Vraag nr. 26
van 21 oktober 1998
van de heer CHRISTIAN VAN EYKEN Mobiliteit – Arbeidstijdversoepeling en telewerk Mobiliteit is geen nieuw probleem. Sedert jaren wordt er gewezen op de gevaren van de verkeersel-lende in ons land en meer bepaald in de stedelijke gebieden en langs de grote invalswegen. De tot hiertoe gevoerde acties blijken geen resultaat te geven, aangezien het verkeer meer en meer stil-staat.
Volgens de Belgische Federatie van de Auto-, Motor- en Rijwielindustrie (Febiac) in een studie over de evolutie van de personenmobiliteit in ons land, blijkt zelfs dat het aantal reizigers per kilome-ter via openbaar vervoer lichtjes gedaald is tussen 1970 en 1996, terwijl in dezelfde periode het ver-keer over de weg bijna verdriedubbelde.
Enkele van de door Febiac vooropgestelde oploss-ingen voor een duurzame mobiliteit in de eenen-twintigste eeuw zijn :
– soepele arbeidstijden, aangezien het verkeer geconcentreerd is op 4 uur, tussen 7 en 9 uur ‘s morgens en 16 en 18 uur ‘s avonds ;
– een verandering in de tijden voor het lossen en laden van vrachtwagens ;
– een elektronische verkeersgeleiding ; – het promoten van telewerk.
Zijn er, vanuit die optiek, al maatregelen genomen ter versoepeling van de arbeidstijden en voor de invoering van telewerk bij het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap ?
Antwoord
Er zijn geen initiatieven bekend die een reglemen-tair optreden zouden noodzaken inzake versoepe-ling van arbeidstijden. Immers, de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur is volgens APKB en VPS 38 uren en hieraan kan naast de standaardwerktijd-regeling (stamtijden en glijtijden) ook door de secretaris-generaal een specifieke arbeidstijdrege-ling worden gekoppeld voor bepaalde specifieke functies (bv. restaurantpersoneel).
Promoten van telewerk
Hierbij verwijs ik naar de Beleidsbrief Ambtena-renzaken, Beleidsprioriteiten 1998-1999, waarin het
opstarten van telewerkinitiatieven wordt aangege-ven als één van de prioriteiten voor 1999 (Stuk 1169 (1998-1999) – Nr. 1 – red.).