• No results found

GEMEENTE BEUNINGEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "GEMEENTE BEUNINGEN"

Copied!
17
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

ŢTT j O ) ' O :ž- OćE

GEMEENTE BEUNINGEN

nstencentru/m'

Registratienr. IN ofc - O*-/ b 3,9 Ontvangstbericht — Voortgangsbericht d.d.

INGEKOMEN 0 3 OKĨ 2006 Lijst ing. st. raad d.d. ļ

(

z

Verblijfplaats

ìbUAĵ

Kopie aan:

Opm.

—Aan-Gemeertfe

m«-f" ! CK'^Ą

Beuntngen

T.a.v. Mevr. M.H.F. Schuurmans-Wijdeven Postbus 14

6640 AA BEUNINGEN

datum 6 maart 2006 kenmerk FW/20060306

onderwerp overeenkomsten telefoonnummer 024-6412819

contactpersoon Fred Walk

Geachte mevrouw Schuurmans-Wijdeven,

Bijgaand treft u een verslag aan van de bijeenkomst van 24 februari jl.

Tevens treft u een exemplaar aan van de door u namens uw gemeente ondertekende stukken.

Rest ons u en uw ambtelijke medewerkers te bedanken voor de inbreng in het proces dat tot de totstandkoming van deze overeenkomsten heeft geleid.

Met vriendelijke groeten,

Stichting Personeel de Stroming I Stichting Kunstencentrum de Stroming

Z

F. Walk - hoofd bedrijfsbureau

Oosterweg 179 Postbus 220 6600 AE Wijchen Tel. 024-6412819 Fax: 024-6424862 info@destroming.nl www.destroming.nl

(2)

VERSLAG VERGADERING BESTUUR RIKV EN STICHTINGSBESTUUR KUNSTENCENTRUM DE STROMING

d.d. vrijdag 24 februari om 14.00 uur te Wijchen

Aanwezig namens:

Stichting Personeel de Stroming en Stichting Kunstencentrum de Stroming Dhr. C.J.W. Vennekens - voorzitter

Dhr. P.G.M.M. Dijkman - secretaris - vice-voorzitter Dhr. W.P.M. Warmerdam - penningmeester

Dhr. H.C. Bruisten Dhr. H. Klaaijsen Dhr. H. van Teeseling

Dhr. H. Zewald (interim-directeur tot 01-03-2006) Dhr. H. Barten (directeur vanaf 01-03-2006) Dhr. F. Walk, hoofd bedrijfsbureau

RIKV bestuur

Dhr. G.W.J. Hendriks - voorzitter Dhr. H.A.M. van den Berg

Mevr. M.H.F. Schuurmans-Wijdeven Dhr. G.P.J. Zondag

Dhr. J.A.T.M. Kamps Mevr. A.A. van der Aalst

Genodigden: enkele leden van de ambtelijke werkgroep, vertegenwoordiging OR, enige coördinatoren, (oud)-personeelsleden.

Afwezig Mevr. V.J.M.L. Duijkers-Mertens

Op vrijdag 24 februari 2006 is het liquidatiebesluit Gemeenschappelijke Regeling Regionaal Instituut Kunstzinnige Vorming door de vertegenwoordigende wethouders van de zes deelnemende gemeenten ondertekend.

Hiermee is de opheffing van het RIKV per 1 januari 2006 een feit.

Voorts zijn, door de gemeenten Beuningen, Groesbeek, Heumen, Wijchen en West Maas en Waal en Stichting Personeel de Stroming en Stichting Kunstencentrum de Stroming, de afzonderlijke budgetovereenkomsten voor de járen 2006 t/m 2009 als ook het convenant Kunstzinnige Vorming 2005 ondertekend.

Zowel de voorzitter van het RIKV als van De Stroming hielden voorafgaand aan deze

officiële handelingen een korte toespraak. Zij dankten daarin iedereen die zijn/haar steentje

heeft bijgedragen aan de totstandkoming van de overeenkomsten. Ook spraken zij de

verwachting uit dat, met deze overeenkomsten, een goede basis is gelegd voor de toekomst

van de kunstzinnige vorming in de regio.

(3)

De heer Vennekens kondigde het aftreden aan van enkele bestuursleden van de Stroming.

Deze bestuurswisselingen stonden al eerder gepland doch waren door de omstandigheden uitgesteld. Aftredend zijn de heer W. Warmerdam, de heer P. Dijkman en de heer C.

Vennekens. Een nieuwe voorzitter in de persoon van de heer H. Klaaijsen kon aan de

aanwezigen worden voorgesteld. Voor de functies van secretaris en penningmeester zijn nog vacatures.

Tot slot werd nog het vertrek per 1 maart 2006 van de directeur ad-interim de heer H. Zewald en het gelijktijdig aantreden van de nieuwe directeur de heer H. Barten aangekondigd.

Alle vertrekkende functionarissen werden bedankt voor hun inzet voor het instituut, van hen zal op een later tijdstip nog op gepaste wijze afscheid worden genomen.

Zowel de heer Barten als de heer Klaaijssen werd veel succes voor de toekomst toegewenst.

Onder het genot van een hapje en drankje, muzikaal omlijst door een drietal docenten van

De Stroming, werd nog enige tijd nagepraat en kon nader kennis worden gemaakt met de

nieuwe gezichten.

(4)

'f't'r v k'

' -

ïįftf* Ljįà

V, JF

(5)

BUDGETOVEREENKOMST 01-01-2006 tot en met 31-12-2009 Stg. Kunstencentrum de Stroming - Gemeente Beuningen

De Stichting Kunstencentrum De Stroming, gevestigd te Wijchen, vertegenwoordigd door de

voorzitter, de heer C.J.W. Vennekens en de secretaris de heer P.G.M.M. Dijkman, hierna te noemen de instelling en de Stichting Personeel De Stroming, gevestigd te Wijchen, vertegenwoordigd door de voorzitter de heer C.J.W. Vennekens en de secretaris de heer P.G.M.M. Dijkman, hierna te noemen de B3 stichting en het college van burgemeester en wethouders (b S w) van de gemeente Beuningen, vertegenwoordigd door wethouder Mw. M.H.F. Schuurmans-Wijdeven, dit ter uitvoering van het besluit d.d. 14 februari 2006 van het college van b &W, hierna te noemen de gemeente,

KOMEN OVEREEN DAT ER EEN BUDGETOVEREENKOMST TUSSEN PARTIJEN WORDT GESLOTEN MET DE VOLGENDE INHOUD;

Artikel 1: Definities en algemene bepalingen

Voor de toepassing van deze overeenkomst gelden onderstaande definities en bepalingen.

Looptijd van deze overeenkomst

Deze overeenkomst heeft een looptijd van 1 januari 2006 tot en met 31 december 2009.

Werkgebied met betrekking tot deze budqetovereenkomst

Het gebied van de onderscheiden gemeenten die een budgetovereenkomst hebben afgesloten met de instelling.

Producten

Alle door de instelling geleverde diensten (output) op het gebied van kunstzinnige vorming en educatie ten behoeve van de deelnemers aan lessen, ensembles, projecten en cursussen alsmede diensten geleverd ten behoeve van bijdragen aan de culturele infrastructuur

Muzikale basisvorming

Cursussen en projecten gericht op het laten kennis maken van leerlingen uit het primair onderwijs met de elementaire aspecten van de muziek in het algemeen en de verschillende muziek instrumenten in het primair onderwijs (ook wel aangeduid als Algemene Muziekvorming AMV). Alsmede cursussen gericht op jongeren en volwassenen met dezelfde doelstelling. Ten tijde van het sluiten van deze overeenkomst vallen hieronder ondermeer de cursus muziektuin, blokfluitklas, muziek en spel, muziek voor peuters en muziek en beweging.

Instrumentaal onderwijs en ensembles:

Lessen gericht op het leren bespelen van een muziekinstrument of zangonderricht in de breedste zin van het woord. De lessen kunnen individueel of in groepsverband worden aangeboden. De instelling voert een actief ensemblebeleid. Ensembles worden gevormd indien en waar mogelijk zowel in heterogeen verband als in de samenstelling van homogene (reguliere orkest of ensemble vormen) groepen. Voor de deelname aan ensembles wordt een aparte bijdrage in rekening gebracht bij de deelnemers. Of ensemble onderwijs per gemeente kan worden aangeboden is afhankelijk van het aantal deelnemers per gemeente. Voor ensembles van gevorderden kan de instelling besluiten vanwege benodigde faciliteiten en uit kostenoverwegingen één centrale lesplaats in het werkgebied te kiezen.

Dans- en balletonderwiis:

De instelling biedt een ruim aanbod van ballet- en dansonderwijs onderscheiden naar aard en vorm en naar leeftijdscategorie. Dans- en balletonderwijs wordt gegeven in groepsverband. De cursussen worden gegeven op een beperkt aantal plaatsen in het werkgebied. In verband met benodigde en beschikbare faciliteiten (locaties die aan de norm voldoen) en omvang van de groepen zal de locatiekeuze binnen het werkgebied steeds in overleg met de gemeente plaatsvinden.

Beeldend vormen:

Het aanbod van beeldend vormen betreft ten tijde van deze overeenkomst de cursus “beeldend

vormen voor kinderen” in verschillende leeftijdscategorieën. De cursus wordt gegeven op een beperkt

aantal plaatsen in het werkgebied en is afhankelijk van de wensen per gemeente en de daarvoor

(6)

beschikbaar te stellen subsidies. De instelling zal nader onderzoeken of dit aanbod kan worden uitgebreid met cursussen en projecten gericht op specifieke vormen van beeldend vormen zowel voor jongeren als voor volwassenen.

Projecten:

De instelling heeft het recht om, in het kader van verdere verzelfstandiging, buiten de werking van deze budgetovereenkomst t.a.v. cursussen en projecten externe financiers te werven (sponsoring) of anderszins samenwerkingsverbanden met derden aan te gaan.

De instelling biedt regelmatig projecten aan ter versterking/verdieping van het elementaire

muziek/dans/beeldend vormen onderwijs en tevens als bijdrage aan de culturele infrastructuur van de gemeenten in het werkgebied. Het aanbieden van projecten/cursussen in het primaire onderwijs (zie ook onder muzikale basisvorming) in het kader van de bevordering van cultuureducatie in het

onderwijs door de overheid is een speerpunt van de instelling; over de ínhoud van deze cursussen en projecten vindt overleg plaats met de schooldirecties.

Onder projecten worden in dit kader ook verstaan de cursussen (van kortere duur) die naast het reguliere aanbod zullen worden aangeboden of ontwikkeld. Hierbij richt de instelling zich ook op aandachtsgebieden van georganiseerde private organisaties als HAFA orkesten, koren, en andere vormen van georganiseerde cultuuruitingen. De instelling kan hierin haar eigen beleid ontwikkelen.

Jaarlijks zal over het aanbod en de mogelijkheden tot financiële ondersteuning van projecten buiten de werking van deze overeenkomst, overleg plaatsvinden met de gemeenten in het werkgebied.

Docentcontacturen:

Het aantal volle uren dat een docent per week daadwerkelijk lesgeeft aan een leerling/deelnemer of een groep deelnemers/leerlingen.

Overheadkosten:

Alle kosten die niet direct of indirect aan een product zijn toe te rekenen (directie, bestuur, administratie, beheer, rentekosten, algemene huisvestingskosten en bureaukosten). De overheadkosten worden geacht niet meer dan 250Zo van de totale instituutkosten te zijn.

Lesqerichte huisvestingskosten:

De huisvestingskosten die door de verhuurder rechtstreeks in rekening worden gebracht bij de instelling voor de ruimte die ingezet wordt voor het verzorgen van lessen.

Kosten oud zeer:

De kosten voor de jaarlijkse wachtgeldverplichting van de B3 stichting voor het personeel dat op 1 januari 2004 bij deze stichting een wachtgeldaanspraak had.

Deelnemersbijdrage:

De jaarlijkse bijdrage die de deelnemer betaalt voor het volgen van lessen.

Artikel 2: De subsidie

1. De gemeente stelt voor de kalenderjaren 2006 tot en met 2009 per jaar aan de instelling een subsidie beschikbaar op basis van de algemene subsidieverordening van de gemeente. Deze subsidie is minimaal gebaseerd op een afname van 900/) van de verplichting uit de oude Gemeenschappelijke regeling RIKV, zie onderstaande tabel.

Gemeente Beuningen

9007o

van

86,50

uur Gemeente Groesbeek

90o7o

van

46,25

uur Gemeente Heumen

9007o

van 111

,00

uur Gemeente West Maas en Waal

9007o

van

56,00

uur Gemeente Wijchen

9007o

van

179,00

uur

Voor Beuningen betekent dit dat de subsidieopbouw er als volgt uit zal zien:

a. Productkosten 77,85 uur vermenigvuldigd met de bij punt 4 genoemde tarieven verminderd met de deelnemersbijdrage;

b. Overheadkosten 25.289 inwoners voor een bedrag van C 2,806 per inwoner is C 70.961;

(7)

c. Huisvestingskosten ë 28.312, deze worden jaarlijks op basis van de werkelijke kosten afgerekend;

d. De kosten voortvloeiend uit de wachtgeldverplichtingen voor het personeel van de B3 stichting dat op 1 januari 2004 een wachtgeldverplichting had (zie bijlage) wordt gedekt door een reserve zolang de reserve niet is uitgeput zal hiervoor geen gemeentelijke bijdrage worden verstrekt.

2. De subsidie, zoals bedoeld in artikel 2, lid 1 sub a. en sub b., wordt met ingang van 1 januari 2007 jaarlijks per 1 januari geïndexeerd op basis van de gemiddelde consumentenprijsindex zoals deze

is vastgesteld door het Centraal Plan Bureau. Als uitgangspunt voor de subsidie 2007 geldt de indexering en het inwoneraantal op 1 januari 2006.

3. De subsidie wordt betaalbaar gesteld in 4 termijnen. Betaling vindt telkens plaats in de eerste week van het betreffende kwartaal. Bij te late betalingen wordt de wettelijke rente aan de instelling vergoed.

4. Indien meer docentcontacturen worden afgenomen dan de gegarandeerde 77,85

docentcontacturen, dan wordt het feítelijke verschil afgerekend op basis van de onderstaande tarieven x het werkelijk aantal afgenomen docentcontacturen minus deelnemersbijdrage.

« C 2.544,11 per docentcontactuur voor muzikale basisvorming

« C 2.409,16 per docentcontactuur voor instrumentaal onderwijs en ensembles

« C 2.145,86 per docentcontactuur voor dans- en balletonderwijs

» C 2.885,98 per docentcontactuur voor beeldende vormen.

5. Per jaar worden minimaal het aantal gegarandeerde docentcontacturen afgerekend. Hierbij is overeengekomen dat de gemeenten jaarlijks gezamenlijk

90o7o

aan docentcontacturen afnemen.

Artikel 3: Aanbod en activiteiten begrepen in deze overeenkomst

1. De instelling verzorgt voor leerlingen uit de gemeente Beuningen gedurende de looptijd van dit contract elk jaar minstens 77,85 docentcontacturen per week van de in lid 3 genoemde producten.

2. De instelling heeft een inspanningsverplichting om binnen de contractperiode het aantal

docentcontacturen in overeenstemming te houden met het in deze overeenkomst vastgestelde te subsidiëren aantal docentcontacturen. Bij een afwijking van meer dan 507o naar boven of naar beneden van de afgesproken docentcontacturen, treedt de instelling in overleg met de gemeente.

In oktober van ieder jaar maakt de instelling een prognose van het aantal docentcontacturen in het volgend jaar op basis van de inschrijving van cursisten op dat moment.

3. De instelling biedt in het kader van deze overeenkomst minimaal de volgende producten aan;

a. muzikale basisvorming

a. instrumentaal onderwijs en ensemble b. dans- en balletonderwijs

c. beeldend vormen

4. Indien het aantal daadwerkelijk te geven docentcontacturen minder is dan het aantal

gegarandeerde docentcontacturen is overleg met de gemeente mogelijk over het aanbieden van andere producten dan genoemd onder artikel 3.3

5. De producten worden aan zoveel mogelijk leerlingen en op minimaal 1 leslocatie in de gemeente Beuningen aangeboden. Voor een instrumentale- of zangles waarvoor in een bepaalde gemeente te weinig belangstelling bestaat is er de mogelijkheid om dit op een centrale plaats voor het hele werkgebied van de instelling aan te bieden.

6. Voor wat betreft de deelnemersbijdrage streven de instelling en de gemeente er naar het aanbod toegankelijk te laten zijn voor een breed publiek. Jaarlijks vindt overleg plaats tussen de instelling en de gemeente over de hoogte van de deelnemersbijdrage waarbij het uitgangspunt zo veel als mogelijk een uniform tarievenbeleid voor het hele werkgebied van de instelling is.

Artikel 4: Verantwoording en verslaglegging

1. Jaarlijks voor 1 april voorafgaand aan het kalenderjaar, dat loopt van 1 januari tot en met 31 december, zenden de instelling en de B3 stichting aan de gemeente een voorlopige begroting.

2. Jaarlijks voor 1 april legt de instelling verantwoording af in de vorm van een activiteitenverslag

volgens de normen van de brancheorganisatie VKV/Kunstconnectie en verstrekken de instelling

en de B3 stichting een financieel verslag over het voorgaande kalenderjaar.

(8)

3. Het financieel jaarverslag wordt voorzien van een verklaring van een accountant of daartoe erkende en bevoegde externe deskundige als bedoeld in artikel 2:393, vijfde lid van het burgerlijk wetboek.

Artikel 5: Kwaliteitseisen

1. Docenten dienen voldoende gekwalificeerd te zijn.

2. De instelling verplicht zich tot een lidmaatschap van de brancheorganisatie en daarmee tot de handhaving en naleving van de door de brancheorganisatie gestelde kwaliteitseisen,

gecontroleerd door de daartoe door het Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen bevoegd verklaarde instantie.

3. De instelling verricht minimaal tweejaarlijks per product een evaluatie onder de deelnemers.

4. Het bestuur van de instelling hanteert een omschreven klachtenregeling.

Artikel 6: B3 stichting

1. Uitgangspunt voor de verplichtingen van de gemeente zijn de afspraken die hiervoor in de per 1 januari 2006 op te heffen Gemeenschappelijke Regeling van kracht waren.

2. Voor de periode van deze overeenkomst verplicht de instelling zich tot het tegen kostprijs inhuren van het personeel werkzaam in de B3 stichting.

3. De overige verplichtingen van de gemeente ten aanzien van de B3 stichting, alsmede de

verplichtingen bij het opzeggen of niet verlengen van deze overeenkomst zijn verder opgenomen in het Convenant Kunstzinnige Vorming 2005 tussen de deelnemende partijen aan de

Gemeenschappelijke Regeling zoals die tot 1 januari 2006 van kracht was. Betreffend convenant is als bindende bijlage bij deze overeenkomst gevoegd.

Artikel 7: Overleg

1. In april vindt een overleg plaats tussen de gemeente en de instelling.

2. In dit overleg worden in ieder geval het activiteitenverslag, de concept begroting voor het komende kalenderjaar en de concept-jaarrekening van het voorgaande kalenderjaar besproken.

3. In dit overleg geeft de instelling aan op welke wijze en in welke mate zij andere activiteiten heeft ontwikkeld.

4. Elk van de partijen kan indien gewenst op enig ander moment een verzoek tot overleg indienen.

5. Jaarlijks treedt de instelling in overleg met de gemeente over het toepassen van

reductieregelingen op de deelnemersbijdrage zoals bedoeld in artikel 3 lid 6, dit in het kader van het breed toegankelijk houden van het aanbod voor groepen die daar op basis van hun sociaal maatschappelijke positie en in het kader van het sociale /welzijnsbeleid van de gemeente recht op zouden kunnen laten gelden. In het kader van de verzelfstandiging van de instelling en een daarbij noodzakelijke en verantwoorde bedrijfsvoering kunnen in de vorm van een convenant per

gemeente afspraken worden gemaakt over het bekostigen en toepassen van deze regelingen.

Indien van toepassing worden deze convenanten jaarlijks voor 1 januari vastgesteld.

Artikel 8: Korting wegens in gebreke blijven

1. Indien de instelling in gebreke blijft, kunnen burgemeester en wethouders in een afzonderlijk daartoe strekkend besluit, een korting toepassen op de subsidie. In het geval van zo’n besluit kan bezwaar worden gemaakt in het kader van de Algemene Wet Bestuursrecht.

2. De instelling blijft in elk geval in gebreke indien hij door eigen nalatigheid of incompetentie:

a. niet in staat is gebleken, nadat door de subsidiegever schríftelijk is verzocht de prestaties binnen drie maanden alsnog te leveren.

b. Niet of niet voldoende voldoet aan één of meerdere bepalingen van deze overeenkomst 3. De korting dient in redelijke verhouding te staan tot de reden waarom en de mate waarin de

instelling in gebreke is gebleven.

4. De korting kan incidenteel zijn of een structurele verlaging van de subsidie ínhouden.

(9)

Artikel 9: Geschillen

Geschillen over de uitvoering van deze overeenkomst worden ter beslissing voorgelegd aan een dan in te stellen Arbitragecommissie bestaande uit drie personen waarvan, een persoon aan te wijzen namens de gemeente, een persoon aan te wijzen namens het bestuur van de instelling en een gezamenlijk aan te wijzen onpartijdig voorzitter, behoudens beroep op de rechter.

Aldus overeengekomen tussen de Stichting Kunstencentrum de Stroming, de Stichting Personeel de Stroming en de gemeente Beuningen op 24 februari 2006.

Narr ' ~

j

Wciŵ

jįįľ Sįcpuurman3--Wijdeven

Namens Stichting Kunstencentrum De Stroming

De heer C.J.W. Vennekens (voorzitter) De heer P.G.M.M. ©jfltman (secretaris)

Namens Stichting Personeel de Stroming

De heer C.J.W. Vennekens (voorzitter) De heer P.G.M.M. Dijkman (secretaris)

(10)

Bijlage bij budgetovereenkomst 01-01-2006 tot en met 31-12-2009

Prognose verloop wachtgeldverplichtingen (bedragen in euro’s)

Prognose verloop jaar 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012

Kosten "oud zeer" bedrag -71.415 -70.678 -37.318 -22.455 -14.922 -14.824 -13.589

(11)

, įį

innige

m- :

'liHiKlñliilii:

(12)

Convenant Kunstzinnige Vorming 2005

Tussen Stichting Kunstencentrum de Stroming, Stichting Personeel de Stroming en de gemeenten Beuningen, Groesbeek, Heumen, West Maas en Waal en Wijchen.

In dit convenant wordt onder partijen verstaan:

» partij 1: stichting Kunstencentrum de Stroming, gevestigd te Wijchen, vertegenwoordigd door de voorzitter de heer C.J.W. Vennekens en de secretaris de heer P.G.M.M. Dijkman

« partij 2: stichting Personeel de Stroming, gevestigd te Wijchen, vertegenwoordigd door de voorzitter de heer C.J.W. Vennekens en de secretaris de heer P.G.M.M. Dijkman

« partij 3: gemeente Beuningen, vertegenwoordigd door wethouder M.H.F. Schuurmans- Wijdeven

* partij 4: gemeente Groesbeek, vertegenwoordig door wethouder J.A.T.M. Kamps

* partij 5: gemeente Heumen, vertegenwoordigd door wethouder H.A.M. van den Berg

* partij 6: gemeente West Maas en Waal, vertegenwoordigd door wethouder G.P.J. Zondag

» partij 7: gemeente Wijchen, vertegenwoordigd door wethouder G.W.J. Hendriks Partijen overwegen in het kader van dit convenant het volgende:

« dat de partijen 3 tot en met 7 eind 2001 hebben ingestemd met het principebesluit tot

verzelfstandiging van de activiteiten van de Gemeenschappelijke Regeling Regionaal Instituut voor Kunstzinnige Vorming;

» dat door de Gemeenschappelijke Regeling Regionaal Instituut voor Kunstzinnige Vorming in dat kader de Stichting Kunstencentrum de Stroming en de Stichting Personeel de Stroming is opgericht;

* dat de nieuwe medewerkers vanaf het moment van oprichting van de Stichting

Kunstencentrum de Stroming onder de werking vallen van de CAO - Kunstzinnige Vorming en op basis van een arbeidsovereenkomst in dienst gekomen zijn van de Stichting

Kunstencentrum de Stroming;

* dat voor de reeds bij de Gemeenschappelijke Regeling Regionaal Instituut voor Kunstzinnige Vorming in dienst zijnde medewerkers en de categorie post-actieven de Stichting Personeel de Stroming met een zogenoemde B-3 aanwijzing in het leven is geroepen;

» dat tussen partij 1 en de partijen 3 tot en met 7 afzonderlijke budgetovereenkomsten worden afgesloten;

» dat de gemeenteraden van de partijen 3 tot en met 7 hebben besloten tot het opheffen van de Gemeenschappelijke Regeling Regionaal Instituut voor Kunstzinnige Vorming.

« dat alle partijen de noodzaak erkennen van het garanderen van alle financiële verplichtingen direct dan wel indirect voortvloeiende uit of in verband met (gewezen) arbeidsverhoudingen die partij 2 is aangegaan voor de periode dat partij 2 kosten heeft voor de in dienst zijnde medewerkers en de categorie post-actieven;

» dat partij 1 zich verplicht tot het tegen kostprijs inhuren van het personeel van partij 2.

(13)

Partijen spreken in het verlengde van deze overwegingen het volgende af:

Artikel 1

Partijen 3 tot en met 7 zullen voor de periode dat partij 2 kosten heeft voor de in dienst zijnde medewerkers en de categorie post-actieven deze kosten, en de direct hieraan verbonden kosten, garanderen.

Artikel 2

Partij 2 neemt geen nieuwe medewerkers aan en gaat verder ook geen andere verplichtingen aan anders dan die noodzakelijk zijn om tot een effectieve bedrijfsvoering te komen met gebruikmaking van het personeel van partij 2, met dien verstande dat er geen extra wachtgeldverplichtingen uit voort mogen vloeien. De partijen 3 tot en met 7 stellen zich aansprakelijk voor de wachtgeldverplichting van partij 2. In de bijlage is weergegeven welke arbeidsrechtelijke verplichtingen aanwezig zijn per 1 januari 2006. Deze aansprakelijkheid kan door een uittredende gemeente worden afgekocht door het

betalen van een uittredesom door die gemeente aan partij 2.

Artikel 3

De uittredesom wordt berekend door de totale wachtgelden voor zowel het onderwijzend als het niet- onderwijzend personeel, die zouden ontstaan wanneer partij 2 op dat moment zou worden

opgeheven, te vermenigvuldigen met de onderstaande procentuele verdeelsleutel.

Verdeelsleutel is bepaald ten tijden van het opheffen van de Gemeenschappelijke Regeling RIKV en gebaseerd op de gemiddelde afname over de periode 2000-2004.

Gemeente Beuningen 1807o Gemeente Groesbeek ‘]0oZo

Gemeente Heumen 230A

Gemeente West Maas en Waal 1207o Gemeente Wijchen 3707o Artikel 4

1. Onverminderd het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht over bezwaar en beroep, worden geschillen in verband met dit convenant beslecht door een bindend advies van een dan in te stellen Arbitragecommissie bestaande uit drie personen waarvan, een persoon aan te wijzen namens de gemeente, een persoon aan te wijzen namens het bestuur van de instelling en een gezamenlijk aan te wijzen onpartijdig voorzitter.

2. Een geschil bestaat, indien één van de bij dit convenant betrokken partijen dat schríftelijk aan de andere betrokken partij(en) meedeelt.

3. De kosten van een arbitragezaak worden gelijkelijk verdeeld over de partijen die het geschil hebben.

Artikel 5

1. Indien tijdens de werkingsduur van dit convenant onvoorziene omstandigheden opkomen die van dien aard zijn dat dit convenant op grond van billijkheid behoort te worden gewijzigd, dan wel dat deze omstandigheden wezenlijke gevolgen zullen hebben voor de ongewijzigde uitvoering van dit convenant, zullen partijen over de noodzaak van wijziging terstond in overleg met elkaar treden.

2. Tot het in het vorige lid genoemde overleg kan ieder der partijen de andere schríftelijk en met vermelding van redenen uitnodigen. Partijen treden binnen drie weken na deze uitnodiging in overleg met elkaar.

3. Indien dit overleg binnen vier weken na het begin ervan tussen partijen niet tot overeenstemming

heeft geleid, wordt gehandeld overeenkomstig het bepaalde in artikel 4.

(14)

Artikel 6

Dit convenant treedt in werking per 1 januari 2006 en heeft een looptijd tot het moment dat er geen arbeidsrechtelijke verplichtingen meer zijn bij partij 2.

Artikel 7

Dit convenant wordt aangehaald als “Convenant Kunstzinnige Vorming 2005”.

De partijen voornoemd, besloten en afgesproken op 24 februari 2006, te Wijchen

Partij 1 Stichting Kunstencentrum

de Stroming Voorzitter, ,

--- C.J.W. Vennekens-'"''^

Secretaris,

P.G.M.M. Dijkman

Partij 2 Stichting Personeel de

Stroming Voorzitter, —-

C.J.W. Vennekens ,ř

Secretaris, . Į

P.G.M.M. Dijkman ì\ \ \ Partij 3 Gemeente Beuningen

M.H.F. échuurrrç ìns-Wijdeven y

Partij 4 Gemeente Groesbeek 1

J.A.T.M. Kamps Partij 5 Gemeente Heumen

fv^ĮL/S'

H.A.M. van den Berg ļ c /S Partij 6 Gemeente West Maas en

Waal

G.P.J. Zondag L/

Partij 7 Gemeente Wijchen

G.W. J. Hendriks /f/

(15)

Bijlage bij het Convenant Kunstzinnige Vorming 2005 Stichting Personeel de Stroming

Personeelssamenstelling per 01-01-2006

Nummer: Voorletters :

Actieve medewerkers:

Naam : 0Zo Taakomvang

40001 P. Arts van der Zanden 42,880

40002 P.H.G. Bock de 21,459

40003 H.A. Boeijen 21,677

40004 R.J.G. Bonel 37,412

40005 E.A.H. Bremmers 17,921

40006 M.E.J. Broersma 24,970

40007 B. Dekker 25,320

40008 H.L. Dokter 80,836

40009 RAM. Engels 36,160

40010 C.A.M. Gerritsen 44,260

40011 P.J.M. Haider van 102,347

40012 H.M.A. Jacobs 57,527

40013 D.P. Jansen 88,956

40014 M.A.M. Jansen 18,750

40015 J.W.M. Janssen 49,506

40016 Y.G.M. Laake van 81,195

40017 L.J.C.M. Laaracker 53,392

40018 I.V. Michailov 45,692

40019 R.M. Oude Kempers 19,921

40020 M.T. Peters 18,750

40021 L.P.M. Quaijtaal 53,033

40022 Y.M.J. Reuvers 53,519

40023 J. Schuppen van 42,408

40024 M.B. Smit 44,310

40025 P.J.M. Souren 31,582

40026 C.H.J. Spaan 46,000

40027 W.J.M. Steen van 27,125

40028 H. Valkema 29,707

40029 Y.G.M. Verschuren 61,437

40030 A.M.G.T. Waal de 95,595

40031 E.C.M. Waskowsky 68,442

Oud medewerkers waarvoor wachtgeld-verplichtingen gelden:

S.F.W. Bakker 82,083

A.J.W. Cremers 12,500

A.M. Le Grand 90,000

(Oud-)medewerkers waarvoor FPU-verplichtingen gelden:

A.J.W. Cremers 48,280

L.T.A. Janssen 100,000

G.J. Kuijs 91,720

I.W. Michailov 11.840

(Oud-)medewerkers waarvoor UWV-verplichtingen gelden:

B.A.M. Burgers E.C.M. Waskowsky

(16)

į-yfįi:

■Didatiebes nschappeĩìj^ļ ionaaľfflititLļi

A

(17)

Liquidatiebesluit Gemeenschappelijke Regeling Regionaal Instituut voor Kunstzinnige Vorming Het algemeen bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Regionaal Instituut voor Kunstzinnige Vorming;

gelet op het bepaalde in artikel 32, eerste lid van de Gemeenschappelijke Regeling Instituut voor Kunstzinnige Vorming;

mede gelet op de besluitvorming in de gemeenteraden van:

* de gemeente Beuningen van 20 september 2005;

» de gemeente Groesbeek van 29 september 2005;

» de gemeente Heumen van 27 september 2005;

« de gemeente West Maas en Waal van 15 september 2005;

» de gemeente Ubbergen van 2 november 2005;

* de gemeente Wijchen van 29 september 2005;

BESLUIT:

in te stemmen met de liquidatie van de “Gemeenschappelijke Regeling Regionaal Instituut voor Kunstzinnige Vorming” per 1 januari 2006.

Dit onder gelijktijdige vaststelling van de volgende verplichtingen:

1. De gemeenten Beuningen, Groesbeek, Heumen, West Maas en Waal en Wijchen sluiten elk een individuele budgetovereenkomst met de Stichting Kunstencentrum de Stroming waarin de subsidiëring voor de periode 2006 tot en met 2009 en de minimale afgesproken afname (garantieverplichting) is geregeld.

2. De gemeenten Beuningen, Groesbeek, Heumen, West Maas en Waal en Wijchen stellen een convenant vast, waarin de betaling van de personele kosten van de Stichting Personeel de Stroming is gegarandeerd.

3. De gemeente Ubbergen betaalt een totaalbedrag van ë 157.815,87. Voor een gedeelte van ê 26.582,-- wordt dit bedrag overgemaakt aan de Stichting Kunstencentrum de Stroming ter compensatie van de gemiste bijdrage van de gemeente Ubbergen in de overheadkosten voor het kalenderjaar 2006 van deze stichting. Het resterende bedrag van C 131.233,87 wordt door de gemeente Ubbergen overgemaakt aan de Stichting Personeel de Stroming ter compensatie van de kosten van de jaarlijkse wachtgeldverplichting van de Stichting Personeel de Stroming voor het personeel dat op 1 januari 2004 bij deze stichting een wachtgeldaanspraak had. Het bedrag zal binnen 30 dagen na ondertekening van dit besluit worden overgemaakt op de bankrekening van bovengenoemde stichtingen.

Op basis van bovenstaande verplichtingen acht het algemeen bestuur het niet noodzakelijk een liquidatieplan, zoals vermeld in artikel 32 lid 1 van de Gemeenschappelijke Regeling vast te stellen.

Aldus besloten in de algemene bestuursvergadering van 25 januari 2006 te Wijchen.

De heer GŴv.JJJentĴnks^ voorzitter

De heer H.A.M. van den Batons

^

.ļjįy

'|okäz4r'-

Mąvŗoyw^M.A.F, Schuurmans-Wijdeven De heer G.P.J. Zondag

^

f \ŕì t/ Z ľ\ r/

LbcÁ - tOb

Mevrouw L. van Aalst

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De gemeenten Beuningen, Druten, Heumen, Neder-Betuwe, Nijmegen, West Maas en Waal en Wijchen onderschrijven het belang van informatiebeveiliging en geven in hun (concept-) reacties

Beuningen, Druten, Groesbeek, Heumen, Nijmegen, Wijchen (en vele andere gemeenten buiten regio Nijmegen) Beuningen, Groesbeek, Heumen, Mook en Middelaar, Nijmegen, Wijchen en de

In de regio is de zogenaamde Regionale Adviesfunctie ingesteld en is door de portefeuillehouders Financiën bepaald dat de deelnemers in staat worden gesteld het algemeen bestuur

Voor wat betreft de outputfinanciering heeft de ODRN als eerste omgevingsdienst de Product en Diensten Catalogus gereed voor gebruik.. De zes andere omgevingsdiensten binnen

4.5.1 Omgevingsvergunning publieksgerichte aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken

(Heumen, West Maas en Waal, Wijchen, Groesbeek en Beuningen) en de Stroming én de inhoud van deze samenwerking. Gemeente West Maas en Waal en Heumen hebben aangegeven de

Ingevolge artikel 24, lid 7 van de Gemeenschappelijke Regeling, Logopedische Dienst, Maas en Waal, worden de kosten, rekening houdende met andere inkomsten, over de deelnemende

Tot leden van de Raad van Advies zijn benoembaar personen die bestuurslid van-, werknemer van-, of op een andere wijze betrokken zijn bij door het bestuur aan te wijzen (bestuur