• No results found

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK IN HET KADER VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK IN HET KADER VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE"

Copied!
17
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK IN HET KADER VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE

EDUCATIE

Wasko psz Ot & Sien

Plaats : Alblasserdam

LRKP nummer : 156721685

Onderzoeksnummer : 290356

Datum onderzoek : 25 oktober 2016

(2)
(3)

1 INLEIDING . . . 5

2 BEVINDINGEN . . . 7

3 CONCLUSIE. . . 12

REACTIE VAN DE HOUDER . . . 13

BIJLAGE 1 OORDELEN . . . 14

INHOUDSOPGAVE

(4)
(5)

Op 25 oktober 2016 heeft de inspectie Peuterspeelzaal Ot en

Sien onderzocht. Het onderzoek is uitgevoerd vanwege het toezicht van de Inspectie van het Onderwijs op de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (vve). Peuterspeelzaal Ot en Sien is opgenomen in een steekproef waarbij we gegevens verzamelen over de kwaliteit van de voorschoolse educatie ten behoeve van de jaarlijkse rapportage "De staat van het onderwijs".

Tijdens het onderzoek heeft de inspectie de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie beoordeeld met een set indicatoren, waarmee zij overeenkomstig de Wet op het Onderwijstoezicht (WOT) kan beoordelen of de vve-locaties op belangrijke onderdelen vve van voldoende kwaliteit biedt. Deze indicatoren hebben betrekking op:

• De voorwaarden voor vve

• De ouders

• De kwaliteit van de educatie

◦ Het vve-programma, zoals dat wordt aangeboden

◦ Het pedagogisch klimaat

◦ Het educatief handelen

• De ontwikkeling, zorg en begeleiding

• De kwaliteitszorg

• De doorgaande lijn tussen de voor- en vroegschool

• De resultaten van vve

Het onderzoek bestond uit een vve-locatiebezoek, waarbij:

• Documenten over planning, begeleiding en zorg zijn bestudeerd;

• enkele groepsobservaties zijn uitgevoerd. Deze vve-bezoeken vonden plaats in de groep;

• gesprekken met de locatieleiding, ouders, pedagogisch medewerkers en de intern zorgcoördinator en een vertegenwoordiging van de houder zijn gevoerd.

INLEIDING 1

Onderzoeksopzet

(6)

De inspectie heeft zich bij haar onderzoek onder andere gebaseerd op het Toezichtkader vve 2010 en de werkinstructie toezichtkader voor- en vroegschoolse educatie, maart 2014. Dit document is te vinden op www.onderwijsinspectie.nl.

In hoofdstuk 2 van dit rapport beschrijft de inspectie de bevindingen die uit haar onderzoek naar voren zijn gekomen. Bij de geconstateerde verbeterpunten is tevens een onderbouwing opgenomen. In hoofdstuk 3 volgt de conclusie. In hoofdstuk 4 wordt de houder van de kinderopvanglocatie uitgenodigd om kort te reflecteren op de bevindingen van de inspectie en zo mogelijk aan te geven welke kwaliteitsontwikkelingen hieraan verbonden worden. Bijlage 1 van dit rapport bevat een overzicht van de bij dit onderzoek gebruikte indicatoren en de bevindingen van de inspectie daarover.

Toezichtkader

Opbouw rapport

(7)

Uit het overzicht in bijlage 1 valt op te maken dat de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie op de meeste aspecten op orde is, te weten condities, pedagogisch klimaat, educatief handelen, ontwikkeling, begeleiding en zorg en de kwaliteitszorg.

Daarnaast zijn bij de aspecten ouders en doorgaande lijn tussen voor- en vroegschool enkele verbeterpunten geconstateerd.

Totaalbeeld

Peuterspeelzaal Ot en Sien is een van de peuterspeelzalen van de Stichting Wasko. Een organisatie met vrijwel alle vormen van kinderopvang in de regio Alblasserwaard. Ot en Sien heeft in augustus 2016 de Christelijke identiteit aangenomen en er zijn daarom twee nieuwe pedagogisch medewerkers

aangesteld. Ot en Sien is samen met een basisschool gevestigd in één gebouw.

De basisschool en voorschool hebben het voornemen om intensiever met elkaar samen te werken. Op dit moment is er één groep met 13 peuters, waarvan er 3 doelgroeppeuters zijn.

De pedagogisch medewerkers werken intensief met alle peuters. De doelgroeppeuters krijgen extra taalondersteuning. Verder hebben de

pedagogisch medewerkers goed contact met de ouders en informeren hen over de ontwikkeling van hun kind. De ontwikkeling van de peuters volgen de pedagogisch medewerkers met het instrument van het vve-programma. Er zijn nu verregaande plannen om een digitaal instrument in te voeren. Alle

medewerkers zullen op korte termijn getraind worden om met dit instrument op een handelings- en opbrengstgerichte wijze te werken. De houder evalueert regelmatig de kwaliteit van vve, dat doet zij door gesprekken te voeren met de pedagogisch medewerkers en in de groep aanwezig te zijn.

Toelichting

Condities

Er is een recent GGD-rapport beschikbaar. Peuterspeelzaal Ot en Sien voldoet aan alle condities. De GGD heeft geen afwijkingen geconstateerd. De

speelzaal is prettig ingericht met aantrekkelijke materialen en werk- en

eettafels. De "hoeken" zijn voldoende ontwikkeld en worden afhankelijk van het thema ingericht. De pedagogisch medewerkers zijn gecertificeerd voor het vve- programma.

BEVINDINGEN

2

(8)

Ouders

Peuterspeelzaal Ot en Sien informeert ouders vooraf, maakt gebruik van een intakeformulier en informeert de ouders over de ontwikkeling van hun kind.

Verbeterpunten zijn het ouderbeleid (B1), het stimuleren van de ouders om thuis ontwikkelingstimulerende activiteiten (B4) te doen en de participatie van ouders in de voorschool (B5).

In het pedagogisch beleidsplan is opgenomen hoe de communicatie met de ouders verloopt. Zo is afgesproken om een open houding te hebben naar de ouders en goed naar hen te luisteren wat ze zeggen en te achterhalen wat ze bedoelen. In overleg met de ouders bepalen de pedagogisch medewerkers wat het beste is voor het kind. Het uitgangspunt is een prettige en constructieve samenwerking met de ouders voor een optimale ontwikkeling van de peuter.

Hiervoor worden de ouders middels nieuwsbrieven, persoonlijke gesprekken en de website geïnformeerd.

De ontwikkeling van de doelgroeppeuters brengen de pedagogisch medewerkers gedurende de voorschoolse periode driemaal in kaart en ze bespreken hun bevindingen met de ouders. Rond het vierde jaar vragen de pedagogisch

medewerkers toestemming aan de ouders om het dossier over te dragen aan de toekomstige basisschool van het kind.

Ot en Sien gebruikt een intakeformulier om bij de inschrijving een breed beeld te krijgen van de ontwikkeling van de peuter. Aspecten van het intakeformulier zijn de samenstelling van het gezin, ontwikkelings- en kindkenmerken,

gezondheid en gedragskenmerken en de opvoeding van het kind.

Het ouderbeleid is een verbeterpunt, omdat dit nog niet is vastgelegd en er nog geen analyse is gemaakt van de kenmerken van de ouderpopulatie. Ook

organiseert de peuterspeelzaal nog te weinig activiteiten om ouders te betrekken bij de vve-activiteiten. Het betrekken van de ouders is een lastige kwestie, omdat de meeste ouders werken. De ouders met wie de inspectie heeft gesproken, geven aan dat zij werken en hierdoor niet altijd kunnen deelnemen aan vve-activiteiten.

Kwaliteit van de uitvoering van vve

De uitvoering van vve krijgt op peuterspeelzaal Ot en Sien krijgt voldoende vorm en het pedagogisch handelen is een voorbeeld voor anderen.

(9)

Het vve-programma is ingevoerd. Over het gebruik van het vve-programma zijn duidelijke afspraken gemaakt met een controleerbare planning van de thema’s. Er is voor het gehele jaar een planning gemaakt en per thema zijn activiteiten voorbereid. Per activiteit maken de pedagogisch medewerkers zichtbaar welke doelen zij nastreven en hoe de doelen worden gerealiseerd.

Het aanbod van het vve-programma klimt op in moeilijkheidsgraad en de pedagogisch medewerkers volgen dit programma nauwgezet. Ook houden zij rekening met het ontwikkelingsniveau van de peuters. Dit doen zij door bijvoorbeeld de vragen die de pedagogisch medewerkers stellen aan de peuters, de spelletjes die zij met de kinderen doen en de werkjes die de

kinderen maken. De tutorkinderen krijgen extra uitleg en voorinstructie van het thema.

Het pedagogisch klimaat is een voorbeeld voor anderen. De pedagogisch medewerkers gaan op een respectvolle en ongedwongen wijze om met de kinderen, de sfeer in de groep is warm en ondersteunend. Aan de kinderen wordt duidelijk gemaakt wat er van ze verwacht wordt als het gaat om gebruik van materiaal, luisteren en de omgang met andere kinderen. Het stimuleren van sociale vaardigheden vinden de pedagogisch medewerkers heel belangrijk en ze werken ook doelgericht aan de verdere ontwikkeling van deze vaardigheden. De ruimte is prettig ingericht met moderne, aantrekkelijke ontwikkelingsmaterialen en mooie werk-, eettafels. De "hoeken" zijn voldoende ontwikkeld en worden afhankelijk van het thema ingericht.

De inspectie heeft samen met de regiomanager de groepen bezocht. Zij is het eens met het oordeel van de inspectie over het pedagogisch en het educatief handelen van de pedagogisch medewerkers. Het educatief handelen is voldoende waar het gaat om de afstemming tussen de pedagogisch

medewerkers. Zij werken nu vier maanden met elkaar samen en zijn op elkaar ingespeeld. Zo zijn er afspraken gemaakt over de taakverdeling gedurende de ochtend. De pedagogisch medewerkers worden ondersteund en gecoacht door de teamleider. De pedagogische medewerkers hebben aandacht voor de taalontwikkeling van de peuters en voor interactief taalgebruik. Zij stimuleren het denken en leren van de kinderen, zoals: Hoe heb je dat gedaan? Hoe kan je het ook anders doen? Gedurende de dag wordt duidelijk dat de pedagogisch medewerkers een evenwicht proberen te vinden tussen vrijspelen en werken.

(10)

Ontwikkeling, begeleiding en zorg

De ontwikkeling, begeleiding en zorg binnen de groep en de bredere zorgketen zijn voldoende. De pedagogisch medewerkers verzamelen en analyseren de gegevens van de peuters en bepalen of het kind zich voldoende ontwikkelt.

In het gesprek met de regiomanager en de zorgcoördinator bij het besturderen van de documenten is duidelijk naar voren gekomen dat de brede ontwikkeling van de peuters (taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotioneel) wordt gevolgd.

Voor de peuters die achterblijven in hun ontwikkeling is er planmatige zorg.

Naar aanleiding van de observaties en resultaten van de peutertoetsen zijn de doelen, die nagestreefd worden vastgelegd. Ook hebben de pedagogisch

medewerkers aangeven welk aanbod bij de zorg hoort en hoe en wanneer zij dit evalueren.

Daar waar de pedagogisch medewerkers geen begeleiding en zorg kunnen geven, wordt dat binnen de bredere zorgketen gezocht. De zorgcoördinator is de spil als het om de organisatie van externe zorg gaat. Zij heeft een overzicht van alle zorgkinderen en informeert de pedagogisch medewerkers over de stand van zaken. De houder heeft hier vaste afspraken voor en deze zijn vastgelegd. De afspraken hebben betrekking op het plaatsingsbeleid, de aanmelding, de signalering, het informeren van de ouders en hoe te handelen.

Kwaliteitszorg

Alle indicatoren van de kwaliteitszorg (E1 tot en met E5) zijn als voldoende beoordeeld. De houder heeft een begin gemaakt om de kwaliteit van vve in kaart te brengen. In het gesprek met de regiomanager en de teamleider is duidelijk naar voren gekomen dat kinderopvang organisatie ‘Wasko’ veel waarde hecht aan een goede kwaliteit van vve op peuterspeelzaal Ot en Sien. Zo is er een teamleider die alles in het kader van vve coördineert en de pedagogisch medewerkers coacht. Dat doet zij door filmopnamen van het pedagogisch en educatief handelen van de medewerkers (beeldcoaching) te maken, te

(11)

De regiomanager brengt tijdens groepsoverleggen de kwaliteit van vve op peuterspeelzaal Ot en Sien in kaart door middel van gesprekken met de pedagogisch medewerkers en ouders en door te observeren in de groepen.

De onderdelen van kwaliteit van de uitvoering van vve (het aangeboden programma, het pedagogisch klimaat en het educatief handelen), de interne en externe zorg en de ontwikkeling van de doorgaande lijn tussen de voor- en vroegschool zijn vaste onderdelen van deze evaluatie.

Verder worden de resultaten van vve van peuterspeelzaal Ot en Sien gemonitord en geëvalueerd. Jaarlijks stelt de houder een verslag op voor de gemeente Alblasserdam. Onderdelen zijn het aantal getoetste peuters, de uitgevoerde thema’s en de resultaten van de peuters. In de evaluatie zijn op heldere wijze gegevens van het observatiesysteem en de afgenomen toetsen verwerkt. Naar aanleiding van alle evaluaties worden er afspraken gemaakt voor de verbetering en borging van de kwaliteit van vve.

Doorgaande lijn

De doorgaande lijn tussen Ot en Sien en de basisschool is over het geheel gezien nog een ontwikkelpunt. Ot en Sien is in het gedeelte van de basisschool gehuisvest waar geen vroegschool aanwezig is. De ontwikkeling van de doorgaande lijn is opgepakt en er zijn afspraken gemaakt voor de coördinatie van vve tussen de voorschool en de basisschool. Zo nemen de pedagogisch medewerkers deel aan het overleg van onderbouw. Er is nog geen specifiek persoon aangewezen voor de coördinatie. De afstemming van het aanbod (F4), het pedagogisch klimaat en het educatief handelen (F5), het ouderbeleid (F6) en de interne begeleiding (F7) moet nog gerealiseerd worden.

De houder van peuterspeelzaal Ot en Sien heeft met bestuurders van de basisscholen in Alblasserdam afspraken gemaakt over de overdracht van kinderen. Zodra een peuter is aangemeld bij een basisschool en de ouders toestemming hebben gegeven, vindt er informatie-uitwisseling tussen Ot en Sien en de basisschool plaats. Hiervoor is er een overdrachtsformulier opgesteld en er is een warme overdracht. Twee keer per jaar neemt de teamleider van Ot en Sien contact op met de basisschool om te informeren hoe de kinderen het doen.

Opbrengsten

Voorschool Ot en Sien brengt de resultaten van de doelgroepkinderen conform de gemeentelijke afspraken in kaart.

(12)

De Inspectie van het Onderwijs constateert dat de kwaliteit van de voorschoolse educatie op Ot en Sien grotendeels op orde is. Uit het onderzoek is gebleken dat de vve-locatie enkele tekortkomingen kent.

CONCLUSIE

3

(13)

Dit rapport beschrijft de oordelen van de inspectie over de kwaliteit van de educatie op Ot en Sien. Daarnaast heeft de inspectie Ot en Sien gevraagd te reflecteren op de uitkomsten van het onderzoek en zo mogelijk aan te geven welke kwaliteitsontwikkelingen hieraan verbonden worden.

Hieronder geeft de houder haar reactie:

We zijn verheugd te lezen dat de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie op de meeste aspecten op orde is. Alleen bij de aspecten ouders en doorgaande lijn tussen voor- en vroegschool zijn enkele verbeterpunten geconstateerd. Wij willen daar de volgende kwaliteitsontwikkelingen aan verbinden:

OUDERS

Er is nog geen sprake van een gericht ouderbeleid binnen de gemeente Alblasserdam. Wij gaan dit bespreken met de gemeente en zullen gezamenlijk een ouderbeleid opstellen. Daarin zullen wij omschrijven wat wij nu al doen en zullen wij de verbeterpunten uit het rapport meenemen. Er wordt ouders

momenteel de mogelijkheid geboden voor ouders om te participeren in VVE activiteiten maar slecht enkele ouders nemen deel. Met de gemeente zullen wij de mogelijkheid voor meer gestructureerd aanbod met een meer verplicht karakter onderzoeken.

DOORGAANDE LIJN

Er wordt al samengewerkt met de vroegschool maar wij zullen meer concrete kaderafspraken maken met betrekking tot de doorgaande lijn en VVE

coördinatie.

REACTIE VAN DE HOUDER

(14)

In de onderstaande tabellen vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid.

De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is.

Legenda:

1. Staat in de kinderschoenen: verbeteringen zijn dringend nodig. Deze kwalificatie geeft aan dat er écht iets verbeterd dient te worden.

2. Enigszins ontwikkeld: verbeteringen zijn wenselijk. Deze kwalificatie geeft aan dat het wenselijk is dat iets verbeterd wordt.

3. Voldoende.

4. Goed ontwikkeld: een voorbeeld voor anderen. Deze kwalificatie geeft aan dat dit aspect in orde is, en wel op een zodanige manier dat andere voor- en/of vroegscholen hiervan kunnen leren.

BIJLAGE 1 OORDELEN

Condities 1 2 3 4

Voldoende vve-tijd

Kwaliteit pedagogisch medewerkers

• A0.1 Er is een recent GGD-rapport beschikbaar

A2 De groepsgrootte voldoet aan de maximumeisen (voorschool) A3 Beroepskracht - kind ratio ("dubbele bezetting")

A4.1 De peuters volgen gedurende voldoende tijd (per week) een vve-programma op de voorschool

A5.2 Alle beroepskrachten zijn toereikend gekwalificeerd (opleiding)

A5.3 Alle beroepskrachten spreken voldoende Nederlands A5.4 Alle beroepskrachten zijn toereikend vve-geschoold A5.5 Er is een jaarlijks vve-opleidingsplan

Ouders 1 2 3 4

• B1 Gericht vve-ouderbeleid

B2 Ouders zijn vooraf adequaat geïnformeerd

B3 Intake

B4 Stimuleren om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen

(15)

Kwaliteit van de uitvoering van vve 1 2 3 4 Kwaliteit van de educatie: het aangeboden programma

Kwaliteit van de educatie: het pedagogisch klimaat

Kwaliteit van de educatie: het educatief handelen

• C1.1 Een integraal vve-programma

C1.2 Werken met een doelgerichte planning

C1.3 Het activiteitenaanbod gericht op de taalontwikkeling is voldoende dekkend en geconcretiseerd

C1.4 Het aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en er wordt gedifferentieerd

C2.1 Het pedagogisch handelen van de pedagogisch medewerkers/

leerkrachten is respectvol

C2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten structureren en hanteren duidelijke pedagogische gedragsgrenzen

C2.3 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stimuleren de sociale vaardigheden en de persoonlijke competenties van de kinderen

C2.4 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de zelfstandigheid van de kinderen en tonen respect voor de autonomie van het kind

C2.5 De inrichting van de ruimte is aantrekkelijk, uitdagend en spel- en taal-uitlokkend

C3.1 Het educatief handelen van beide pedagogisch medewerkers/

leerkrachten is goed op elkaar afgestemd

C3.2 Er worden structureel effectieve en gerichte activiteiten voor de taalontwikkeling uitgevoerd

C3.3 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de interactie met en tussen kinderen

C3.4 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stimuleren actieve betrokkenheid van de kinderen en verrijken het spelen en werken

C3.5 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de ontwikkeling van aanpakgedrag (strategieën) bij de kinderen C3.6 Het gedrag van de pedagogisch medewerkers/leerkrachten

met de kinderen is responsief

C3.7 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stemmen de activiteiten af op verschillen in de ontwikkeling van de individuele kinderen

Ontwikkeling, begeleiding en zorg 1 2 3 4

Ontwikkeling, begeleiding en zorg binnen de groep

(16)

Ontwikkeling, begeleiding en zorg 1 2 3 4

Ontwikkeling, begeleiding en zorg in de bredere zorgketen

• D1.1 Volgen van de brede ontwikkeling van alle kinderen

D1.2 De begeleiding is planmatig voor: de hele groep, de kleine (tutor)groep en het individuele kind

D1.3 De evaluatie van de aangeboden begeleiding en zorg D1.4 Specifieke aandacht voor de taalontwikkeling bij begeleiding

en zorg

D2.1 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten hebben een overzicht van de kinderen die zorg nodig hebben die de voor- resp. vroegschool niet kan leveren, en van de aard van die zorg

D2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten zorgen dat kinderen aangemeld worden voor externe zorg wanneer de voor- resp. vroegschool de gewenste zorg niet kan leveren D2.3 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten blijven de

ontwikkeling van kinderen met extra zorg bijhouden

Kwaliteitszorg binnen de voor- en de vroegschool 1 2 3 4

• E1 Er is vve-coördinatie op de voor- resp. vroegschool

E2 De voor- resp. vroegschool evalueert de kwaliteit van vve regelmatig

E3 De voor- resp. vroegschool evalueren de resultaten van vve E4 De voor- resp. vroegschool werkt planmatig aan vve-

verbetermaatregelen

E5 De voor- resp. vroegschool borgt de kwaliteit van haar vve- educatie

Doorgaande lijn 1 2 3 4

• F1 Er is vve-coördinatie tussen de voor- en vroegschool

F2 Er is concreet beleid om zoveel mogelijk kinderen te laten doorstromen naar een vroegschool

F3 De voor- en vroegschool zorgen voor een warme overdracht F4 Het aanbod van de voor- en vroegschool is op elkaar

afgestemd

F5 Het pedagogisch klimaat en het educatief handelen van de voor- en vroegschool is op elkaar afgestemd

F6 De manier om met de ouders om te gaan op de voor- en de vroegschool is op elkaar afgestemd

(17)

Opbrengsten van vve 1 2 3 4

• G1 De resultaten worden gemeten conform de gemeentelijke

afspraken

G2 De resultaten zijn van voldoende niveau

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

D2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten zorgen dat kinderen aangemeld worden voor externe zorg wanneer de voor-

pedagogisch medewerkers wat een kind nodig heeft en zorgen ze ervoor dat zoveel mogelijk vve-geïndiceerde kinderen doorstromen naar een vroegschool. Voor alle kinderen die extra

D2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten zorgen dat kinderen aangemeld worden voor externe zorg wanneer de voor-

Zoals hiervoor al gemeld hebben we vastgesteld dat de manier waarop de medewerkers omgaan met de hen toevertrouwde kinderen een prima basis vormt voor hun verdere ontwikkeling..

voldoende zijn, constateert de inspectie dat de doorgaande lijn tussen voor- en vroegschool op het gebied van het pedagogisch klimaat, educatief handelen, het ouderbeleid en de

De pedagogisch medewerkers zijn een 'voorbeeld voor anderen' waar het gaat om het respect waarmee zij de peuters bejegenen, de ruimte die zij geven voor zelfstandigheid en

D2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten zorgen dat kinderen aangemeld worden voor externe zorg wanneer de voor- resp. vroegschool de gewenste zorg niet

D2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten zorgen dat kinderen aangemeld worden voor externe zorg wanneer de voor-