• No results found

BESLUITBesluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld inartikel 37 van de Mededingingswet.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "BESLUITBesluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld inartikel 37 van de Mededingingswet."

Copied!
9
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

BESLUIT

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

Nummer 3192

Betreft zaak: HBG - Ballast Ham Dredging

I. MELDING

1. Op 15 oktober 2002 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse

Mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de Mededingingswet. Hierin is medegedeeld dat Hollandsche Beton Groep N.V. voornemens is uitsluitende zeggenschap te verkrijgen, in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet, over Ballast Ham Dredging B.V. Van de melding is mededeling gedaan in Staatscourant 202 van 21 oktober 2002. Naar aanleiding van de mededeling in de Staatscourant zijn geen zienswijzen van derden naar voren gebracht.

II. PARTIJEN

2. Hollandsche Beton Groep N.V. (hierna: HBG) is een naamloze vennootschap naar Nederlands recht. HBG is een aannemingsconcern dat wereldwijd projecten uitvoert en zich concentreert op bouw en vastgoed (projectontwikkeling, woning- en utiliteitsbouw), civiel (grond-, weg- en waterbouw), consultancy en engineering. Tevens is HBG, via Ballast Ham Dredging B.V. en de dochtermaatschappijen van Ballast Ham Dredging B.V. wereldwijd actief op de

baggermarkt. Het geografische werkterrein van HBG strekt zich uit over Europa, de Verenigde Staten en een groot aantal landen daarbuiten.

3. Ten tijde van de melding worden vrijwel alle aandelen (circa 99,7%1) in HBG gehouden

door de Spaanse onderneming Grupo Dragados S.A. (hierna: Dragados). Dragados is onder andere actief op het gebied van de bouw, openbare diensten, verzameling en verwerking van afval, industriële reiniging, verwerking en distributie van water en industriële diensten. Dragados heeft tevens tezamen met het Nederlandse baggerbedrijf Van Oord ACZ zeggenschap over de baggeronderneming Dravo S.A.

(2)

4. Ballast Ham Dredging B.V. (hierna: BHD) is een besloten vennootschap naar Nederlands recht. BHD is wereldwijd actief op de markten voor baggerdiensten en aan baggeren gerelateerde diensten, zoals kustbescherming, grondwerk en zandwinning. De Europese thuismarkten van BHD zijn Nederland, Duitsland en het Verenigde Koninkrijk. HBG heeft thans een 2/ 3 belang in BHD en daarmee tezamen met Ballast Nedam Bagger Holding B.V.2, een

100%-dochtermaatschappij van Ballast Nedam N.V., gezamenlijke zeggenschap over BHD.3

III. DE GEMELDE OPERATIE

5. De gemelde operatie betreft de verwerving van alle uitstaande aandelen in BHD door HBG. Ballast Nedam Bagger Holding B.V. zal haar belang aan HBG overdragen, waardoor HBG 100% aandeelhouder van BHD zal worden. Een en ander is neergelegd in een “Shareholders Agreement” d.d. 26 juni 2001, een “ Inbrengovereenkomst” d.d. 26 juni 2001 en een “ Aanvullende overeenkomst” d.d. 14 november 2001.

6. Op 10 juni 2002 heeft Dragados een binding offer voor HBG, uitgebracht door Koninklijke BAM NBM N.V. (hierna: BAM), aanvaard. BAM initieert, ontwikkelt, bouwt en onderhoudt bouwwerken en installaties voor wonen, werken, transport en recreatie. De activiteiten van BAM worden verricht door werkmaatschappijen die zijn onderverdeeld in vier sectoren: BAM NBM Bouw, BAM NBM Vastgoed, BAM NBM Infra en BAM NBM Techniek. Er zijn geen

ondernemingen of personen die (in)direct zeggenschap over BAM hebben. De aandelen van BAM zijn genoteerd aan de Effectenbeurs Euronext Amsterdam.

7. Op 22 juli 2002 heeft de Europese Commissie de volledige aanmelding op grond van artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 4064/ 89 van de Raad van 21 december 1989 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (hierna: Concentratieverordening) ontvangen waarin BAM mededeelt dat zij voornemens is om zeggenschap te verkrijgen over HBG. Bij beschikking van 3 september 20024 heeft de Europese Commissie op grond van artikel 9, derde

lid, van de Concentratieverordening de genoemde voorgenomen concentratie naar de bevoegde autoriteiten van het Koninkrijk der Nederlanden verwezen voor wat betreft de bouwsector in Nederland en de regionale asfaltmarkten in Nederland.5 Voor wat betreft de andere activiteiten

van BAM en HBG heeft de Europese Commissie de voorgenomen concentratie verenigbaar

2 Ballast Nedam Bagger Holding B.V. houdt het resterende 1/ 3 deel in BHD.

3 Bij beschikking van 3 augustus 2001 in de zaak IV/ M.2503 – HBG/ Ballast Nedam/ Baggeren JV heeft de Europese

Commissie geoordeeld dat BHD een “ full function” joint venture in de zin van de EG Concentratieverordening is.

4 Beschikking van de Europese Commissie van 3 september 2002 inhoudende een gedeeltelijke verwijzing van zaak

IV/ M.2881 – BAM NBM/ HBG naar de bevoegde autoriteiten van het Koninkrijk der Nederlanden, in de zin van artikel 9 van de Verordening (EEG) van de Raad nr. 4064/ 89.

(3)

verklaard met de gemeenschappelijke markt en de EER-overeenkomst. Op 24 oktober 2002 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit besloten dat voor de

totstandbrenging van de genoemde voorgenomen transactie voor wat betreft de bouwsector in Nederland en de regionale asfaltmarkten in Nederland na herstructurering6 geen vergunning is

vereist. In het navolgende zal daarom ook BAM bij de beoordeling van de gevolgen van de onderhavige transactie worden betrokken.

IV. TOEPASSELIJKHEID VAN HET CONCENTRATIETOEZICHT

8. De gemelde operatie is een concentratie in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet. De hierboven, onder punt 5 omschreven transactie leidt er toe dat HBG uitsluitende zeggenschap zal verkrijgen over BHD.

9. Betrokken ondernemingen zijn HBG en BHD.

10. Uit de bij de melding ter beschikking gestelde omzetgegevens blijkt dat de gemelde concentratie binnen de werkingssfeer van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht valt.

V. BEOORDELING A. RELEVANTE MARKTEN

Rel evan t e pr oduct mar kt en

11. Partijen geven aan dat de enige markten die door de voorgenomen concentratie worden beïnvloed de markten voor baggeren7 en grondwerk8 zijn.

6 Partijen hebben hun oorspronkelijke melding gewijzigd. Bij brief van 23 oktober 2002 hebben partijen de door hen

verrichte melding aangepast, zoals omschreven in de punten 175 tot en met 191 van het besluit van 24 oktober 2002 in zaak 3074/ BAM – HBG.

7 Baggeren is de activiteit waardoor grond en andere materialen worden verwijderd van de zeebodem of binnenlandse

wateren (bijvoorbeeld rivieren, meren of havens) en verplaatst/ vervoerd worden voor opslag, land(terug)winning of andere doeleinden. Het omvat onder meer de aanleg en onderhoud van havens, kanalen en rivieren, landwinning (bijvoorbeeld door het opspuiten van kustmatige eilanden en stranden), alsmede het maken van sleuven onder water voor leidingen en voor afgezonken tunnels.

8 Volgens partijen in de reeds aangehaalde zaak 3074/ BAM – HBG omvat het begrip grondwerken in beginsel alle werken

(4)

12. Partijen hebben aangegeven dat uit eerdere beschikkingen van de Europese Commissie9

blijkt dat een onderscheid moet worden gemaakt tussen enerzijds de baggermarkten en anderzijds de bouwmarkten. Partijen wijzen er tevens op dat de Europese Commissie een onderscheid maakt tussen kleine en grote baggerprojecten alsmede een onderscheid in overweging neemt tussen enerzijds baggeren en anderzijds aan baggeren gerelateerde activiteiten.

13. Zoals reeds blijkt uit punt 12 heeft de Europese Commissie meerdere malen een uitspraak gedaan over de bagger- en de aan baggeren gerelateerde markten. Volgens deze beschikkingen van de Europese Commissie zijn baggerdiensten homogeen van aard en is geen nader onderscheid aannemelijk op basis van de kenmerken van de bodem, de uitrusting die gebruikt wordt bij de uitvoering van de werkzaamheden of de typen afnemers en aanbieders van deze diensten.10

14. Voorts geeft de Europese Commissie aan dat mogelijk onderscheid kan worden gemaakt naar enerzijds baggeren en anderzijds aan baggeren gerelateerde activiteiten. Volgens de Europese Commissie bestaan aan baggeren gerelateerde diensten uit onder andere grondwerk, kustbescherming, bescherming van rivierbanken en rivierbeddingen, zandwinning11 en –levering,

off-shore stone dumping12, kanaalverbreding en –renovatie en mileuwerk13.Hoewel de Commissie

de aan baggeren gerelateerde diensten eerder als complementaire diensten beschouwt dan als aparte diensten, heeft zij een nader onderscheid tussen de diverse aan baggeren gerelateerde diensten tot nu toe in het midden gelaten. Uit de beschikkingspraktijk van de Europese

Commissie blijkt tevens dat een onderscheid kan worden gemaakt tussen de markten voor grote (internationale) en kleine (nationale) baggerprojecten.14 De Europese Commissie gaat in haar

9 Partijen verwijzen hierbij naar de beschikking van de Europese Commissie van 4 juli 2000 in zaak IV/ M.1877 –

Boskalis/ HBG, de reeds aangehaalde beschikking in zaak IV/ M.2503 – HBG/ Ballast Nedam/ Baggeren JV en de beschikking

van 12 april 2002 in zaak IV/ M.2751 – Dragados/ HBG.

10 Zie onder meer de beschikking in zaak IV/ M.2503 – HBG/ Ballast Nedam/ Baggeren JV, reeds aangehaald, punt 12. 11 Zandwinning betreft volgens partijen het winnen van zand, binnen- en buitengaats. Na winning gaat het zand in

drijvende bakken naar een losplaats zo dicht mogelijk bij de eindbestemming.

12 Volgens de partijen in de onderhavige zaak behelst off-shore stone dumping het bedekken van in zee liggende olie- en

gaspijpleidingen met stenen.

13 Volgens de partijen in de onderhavige zaak behelst mileuwerk het verwijderen en behandelen van verontreinigde

bodems.

14 Zie onder meer de beschikking in zaak IV/ M.2503 – HBG/ Ballast Nedam/ Baggeren JV, reeds aangehaald, punt 10. De

(5)

beschikkingen ervan uit dat bouwactiviteiten niet horizontaal of verticaal direct verbonden zijn aan baggeractiviteiten.15

15. In het onderhavige geval kan, net als in eerdere beschikkingen van de Europese Commissie, worden uitgegaan van een markt voor baggeractiviteiten. Daarbij kan een nader onderscheid naar kleine en grote baggerprojecten worden gemaakt.

16. In het onderhavige geval kan een onderscheid tussen de diverse aan baggeren gerelateerde diensten in het midden blijven, aangezien de materiële beoordeling hierdoor niet wordt beïnvloed. Volgens partijen is er voor wat betreft de aan baggeren gerelateerde diensten, enkel op het deelgebied grondwerk sprake van overlap tussen de diensten van HBG en BAM enerzijds en BHD anderzijds. BHD en haar dochtermaatschappijen zijn wel actief op een aantal van de genoemde aan baggeren gerelateerde diensten. Partijen geven echter aan dat alle aan baggeren gerelateerde diensten, met de uitzondering van grondwerk, binnen HBG alleen via BHD worden uitgevoerd en dat BAM deze diensten, met de uitzondering van grondwerk, helemaal niet levert. In het hiernavolgende zal daarom alleen worden ingegaan op de aan baggeren gerelateerde dienst grondwerk.

17. In het reeds aangehaalde besluit in zaak 3074/ BAM – HBG wordt gesteld dat de werkzaamheden (i) grondwerk, (ii) wegenbouw, (iii) droge waterbouw, (iv) straatwerk, (v) railbouw en (vi) kabel- en buizenwerk naar hun aard verschillende activiteiten vormen. Teneinde inzicht te verkrijgen in de aanbodstructuur van de markt(en) voor GWW gelet op grootteklassen is in het genoemde besluit een analyse gemaakt van biedingen op aanbestedingen van de

Rijksoverheid in de periode 1996-2001 zoals blijkt uit het PricewaterhouseCoopers rapport ‘De aanbestedingspraktijk van de Rijksoverheid in de periode 1996 – 2001’ en het bijbehorende achterliggende bestand. In het onderhavige geval zal worden uitgegaan van een markt voor grondwerk en kan in het midden worden gelaten of een nader onderscheid naar grote(re) grondwerkprojecten dient te worden gemaakt, aangezien hierdoor de materiële beoordeling niet wordt beïnvloed (zie de punten 23 en 24).

Rel evan t e geogr af isch e mar kt en

18. Partijen gaan in de melding uit van nationale markten voor kleine baggerprojecten, ten minste nationale markten voor de aan baggeren gerelateerde diensten en een Europese of wellicht een wereldwijde markt voor grote baggerprojecten.

19. Uit de reeds aangehaalde beschikkingen16 van de Europese Commissie blijkt dat de

geografische omvang van de markt(en) voor kleine baggerprojecten nationaal is, terwijl de markt

(6)

voor grote baggerprojecten ten minste Europees of wellicht wereldwijd van omvang is. Volgens de Commissie worden in deze branche kleine projecten beschouwd als behorende tot diensten die in de “ thuismarkten” worden geleverd. Voor wat betreft de grote projecten wordt verwezen naar zogenaamde ”hit and run” projecten. Voor laatstgenoemde projecten is de locatie van de

aanbieders irrelevant aangezien het bij grote projecten met een waarde van meer dan circa EUR 5 miljoen steeds economisch rendabel is om de zware uitrusting te vervoeren naar waar deze diensten benodigd zijn.17 De Commissie concludeert dat de mogelijk te onderscheiden markten

voor de diverse aan baggeren gerelateerde diensten ten minste een nationale omvang hebben.18

20. In overeenstemming met de beschikkingspraktijk van de Europese Commissie wordt in het hiernavolgende ervan uitgegaan dat de markt voor grote baggerprojecten ten minste de EU omvat en dat de markten voor kleine baggerprojecten en de aan baggeren gerelateerde diensten19 ten

minste nationaal van omvang zijn. In het onderhavige geval kan de exacte geografische omvang van de eventuele markt voor grotere baggerprojecten in het midden blijven, aangezien de uiteindelijke beoordeling hierdoor niet wordt beïnvloed (zie de punten 21 en 22).

B. GEVOLGEN VAN DE CONCENTRATIE

Baggeren

21. Er bestaat volgens partijen geen overlap tussen de activiteiten van HBG en BAM enerzijds en BHD anderzijds op een Nederlandse markt voor kleine baggerprojecten of op een Europese of wereldwijde markt voor grote baggerprojecten. BHD is actief op het gebied van kleine en grote baggerprojecten. HBG is enkel via BHD actief op de baggermarkt(en) en BAM is geheel niet actief op het gebied van baggeren.20 Dragados heeft weliswaar zeggenschap tezamen met het

Nederlandse baggerbedrijf Van Oord ACZ over de baggeronderneming Dravo S.A., maar Dravo S.A. is enkel actief op de markten voor kleine baggerprojecten in Spanje, Portugal en Italië.21

17 Zie onder meer de beschikking in zaak IV/ M.2503 – HBG/ Ballast Nedam/ Baggeren JV, reeds aangehaald, de punten 14

en 15.

18 Zie onder meer de beschikking in zaak IV/ M.2503 – HBG/ Ballast Nedam/ Baggeren JV, reeds aangehaald, punt 16. 19 Vergelijk punt 43 van het besluit in zaak 3074/ BAM – HBG waarin ervan wordt uitgegaan dat de deelmarkten voor het

uitvoeren van grond-, weg- en waterbouwprojecten in Nederland een nationale omvang hebben.

20 Vergelijk punt 27 van het reeds aangehaalde besluit in zaak 3074/ BAM – HBG waar partijen stellen dat BAM niet actief

is op het gebied van kust- en oeverwerk en baggerwerk.

21 Zie paragraaf 18 van de reeds aangehaalde beschikking van de Europese Commissie in zaak IV/ M.2751 –

(7)

Volledigheidshalve zal in het hiernavolgende aandacht wordt besteed aan de marktpositie van BHD op het gebied van kleine en grote baggerprojecten.

22. Volgens partijen is statistisch materiaal met betrekking tot de omvang van de baggermarkten slechts zeer beperkt aanwezig. In het kader van de voorgenomen fusie tussen Boskalis en HBG in het jaar 2000 is door Deloitte & Touche een marktstudie22 gedaan. Deze studie, aangevuld met de

vigerende management inschattingen, heeft als basis gediend voor de aanmeldingen bij de Europese Commissie.23 De schattingen van het marktaandeel van BHD over 2001 op het gebied

van grote baggerprojecten lopen uiteen van [10-2o]%* tot [20-30]%, afhankelijk van de bron en de

vraag of de markt als EU-wijd of wereldwijd dient te worden beschouwd. BHD zelf schat haar (wereldwijde) marktaandeel op dit gebied op circa [20-30]%.24 Voorts dient gemeld te worden dat

BHD concurrentie ondervindt van een groot aantal spelers op de markt voor grote

baggerprojecten, waaronder Boskalis en de Belgische baggeraars Jan de Nul en DEME. Partijen schatten het marktaandeel van BHD voor 2000/ 2001 op de Nederlandse markt voor kleine baggerprojecten op circa [10-20]%.25 Op het gebied van kleine baggerprojecten zijn vele spelers op

de Nederlandse markt actief.26

Grondwerk

23. Zoals reeds aangegeven in punt 16 is binnen de aan baggeren gerelateerde diensten grondwerk het enige gebied waarop overlap bestaat tussen de activiteiten van HBG en BAM enerzijds en BHD anderzijds. HBG, BAM en BHD27 verrichten alledrie in Nederland

grondwerkzaamheden. Partijen geven aan dat de omvang van grondwerkactiviteiten28 in

Nederland, als onderdeel van de ruimere GWW-sector, EUR 1,23 miljard bedraagt.29 Uitgaande

van deze marktomvang bedraagt het gezamenlijke marktaandeel van HBG, BAM en BHD op het

22 ‘Analysis of the Dredging Market’, Deloitte & Touche, Amsterdam, 25 mei 2000. 23 Zie voetnoot 9.

* In deze openbare versie van het besluit zijn bepaalde marktaandelen, om redenen van vertrouwelijkheid weergegeven

door middel van een bandbreedte, waarbinnen het marktaandeel zich bevindt; e.e.a. is tussen vierkante haken geplaatst.

24 Zie de punten 13 en 19 van de reeds aangehaalde beschikking in zaak IV/ M.2751 – Dragados/ HBG.

25 Vergelijk de beschikking van de Europese Commissie in zaak IV/ M.2503 – HBG/ Ballast Nedam/ Baggeren JV, reeds

aangehaald, waar het gezamenlijke marktaandeel van HBG en BNB op een Nederlandse markt wordt aangegeven als [10-20]%.

26 Volgens de beschikking van de Europese Commissie in zaak IV/ M.2503 – HBG/ Ballast Nedam/ Baggeren JV, reeds

aangehaald, zijn er meer dan 30 spelers actief op de Nederlandse markt voor kleine baggerprojecten (zie paragraaf 19 van de beschikking).

27 BHD verricht volgens partijen alleen in Nederland grondwerk. 28 Exclusief kabels en leidingen.

(8)

gebied van grondwerk in Nederland volgens partijen minder dan 15% (HBG, exclusief haar 2/ 3 belang in BHD, circa [0-10]%; BAM minder dan [0-10]% en BHD minder dan [0-10]%). Anderzijds kan erop worden gewezen dat andere grote ondernemingen, waaronder Boskalis en Koninklijke Wegenbouw Stevin, in Nederland actief zijn op het gebied van grondwerk.

24. In zaak 3074/ BAM – HBGis onderzoek gedaan naar grote(re) grond-, weg- en waterbouwprojecten (hierna: GWW-projecten).30 Nagegaan is met welke frequentie

ondernemingen op bepaalde typen projecten inschrijven en welke ondernemingen de projecten hebben uitgevoerd. In het genoemde besluit wordt geconcludeerd dat van alle onderzochte grote GWW-projecten in Nederland slechts één project enkel bestond uit grondwerk.31 Alle overige

projecten hadden tevens een wegenbouw- of droge waterbouwaspect en zijn in de analyse op die deelmarkten in het genoemde besluit meegenomen. De bevindingen geven aan dat op de mogelijke markten voor grote(re) GWW-projecten na de voorgenomen concentratie tussen BAM en HBG voldoende aanbieders overblijven, zodat niet gesteld kan worden dat als gevolg van de concentratie een economische machtspositie op het gebied van het uitvoeren van grote(re) wegen- en droge waterbouwprojecten kan ontstaan of worden versterkt.

Eventuele relatie baggeren - bouwactiviteiten

25. Partijen geven aan dat baggeraars niet of nauwelijks actief zijn in bouwen en omgekeerd zijn bouwers, waaronder KVWS, Heijmans, BAM en Dura Vermeer, niet of niet noemenswaardig actief in baggeren. Partijen zijn tevens van mening dat geen baggeraar baggerwerk binnenhaalt op grond van het feit dat hij is gelieerd aan een bouwbedrijf en dat geen bouwbedrijf bouw- of aanverwant werk binnenhaalt enkel en alleen omdat hij zelf of via een gelieerd bedrijf ook baggerdiensten kan aanbieden. Partijen stellen voorts dat aan elkaar gelieerde

bouw-respectievelijk baggerbedrijven, zoals HBG en BHD, vrijwel altijd hun werk apart gegund zullen krijgen, niet in combinatie.

26. In punt 14 is verwezen naar de conclusie van de Europese Commissie dat er mededingingsrechtelijk geen direct verband is tussen bagger- en bouwactiviteiten. De

marktposities van HBG en BAM enerzijds en BHD anderzijds zijn niet zodanig dat, zou men een verbinding tussen bouwactiviteiten en baggeractiviteiten kunnen leggen, gevreesd dient te worden dat door de onderhavige concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd.

30 Volgens partijen zouden BAM en HBG in dat geval op een markt voor het uitvoeren van GWW-projecten van meer dan

(9)

VI. CONCLUSIE

27. Na onderzoek van deze melding is de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot de conclusie gekomen dat de gemelde operatie binnen de

werkingssfeer valt van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht. Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd.

28. Gelet op het bovenstaande deelt de directeur-generaal van de Nederlandse

Mededingingsautoriteit mede dat voor het tot stand brengen van de concentratie waarop de melding betrekking heeft geen vergunning is vereist.

Datum: 14 november 2002

De directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, voor deze:

W.g. Drs. E.J. Kloosterhuis

Plv. directeur Concentratiecontrole

Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de arrondissementsrechtbank te Rotterdam, sector bestuursrecht, Postbus 50951, 3007 BM Rotterdam.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Worden de verkopen van gebruikte en nieuwe vrachtwagens samengenomen, dan is het gezamenlijke aandeel van Van Diest, Wensink en Nijland – De Jager kleiner dan de hierboven in punten

zowel voor als na het voltrekken van de gemelde operatie gezamenlijke zeggenschap uitoefenen over Cebeco Granen, moet worden geconcludeerd dat de gemelde operatie geen concentratie

Op de markt voor sociale huisvesting in de regio Amsterdam beschikken Patrimonium en Rochdale, volgens eigen opgave, over een gezamenlijk marktaandeel van circa [10-20]% gemeten

Op 28 april 2003 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van

Na onderzoek van de Europese Commissie heeft zij geconstateerd dat het ontstaan van een collectieve economische machtspositie op een Nederlandse markt voor bouwmaterialen

Alle bij de Samenwerkingsovereenkomst betrokken partijen waren voorheen niet actief op de markt voor het aanbieden van een transportmodaliteit voor het vervoer van kerosine naar

op de beleidsvoornemens en de beoogde wijzigingen van de gezondheidszorg ligt het voor de hand dat in de toekomst kan worden geconcludeerd dat daadwerkelijke mededinging

Volgens partijen zijn marktaandelen in ieder geval kleiner dan de marktaandelen die D&T en Andersen Nederland hebben op de markt voor audit- en boekhouddiensten voor grote