidwesten van het plangebied zijn op het AHN herkenbaar als hoogten van circa 0,75 m –NAP. Op de detail hoogtekaart (zie bijlage AHN2-detailkaart) is eveneens de ligging van het plangebied op de rand van de glaciale rug zichtbaar. De gemiddelde hoogte van het maaiveld binnen het plangebied bedraagt circa 0,60 m –NAP. De hoogte van het maaiveld loopt in westelijke richting verder (de glaciale rug) af. Ten noorden van het plangebied is het wisselende reliëf van een

recreatiemeer en –bos herkenbaar.

Figuur 2: De archeologische verwachtingskaart en beleidsadvieskaart van de gemeente Delfzijl (Libau, 2013) met in de zwarte cirkel het plangebied.

(5)

Archeologische en historische informatie

Het plangebied staat niet geregistreerd op de Archeologische Monumenten Kaart (AMK). Ook zijn geen archeologische vondsten bekend in of nabij het plangebied (geen vondstlocaties geregistreerd in de database Archis). AMK-terreinen in de omgeving van het plangebied betreffen een deel van de middeleeuwse kern van Wagenborgen (AMK-terrein 15269) en een middeleeuwse huiswierde (AMK-terrein 5813) noordoostelijk daarvan (zie bijlage Kaart archeologie). In Wagenborgen zelf is aardewerk gevonden uit de vroege middeleeuwen

(vondstlocatie 3280349100). Ten oosten van Wagenborgen is een booronderzoek uitgevoerd waarbij houtskool is aangetroffen en op een deel van het terrein werd een podzolprofiel waargenomen (vondstlocatie 2630850100).

Ten noordwesten van Wagenborgen is het voormalige kloostervoorwerk Wilderhof gelegen. Hier is aardewerk uit zowel de vroege als de late middeleeuwen aangetroffen (vondstlocaties 2893420100 en 3276542100). Verder zijn in het jaar 1900 te Wagenborgen enkele vroegmiddeleeuwse munten aangetroffen (NAD Nuis,

inventarisnummers 1966-IX.10 en 1966-IX.11). De exacte vondstlocatie van deze munten is echter niet bekend.

Op de archeologische verwachtingskaart en beleidsadvieskaart van de gemeente Delfzijl (Libau, 2013; zie figuur 2) ligt het plangebied in een gebied met een hoge verwachting voor de aanwezigheid van archeologische resten (lichtroze). Ter plaatse van de boerderij en de daarvan westelijk gelegen schuur is een lage archeologische verwachting aan de bodem toegekend (lichtgroen).

Op de kadastrale minuut uit 1824 (kadastrale gemeente Termunten, sectie G1; zie figuur 3) is ter plaatse van het plangebied nog geen bebouwing aanwezig. Het perceel was destijds in bezit van de heer Habbe Berends Bouwman, landbouwer te Wagenborgen, en in gebruik als weiland (lichtgroen). In de Grote historische atlas van 1851-1855 en op de Topografisch Militaire kaart van 1864 (HisGIS) is de situatie onveranderd. In de Grote historische atlas van 1900-1930 (verkenning 1902-1903; zie voorblad) is ter plaatse van Meerweg 1 voor het eerst bebouwing en een tuin zichtbaar. Volgens de Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG) is het huidige pand aan de Meerweg 1 in 1969 gebouwd. De luifelstal ter plaatse van het plangebied is volgens dezelfde bron in het jaar 2000 gebouwd.

Figuur 3: De digitale versie van de kadastrale minuut uit 1824 (HisGIS) met daarop het dorp Wagenborgen. In de zwarte cirkel bevindt zich de locatie van het plangebied.

(6)

Overweging en advies

Het plangebied ligt op de rand van de glaciale rug van Wagenborgen die in de steentijd geschikt was voor bewoning. In de ijzertijd raakten de kwelders in de omgeving van Wagenborgen bewoond. De oudst bekende bewoningssporen uit Wagenborgen dateren uit de vroege middeleeuwen. De aanwezigheid van oudere

bewoningssporen valt echter niet uit te sluiten. Ter plaatse van de boerderij Meerweg 1 is vanaf 1902-1903 voor het eerst bebouwing bekend.

Het plangebied valt in een gebied waaraan op de archeologische verwachtingskaart en beleidsadvieskaart van de gemeente Delfzijl (Libau, 2013) een hoge archeologische verwachting is toegekend. Indien archeologische resten uit de steentijd aanwezig zijn, zullen deze zich naar verwachting in het dekzand bevinden dat in het plangebied naar verwachting aan het oppervlakte ligt. Uit het plangebied en directe omgeving zijn echter geen

archeologische resten of vondsten bekend en het plangebied staat niet geregistreerd op de Archeologische Monumenten Kaart (AMK). Ter plaatse van het plangebied zal de bodem deels verstoord zijn door de bouwactiviteiten ten behoeve van de huidige luifelstal. De precieze omvang van deze verstoring is onbekend, maar behelst minstens 156 m2. Indien het zand inderdaad aan het oppervlakte ligt, zal het pleistocene loopvlak tevens verstoord zijn door de inrichting en het gebruik als erf.

Op basis van het bovenstaande wordt een archeologisch vervolgonderzoek niet noodzakelijk geacht. Mochten tijdens de werkzaamheden onverhoopt toch archeologische resten worden aangetroffen dan geldt krachtens de Erfgoedwet, conform artikel 5.10, een meldingsplicht. Vondsten dienen zo spoedig mogelijk te worden gemeld bij de gemeente Delfzijl en bij Libau.

Bijlagen:

- Fysisch geografische kaart;

- Bodemkaart;

- Hoogtekaart AHN2;

- AHN2-detailkaart;

- Kaart archeologie.

(7)

Geraadpleegde literatuur, bronnen en kaarten

Actueel Hoogtebestand Nederland (www.ahn.nl; nationaalgeoregister.nl).

ANWB, 2004. Topografische Atlas Groningen 1:25.000. ANWB bv, Den Haag.

Archeologische Monumentenkaart (AMK) van de provincie Groningen.

Archeologisch Informatiesysteem (Archis) van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.

BAG, Basisregistraties Adressen en Gebouwen (https://bagviewer.kadaster.nl/).

Cultuurhistorische Waardenkaart Groningen. Provincie Groningen 2004.

DINOloket Ondergrondgegevens (www.dinoloket.nl/ondergrondgegevens).

Grote Historische topografische Atlas Groningen ± 1900 – 1930, schaal 1: 25000. Uitgeverij Nieuwland, 2006.

Tilburg.

Grote Historische Atlas van Nederland, 1: 50000. Deel 2: Noord-Nederland 1851 – 1851. Wolters-Noordhoff Atlasproducties, 1990. Groningen.

HisGIS, Historisch Geografisch Informatiesysteem (www.hisgis.nl).

Libau, 2013. Archeologische Verwachtingskaart en Beleidsadvieskaart van de gemeente Delfzijl.

OpenTopo. Actuele topografische kaarten van Nederland. J.W. van Aalst (www.opentopo.nl).

PDOK, Publieke Dienstverlening op de Kaart (www.pdok.nl).

Schroor, M., 1996. Atlas der Provincielanden van Groningen (1722-1736). REGIO-PRojekt Uitgevers, Groningen.

Schroor, M. 1997. De Atlas der Stadslanden van Groningen (1724-1729). REGIO-Projekt Uitgevers / Rijksarchief Groningen.

Schroor, M & J. Meijering, 2007. Golden Raand, Landschappen van Groningen. In Boekvorm Uitgevers, Assen.

Snijders, F.L., 1985. Fysische geografie in de provincie Groningen. Milieu- en landschapsonderzoek Provinciaal Planologische Dienst. Groningen.

Stiboka, 1985. Bodemkaart van Nederland, schaal 1: 50.000. Uitgave 1973 Stiboka, Wageningen (Toelichting gepubliceerd in 1986; kaartopname door A.E. Clingeborg et al.).

Topotijdreis. Kadaster. Tijdreis over 200 jaar topografie (www.topotijdreis.nl).

Versfelt, H.J. & M. Schroor, 2005. De atlas van Huguenin; militair-topografische kaarten van Noord-Nederland, 1819-1829. Heveskes Uitgevers/Drentse Historische Vereniging, Groningen/Veendam.

(8)

Archeologische perioden

paleolithicum tot 8800 v.Chr.

paleolithicum vroeg tot 300000 C14

paleolithicum midden 300000 - 35000 C14 paleolithicum laat 35000 C14 - 8800 v.Chr.

paleolithicum laat A 35000 - 18000 C14 paleolithicum laat B 18000 C14 - 8800 v.Chr.

mesolithicum 8800 - 4900 v.Chr.

mesolithicum vroeg 8800 - 7100 v.Chr.

mesolithicum midden 7100 - 6450 v.Chr.

mesolithicum laat 6450 - 4900 v.Chr.

neolithicum 5300 - 2000 v.Chr.

neolithicum vroeg 5300 - 4200 v.Chr.

neolithicum vroeg A 5300 - 4900 v.Chr.

neolithicum vroeg B 4900 - 4200 v.Chr.

neolithicum midden 4200 - 2850 v.Chr.

neolithicum midden A 4200 - 3400 v.Chr.

neolithicum midden B 3400 - 2850 v.Chr.

neolithicum laat 2850 - 2000 v.Chr.

neolithicum laat A 2850 - 2450 v.Chr.

neolithicum laat B 2450 - 2000 v.Chr.

bronstijd 2000 - 800 v.Chr.

bronstijd vroeg 2000 - 1800 v.Chr.

bronstijd midden 1800 - 1100 v.Chr.

bronstijd midden A 1800 - 1500 v.Chr.

bronstijd midden B 1500 - 1100 v.Chr.

bronstijd laat 1100 - 800 v.Chr.

ijzertijd 800 - 12 v.Chr.

ijzertijd vroeg 800 - 500 v.Chr.

ijzertijd midden 500 - 250 v.Chr.

ijzertijd laat 250 - 12 v.Chr.

Romeinse tijd 12 v.Chr. - 450 n.Chr.

Romeinse tijd vroeg 12 v.Chr. - 70 n.Chr.

Romeinse tijd vroeg A 12 v.Chr. - 25 n.Chr.

Romeinse tijd vroeg B 25 - 70 n.Chr.

Romeinse tijd midden 70 - 270 n.Chr.

Romeinse tijd midden A 70 - 150 n.Chr.

Romeinse tijd midden B 150 - 270 n.Chr.

Romeinse tijd laat 270 - 450 n.Chr.

Romeinse tijd laat A 270 - 350 n.Chr.

Romeinse tijd laat B 350 - 450 n.Chr.

middeleeuwen 450 - 1500 n.Chr.

middeleeuwen vroeg 450 - 1050 n.Chr.

middeleeuwen vroeg A 450 - 525 n.Chr.

middeleeuwen vroeg B 525 - 725 n.Chr.

middeleeuwen vroeg C 725 - 900 n.Chr.

middeleeuwen vroeg D 900 - 1050 n.Chr.

middeleeuwen laat 1050 - 1500 n.Chr.

middeleeuwen laat A 1050 - 1250 n.Chr.

middeleeuwen laat B 1250 - 1500 n.Chr.

nieuwe tijd 1500 - heden

nieuwe tijd A 1500 - 1650 n.Chr.

nieuwe tijd B 1650 - 1850 n.Chr.

nieuwe tijd C 1850 - heden

(9)
(10)
(11)
(12)
(13)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Voor gebieden met een hoge verwachting op archeologische waarden (AWV 3, AWV 4) is volgens de Archeologische Beleidskaart van de Gemeente Noordwijkerhout een voorschrift

Het doel van het bureauonderzoek is het inventariseren van bekende gegevens in en nabij het plangebied en het opstellen van een specifiek advies voor eventueel vervolgonderzoek

De archeologische beleidsadvieskaart van de gemeente Zuidplas toont de onderzoekslocatie in een gebied waar een zeer hoge archeologische verwachting geldt zie bijlage 2...

Plantenga, is een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd voor het plangebied Oosterweg 1 te Noordwijk in de gemeente Marum (zie figuur 1).. Aanleiding voor het onderzoek is

Op basis van het bureauonderzoek geldt, in afwijking van de gemeentelijke verwachtingskaart, voor het gehele plangebied een hoge archeologische verwachting op archeologische

Dit wordt uitgevoerd door middel van het verwerven van infor- matie, aan de hand van bestaande bronnen, over bekende en verwachte archeologische waar- den.Met de

Omdat deze kleine puindeeltjes zijn waargenomen in de geroerde bovengrond, waarin zich veel recent materiaal bevindt en waarin geen andere archeologische indicatoren zijn

Ter plaatse van het onderzoeksgebied kunnen archeologische vindplaatsen uit het Neolithicum worden aangetroffen in de top van - of op de Afzettingen van Calais (Formatie van