• No results found

Oorlogs- en Verzetscentrum Groningen STAGEVERSLAG

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Oorlogs- en Verzetscentrum Groningen STAGEVERSLAG"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

STAGEVERSLAG

Oorlogs- en Verzetscentrum Groningen

Robin Pannekoek Damsport 93

9728 PR Groningen 06-18513773

robin.pannekoek@gmail.com

Opleiding: Master Geschiedenis Vandaag Studentnummer: 2165074

Document: stageverslag

Stagebegeleider: Bettie Jongejan MA, OVCG

Stagebegeleider vanuit de opleiding: dr. Tity de Vries, RUG

(2)

Datum: 9 september 2016

Inhoud

Voorwoord...2

Inleiding...3

1. Algemene gegevens stage...4

Persoonlijke gegevens stagiair...4

Begeleiding vanuit de opleiding...4

Begeleiding op de stage...4

Leerdoelen...5

Duur van de stage...5

2. Het Oorlogs- en Verzetscentrum Groningen...6

Stageplaats...6

3. Beschrijving van de werkzaamheden...7

3.1 Het themanummer van Stad en Lande over vijfentwintigjaar OVCG 7 3.2 Groningse dwangarbeiders project: een analyse op basis van dagboeken...8

3.3 De invoer en registratie van nieuwe aanwinsten...9

3.4 Neventaken...10

4. Evaluatie...12

Conclusie...14

Bijlagen...15

(3)

Voorwoord

Als student Geschiedenis heb ik vaak dezelfde vraag te horen gekregen van familie en vrienden. Als historicus liggen de banen niet voor het oprapen, dus wat voor werk ga je eigenlijk doen na je studie? Meestal wordt aangenomen dat er twee opties zijn: onderzoeker of docent geschiedenis. Werken in de cultuur- en erfgoedsector wordt dan vaak vergeten. Toch is dit mijn ambitie, en koos ik voor de master Geschiedenis Vandaag als voorbereiding op dit werk. Bij Geschiedenis is het gebruikelijk om naast het volgen van vakken ook stage te lopen zodat je werkervaring kunt opdoen en kennismaakt met het toekomstige vakgebied.

Via Nestor ( de elektronische leeromgeving van de Rijksuniversiteit Groningen) zocht ik op de vacaturepagina naar stageplekken die aansloten bij een aantal criteria. Het moest een gevarieerde stage worden met uiteenlopende taken. Ik wilde veel verantwoordelijkheid en ook de ruimte hebben om zelfstandig te kunnen werken. Ook moest het te maken hebben met moderne of eigentijdse geschiedenis. En tot slot wilde ik mij bezighouden met publieksgeschiedenis.

De plek bij het OVCG sprak mij direct aan. De dynamische erfgoedinstelling had in het verleden boeken gepubliceerd, documentaires gemaakt en onderwijsmateriaal uitgebracht. Voor de nieuwe stagiair stond een themanummer van een tijdschrift op de planning met als onderwerp de Tweede Wereldoorlog in Groningen.

Omdat ik had gewerkt bij historisch tijdschrift Groniek sloot dit project aan bij mijn vaardigheden. Na het insturen van een motivatiebrief en een gesprek met Bettie Jongejan kon ik eind mei beginnen.

(4)

Inleiding

Bij de start van mijn stage was ik nieuwsgierig naar de regionale geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog, maar ik had geen ervaring in onderzoek naar de materie. Het dynamische karakter van de stichting OVCG en het gevarieerde takenpakket had de keuze voor de stageplaats bepaald. Om kennis op te doen begon ik veel te lezen over Groningen in de Tweede Wereldoorlog en werd steeds dieper in het onderwerp gezogen. Juist door de persoonlijke binding met een stad en provincie worden de verhalen persoonlijker en tastbaarder.

Het Oorlogs- en Verzetscentrum Groningen (OVCG) is ondergebracht in de Groninger Archieven en verzameld alle documentatie die betrekking heeft op de periode van bezetting, bevrijding en wederopbouw van de stad en provincie Groningen. Deze collectie bestaat dus uit kranten, objecten, documenten, foto’s, en nog veel meer. Met deze collectie onderneemt het OVCG een tal van activiteiten en projecten zoals tentoonstellingen, documentaires en publicaties.

Tijdens mijn stage heb ik drie grote taken vervuld en een tal van kleinere werkzaamheden uitgevoerd. De redactionele werkzaamheden zoals het redigeren van artikelen, zoeken van illustraties en communiceren met auteurs nam in de eerste maand veel tijd in beslag.

Vervolgens begon ik met een onderzoek naar Groningers die als gevolg van de Arbeitseinsatz (arbeidsinzet) in Duitsland moesten werken. Aan de hand van dagboeken heb ik verschillende aspecten van het leven van deze dwangarbeiders in Duitsland beschreven in een zelfstandig onderzoek. Tot slot heb ik in samenwerking met Benny Velema, collectiebeheerder bij de Groninger Archieven, een groot aantal aanwinsten ingevoerd en toegevoegd aan de archieven. Deze werkzaamheden en andere taken worden later in het verslag nader toegelicht.

(5)

De indeling van dit stageverslag is als volgt. Eerst worden enkele algemene gegevens besproken. Vervolgens wordt een beschrijving gegeven van de algemene werkzaamheden. Ten derde volgt de evaluatie van de stage. Tot slot wordt nog een conclusie gegeven en een beschrijving van de relevante bijlages die in losse bestanden aan het verslag zijn toegevoegd.

(6)

1. Algemene gegevens stage

Persoonlijke gegevens stagiair Naam: Robin Pannekoek

Adres: Damsport 93

Postcode & Woonplaats: 9728 PR Groningen Telefoonnummer: 0618513773

E-mail: robin.pannekoek@gmail.com

Begeleiding vanuit de opleiding Dr. T. de Vries

Opleiding: Geschiedenis

Begeleiding op de stage

Gedurende mijn stageperiode was Bettie Jongejan mijn begeleider.

Hoewel ze onlangs afscheid heeft genomen was zij gedurende 6,5 jaar de coördinator van het OVCG. Op maandag, woensdag en donderdag was ze aanwezig op kantoor. In de kamer werkten we meestal met zijn tweeën, maar soms was er ook een vrijwilliger aanwezig. Als iets onduidelijk was kon ik het daarom gemakkelijk vragen. Op dinsdag werkte ik vaak alleen en of met een vrijwilliger. Omdat Bettie drie weken vakantie had en de laatste twee weken van mijn stage het OVCG verliet vanwege een nieuwe baan heb ik veel zelfstandig gewerkt. Dit was geen probleem omdat ik duidelijke instructies had gehad en er op de computer handleidingen en overdrachtsdocumenten stonden met informatie en uitleg.

Naast de coördinator werkte op sommige dagen ook de vrijwilligers Anita Selen, Hadewijch Zwart en Klaas Niemeijer. Op afstand worden de taken van het OVCG waargenomen door het bestuur van de stichting. De voorzitter van het bestuur is Deddo Houwen, dit is de zoon van verzetsman Bob Houwen (oprichter van de stichting). Henk Hofstra, is vice-voorzitter. José van Schie, de penningmeester en Herman Kamminga secretaris. Andere bestuursleden zijn Lammert Doedens en dr. Stefan van der Poel.

(7)

Leerdoelen

- Kennismaken met toekomstig werkgebied en inzicht krijgen in de taken en werkzaamheden van een erfgoedinstelling.

- Redactionele werkzaamheden uitvoeren voor een tijdschrift gericht op publieksgeschiedenis.

- Op een toegankelijke wijze historische kennis vertalen naar een breed publiek.

- Het uitvoeren van een bronnenonderzoek op basis van documentatie uit de collectie van het OVCG.

- Kennis opdoen van archiefbeheer en archiefbeschrijvingssystemen.

- Assisteren bij het beantwoorden van zoekvragen.

Duur van de stage

De stageperiode liep van 30 mei 2016 tot 25 augustus 2016. Mijn werkweek telde vier dagen per week van maandag tot en met donderdag, van zes uren per dag. In totaal heb ik 288 uur stagelopen. Bij hoge uitzondering werkte ik ook op vrijdag, zoals bij de Noordelijke Netwerkdag Oorlogsbronnen. Het kwam vaak voor dat ik wat overwerkte wanneer ik de tijd vergat of nog even een taak goed wilde afronden. Dit kwam juist wel mooi uit omdat ik zo zonder al te veel stress mijn stage in de laatste week kon afronden.

(8)

2. Het Oorlogs- en Verzetscentrum Groningen

Stageplaats

Stichting Oorlogs- en Verzetscentrum Groningen (OVCG) Bezoekadres: Cascadeplein 4, Groningen

9726 AD Groningen Postadres: Postbus 30040

9700 RM Groningen Telefoon: 050 - 599 20 27

E-mail info@ovcg.nl

Website: www.ovcg.nl

De Stichting Oorlogs- en Verzetscentrum Groningen is een kleine, dynamische erfgoedinstelling voor informatie en documentatie over de Tweede Wereldoorlog in stad en provincie Groningen. Het OVCG houdt de herinnering aan deze tijd levend door voorlichting, beantwoorden van vragen en beheer van collecties. Voor het beheer wordt nauw samengewerkt met het Regionaal Historisch Centrum Groninger Archieven. Voorts initieert het OVCG (educatieve) projecten zoals het verzorgen van publicaties, themawebsites zoals www.scholtenhuis.nl, documentaires over de provincie Groningen in Oorlogstijd en het organiseren van tentoonstellingen. De stichting onderhoudt contacten met verwante organisaties in Nederland als Herinneringscentrum Kamp Westerbork en het NIOD.

(9)

3. Beschrijving van de werkzaamheden

De Stichting Oorlogs- en Verzetscentrum Groningen is ondergebracht in de Groninger Archieven en gebruikt daarom dezelfde faciliteiten. De computers van het OVCG zijn aangesloten op het netwerk van de archieven en ook de belangrijkste software van de Archieven wordt gebruikt. MAIS Flexis is van grote waarde omdat je hier alle archiefstukken in kunt vinden inclusief informatie en de vindplaats.

Nieuwe boeken een documenten kun je er in registreren en beschreven.

Voor onderzoek of hulp bij zoekvragen was het systeem van MAIS Flexis van onschatbare waarde.

In de inleiding noemde ik drie hoofdtaken die ik vervuld heb tijdens mijn stage. Zo heb ik meegewerkt aan een themanummer van Stad en Lande over het vijfentwintigjaar OVCG, onderzoek gedaan naar dagboeken van Groningers die als dwangarbeiders in Duitsland moesten werken. En in samenwerking met Benny Velema van collectiebeheer aanwinsten toegevoegd aan de collectie van de archieven. Daarnaast zijn veel kleinere taken er tussendoor gekomen die ik niet allemaal zal opsommen, maar wel aandacht aan zal besteden.

3.1 Het themanummer van Stad en Lande over vijfentwintigjaar OVCG

In 1991 werd het OVCG opgericht, toen nog onder de naam Stichting Oorlogs- en Verzetsmaterialen Groningen. In de vijfentwintig jaar heeft de stichting o.l.v. verschillende coördinatoren een aantal interessante projecten opgezet en de collectie flink uitgebreid. Daarom werd ervoor gekozen om in samenwerking met Stad & Lande het derde nummer van jaargang 25 te wijden aan het OVCG. Dit tijdschrift is van de cultuurhistorische vereniging ‘Stad en Lande’ en uitgeverij Van Gorcum.

Men werkt daarnaast samen met het Huis van de Groninger Cultuur, RHC Groninger Archieven en het Groninger Museum.

Het OVCG zou dertien artikelen leveren van verschillende omvang om toe te voegen aan het nummer. Behalve een aantal vaste rubrieken

(10)

zoals het interview, boekrecensie en column was het OVCG bij alles betrokken. Om te zorgen dat de dertien stukken van goede kwaliteit waren moest ik de stukken redigeren. Sommige auteurs hadden goede artikelen geschreven en bleef het bij een aantal suggesties, op- en aanmerkingen. De stukken van Bettie Jongejan, Libbe Henstra en Stefan van der Poel waren meteen al goed. Andere teksten vroegen om meer aanpassingen, maar hadden veel potentie. De inspanning heeft geleid tot een prachtig nummer dat binnenkort zal verschijnen.

De redactionele werkzaamheden gingen verder dan louter redigeren. Bij alle artikelen moesten één of meerdere illustraties komen.

Dit betekende dat ik met veel mensen moest communiceren over de afbeelding, de kwaliteit, nieuwe suggesties doen en er voor zorgen dat ze op tijd werden opgestuurd. Het was erg leuk om naast tekst ook eens meer aandacht te besteden aan het beeld. Daarnaast kwamen veel illustraties zonder onderschrift, dat ik in veel gevallen zelf heb toegevoegd aan de artikelen.

Het schrijven bleef gelukkig niet beperkt tot het aanvullen van andermans werk of uittikken van onderschriften. Voor het tijdschrift mocht ik zelf ook een artikel schrijven. In de collectie van het OVCG zat een Canadese helm van een soldaat met de bijnaam ‘Red Milner’. Ik schreef een stuk over deze soldaat die meevocht tijdens de bevrijding van Groningen. Het was leuk dat ik tijdens het onderzoek voor dit artikel naast het lezen van literatuur en bekijken van een documentaire ook een interview kon afnemen met de broer van de soldaat die in Canada woonde. Daarnaast was een mooie toevoeging aan het artikel de twee foto’s van de helm die fotograaf Anton Tiktak had gemaakt.

3.2 Groningse dwangarbeiders project: een analyse op basis van dagboeken

Het is niet eenvoudig om te kiezen wat ik boeiender vond; de redactionele werkzaamheden of het onderzoek naar dwangarbeiders. Tijdens mijn studie heb ik altijd veel historiografisch onderzoek gedaan. Het bronnenonderzoek bleef daarin altijd wat op de achtergrond, en stond in

(11)

ik in het onderzoek naar de dagboeken van Groningse dwangarbeiders geen vliegende start. Na een week van ploeteren vond er gelukkig een omslag plaats. Het analyseren ging steeds beter en het lukte me om hoofdzaken van bijzaken te scheiden.

Eerst moest een opzet gemaakt worden waarin ik voor ieder hoofdstuk een thema nam. De thema’s waren thuisfront, dagelijks leven en internationale context. Per thema selecteerde ik een aantal aspecten die ik relevant achtte. Bij de analyse bleek dat lang niet alle aspecten door de dwangarbeiders genoemd werden, sommige aspecten te ruim en andere te nauw waren genomen. Dit zorgde voor frictie, maar door het aanpassen van mijn opzet en reële keuzes te maken (twee dwangarbeiders analyseren in plaats van vier of vijf) kreeg ik een behapbare afbakening en de juiste kapstokjes om het onderzoek aan op te hangen. Naast het schrijven van een artikel heb ik een namenlijst gemaakt van dwangarbeiders die in de dagboeken worden genoemd.

De persoonlijke verhalen in de dagboeken en brieven wisten mij te raken. Zelf heb ik in een

tussenjaar ook in een fabriek (gelukkig maar 40 uur in de week en niet onder dwang) gewerkt. Hierdoor kon ik mijzelf soms goed herkennen in de Groningers. De grappige anekdotes, maar ook zware

omstandigheden in het

dagboeken gaf me een ander perspectief op het dagelijks leven in de Tweede Wereldoorlog. Tijdens mijn middelbare schooltijd had ik veel interesse in de Tweede Wereldoorlog, maar dit was gedurende mijn studie wat weggezakt. Met dit project hervond ik mijn enthousiasme voor het onderwerp.

3.3 De invoer en registratie van nieuwe aanwinsten

De maand mei en de weken daarvoor is altijd een drukke periode voor het OVCG. Ik begon echter in de laatste week van mei en had daarmee het

Dagboeken en foto van Gortmaker

(12)

onderwijsproject, Huizen van Verzet, Actie niet Weggooien’ en andere activiteiten gemist. De zomer is daarmee een rustigere periode die juist ook gelegenheid biedt om zaken die wat verwaarloost zijn op te pakken.

In dit geval waren het de dozen die overal in het kantoor stonden opgestapeld met schenkingen van mensen. Samen met Benny Velema van collectiebeheer begon ik daarom met het invoeren van deze spullen in MAIS Flexis.

Eerst registreer je de aanwinst door in MAIS Flexis in te voeren wie het heeft geschonken en op welke datum. Vervolgens ga je de aanwinst omschrijven. In toegang 2220 zit de collectie van het OVCG ondergebracht met verschillende subgroepen (bijvoorbeeld, verzet, collaboratie en dagelijks leven). De aanwinsten sorteer je vervolgens zodat ze onder de juiste subgroep geplaatst worden en daarnaast moet je deze aanwinsten omschrijven. Er zat erg veel werk in het uitzoeken van wie de documenten waren, wat de inhoud was en uit welke periode het kwam. Dit uitzoeken en omschrijven kostte de meeste tijd.

Daarna verpakten we de

documentatie in omslagen, enveloppen en dozen om ze vervolgens te plaatsten in het depot.

Naast een tal van kleinere aanwinsten heb ik ook enkele grotere schenkingen ingevoerd. Zo had de Groningse afdeling van het Expogé (de Nederlandse Vereniging van Ex-Politieke Gevangenen uit de

(13)

geschonken die geordend en uitgezocht moesten worden. Een tweede schenking van grote omvang waren de plakboeken van B.J. Haijer bestaande uit zeventwintig delen.

Deze taak was minder uitdagend dan het onderzoek en de redactionele werkzaamheden, maar ik leerde wel veel van het archief en hoe de documentatie wordt ingevoerd en opgeslagen. Ik zie het daarom als een waardevolle bijdrage, en hoop dat de documentatie in de toekomst door mensen wordt geraadpleegd voor onderzoek. Als bijkomstigheid heeft het een opgeruimd kantoor opgeleverd.

3.4 Neventaken

Een stage bij een kleine erfgoedinstelling vraagt naast kennis van de geschiedenis en historische vaardigheden ook om flexibiliteit en het vermogen om tussendoor een tal van andere werkzaamheden op je te nemen. Tijdens mijn stage is Bettie een tijd op vakantie geweest en werkte ik op de dinsdagen alleen. Dit betekende dat je ook via de telefoon, mail of face to face mensen moet assisteren. Wanneer je de dingen zelf moet uitzoeken duurt het vaak langer, maar is juist ook leerzaam. Om wat verder te concretiseren wat de neventaken precies inhielden zal ik er een aantal bespreken.

Het opstellen van schenkingsaktes was een veelvoorkomende taak.

Mensen dragen hun spullen over aan het OVCG. Door middel van een akte die ondertekend dient te worden door beide partijen wordt de schenking in bewaring genomen en kunnen door de coördinator gebruikt worden naar eigen inzicht.

Het gebruik van social media viel ook onder de extra werkzaamheden. Andere erfgoedinstellingen of organisaties konden je wel eens verzoeken om een bericht te delen of een post te plaatsen op Facebook. Als ik een duidelijk raakvlak zag met de Tweede Wereldoorlog en Groningen heb ik dit naar eigen inzicht ook gedaan. Het kon ook gaan om eigen activiteiten zoals de Noordelijke Netwerkdag Oorlogsbronnen.

Een veelvoorkomende neventaak was het helpen bij zoekvragen. Via telefoon, mail of bij een bezoek aan het archief konden mensen om assistentie vragen. Met name Klaas Niemeier, vrijwilliger bij het OVCG,

(14)

hield zich hier mee bezig. Een aantal verzoeken stuurde ik aan hem door.

Op maandag kwam hij vaak langs om een update te geven van de stand van zaken. Zelf heb ik ook mensen geholpen bij het vinden van personen, aanvullende informatie gegeven of ze doorverwezen naar andere instellingen.

Dan resteert mij alleen nog een opsomming van wat korte klusjes.

Denk hierbij aan het kopiëren van documenten, samenstellen van een lijst met adresgegevens voor een symposium dat het OVCG organiseert, het terugbrengen van geleende objecten van een tentoonstelling, het invoeren van boeken aan de bibliotheek, het doorlezen van de website en het meewerken aan een overdrachtsdocument voor de nieuwe coördinator. Tot slot is het assisteren van fotograaf Anton Tiktak bij het fotograferen van de tien topstukken van de collectie het waard om te benoemen. Tiktak was een lastige man die met moeite kon accepteren dat het archief geen fotostudio had. Ook dit was een leerzame ervaring om rustig te blijven en goed te communiceren.

(15)

4. Evaluatie

Ik ben ervan overtuigd dat ik tijdens mijn stage een positieve bijdrage heb geleverd aan het OVCG. Onder andere door een deel van de redactionele werkzaamheden op mij te nemen. Daarnaast heb ik aantal weken de zaken waargenomen bij het OVCG toen Bettie op vakantie was en vertrok om te gaan werken bij Noordhoff Uitgevers. Nadat Anita Selen aan de slag ging als vrijwilliger heb ik haar een aantal praktische zaken uitgelegd en daarnaast meegewerkt aan de uitbreiding van het overdrachtsformulier voor de nieuwe coördinator. Ik denk dat daardoor de overgang naar een nieuwe coördinator soepeler zal verlopen. Tot slot heeft de toevoeging van nieuwe stukken aan het archief geresulteerd in een uitgebreidere collectie en een opgeruimd kantoor.

Uit mijn stage kan ik ook nog enkele verbeterpunten en valkuilen benoemen. Zo merkte ik dat ik het lastig vond om vragen die gesteld werden via de telefoon te beantwoorden. Doordat ik minder tijd heb om na te denken over de vraag of om het op te zoeken was het soms lastig om mensen tevreden te houden die meteen een antwoord verwachten. Dit loste ik op door de gegevens op te schrijven en later terug te mailen of te bellen. Een tweede punt was dat ik wat ongevoelig denk en spreek over de Tweede Wereldoorlog. Voor sommige mensen is het een pijnlijk onderwerp om over te praten. Bij mij is dat niet het geval en had ik soms moeite om mij dit voor te stellen.

Tot slot zal ik bij de evaluatie de leerdoelen nog puntsgewijs bespreken. De eerste was, kennismaken met toekomstig werkgebied en inzicht krijgen in de taken en werkzaamheden van een erfgoedinstelling.

Persoonlijk vind ik dat ik er goed in ben geslaagd om voor mijzelf een beeld te vormen van de werkzaamheden die zijn verbonden aan een erfgoedstelling en zo kennisgemaakt met het werkgebied.

Het tweede leerdoel was redactionele werkzaamheden uitvoeren voor een tijdschrift gericht op publieksgeschiedenis. Zoals ook in mijn

‘Beschrijving van de werkzaamheden’ heb ik geschreven, geredigeerd en

(16)

meegedacht over vorm en inhoud van het tijdschrift. Daarmee is dit doel ook gedekt.

Het derde leerdoel sluit deels aan bij de tweede: het op een toegankelijke wijze vertalen van historische kennis naar een breed publiek. Vele jaren heb ik mij zowel tijdens de studie als bij Groniek beziggehouden met het schrijven van wetenschappelijke artikelen. Voor Stad en Lande kreeg ik de kans om mij bezig te houden met artikelen die zijn bedoeld voor een populair cultuur historisch tijdschrift. Dit was een leerzame ervaring.

Het vierde leerdoel, het uitvoeren van een bronnenonderzoek naar de collectie van het OVCG, is ook geslaagd. Het project over dwangarbeid begon zeer moeizaam, omdat het analyseren van de dagboeken alles behalve meeviel. Na verloop van tijd ging het veel beter. De drempel om in de toekomst een nieuw onderzoek te starten op basis van egodocumenten is hierdoor veel lager geworden.

Mijn laatste leerdoel was kennis opdoen van archiefbeheer en archiefbeschrijvingssystemen. Hier heb ik veel over geleerd. Naast de begeleiding van Bettie hebben Anne van Lieshout, Hadewijch Zwart en Benny Velema mij verschillende dingen uitgelegd zoals hoe je archiefstukken moet aanvragen, boeken registreert en aanwinsten invoert

Positieve dingen die ik heb overgehouden aan mijn stage is dat ik heb geleerd om flexibel te zijn en zelfstandig te werken. In de dynamische werkomgeving van het OVCG moet je de zaken echt zelf regelen. Het is ook erg fijn dat je hiervoor de ruimte krijgt. Mijn communicatieve vaardigheden zijn ook vooruitgegaan. Ik heb met bezoekers, auteurs, redacteuren, bestuursleden, vrijwilligers en archiefmedewerkers gesproken. De communicatie verliep via mail, telefoon en oog in oog. Tot slot heb ik veel historische kennis vergaard over de provincie en stad Groningen ten tijde van de Tweede Wereldoorlog.

De ontwikkeling die ik heb doorgemaakt was niet mogelijk geweest zonder de begeleiding van Bettie Jongejan. Ik kreeg van haar de ruimte

(17)

onduidelijk was kon ik altijd bij haar terecht voor instructies en nam ze de tijd om goed uit te leggen wat de bedoeling was. Ook kon ik terecht bij andere medewerkers van de Groninger Archieven voor specifieke vragen en advies.

(18)

Conclusie

Terugblikkend op mijn stage kan ik concluderen dat dat het een uitdagende en leerzame ervaring was. Bij het Oorlogs- en Verzetscentrum Groningen heb ik geleerd hoe ik historische vaardigheden en kennis die ik tijdens mijn studie heb opgedaan kan inzetten bij een erfgoedinstelling.

Ik heb erg veel vrijheid gekregen om zelfstandig aan projecten te werken en ook om samen met anderen een goed eindproduct neer te zetten.

De afwisseling in organiseren, onderzoeken, communiceren, redigeren en schrijven was erg leuk. Ik kon steeds weer een andere taak oppakken en mijn vaardigheden inzetten om het tot een goed einde te brengen. Daarnaast vond ik het altijd erg gezellig om met Bettie, Benny, Anita, Hadewijch en Klaas samen te werken. Naast leuke gesprekken kon ik van iedereen andere dingen leren.

Ik was vereerd toen Bettie bij haar vertrek mijn naam noemde bij het bestuur van OVCG als kandidaat voor de vacature van coördinator. Na het schrijven van een motivatiebrief werd ik door Deddo Houwen uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek. Het gesprek werd gevoerd door de bestuursleden José van Schie en Henk Hofstra op donderdag 25 augustus om vijf uur. Toevallig was dit ook de laatste dag van mijn stage.

Van de vier overgebleven kandidaten mochten er twee door voor een laatste gesprek. Hiervoor werd ik helaas niet uitgenodigd omdat ze mij nog te onervaren vonden. Ik zeker blij met de kans die ik heb gekregen en heb ook geleerd van het gesprek. Een stageplaats bij het OVCG is een waardevolle kans voor een geschiedenisstudenten om te leren over een de erfgoedsector en misschien nog wel belangrijker, iets over jezelf.

(19)

Bijlagen

In losse bestanden zijn toegevoegd:

I. Logboek van mijn stage

II. Artikel dat ik heb geschreven voor Stad en Lande III. Namenlijst met dwangarbeiders

IV. Stageopdracht, project over dwangarbeiders V. Korte biografie over Groningse dwangarbeiders

VI. Sollicitatiebrief voor de functie van coördinator OVCG

VII. Verslag van Noordelijke Netwerkdag Oorlogsbronnen op de website van Groniek

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Tot slot heb ik deze week een PowerPointpresentatie gemaakt over taalontwikkelend lesgeven die Thea wilde gebruiken om iets over dit onderwerp te vertellen aan de ontwikkelgroep

Ook heb ik opzetjes mogen schrijven voor vormen van communicatie die ik nog niet eerder had geschreven, zoals een brief richting alle jeugdleden en volwassen leden met informatie

FC Groningen Horeca huisvest zich in de kantoorruimtes in het Noordlease Stadion en MartiniPlaza is verantwoordelijk voor (een deel van) de levering en verzorging van de

Maer Godt heeft Achitophels raet, Vernietight, en herstelt in staet, Dit Coninghs bloet, dit Prins geslacht, Dat niet als naer ons welvaert tracht, Dat wy ons Landt sien Weer

en dat daer maer een zoon van was gebleven, die de naam van Gerrit voerde, mitsgaders een dogter die Willempje heete, en hier op onse Heldin, die hem t'eenemael ontmunt was, met

't Scheen dat de Fransche Majesteyt sich noch niet vertrouwende, de Vereenighde Provintien te sullen konnen vermeesteren (onaengesien hy wel wist, immers nae vermoeden van

Een RECHTHOEKIG in plaats van vierkant grondplan treffen we aan in kasteel Rivieren. We zien hier duidelijk de oorspronkelijke aanwezigheid van twee

2 ,. Deze bleven niet lang in gebruik omdat ze te lang waren voor de Nederlandse wegen.. 15 Deze laatste waren voorzien van een halfautomatische versnellingsbak die