• No results found

(Stuk 92(2004-2005) – Nr.1 – red.)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "(Stuk 92(2004-2005) – Nr.1 – red.)"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 64 van 14 januari 2005

van mevrouw KATHLEEN HELSEN

Noord-zuidverbinding Kempen – Ruimtelijk Structuurplan

De noord-zuidverbinding is een oud Kempens streekdossier. Het veelbesproken tracé tussen Turnhout en Aarschot is een onmisbare schakel om de dorpskernen van Kasterlee, Geel ten Aard en Herselt te ontlasten van doorgaand, snel en zwaar verkeer. Ook op economisch vlak betekent het traject een ab-solute meerwaarde.

Momenteel is de noord-zuidverbinding gereali-seerd tussen Turnhout en Kasterlee. De ring rond Kaster-lee is aangelegd tot op de Lichtaartsebaan. Voor het stuk tussen Kasterlee en Geel reserveert het gewestplan een parallelle strook met de N19, naar de ring van Geel. Het Ruimtelijk Structuur-plan Vlaanderen (RSV) reserveert de N19 tussen Turnhout en Geel als een primaire weg categorie 2, met als hoofdfunctie een verzamelfunctie van ver-keersstromen.

Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen schetst een visie over de noord-zuidverbinding tot achter het Albertkanaal in Geel. Over hoe het noodzake-lijke tracé verder moet lopen over het grondgebied van de gemeenten Olen, Westerlo en Herselt, is het plan niet duidelijk.

In een schriftelijke vraag vroeg ik eerder aan mi-nister Kris Peeters in hoeverre hij bereid is om te-gen de evaluatie van het RSV in 2006 een studie op te maken en af te ronden zodat er duidelijkheid is over het verloop van de noord-zuidverbinding tus-sen Geel en Aarschot in het RSV 2007-2017 (vraag nr. 67 van 29 oktober 2004).

Wat de evaluatie van het RSV betreft, stelt minis-ter Peeminis-ters dat dit een aangelegenheid is die voor-al de administratie Ruimtelijke Ordening, Huis-vesting en Monumenten en Landschappen (afde-ling Ruimte-lijke Planning) en de provincie Ant-werpen (dienst Ruimtelijke Planning) aanbelangt. 1. Zijn er plannen om tegen de evaluatie van het RSV in 2006 een studie op te maken en af te ronden zodat er duidelijkheid is over het ver-loop van de noord-zuidverbinding tussen Geel en Aarschot in het RSV 2007-2017 ?

2. Welke rol ziet de minister in dit dossier voor de administratie Ruimtelijke Ordening, Huisves-ting en Monumenten en Landschappen ? En wat is de rol van de provincie Antwerpen ?

Antwoord

1. De noord-zuidverbinding tussen Turnhout en Aarschot is slechts gedeeltelijk opgenomen in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. Zoals de Vlaamse volksvertegenwoordiger zelf aangeeft, is enkel de verbinding Turnhout-Geel opgenomen in de wegencategorisering op Vlaams niveau, met name als primaire weg ty-pe II. De verbinding tussen Geel en Aarschot is niet opgenomen in deze selectie, onder meer om de volgende redenen:

– de ontsluiting van de kleinstedelijke gebie-den Geel- en Aarschot naar het hoofdwe-gennet (op het niveau van een primaire weg II) wordt gepland via respectievelijk de N19 en de R25-N223;

– het gebied tussen Geel en Aarschot maakt deel uit van een groot aaneengesloten gebied van het buitengebied (Hageland), geken-merkt door open landschap, lintbebouwing en dorpskernen. Een doorsnijding van dit gebied door eenprimaire weg is bijgevolg niet wenselijk;

– het bestaande profiel van deze weg laat een aanpassing naar een primaire weg moeilijk toe.

Deze verbinding tussen Geel en Aarschot werd wel geselecteerd op provinciaal niveau, met na-me in de goedgekeurde provinciale ruimtelijke structuurplannen van Antwerpen en Vlaams-Brabant. De selectie als secundaire weg type I impliceert dat deze weg een verbindende func-tie heeft op bovenlokaal niveau op basis van mobiliteitsgenererende activiteiten van provin-ciaal niveau.

(2)

uit-gangspunt bij deze evaluatie de in het Mobili-teitsplan Vlaanderen opgenomen lijst. Deze lijst kan eventueel geëvalueerd en aangepast worden in het kader van de herziening van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen.

Het klopt dat deze evaluatie een aangelegen-heid is van mijn administratie. Maar omdat de-ze evaluatie dient gebaseerd te worden op zowel ruimtelijke inzichten als mobiliteitsaspecten, wil ik dit in nauw overleg doen met mijn colle-ga-ministers van Mobiliteit en Openbare Wer-ken. Een concrete timing en te volgen werkwij-ze wil ik dan ook samen met hen bespreken. 2. Aangezien het een beleidsdocument op Vlaams

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Is het – gelet op het steeds toenemend belang van de thuiszorg – niet aangewezen om de vrij- stelling van de milieutaks op drinkwater uit te breiden naar gezinnen waar

Uit het onderzoek uitgevoerd door HIVA (Hoger Instituut voor de Arbeid – red.) is gebleken dat de bijdragenregeling, die sedert het schooljaar 2002-2003 door elke school moet

Met het decreet van 7 mei 2004 werd het aantal omroepprogramma's met must-carrystatuut bij- gevolg verminderd en geldt dit enkel nog voor: 1° alle bestaande analoge

Wat de nieuwe klemtonen betreft die in het Vlaamse stedenbeleid naar voren zullen worden gebracht, verwijs ik eveneens naar de Beleids- nota Stedenbeleid die ik heb

In Nederland vallen geestelijke leiders die na sep- tember 1998 naar Nederland zijn gekomen onder de inburgeringswetgeving (Wet Inburgering Nieuw- komers).. Zij moeten verplicht

Hebben de gemeenten Temse, Kruibeke en Zwijndrecht in hun mobiliteitsplan aandacht voor een veilig fietspad langs de N419 of kiezen zij voor een alternatief, verder van de N4193.

In dit kader bracht de federale overheid ons op de hoogte van haar initiatief om in samen- spraak met de gewesten, de sectoren en ver- schillende experts, basishypothesen vast te

Waarom wordt er, ook voor deze vorm van onderwijs, niet minstens in een beheerste groei voorzien vanaf 1 januari