• No results found

Vraag nr. 84 van 26 februari 1997 van de heer CARL DECALUWE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 84 van 26 februari 1997 van de heer CARL DECALUWE"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 84

van 26 februari 1997

van de heer CARL DECALUWE

Sociale huur – Controle op buitenlands woningbe-zit

Artikel 2 § 1, 2° van het besluit van de V l a a m s e regering van 29 september 1994 tot reglementering van het sociale huurstelsel stelt dat een kandidaat-huurder enkel tot een voor verhuring beschikbare woning van een sociale huisvestingsmaatschappij kan worden toegelaten voorzover hij, noch een lid van zijn gezin, op het ogenblik van de toewijzing noch op enig ander tijdstip in de periode van drie jaar die de datum van toewijzing voorafgaat, een of meer woningen volledig in volle eigendom of in vruchtgebruik heeft in binnen- of buitenland. 1. Is de controle op het al dan niet beschikken

over een eigendom in het buitenland voor een Belg en een niet-Belg even sluitend ?

2. Zo neen, is hierin een onderscheid te maken tussen niet-EU burgers en EU-burgers ?

Welke mogelijkheden heeft de Vlaamse rege-r i n g, naarege-r de Eurege-ropese Unie toe, om hierege-rin de controlemogelijkheden te verhogen ?

3. Heeft de Vlaamse regering de mogelijkheid bij het afsluiten van verdragen met verschillende niet-EU landen om een clausule laten opnemen om controle mogelijk te maken op het al dan niet bezitten van een woning ?

Antwoord

1. Voor de controle van de patrimoniale voor-waarde is een sociale huisvestingsmaatschappij in principe aangewezen op de gegevens ver-strekt door het ministerie van Financiën.

Alhoewel artikel 7, § 1 van het Wetboek van de Inkomstenbelasting de huurwaarde of het totale bedrag van de huurprijs en de huurvoordelen van in het buitenland gelegen onroerende goe-deren als belastbare inkomsten van onroerende goederen beschouwt, zijn die inkomsten via internationale overeenkomsten tot het vermij-den van dubbele belastingen – en die dekken bijna alle gevallen waarin artikel 7 § 1 van toe-passing kan zijn – belastbaar gesteld in het land waar ze gelegen zijn, waardoor ze onttrok-ken zijn aan de Belgische fiscaliteit. Deze ver-dragen voorzien doorgaans ook in de

uitwisse-ling van inlichtingen die nodig zijn voor de ver-dragsluitende partijen om de belasting te kun-nen vestigen. Maar aangezien de belasting op de onroerende inkomsten voorbehouden is aan het land waar de goederen gelegen zijn, bestaat er geen verplichting tot uitwisseling van deze gege-v e n s. En zelfs wanneer daaromtrent gegegege-vens worden verstrekt, voorzien de verdragen in de geheimhouding van de gegevens en het verbod om ze voor andere dan fiscale doeleinden te gebruiken.

Indien onroerend bezit vermoed wordt in het buitenland zal men, wanneer de inlichtingen niet kunnen worden ingewonnen volgens voor-noemde verdragsbepalingen, vaak aangewezen zijn op verklaringen van de ambassade of het consulaat van het betrokken land. In sommige landen kunnen er ook inlichtingen verkregen worden bij de plaatselijke equivalenten van onze diensten van het kadaster of van de regis-tratie.

Indien de betrokken kandidaat-huurder echter een politiek vluchteling is, geniet hij volgens het internationaal verdrag betreffende de status van vluchtelingen een bescherming die belet dat contact zou worden opgenomen met zijn ambassade en/of een dienst in zijn land van her-k o m s t . Hier rest een verher-klaring op eer. O v e r i-gens kan geredelijk worden aangenomen dat indien een vluchteling toch nog onroerende goederen zou bezitten in zijn land van her-k o m s t , hij hierop geen rechten meer her-kan laten gelden en er geen inkomsten kan van genieten. De controle op in het buitenland gelegen onroe-rende goederen is met andere woorden altijd moeilijk.

2. De Europese richtlijn 77/799/EEG van 19 december 1977 betreffende de wederzijdse bij-stand van de bevoegde autoriteiten van de lid-staten op het gebied van de directe en de indi-recte belastingen, heeft enkel betrekking op het verstrekken van inlichtingen die van nut kun-nen zijn voor een juiste vaststelling van de belastingschuld. De bilaterale verdragen tot het vermijden van dubbele belasting die België met de EU-lidstaten heeft afgesloten, bevatten ech-ter dezelfde clausules die ook in de andere ver-dragen zijn opgenomen, namelijk dat de inkom-sten uit onroerende goederen belastbaar zijn in het land waarin de goederen gelegen zijn, zodat op die goederen geen belastingschuld ontstaat in België.

(2)

3. De controle op het onroerend bezit kan enkel het voorwerp zijn van een zogenaamd gemengd v e r d r a g, omdat het een aangelegenheid betreft die zowel op de bevoegdheden van de federale als die van de regionale overheden betrekking heeft. Volgens de grondwettelijke regeling inza-ke de verdragsbevoegdheid is de federale over-heid bevoegd om gemengde verdragen af te s l u i t e n , mits betrokkenheid van de deelgebie-den. Dit geldt zowel voor de verdragen met EU-landen als voor verdragen met niet-EU-EU-landen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Vermits het praktisch niet mogelijk is de inter- departementale stuurgroep "Euro" uit te brei- den met 33 vertegenwoordigers van de VO I ' s, en het niet aangewezen

Door de Vlaamse regering werd in oktober gesteld dat de ruwbouw van de woningen, opgenomen in de pro- jecten die uiterlijk op 30 juni 1991 door de minister principieel zijn

Aan hoeveel personeelsleden van R13 en hoger werd ingevolge het minidecreet een nieuw con- tractueel contract aangeboden in hun betrokken rang en hoeveel zijn er momenteel werkzaam

Vroeger zijn er contacten geweest, die evenwel niet werden gefinaliseerd vermits het project van het programma werd geschrapt en er geen vooruitzichten zijn om het scherm

Door de verschillende departementen (opge- splitst per administratie), DAB's (Vlaamse openbare instellingen) en VOI's (categorie A ) werden de volgende cijfers meegedeeld

Bovenstaande dossiers zijn door mij nog niet goedgekeurd aangezien het ministerieel besluit opgemaakt ter goedkeuring van de ingediende dossiers, mij nog moet

Kan de minister mij een overzicht geven van de kerken die als monument werden gerestaureerd met subsidies van de Vlaamse Gemeenschap in de jaren '92, '93, '94, '95, en

[r]