Vraag nr. 201 van 7 mei 1999
van mevrouw PATRICIA CEYSENS
Afvalwaterheffing – Vermindering voor gehandi-capten
De vigerende wetgeving voorziet in een vrijstelling van de milieuheffing op drinkwater voor gehandi-capten. Voorwaarde is evenwel dat de watermeter op naam van de gehandicapte staat. Voor vele ge-handicapten is dat niet het geval omdat zij inwonen bij hun ouders.
Nu in de welzijnssector in het algemeen, maar in het bijzonder bij de opvang van gehandicapten en gehadicapte kinderen, de thuiszorg en formules van semi-residentiële zorg meer ingang vinden, lijkt een dergelijk onderscheid nog moeilijker te rechtvaardigen. Wie een gehandicapt familielid thuis verzorgt, lijkt wel bestraft te worden.
Bovendien bestaat voor gezinnen met volwassen gehandicapten de oplossing in een juridische con-structie waarbij alle nutsvoorzieningen op naam van de gehandicapte worden gezet. Dit kan niet echt de bedoeling zijn. Bovendien dient er op te worden gewezen dat eenzelfde evolutie zich voor-doet met betrekking tot de voordelen voor bejaar-den.
Een bijzonder probleem rijst met betrekking tot de verlengd minderjarigen omdat zij juridisch nooit meerderjarig worden.
1. Is het – gelet op het steeds toenemend belang van de thuiszorg – niet aangewezen om de vrij-stelling van de milieutaks op drinkwater uit te breiden naar gezinnen waar een gehandicapte inwoont ?
2. De problematiek van de verlengd minderjarigen is nog schrijnender omdat zij nooit aan de wet-geving kunnen voldoen om het voordeel te ge-nieten.
Welke oplossing heeft de minister reeds over-wogen voor dit probleem ?
Antwoord
1. Bij het invoeren van de sociale vrijstelling was het de bedoeling om gezinnen die moeten leven van een inkomensvervangende tegemoetko-ming voor gehandicapten, vrij te stellen van de afvalwaterheffing.
Daarom werd in het decreet een band gelegd tussen degene die de factuur ontvangt van de
drinkwatermaatschappij, die normaal gezien de persoon is die het gezinsinkomen verdient, en de persoon die de tegemoetkoming geniet. Het uitbreiden van de vrijstellingsregeling naar ge-zinnen waar een persoon inwoont die een inko-mensvervangende tegemoetkoming geniet, zou een oneigenlijk gebruik van de bij het program-madecreet 1997 ingevoerde regeling betekenen. 2. Ik verwijs naar het door de Vlaamse