BESLUIT
Nummer: 101668/ 8
Betreft: Beslissing op het bezwaar van Intergas Netbeheer B.V. en Intergas N.V. tegen het besluit van 23 december 2003 met kenmerk 101638/ 13.4 tot vaststelling van de maximum transporttarieven voor het jaar 2004 zoals bedoeld in artikel 80, eerste lid, van de Gaswet.
I. VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1. Bij brief van 17 december 2003 is namens Intergas Netbeheer B.V. in de hoedanigheid van netbeheerder (hierna: Intergas) een bezwaarschrift ingediend tegen de weigering van de directeur van de Dienst uitvoering en toezicht Energie (hierna: directeur DTe) om op grond van artikel 80 Gaswet de maximum transporttarieven voor Intergas voor 2004 (tijdig) vast te stellen conform het door Intergas ingediende voorstel. Dit bezwaarschrift is mede
ondertekend namens Intergas N.V, de vergunninghouder. Tevens is inzake het niet-tijdig vaststellen van het maximum transporttarief voor het jaar 2004 een voorlopige voorziening aangevraagd bij de President van het College van beroep voor het bedrijfsleven. Dit verzoek is ter zitting weer ingetrokken.
2. Bij besluit van 23 december 2003 met kenmerk 101638/ 13.4 heeft de directeur DTe, hangende het bezwaarschrift van 17 december 2003, voor Intergas alsnog de maximum
transporttarieven voor het jaar 2004 vastgesteld. Ingevolge artikel 6:20, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) wordt het bezwaarschrift van 17 december 2003 geacht mede te zijn gericht tegen het besluit van 23 december 2003 tot vaststelling van de maximum transporttarieven voor het jaar 2004.
3. Bij uitspraak van 4 mei 2004 heeft het College van beroep voor het bedrijfsleven het besluit op bezwaar van 24 december 2003 inzake de splitsingstarieven, omvattende de voor Intergas geldende maximum levering- en transporttarieven 2001, vernietigd1
. Ter uitvoering van deze uitspraak is een nieuwe beslissing genomen op het bezwaarschrift van Intergas, gericht tegen de vaststelling van de splitsingstarieven. Dit is neergelegd in het besluit van 15 juni 2004 met kenmerk 101666/ 17.
4. Intergas heeft verklaard geen gebruik te willen maken van het recht te worden gehoord over haar bezwaren inzake het bestreden besluit van 23 december 2003, zodat daarvan met toepassing van artikel 7:3 onder c van de Awb is afgezien.
1
II. JURIDISCH KADER
5. Op grond van artikel 80, eerste lid, van de Gaswet stelt de Minister van Economische Zaken (hierna: Minister) met betrekking tot gas dat bestemd is voor levering aan beschermde afnemers of afnemers die jaarlijks per aansluiting minder dan 170 000 m3 gas verbruiken voor
iedere netbeheerder de tarieven vast die deze ten hoogste mag berekenen voor het transport van dat gas en de daarmee noodzakelijkerwijs verbonden diensten, met inachtneming van het belang dat door middel van marktwerking ten behoeve van afnemers een doelmatige
bedrijfsvoering en kostenverlaging worden bevorderd, en met toepassing van de formule pt= (1 + ((cpi – xt) / 100 )) pt-1 , waarbij:
pt = de tarieven die zullen gelden in periode t;
pt-1 = de tarieven die golden in de periode voorafgaand aan periode t;
cpi = de relatieve wijziging van de consumentenprijsindex (alle huishoudens), berekend uit het quotiënt van deze prijsindex in de vierde maand voorafgaande aan periode t en van deze prijsindex in de zestiende maand voorafgaande aan periode t, zoals deze maandelijks wordt vastgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek;
xt = de korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering door netbeheerders. 6. Voorts bepaalt artikel 80, vijfde lid, van de Gaswet2
dat de Minister de tarieven die zullen gelden in de periode t kan corrigeren, indien de tarieven die golden in de periode of periodes voorafgaand aan periode t:
a. bij rechterlijke uitspraak of met toepassing van artikel 6:18 van de Algemene wet bestuursrecht zijn gewijzigd, of
b. zijn vastgesteld met inachtneming van onjuiste of onvolledige gegevens en de Minister, indien hij de beschikking had over juiste of volledige gegevens, tarieven zou hebben vastgesteld die in aanmerkelijk mate zouden afwijken van de vastgestelde tarieven. 7. Aan de directeur DTe is door de Minister mandaat, volmacht en machtiging verleend tot het
nemen van besluiten en het verrichten van overige handelingen die verband houden met artikel 80 van de Gaswet3. De directeur DTe heeft met gebruikmaking van deze bevoegdheid
bij het bestreden besluit ten behoeve van Intergas de maximum transporttarieven 2004 vastgesteld.
8. Voorts heeft de Minister aan de directeur-generaal van de Nederlandse
Mededingingsautoriteit (hierna: d-g NMa) een mandaat verleend om te beslissen op een
2
Artikel 80, vijfde lid, Gaswet is ingevoegd bij de Wet van 3 juli 2003, Stb. 316.
3
bezwaarschrift gericht tegen een besluit als bedoeld in artikel 80 van de Gaswet4. De
onderhavige beslissing op bezwaar dient derhalve te worden genomen door de d-g NMa. 9. In de bezwaarfase wordt het bestreden besluit ingevolge artikel 7:11 van de Awb volledig
heroverwogen op de gronden van het bezwaar.
III. BEZWAREN
10. In het bezwaarschrift van 17 december 2003 zijn de volgende gronden aangevoerd.
III.1 Niet tijdig beslissen
11. De directeur DTe had ingevolge artikel 80, eerste lid, van de Gaswet tijdig, dat wil zeggen voor de beoogde inwerkingtreding per 1 januari 2004, dienen te voldoen aan zijn wettelijke plicht tot vaststelling van de tarieven voor Intergas.
III.2 Splitsingsbesluit
12. In het bezwaarschrift wordt gerefereerd aan het splitsingsbesluit 2001. Intergas geeft aan naar aanleiding van de splitsing twee punten naar voren te hebben gebracht. In de eerste plaats dat Intergas in het verleden relatief lage transporttarieven hanteerde en in de tweede plaats dat Intergas problemen heeft ondervonden met de kostenallocatie bij de splitsing. Over deze twee punten heeft overleg plaatsgevonden met de directeur DTe.
13. Voorts is in het overleg met de directeur DTe aan de orde gesteld dat de kosten van de warmtekrachtcentrales volgens Intergas ten onrechte in het splitsingsbesluit zijn betrokken. 14. Intergas stelt dat naar aanleiding van het hiervoor genoemde overleg bindende afspraken zijn
gemaakt met de directeur DTe over een gewijzigde splitsing. Deze zouden worden verwerkt in het tarief-2004. Dit is niet gebeurd in verband met de afspraken die door de directeur DTe met de sector zijn gemaakt over de reparatie van de x-factor. Intergas meent dat de directeur DTe deze (beweerdelijke) afspraken alsnog moet neerleggen in een gewijzigd
splitsingsbesluit. Een zodanige wijziging werkt ingevolge artikel 80 van de Gaswet door in het maximum transporttarief voor het jaar 20o4, zo merkt Intergas op.
IV. BEOORDELING
IV.1 Ontvankelijkheid Intergas N.V. (vergunninghouder)
15. Uit artikel 7:1, eerste lid, van de Awb, gelezen in samenhang met artikel 61, eerste lid, van de Gaswet, volgt dat alleen een belanghebbende kan worden ontvangen in een bezwaar gericht tegen de vaststelling van een besluit als bedoeld in artikel 80 Gaswet. Ingevolge artikel 1:2,
4
eerste lid, van de Awb wordt onder belanghebbende verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken.
16. Vast staat dat het bestreden besluit tot vaststelling van het maximum transporttarief 2004 uitsluitend is gericht tot Intergas Netbeheer B.V. als netbeheerder. In zoverre roept dit besluit geen rechten en plichten in het leven voor Intergas N.V. in de hoedanigheid van
vergunninghouder. Ook anderszins zijn er geen aanknopingspunten aanwezig op grond waarvan moet worden aangenomen dat het bestreden besluit voor Intergas N.V. rechtsgevolgen in het leven roept. Om deze reden komt de d-g NMa tot het oordeel dat Intergas N.V. niet kan worden ontvangen in haar bezwaar, zodat dit niet-ontvankelijk moet worden verklaard.
IV.2 Ontvankelijkheid Intergas (netbeheerder)
17. Het bezwaarschrift is tijdig ingediend en voldoet aan de eisen die artikel 6:5 Awb daaraan stelt. De d-g NMa verklaart Intergas derhalve ontvankelijk in haar bezwaren.
IV.3 Niet tijdig beslissen
18. In reactie op de grief van Intergas dat het maximum transporttarief voor het jaar 2004 niet tijdig, dat wil zeggen voor 1 januari 2004, zou zijn vastgesteld, merkt de d-g NMa op dat de directeur DTe op 23 december 2003 alsnog voor Intergas het maximum transporttarief voor het jaar 2004 heeft vastgesteld. Daarmee is het belang bij een inhoudelijke beoordeling van deze grief van Intergas komen te vervallen, zodat de bezwaren inzake het niet-tijdig beslissen niet-ontvankelijk zullen worden verklaard.
IV.4 Splitsingsbesluit
19. Het maximum transporttarief wordt ingevolge artikel 80 van de Gaswet vastgesteld met inachtneming van de in deze bepaling neergelegde tarievenformule. De wet biedt geen ruimte om bij de jaarlijkse vaststelling van het maximum tarief rekening te houden met andere feiten en omstandigheden dan die zijn opgenomen in de tarievenformule, behoudens toepassing van artikel 80, vijfde lid. Dit betekent dat de grondslag en de reikwijdte van het tariefbesluit niet verder gaat dan de (juiste) toepassing van deze formule. Daarom staat thans in bezwaar alleen ter beoordeling van de d-g NMa of de directeur DTe op een juiste wijze gebruik heeft gemaakt van deze strikt gebonden bevoegdheid. Andere bezwaren treden buiten de grondslag en de reikwijdte van het in deze procedure bestreden besluit en kunnen derhalve niet leiden tot een herroeping van dit besluit.
20. De d-g NMa stelt vast dat de directeur DTe in het bestreden besluit van 23 december 2003 tot vaststelling van het maximum transporttarief 2004 is uitgegaan van het voor Intergas
21. De directeur DTe heeft het aldus vastgesteld maximum transporttarief 2003 conform de tarievenformule gebruikt als de grondslag voor de berekening van het maximum
transporttarief voor het jaar 2004. Op de uitkomst van deze berekening is vervolgens met toepassing van artikel 80, vijfde lid, van de Gaswet een eenmalige correctie toegepast voor misgelopen inkomsten in de jaren 2002 en 2003 in verband met de vaststelling van een nieuwe x-factor transport 2002-2004, zoals neergelegd in het besluit op bezwaar van
17 november 2003, kenmerk 100636/ 152. De d-g NMa stelt vast dat de directeur DTe derhalve op een juiste wijze gebruik heeft gemaakt van zijn bevoegdheid, als bedoeld in artikel 80 van de Gaswet.
22. Het vorenstaande neemt echter niet weg dat in artikel 7:11 van de Awb een volledige heroverweging van het bestreden besluit is voorgeschreven. In dat kader is van belang dat Intergas ook bezwaar heeft gemaakt tegen het splitsingsbesluit van 29 maart 2001 met kenmerk 100239/ 19, zoals gewijzigd door het besluit van 12 juli 2002 met kenmerk 100784/ 30. Op dit bezwaarschrift is onlangs opnieuw een beslissing genomen. In
laatstbedoeld besluit is bepaald dat voor Intergas een gewijzigde splitsing, omvattende een gewijzigd transporttarief 2001, van kracht wordt. Voor de overwegingen die daaraan ten grondslag liggen, wordt verwezen naar het besluit van 15 juni 2004 met kenmerk 101666/ 17. 23. Het splitsingsbesluit werkt conform de formule, neergelegd in artikel 80 van de Gaswet, door
naar de maximum transporttarieven voor de daaropvolgende jaren. Het gewijzigde splitsingsbesluit heeft daarom tot gevolg dat de maximum transporttarieven voor de jaren 2002 en 2003 opnieuw moeten worden berekend. Dit heeft tevens weer tot gevolg dat ook het maximum transporttarief voor het jaar 2004 opnieuw op grond van de tarievenformule moet worden vastgesteld. De in artikel 7:11 van de Awb voorgeschreven volledige heroverweging impliceert dat in het kader van het thans te nemen besluit op bezwaar rekening moet worden gehouden met voornoemde correcties.
IV.5 Verdiscontering van misgelopen inkomsten over de periode 2001-2003
24. Het nieuwe splitsingsbesluit, zoals neergelegd in het besluit op bezwaar van 15 juni 20045
, impliceert niet alleen dat onjuiste gegevens ten grondslag zijn gelegd aan de berekening van het maximum transporttarief voor het jaar 2004. Dit besluit heeft immers tevens tot gevolg dat de maximum transporttarieven voor de daaraan voorafgaande jaren 2001, 2002 en 2003 te laag zijn vastgesteld. De d-g NMa zal Intergas hiervoor in het kader van het thans te nemen besluit met toepassing van artikel 80, vijfde lid, van de Gaswet compenseren, in die zin dat het transporttarief voor het jaar 2004 in opwaartse zin zal worden bijgesteld voor misgelopen inkomsten in de jaren 2001, 2002 en 2003.
5
IV.6 Berekening van het gewijzigde transporttarief 2004
25. Conform het in de randnummers 19-24 beschreven kader is voor Intergas het maximum transporttarief voor het jaar 2004 opnieuw berekend en vastgesteld. De uitkomst daarvan is terug te vinden in het bijgevoegde tarievenblad.
V. BESLUIT
26. De d-g NMa verklaart het bezwaarschrift van 17 december 2003 van Intergas N.V. niet-ontvankelijk.
27. De d-g NMa verklaart het bezwaarschrift van 17 december 2003 van Intergas Netbeheer B.V., gericht tegen het niet-tijdig vaststellen van het maximum transporttarief voor het jaar 2004, niet-ontvankelijk.
28. De d-g NMa herroept het besluit van 23 december 2003 met kenmerk 101638/ 13.4 tot vaststelling van het maximum transporttarief voor het jaar 2004.
29. De d-g NMa stelt voor Intergas Netbeheer B.V. het maximum transporttarief voor het jaar 2004 vast conform het bijgevoegde tarievenblad.
Datum: w.g. 24 juni 2004
De directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, voor deze:
Drs. R.J.P. Jansen Plv. directeur-generaal
