• No results found

BESLUITBesluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld inartikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "BESLUITBesluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld inartikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet."

Copied!
11
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

BESLUIT

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Nummer 3432/ 8

Betreft zaak: 3432/ Haniel - Kalkzandsteenfabrieken

I. MELDING

1. Op 25 maart 2003 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse

Mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de Mededingingswet. Hierin is medegedeeld dat Franz Haniel & Cie GmbH voornemens is zeggenschap te verkrijgen, in de zin van artikel 27, onder b, van de

Mededingingswet, over Van Herwaarden Hillegom B.V., Kalkzandsteenfabriek De Hazelaar B.V., Kalkzandsteenfabriek Hoogdonk B.V., Kalkzandsteenindustrie Loevestein B.V. en

Kalkzandsteenfabriek Rijsbergen B.V. Van de melding is mededeling gedaan in Staatscourant 62 van 28 maart 2003. Naar aanleiding van de mededeling in de Staatscourant zijn geen zienswijzen van derden naar voren gebracht.

II. PARTIJEN

2. Haniel Bau-Industrie GmbH (hierna: Haniel) is een besloten vennootschap naar Duits recht. Haniel is een 100% dochtermaatschappij van Franz Haniel & Cie GmbH.

3. Haniel is actief op het gebied van de productie van en de handel in bouwmaterialen, bouwstoffen, zand, grind/ gesteentes en kalk en producten voor bevestiging en montagetechniek. Overige ondernemingen behorende tot de Haniel-groep zijn daarnaast nog actief op het gebied van groot- en kleinhandel in farmaceutische producten, brand- en schadesanering, textiel, handel in kantoormeubilair en artikelen en handel in ferroschroot materialen.

4. Van Herwaarden Hillegom B.V. (hierna: Van Herwaarden) is een besloten vennootschap naar Nederlands recht. Holding De Hazelaar B.V. (Koningsbos), een 100%-dochtermaatschappij van Haniel, houdt 49,99% van de aandelen in Van Herwaarden Beheer B.V. (hierna: Van Herwaarden Beheer) die op haar beurt alle aandelen in Van Herwaarden houdt. De andere 49,99% van de aandelen in Van Herwaarden Beheer wordt gehouden door (een

(2)

5. Kalkzandsteenfabriek De Hazelaar B.V. (hierna: De Hazelaar) is een besloten

vennootschap naar Nederlands recht.Zij is (indirect) een 100%-dochtermaatschappij van Haniel. 6. Kalkzandsteenfabriek Hoogdonk B.V. (hierna: Hoogdonk) is een besloten vennootschap naar Nederlands recht. Zij is (indirect) een 100%-dochtermaatschappij van Haniel.

7. Kalkzandsteenindustrie Loevestein B.V. (hierna: Loevestein) is een besloten

vennootschap naar Nederlands recht.Zij is (indirect) een 100%-dochtermaatschappij van Haniel. 8. Kalkzandsteenfabriek Rijsbergen B.V. (hierna: Rijsbergen) is een besloten vennootschap naar Nederlands recht.Zij is (indirect) een 100%-dochtermaatschappij van Haniel.

9. Van Herwaarden, De Hazelaar, Hoogdonk, Loevestein en Rijsbergen (hierna tezamen: de Fabrieken) zijn alle producenten van kalkzandsteen1 en lid van de Coöperatieve Verkoop en Productievereniging van Kalkzandsteenproducten (hierna: CVK).

III. DE GEMELDE OPERATIE

10. De gemelde transactie vloeit voort uit de voorwaarden en verplichtingen die zijn verbonden aan de beschikking van de Europese Commissie inzake COMP/ M.2650

-Haniel/ Cementbouw/ JV.2 Hieronder wordt eerst de door de Europese Commissie beoordeelde operatie kort beschreven, waarna de thans bij de NMa gemelde operatie wordt beschreven. 11. Op 24 januari 2002 is de zaak COMP/ M.2650 - Haniel/ Cementbouw/ JV gemeld bij de Europese Commissie. De transactie die in deze zaak is beoordeeld, had reeds op 9 augustus 1999 plaatsgevonden. Op 9 augustus 1999 had CVK, een coöperatie naar Nederlands recht, 11 leden. Op dat moment waren 5 leden (indirect) 100%-dochtermaatschappijen van Haniel.3 Twee leden waren 100%-dochtermaatschappijen van NBM-Amstelland N.V. (hierna: NBM Amstelland)4, terwijl één lid een vennootschap onder firma was van twee dochtermaatschappijen van NBM-Amstelland.5 Twee leden waren 100%-dochtermaatschappijen van RAG Aktiengesellschaft (hierna: RAG).6 Tot slot werden de aandelen van een ander lid voor eenderde door NBM-Amstelland, voor de helft (indirect) door Haniel en voor eenzesde door RAG gehouden.7

1

Loevestein zal worden gesloten. 2

Beschikking van 26 juni 2002. Tegen deze beschikking is door Cementbouw beroep aangetekend. 3

Hoogdonk, Loevestein, Rijsbergen, Steenfabriek Boudewijn B.V. (hierna: Boudewijn) en De Hazelaar.

4

Kalkzandsteenfabriek Roelfsema B.V. (hierna: Roelfsema) en Kalkzandsteenfabriek Harderwijk B.V. (hierna: Harderwijk).

5 Kalkzandsteenfabriek Bergumermeer B.V. (hierna: Bergumermeer).

6 Vogelenzang Fabriek van Bouwmaterialen B.V. (hierna: Vogelenzang) en Anker Kalkzandsteenfabriek B.V. (hierna:

Anker).

7

(3)

12. De Europese Commissie heeft in haar beschikking van 26 juni 2002 de volgende

concentratie beoordeeld. Op 9 augustus 1999 is allereerst een zogenaamde poolingovereenkomst tussen CVK en haar leden gesloten die ertoe strekt dat voor een periode van minimaal 10 jaar de economische activiteiten van de leden onder centrale leiding van het bestuur van CVK komen. Voorts zullen de positieve, dan wel negatieve resultaten van de kalkzandsteenfabrieken van de leden worden gepoold en volgens een in de poolingovereenkomst vastgestelde verhouding worden verdeeld. Op die dag zijn in verband hiermee ook de statuten van CVK gewijzigd.8 Op dezelfde dag heeft RAG haar aandelen in haar vennootschappen9 verkocht aan Haniel en

Cementbouw.10 Eveneens op 9 augustus 1999 is een samenwerkingsovereenkomst tussen Haniel en Cementbouw gesloten die onder meer bepalingen bevat over hoe beide ondernemingen hun invloed in CVK zullen gebruiken.11

13. De Europese Commissie heeft geconcludeerd dat als gevolg van de in punt 12 beschreven concentratie een machtspositie van CVK op de Nederlandse markt voor bouwmaterialen voor constructieve wanden was ontstaan. Vervolgens werden voorwaarden en verplichtingen aan de beschikking verbonden die de bezwaren van de Europese Commissie weg nemen. Op grond hiervan hebben Haniel en Cementbouw zich - kort gezegd - onder meer verplicht de zogenaamde poolingovereenkomst en de samenwerkingsovereenkomst12 te beëindigen, CVK te ontbinden, de CVK-organisatie te ontvlechten en de gezamenlijke zeggenschap in Anker13 en Van Herwaarden14 te beëindigen.15

14. CVK, haar leden, Haniel en Cementbouw zullen de overeengekomen verbintenissen effectueren door middel van de ondertekening van de overeenkomst strekkende tot ontbinding van CVK. Partijen hebben een concept-overeenkomst, genaamd ‘Agreement regarding the termination of the pooling agreement and the dissolution of CVK and RCK’ d.d. 25 maart 2003 (hierna: de ontbindingsovereenkomst) overgelegd die wordt gesloten tussen - kort gezegd - de leden van CVK, Haniel, Cementbouw en de Stichting Research Centrum Kalkzandsteen (RCK).

8Zie in dat verband het besluit van 20 oktober 1998, zaak 124/ CVK Kalkzandsteen. 9

Zie COMP/ M.2650 - Haniel/ Cementbouw/ JV, eerder aangehaald, punt 8.

10Haniel en Cementbouw beschikten na die transactie ieder over 50% van de aandelen in Anker (en derhalve ook in Vogelenzang) en 49,99% in Van Herwaarden.

11Zie COMP/ M.2650 - Haniel/ Cementbouw/ JV, eerder aangehaald, punt 11.

12 Sinds 26 juni 2002 wordt aan deze overeenkomst niet langer uitvoering gegeven.

13Haniel zal een meerderheid van de aandelen in Van Herwaarden verwerven. Cementbouw zal een minderheid van de aandelen in Van Herwaarden behouden. Het omgekeerde zal gelden voor de aandelen in Anker.

14

Tevens wordt de opbrengst die voortvloeit uit de verkoop van de activa van Vogelenzang en de onroerende zaken van of de aandelen in Boudewijn verdeeld.

15

(4)

15. Ten gevolge van de uitvoering van deze ontbindingsovereenkomst zal Haniel uitsluitende zeggenschap verwerven over de Fabrieken.16

IV. TOEPASSELIJKHEID VAN HET CONCENTRATIETOEZICHT

16. De gemelde operatie is een concentratie in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet. De hierboven, onder punt 13 tot en met 15, omschreven transactie leidt er toe dat Haniel uitsluitende zeggenschap verkrijgt over de Fabrieken.17

17. Betrokken ondernemingen zijn Holding De Hazelaar en de Fabrieken.

18. Uit de bij de melding ter beschikking gestelde omzetgegevens blijkt dat de gemelde concentratie binnen de werkingssfeer van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht valt.

V. BEOORDELING

A. RELEVANTE MARKTEN

Rel evan t e pr oduct mar kt en

19. Partijen geven aan dat de Fabrieken actief zijn op het gebied van de productie en verkoop van kalkzandsteen en kalkzandsteenelementen. Haniel produceert en verkoopt cellenbeton en gipsproducten.

20. Partijen gaan er - onder verwijzing naar een recente zaak van de Europese Commissie18 -van uit dat de markt voor bouwmaterialen voor constructieve wanden en de markt voor

bouwmaterialen voor niet-constructieve wanden door de concentratie worden beïnvloed. De markt voor bouwmaterialen voor constructieve wanden beslaat de volgende producten: baksteen, kalkzandsteen, cellenbeton, betonblokken, prefab beton en mogelijk stortbeton. De markt voor bouwmaterialen voor niet-constructieve wanden beslaat de volgende producten: kalkzandsteen,

16

Voorts zal ten gevolge van de uitvoering van deze ontbindingsovereenkomst Cementbouw uitsluitende zeggenschap verwerven over Roelfsema, Harderwijk, Bergumermeer, Anker en Vogelenzang. Dit is een afzonderlijke concentratie die eveneens bij de NMa is gemeld (zaak 3433/ Cementbouw - Kalkzandsteenfabrieken).

17 Hoewel Haniel en de Europese Commissie van mening verschillen over het antwoord op de vraag of er vanaf 9

augustus 1999 sprake was van gezamenlijke zeggenschap van Cementbouw en Haniel over (de leden van) CVK of dat Cementbouw en Haniel geen zeggenschap hadden over (de leden van) CVK bestaat er geen discussie of twijfel over het feit dat ten gevolge van de onderhavige concentratie uitsluitende zeggenschap wordt verworven door Haniel over de Fabrieken.

18

(5)

cellenbeton, gips, staal en hout. Binnen deze geïdentificeerde productmarkten dient geen verdere onderverdeling gemaakt te worden naar afzonderlijke materialen, mogelijk met uitzondering van stortbeton, met name wanneer het voor de tunnelbouwmethode wordt gebruikt, aldus partijen. 21. In drie recente zaken19 is door de Europese Commissie uitvoerig onderzoek gedaan naar de productie en verkoop van kalkzandsteen in Nederland. Door de Europese Commissie is (markt)onderzoek gedaan waarbij onder meer vragen zijn gesteld omtrent het gebruik van en de vraag naar bouwmaterialen aan zowel de producenten als degenen die invloed hebben op de beslissing welke materialen worden gebruikt (zoals opdrachtgevers, architecten en aannemers). Op grond van dit onderzoek is geconcludeerd dat er (in Nederland) sprake is van een aparte markt voor bouwmaterialen voor constructieve wanden waarbij in het midden is gelaten of stortbeton, met name wanneer het voor de tunnelbouwmethode wordt gebruikt, tot deze markt moet worden gerekend of niet. Voorts heeft de Commissie een markt voor bouwmaterialen voor niet-constructieve wanden onderscheiden. Een en ander komt overeen met de uitkomsten van een eerder door de NMa gedaan onderzoek naar deze markten.20 In onderhavig geval wordt derhalve uitgegaan van een aparte markt voor bouwmaterialen voor constructieve wanden waarbij in het midden gelaten wordt of stortbeton, met name wanneer het voor de tunnelbouwmethode wordt gebruikt, tot deze markt moet worden gerekend of niet en van een markt voor bouwmaterialen voor niet-constructieve wanden.

Verticale relatie

22. Haniel is actief in de productie van zand en kalk.

23. In het besluit in zaak 2134/ Houdstermaatschappij Dekker B.V. – Janssen de Jong Productie B.V.21 is aangegeven dat er op het gebied van grondstoffen mogelijk onderscheid dient te worden gemaakt tussen beton- en metselzand, grind en overige grondstoffen (waaronder

wegenbouwmaterialen). Voor de onderhavige beoordeling kan in het midden blijven of er een aparte markt voor grondstoffen bestaat of dat deze grondstoffen gesegmenteerd dienen te worden in bijvoorbeeld (1) ophoogzand, (2) beton- en metselzand en (3) grind, aangezien de materiële beoordeling hierdoor niet wordt beïnvloed (zie de punten 36 en 37).

Rel evan t e geogr af isch e mar kt en

19Zie beschikking van de Europese Commissie in de zaak COMP/ M.2650 - Haniel/ Cementbouw/ JV, eerder aangehaald, beschikking van de Europese Commissie van 21 februari 2002 in de zaak COMP/ M.2495 - Haniel/ Fels en de beschikking van de Europese Commissie van 9 april 2002 in de zaak COMP/ M.2568 - Haniel/ Ytong.

20

Besluit van de NMa van 20 oktober 1998, zaak 124/ CVK Kalkzandsteen, punt 36 en besluit van de NMa van 20 juli 2001, zaak 2427/ NCD - Fernhout.

(6)

24. Partijen gaan er van uit dat zowel de markt voor bouwmaterialen voor constructieve wanden als de markt voor bouwmaterialen voor niet-constructieve wanden nationaal is.

25. In recente besluiten van de Europese Commissie zijn, net als in een eerder besluit van de NMa, de markten voor bouwmaterialen voor constructieve wanden en niet-constructieve wanden nationaal afgebakend.22 In onderhavig geval wordt derhalve van nationale markten voor

bouwmaterialen voor constructieve wanden en niet-constructieve wanden uitgegaan.

26. Voor de beoordeling van de gevolgen van de onderhavige concentratie op het gebied van grondstoffen kan in het midden blijven of dient te worden uitgegaan van regionale markten, een nationale markt of van een markt die ruimer is dan nationaal, aangezien de uiteindelijke beoordeling hierdoor niet wordt beïnvloed (zie de punten 36 en 37).23

B. GEVOLGEN VAN DE CONCENTRATIE

27. CVK is momenteel een economische eenheid die opereert als zelfstandige onderneming. Als gevolg van de concentratie (en het uitvoeren van de voorwaarden en verplichtingen verbonden aan de beschikking van de Europese Commissie24) verdwijnt CVK als grootste speler op zowel de markt voor bouwmaterialen voor constructieve wanden als de markt voor bouwmaterialen voor niet-constructieve wanden. CVK zal worden ontbonden. De kalkzandsteenfabrieken van CVK worden door Cementbouw respectievelijk Haniel verworven. Ten gevolge van de onderhavige concentratie en de gemelde concentratie zaak 3433/ Cementbouw – Kalkzandsteenfabrieken wordt/ worden de (capaciteit van de) kalkzandsteenfabrieken van CVK ondergebracht bij twee los van elkaar opererende ondernemingen. Haniel en Cementbouw zullen na de concentratie als volwaardige concurrenten op de markt opereren. De klanten en/ of orders van CVK zullen bij de ontbinding van CVK niet worden verdeeld. Het is derhalve niet te voorspellen welke klanten en/ of opdrachten Haniel en Cementbouw zullen binnenhalen. De afzonderlijke marktaandelen die Haniel en Cementbouw na de concentratie afzonderlijk op de nationale markten voor

bouwmaterialen voor constructieve wanden respectievelijk die voor niet-constructieve wanden zullen behalen, zijn derhalve moeilijk voorspelbaar.25

- Bouwmaterialen voor constructieve wanden

22Zie beschikking van de Europese Commissie in de zaak COMP/ M.2650 - Haniel/ Cementbouw/ JV, eerder aangehaald, beschikking van de Europese Commissie in de zaak COMP/ M.2495 - Haniel/ Fels, eerder aangehaald, en de beschikking van de Europese Commissie van 9 april 2002 in de zaak COMP/ M.2568 - Haniel/ Ytong, eerder aangehaald.

23 Zie ook het besluit in zaak 2134/ Houdstermaatschappij Dekker B.V. - Janssen de Jong Productie B.V., reeds aangehaald,

punt 20.

24 Zie COMP/ M.2650 - Haniel/ Cementbouw/ JV, eerder aangehaald.

(7)

28. Indien gekeken wordt naar een markt voor constructieve wanden (inclusief stortbeton) blijkt uit het recente onderzoek van de Europese Commissie dat CVK in 2000 in Nederland een marktaandeel had van [50-60]%. Haniel beschikte - los van CVK - over een aandeel van circa [0-10]% in 2000 in Nederland.

29. Indien gekeken wordt naar een markt voor constructieve wanden waarbij stortbeton geheel of gedeeltelijk26 buiten beschouwing wordt gelaten, blijkt uit het recente onderzoek van de Europese Commissie dat CVK in 2000 een marktaandeel van [60-70]% respectievelijk [50-60]% had. Haniel zelf beschikte - wanneer CVK buiten beschouwing wordt gelaten - over een

marktaandeel van circa [0-10]% in Nederland in 2000.

30. Stel het eerdere marktaandeel van CVK zou voor 50% aan Cementbouw en voor 50% aan Haniel toevallen. Indien op deze wijze zou worden toegerekend - zoals partijen voorstellen - dan zou Haniel na de onderhavige concentratie beschikken over een marktaandeel van circa [30-40]% op een markt voor bouwmaterialen voor constructieve wanden (inclusief stortbeton) en circa [30-40]% als stortbeton geheel of gedeeltelijk buiten beschouwing wordt gelaten.

31. De andere grote concurrent op deze markt zal Cementbouw zijn die, indien het marktaandeel van CVK voor 50% aan Cementbouw wordt toegerekend, zal beschikken over marktaandelen van [30-40]% op een markt voor bouwmaterialen voor constructieve wanden (inclusief stortbeton) en circa [30-40]% indien stortbeton geheel of gedeeltelijk buiten beschouwing wordt gelaten.

32. De andere kleinere concurrenten die actief zijn op deze markt zijn Mebin en NCD (beide stortbeton), Hanson (Pioneer) (bakstenen en stortbeton), Wienerberger en CRH (bakstenen) en Oudenallen (prefab beton) met marktaandelen van kleiner dan 5%27.

33. Met de Europese Commissie, die beoordeeld heeft wat de gevolgen zijn voor de Nederlandse markt voor bouwstoffen voor constructieve wanden van de uitvoering van de door haar goedgekeurde verbintenissen, kan worden aangenomen dat het niet te verwachten is dat ten gevolge van de onderhavige concentratie een individuele machtspositie zal ontstaan of worden versterkt. Hierbij kan op de volgende factoren worden gewezen. Na de concentratie zullen Cementbouw en Haniel opereren als volwaardige concurrenten die beide beschikken over kalkzandsteenfabrieken. De klanten van de huidige CVK-leden zijn niet aan hetzij Haniel hetzij Cementbouw toegewezen; Cementbouw en Haniel dienen deze in concurrentie te verwerven. Er zijn op voorhand geen indicaties dat het marktaandeel van CVK overwegend aan ofwel Haniel ofwel Cementbouw zal toevallen.

26

Zonder stortbeton respectievelijk zonder stortbeton voor de tunnelbouwmethode.

(8)

34. Na onderzoek van de Europese Commissie heeft zij geconstateerd dat het ontstaan van een collectieve economische machtspositie op een Nederlandse markt voor bouwmaterialen voor constructieve wanden niet is te verwachten ten gevolge van de onderhavige concentratie, in samenhang met de gemelde concentratie in zaak 3433/ Cementbouw – Kalkzandsteenfabrieken. Haniel is op het gebied van bouwmaterialen hoofdzakelijk actief in Duitsland en is sinds de jaren negentig pas toegetreden tot de Nederlandse markt door het verwerven van verschillende kalkzandsteenfabrieken. Met de recente verwerving van Fels28 en de thans mogelijke verwerving van Ytong Nederland29 die beide cellenbeton produceren, heeft Haniel haar productaanbod op de Nederlandse markt vergroot met een belangrijk product.30 Cementbouw daarentegen is op de Nederlandse markt al lang actief met stortbeton en prefab beton. Verder is Cementbouw een verticaal geïntegreerd bedrijf dat ook actief is op het gebied van de groot- en detailhandel in bouwmaterialen zoals kalkzandsteen. Dit wijst er op dat na het wegvallen van de

verkooporganisatie CVK de aanwezigheid van een verschil in belangen van Haniel en

Cementbouw op de Nederlandse markt - ook met het oog op de geografische spreiding van de kalkzandsteenfabrieken van Haniel en Cementbouw - een collectieve economische machtspositie onwaarschijnlijk maakt.

- Bouwmaterialen voor niet-constructieve wanden

35. Volgens partijen heeft CVK een marktaandeel van [20-30]% op deze markt. Haniel beschikt - wanneer CVK buiten beschouwing wordt gelaten - over een aandeel van circa [20-30]% (inclusief de thans mogelijk te verwerven Ytong Nederland B.V.) op dit gebied. 31

36. Stel het eerdere marktaandeel van CVK zou voor 50% aan Cementbouw en voor 50% aan Haniel toevallen. Indien op deze wijze zou worden toegerekend - zoals partijen voorstellen - dan zou Haniel na de onderhavige concentratie beschikken over een marktaandeel van circa [30-40]% op een markt voor bouwmaterialen voor niet-constructieve wanden.

37. De andere concurrenten die actief zijn op deze markt zijn GIBO 15%), Lafarge (10-15%), Gyproc (5-10%) en Knauf (alle gipsplaten/ -delen) en Wienerberger, Hanson en CRH (alle bakstenen) met marktaandelen van kleiner dan 15%. Cementbouw zal ten gevolge van de

ontbinding van CVK toetreden tot de markt voor bouwmaterialen voor niet-constructieve wanden.

28Zie beschikking van de Europese Commissie in de zaak COMP/ M.2495 - Haniel/ Fels, eerder aangehaald. 29

Zie beschikking van de Europese Commissie van 9 april 2002 in de zaak COMP/ M.2568 - Haniel/ Ytong, eerder aangehaald.

30

(9)

38. Bij het beoordelen van de gevolgen van de verwerving van Ytong Nederland B.V. door Haniel heeft de Europese Commissie recent uitvoerig onderzoek gedaan naar de positie van Haniel op de markt voor bouwmaterialen voor niet-constructieve wanden. De Europese Commissie heeft geconstateerd dat het ontstaan van een (individuele) economische

machtspositie op een Nederlandse markt voor bouwmaterialen voor niet-constructieve wanden door de verwerving van Ytong Nederland B.V. niet is te verwachten. Hierbij heeft zij het

marktaandeel van CVK voor 100% aan Haniel toegerekend. Op dat moment was een ontbinding van CVK niet aan de orde. 32

39. Bij de voorgenomen ontbinding van CVK wordt thans ten gevolge van de onderhavige concentratie, in samenhang met de gemelde concentratie in zaak 3433/ Cementbouw –

Kalkzandsteenfabrieken, de (capaciteit van de) kalkzandsteenfabrieken van CVK ondergebracht bij twee los van elkaar opererende ondernemingen die de klanten van CVK in concurrentie zullen moeten verwerven. Er zijn op voorhand geen indicaties dat het marktaandeel van CVK

overwegend aan ofwel Haniel ofwel Cementbouw zal toevallen. Gelet hierop en op de conclusies die de Europese Commissie eerder heeft getrokken in een situatie waarbij CVK nog als één onderneming opereerde, kan met de Europese Commissie worden aangenomen dat het niet te verwachten is dat ten gevolge van de onderhavige concentratie een individuele machtspositie op een Nederlandse markt voor bouwmaterialen voor niet-constructieve wanden zal ontstaan of worden versterkt.

- verticale relatie

40. Op het gebied van de levering van grondstoffen geldt dat niet aannemelijk is dat ten gevolge van de concentratie een marktafsluitend effect optreedt. De producenten en/ of

handelaren van grondstoffen als zand en/ of kalk hebben immers na de concentratie in plaats van één, twee kalkzandsteenproducenten die hun producten zouden kunnen afnemen.

VI. NEVENRESTRICTIES

41. Op grond van artikel 16.1 van de ontbindingsovereenkomst zullen Cementbouw en Haniel elkaar gedurende een periode van 3 jaar IT-ondersteuning en andere technische diensten blijven leveren. Gezien de structurele verbanden tussen partijen die gedurende vele jaren hebben bestaan, is het volgens partijen voor de continuïteit van de Fabrieken noodzakelijk dat zij kunnen beschikken over IT- en andere technische diensten die vóór de ontvlechting van CVK werden verricht door Haniel of CVK.

42. Artikel 16.1 van de ontbindingsovereenkomst als bedoeld in punt 41 houdt rechtstreeks verband met en is noodzakelijk voor de beëindiging van de pooling-overeenkomst en de

32 Zie

(10)

ontbinding van CVK, voor zover het uitsluitend betrekking heeft op IT-ondersteuning op het gebied van onderhoud of het oplossen van storingen van bepaalde type machines.33 Het aanmerken van het hierboven omschreven artikel 16 als nevenrestrictie is slechts mogelijk voor een periode die noodzakelijk is om de afhankelijkheidsrelatie ordelijk te beëindigen. Aangezien het in casu geen complexe industriële, maar snel ontwikkelende diensten betreft, is niet aannemelijk geworden dat een overgangsperiode van drie in plaats van twee jaar gerechtvaardigd moet worden geacht.

43. Op grond van artikel 13 van de ontbindingsovereenkomst zullen de know-how en de intellectuele eigendomsrechten die momenteel worden gehouden en gebruikt door CVK en de kalkzandsteenfabrieken in het kader van de pooling-overeenkomst worden overgedragen aan RCK, thans onderdeel van de Vereniging van Nederlandse Kalkzandsteenproducenten (VNK). RCK zal deze know-how en intellectuele eigendomsrechten onderhouden en ervoor zorg dragen dat deze rechten gratis beschikbaar worden gemaakt aan de Fabrieken. Artikel 14 bevat voor specifieke merkrechten nadere uitwerking van het basisprincipe dat RCK de intellectuele eigendomsrechten in het kader van de pooling-overeenkomst beschikbaar maakt. Artikel 17 bevat een uitwerking van dit basisprincipe ten aanzien van specifieke octrooirechten. De mogelijkheid voor RCK om know-how en intellectuele eigendomsrechten die gebruikt zijn in het kader van de poolingovereenkomst beschikbaar te maken aan de Fabrieken, zoals neergelegd in de artikelen 13, 14 en 17 van de ontbindingsovereenkomst is volgens partijen noodzakelijk om de continuïteit van de Fabrieken te waarborgen.

44. De artikelen 13, 14 en 17 van de ontbindingsovereenkomst als beschreven in punt 43 houden rechtstreeks verband met en zijn noodzakelijk voor de beëindiging van de pooling-overeenkomst en de ontbinding van CVK, voor zover zij betrekking hebben op know-how en intellectuele eigendomsrechten inclusief merk- en octrooirechten die gehouden en gebruikt werden door de huidige CVK-leden in het kader van de poolingovereenkomst tot het moment van beëindiging van de poolingovereenkomst en de ontbinding van CVK.34 Dit voor zover bedoelde rechten uitsluitend betrekking hebben op reeds bij de ontbinding van CVK aanwezige know-how en uitsluitend beschikbaar worden gemaakt aan de huidige leden van CVK.

VII. CONCLUSIE

45. Na onderzoek van deze melding is de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot de conclusie gekomen dat de gemelde operatie binnen de

33 Een en ander vanzelfsprekend met inachtneming van hetgeen bepaald is in randnummer 28 van de voorwaarden en

verplichtingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de beschikking van de Europese Commissie inzake COMP/ M.2650

-Haniel/ Cementbouw/ JV, eerder aangehaald.

34

(11)

werkingssfeer valt van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht. Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd.

46. Gelet op het bovenstaande deelt de directeur-generaal van de Nederlandse

Mededingingsautoriteit mede dat voor het tot stand brengen van de concentratie waarop de melding betrekking heeft geen vergunning is vereist.

47. Gelet op de punten 41 tot en met 44 is de directeur-generaal van oordeel dat, voor zover de in de punten 41 en 43 omschreven clausules overeenkomsten vormen als bedoeld in artikel 6 van de Mededingingswet, dat artikel ingevolge artikel 10 van de Mededingingswet, niet geldt voor deze overeenkomsten, met inachtneming van hetgeen is overwogen in de punten 42 en 44. Datum: 24 april 2003

De directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, voor deze:

W.g. Mr. J. Schönau

Directeur Concentratiecontrole

Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na de dag van bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd beroepsschrift indienen bij de

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Zoals reeds in punt 13 is aangegeven, overlappen de activiteiten van partijen indien de markt voor IT-dienstverlening nader wordt onderscheiden naar competitive service categories,

Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een

uitgaande van de kleinste geschatte marktomvang voor 2002 van circa EUR 275 miljoen behalen de winkels Boerenbond/ Welkoop inclusief de eigen filialen en de door franchisenemers

Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een

Ook de markt voor platformen ten behoeve van de handel in certificaten die strekken tot bewijs van de opwekking van groene stroom zou volgens partijen vooralsnog nationaal zijn,

Op 28 april 2003 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van

Op 4 april 2003 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van

Na onderzoek van de Europese Commissie heeft zij geconstateerd dat het ontstaan van een collectieve economische machtspositie op een Nederlandse markt voor bouwmaterialen