• No results found

(stuk 139 (2002-2009) – Nr.1, blz 41 –red.)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "(stuk 139 (2002-2009) – Nr.1, blz 41 –red.)"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 174

van 16 december 2004

van de heer ELOI GLORIEUX

Klimaatbeleid – Post-Kyotodoelstellingen

De EU heeft de IPCC-doelstelling (Intergovern-mental Panel on Climate Change) onderschreven om in het klimaatbeleid voldoende maatregelen te nemen zodat de temperatuur op aarde met niet meer dan 2° C zou stijgen. Hierdoor is globaal ge-zien een minimale reductie van broeikasgasemis-sies nodig van 30 % in 2020 en 70 % in 2050. De federale minister bevoegd voor Leefmilieu zal dit jaar nog een onderzoeksopdracht uitschrijven om na te gaan welke emissiereducties België kan realiseren in het kader van post-Kyoto.

1. Onderschrijft de Vlaamse Regering dit door het IPCC en de EU vooropgestelde uitgangs-punt bij het bepalen van onze post-Kyotodoel-stellingen ?

2. Welke rol zal Vlaanderen in dit post-Kyotode-bat spelen, vermits blijkbaar de federale over-heid de doelstelling voor België wil vastleggen ?

Antwoord

1. Wat de tweegradendoelstelling betreft, wil ik verwijzen naar mijn antwoord van 14 oktober 2004 op de vraag om uitleg van Vlaams volks-vertegenwoordiger Bart Martens. Ik stelde toen dat "de inzichten die aan de basis liggen van een dergelijke globale doelstelling stelsel-matig opgebouwd worden naarmate meer we-tenschappelijk inzicht wordt verworven ..." en "... dat een voldoende wetenschappelijke on-derbouwing noodzakelijk is om de beste beslis-singen te kunnen nemen" (Handelingen Com-misievergadering nr. 15 van 14 oktober 2004, blz. 15-19 – red.)

Aangezien de globale reductiedoelstellingen voor 2020 en 2050 volgen uit de vertaling van de 2°C-doelstelling naar een maximaal CO2-eq-concentratieniveau, geldt hiervoor dezelfde opmerking (CO2: koolstofdioxide – red.). Ik antwoordde toen ook dat de Vlaamse Rege-ring het belangrijker vindt om in de tussentijd

niet af te wachten. Het is essentieel dat de concrete vertaling van deze doelstelling naar reductiestrategieën en de invulling van het toe-komstige klimaatregime op een gelijkwaardige manier zullen gebeuren. Vlaanderen zal daa-rom die internationale initiatieven steunen die streven naar een klimaatregime dat zoveel mo-gelijk landen betrekt, zo nodig met verschillen-de verantwoorverschillen-delijkheverschillen-den, en dat voldoenverschillen-de flexibiliteit voor het realiseren van de reductie-doelstellingen inhoudt op een kostenefficiënte wijze. Dit moet ervoor zorgen dat meer landen dan nu het geval is, verder kunnen streven naar een duurzame welvaartsgroei gecombineerd met het opnemen van hun verant-woordelijkheid op het vlak van klimaatbeleid. 2. Eind september 2004 werd in de schoot van de

Coördinatiewerkgroep Broeikaseffect een werkgroep opgericht voor specifiek overleg tussen de gewesten en de federale overheid over de post-Kyotovraagstukken. Vlaamse ex-perten participeren hierin actief.

In dit kader bracht de federale overheid ons op de hoogte van haar initiatief om in samen-spraak met de gewesten, de sectoren en ver-schillende experts, basishypothesen vast te leg-gen voor het modelleren van toekomstige emissies op middellange (2020) en langere ter-mijn (2050) onder verschillende scenario's. Vlaanderen zal op basis van specifiek Vlaamse energiedata zo mogelijk een bijdrage aan dit federale onderzoek leveren. Daarnaast werkt mijn administratie een plan van aanpak voor dit belangrijke post-Kyotodossier uit. Op basis daarvan zullen realistische en haalbare doel-stellingen voor de middellange termijn bepaald kunnen worden.

(2)

zoe-ken tussen de gewenste milieudoelstellingen en de draagkracht van de Vlaamse economie en maatschappij.

Intussen bestudeert de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) de diverse lastenverdelingsmodellen die worden bediscus-sieerd binnen de Europese werkgroep "Further Action". VITO past de modellen toe op Vlaan-deren en inventariseert hieruit de aannames die voor Vlaanderen het belangrijkst zullen zijn in de toekomstige lastenverdelingsonderhandelin-gen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Tot wijziging dezer bepalingen of tot ontbinding der Stichting kan door het Bestuur slechts worden besloten bij een besluit door tenminste wee-derde van het aantal

Uit het onderzoek uitgevoerd door HIVA (Hoger Instituut voor de Arbeid – red.) is gebleken dat de bijdragenregeling, die sedert het schooljaar 2002-2003 door elke school moet

Met het decreet van 7 mei 2004 werd het aantal omroepprogramma's met must-carrystatuut bij- gevolg verminderd en geldt dit enkel nog voor: 1° alle bestaande analoge

Wat de nieuwe klemtonen betreft die in het Vlaamse stedenbeleid naar voren zullen worden gebracht, verwijs ik eveneens naar de Beleids- nota Stedenbeleid die ik heb

In Nederland vallen geestelijke leiders die na sep- tember 1998 naar Nederland zijn gekomen onder de inburgeringswetgeving (Wet Inburgering Nieuw- komers).. Zij moeten verplicht

Zijn de onbemande camera’s ter plaatse opera- tioneel, of behoren ze tot het type dat onlangs in de media kwam wegens slecht functioneren3. Is het een beleidsoptie om ook de (te

Waarom wordt er, ook voor deze vorm van onderwijs, niet minstens in een beheerste groei voorzien vanaf 1 januari

Deze verbinding tussen Geel en Aarschot werd wel geselecteerd op provinciaal niveau, met na- me in de goedgekeurde provinciale ruimtelijke structuurplannen van Antwerpen en