• No results found

BESLUITBesluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld inartikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "BESLUITBesluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld inartikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet."

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

BESLUIT

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Nummer 2535/ 5

Betreft zaak: 2535/ Veneka - CIB

I. MELDING

1. Op 11 juni 2001 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de Mededingingswet. Hierin is medegedeeld dat Veneka B.V. en het Nieuwe Centraal Inkoop Bureau CIB B.V. voornemens zijn te fuseren, in de zin van artikel 27, onder a, van de Mededingingswet. Van de melding is mededeling gedaan in Staatscourant 112 van donderdag 14 juni 2001. Naar aanleiding van de mededeling in de Staatscourant zijn geen zienswijzen van derden naar voren gebracht.

II. PARTIJEN

2. Veneka B.V. (hierna: Veneka) is een besloten vennootschap naar Nederlands recht. Zij heeft een dochteronderneming, te weten Veneka International B.V. Veneka is een in- en verkooporganisatie van kantoorartikelen voor zelfstandige lokaal en regionaal opererende kantoorvakhandelaren voor zowel de zakelijke als de particuliere markt. Bij Veneka waren per 1 januari 2001 180 bedrijven aangesloten. Deze aangesloten bedrijven zijn tevens de

aandeelhouders van Veneka. Veneka is voorts nog franchisegever van de formule ‘All Office’. Per 1 januari 2001 maakten 19 van de 180 bij haar aangesloten ondernemingen gebruik van deze franchiseformule.

(2)

III. DE GEMELDE OPERATIE

4. De gemelde operatie berust op een door partijen overgelegd ‘concept-Voorstel tot Fusie’ d.d. 5 juni 2001 en behelst een juridische fusie tussen de nieuw op te richten vennootschap CIB/ Veneka B.V. (hierna: CIB/ Veneka) als verkrijgende vennootschap, en Veneka en CIB als verdwijnende vennootschappen. CIB/ Veneka zal een 100%-dochtermaatschappij worden van de eveneens nieuw op te richten vennootschap CIB/ Veneka Holding B.V. (hierna: CIB/ Veneka Holding). De huidige aandeelhouders van Veneka en CIB zullen ter gelegenheid van deze fusie aandeelhouder worden van CIB/ Veneka Holding.

5. Partijen hebben aangegeven dat het de bedoeling is dat de aandelen van CIB/ Veneka Holding in de toekomst voor 100% zullen worden gehouden door een nieuw op te richten coöperatie Coöperatieve CIB/ Veneka U.A. (hierna: Coöperatieve CIB/ Veneka). Partijen hebben hiertoe ‘ontwerp-Statuten van een coöperatie’ d.d. 5 juni 2001 overlegd. De aandeelhouders van CIB/ Veneka Holding verkrijgen bij overdracht van hun aandelen, een aandeel in het ledenkapitaal van de Coöperatieve CIB/ Veneka.

IV. TOEPASSELIJKHEID VAN HET CONCENTRATIETOEZICHT

6. De gemelde operatie is een concentratie in de zin van artikel 27, onder a, van de Mededingingswet. De hierboven, onder punt 4, omschreven transactie leidt er toe dat Veneka en CIB fuseren.

7. Betrokken ondernemingen zijn Veneka en CIB.

8. Uit de bij de melding ter beschikking gestelde omzetgegevens blijkt dat de gemelde concentratie binnen de werkingssfeer van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht valt.

V. BEOORDELING

A. RELEVANTE MARKTEN Rel evan t e pr oduct mar kt en Opvatting van partijen

9. Partijen geven aan dat zowel Veneka als CIB hoofdzakelijk werkzaam zijn op de markt voor inkoop van kantoorproducten en op de markt voor verkoop en distributie van

kantoorbenodigdheden. De inkoop geschiedt ten behoeve van de bij hen aangesloten

(3)

concentratie alleen de inkoopmarkt voor kantoorproducten, en de markt voor verkoop en distributie van kantoorbenodigdheden zal worden beïnvloed.

10. Partijen stellen dat gelet op de positie van de betrokken ondernemingen op de betreffende markten, zowel binnen de inkoopmarkt voor kantoorproducten als binnen de markt voor de verkoop en distributie van kantoorbenodigdheden, een nadere onderverdeling in eventuele deelmarkten achterwege kan blijven, aangezien de materiële beoordeling van de voorgenomen concentratie hierdoor niet verandert.

11. Partijen wijzen op een mogelijke onderverdeling van de markt voor de verkoop van kantoorbenodigdheden. Uit een persbericht behorende bij de beschikking van de Europese Commissie in zaak COMP/ M.2286-Buhrmann/ Samas Office Supplies1 leiden partijen af dat op de

markt voor de verkoop van kantoorbenodigdheden mogelijk een onderscheid kan worden gemaakt tussen grote en kleine afnemers. Volgens Veneka en CIB wordt circa 80% van de bedrijven met meer dan 200 werknemers bevoorraad door ‘contract stationers’ als Corporate Express, Ahrend, de nieuwe combinatie Buhrmann/ Samas, Office Depot en in mindere mate Lyreco en Guilbert.

12. Een andere mogelijke onderverdeling van de markt voor de verkoop en distributie van kantoorbenodigdheden die partijen hebben aangedragen betreft een onderverdeling tussen de zakelijke markt en de particuliere markt. De zakelijke markt zou overigens nader kunnen worden gesegmenteerd in grote en kleine afnemers, aldus partijen.

13. Een derde mogelijke onderverdeling waar partijen op wijzen heeft betrekking op het onderscheid tussen groothandel en detailhandel. Partijen hebben aangegeven dat zij hun producten niet verkopen aan eindgebruikers maar uitsluitend aan kantoorvakhandelaren.

Laatstgenoemden zorgen voor de verkoop aan eindgebruikers. Partijen zijn echter van mening dat een dergelijke onderverdeling niet juist is aangezien fabrikanten en met name ook de grotere contract stationers in veel gevallen ook rechtstreeks zaken doen met kantoorvakhandelaren en met eindgebruikers. Er is een aanzienlijke mate van overlap tussen de beide ‘leveringsvormen’ waarbij de kantoorvakhandelaren inkopen via verschillende kanalen zodat een onderscheid naar het oordeel van partijen niet valt te maken.

1 Beschikking van de Europese Commissie van 11 april 2001. De tekst van de beschikking was op het moment van de

(4)

Beoordeling

a. Inkoop van kantoorproducten

14. Veneka en CIB zijn actief op het gebied van de inkoop van kantoorproducten2. Voor de

onderhavige zaak kan in het midden blijven of er één markt voor inkoop van kantoorproducten moet worden onderscheiden, waarop partijen optreden als vragers, of dat er een afzonderlijke markt voor inkoop van kantoormeubilair en een afzonderlijke markt voor inkoop van

kantoorbenodigdheden is, omdat de materiële beoordeling hierdoor niet wordt beïnvloed (zie punt 21).3

b. Verkoop van kantoormeubilair en kantoorbenodigdheden

15. In een eerder besluit4 is uitgegaan van aparte markten voor de verkoop van

kantoormeubilair en voor de verkoop van kantoorbenodigdheden binnen de ruimere markt voor de verkoop van kantoorproducten. Tevens is in dit besluit overwogen of op het gebied van de verkoop van kantoormeubilair een nader onderscheid gemaakt dient te worden tussen de volgende vormen van levering: (i) direct supply, (ii) dealers, en (iii) cash & carry. Op het gebied van de verkoop van kantoorbenodigdheden is overwogen of een nader onderscheid gemaakt dient te worden tussen de volgende vormen van levering: (i) contract stationer,5 (ii) specialist stationer, (iii)

direct mail, en (iv) super stores.6

16. In het onderhavige geval kan in het midden blijven of de markt voor verkoop van

kantoormeubilair en een markt voor verkoop van kantoorbenodigdheden aparte markten zijn (zie punt 22). Tevens kan in het midden blijven of deze markten nader onderverdeeld dienen te worden, aangezien de uiteindelijke beoordeling hierdoor niet wordt beïnvloed (zie de punten 24 tot en met 26).

2De term kantoorproducten wordt gebruikt als verzamelnaam voor de begrippen kantoormeubilair en

kantoorbenodigdheden. Onder kantoormeubilair wordt o.a. verstaan: bureaus, kantoorstoelen en kasten. Onder kantoorbenodigdheden worden o.a. verstaan: pennen, markeerstiften, paperclips, dossiermappen, ordners, nietmachines, bindmachines, computerverbruiksartikelen, computeraccesoires, et cetera.

3 Vergelijk het besluit van 7 december 2000 in zaak 2176/ Ahrend - Samas, punt 18. 4 Zaak 2176/ Ahrend – Samas, reeds aangehaald, punt 16.

5Contract stationers zijn leveranciers van kantoorbenodigdheden die hun klanten leveren op basis van een contract

waarbij de klant bestellingen mag plaatsen op ieder gewenst moment. Hoewel ook kleinere leveranciers hun diensten op deze manier aanbieden, wordt de term contract stationers met name gebruikt om grote leveranciers van

kantoorbenodigdheden te omschrijven. Deze grote leveranciers betrekken de kantoorbenodigdheden meestal direct van de producent en leveren aan grote en middelgrote ondernemingen en aan de publieke sector.

(5)

Rel evan t e geogr af isch e mar kt en Opvatting van partijen

17. Partijen zijn van mening dat de geografische afbakening van de inkoopmarkt voor kantoorproducten als Europees of ruimer dan Europees kan worden gekenschetst.

18. Ten aanzien van de markt voor de verkoop en distributie van kantoorbenodigdheden hebben partijen gesteld dat deze geografisch is beperkt tot Nederland.

Beoordeling

a. Inkoop van kantoorproducten

19. In de onderhavige zaak kan, evenals in het eerdere besluit in zaak 2176/ Ahrend - Samas, in het midden blijven of de markt(en) voor inkoop van kantoorproducten Europees of ruimer dan Europees is/ zijn, omdat de materiële beoordeling hierdoor niet wordt beïnvloed (zie punt 21). b. Verkoop van kantoormeubilair en kantoorbenodigdheden

20. Evenals in een eerder besluit zal in het onderhavige geval worden uitgegaan van nationale markten voor de verkoop van kantoormeubilair en de verkoop van kantoorbenodigdheden.7

B. GEVOLGEN VAN DE CONCENTRATIE

a. Inkoop van kantoorproducten

21. Partijen geven aan dat zij geen schatting kunnen maken van de omvang van de Europese inkoopmarkt voor kantoorproducten. In het besluit 2176/ Ahrend - Samas8 is de omzetwaarde van

het Europese aanbod van kantoorproducten door de toenmalige partijen geschat op ten minste NLG 70 miljard. Uitgaande van de gezamenlijke omzet van Veneka en CIB zou hun gezamenlijke marktaandeel op de Europese markt voor inkoop van kantoorproducten lager zijn dan 1%. Uitgaande van een markt voor inkoop van kantoorproducten die ruimer is dan Europa zou dit marktaandeel nog lager zijn. Er is geen aanleiding om te veronderstellen dat dit beeld wezenlijk wijzigt als uitgegaan wordt van een afzonderlijke markt voor inkoop van kantoormeubilair en een afzonderlijke markt voor inkoop van kantoorbenodigdheden.

(6)

b. Verkoop van kantoormeubilair en kantoorbenodigdheden

22. Aangezien partijen nagenoeg niet actief zijn op het gebied van de verkoop van kantoormeubilair zal bij de beoordeling alleen worden ingegaan op de (deel)markt voor de verkoop van kantoorbenodigdheden waarop partijen actief zijn door het leveren aan kantoorvakhandelaren.

23. In zaak 2176/ Ahrend-Samas is de totale Nederlandse markt voor verkoop van kantoorbenodigdheden aan zakelijke klanten geschat op NLG 4,4 miljard, inclusief faxen, kopieerapparaten e.d., en op NLG 2,8 miljard exclusief faxen, kopieerapparaten e.d.9 Deze cijfers

zijn gebaseerd op een onderzoek van Heliview uit 200010. Partijen geven aan dat indien van de

totale markt (zakelijke én particuliere klanten) wordt uitgegaan, derhalve ook rekening gehouden moet worden met de verkoop van kantoorartikelen aan particulieren. Partijen schatten de omvang van de (deel)markt voor de verkoop van kantoorbenodigdheden aan particulieren in 2000 op circa NLG 800 miljoen.11 De totale omvang van de verkoop aan bedrijven én particulieren wordt door

partijen dus geschat op minstens NLG 3,6 miljard.

24. Indien wordt uitgegaan van een nationale markt voor de verkoop van

kantoorbenodigdheden aan bedrijven en particulieren, behalen partijen een gezamenlijk marktaandeel van 7,5%. Zowel indien wordt uitgegaan van een nationale markt voor de verkoop van kantoorbenodigdheden aan bedrijven, als van een aparte markt voor de verkoop aan particulieren afzonderlijk, behalen partijen marktaandelen van minder dan 10%, ongeacht of wordt uitgegaan van een totale marktomvang van NLG 4,4 miljard of NLG 2,8 miljard voor levering aan zakelijke klanten.

25. De bij Veneka en CIB aangesloten ondernemingen richten zich met name op de kleinere bedrijven. Uit het door partijen overgelegde rapport van Heliview12 blijkt dat ca. 70% van de totale

markt in 1997 kon worden toegerekend aan ondernemingen met 1 tot 20 werknemers. Tellen ook ondernemingen mee met 20-50 werknemers, dan is dit 80%. Gesteld dat deze percentages nog steeds representatief zijn dan behalen partijen, indien wordt gekeken naar de verkopen aan kleine zakelijke klanten, een gezamenlijk marktaandeel van minder dan 15%.

9 Partijen hebben aangegeven ook eenvoudige kantoorapparaten zoals faxen en bureaukopieerapparaten te verkopen.

10OfficeMonitor 2000 / ingedeeld naar branches en werknemersklasse, Heliview Marketingservice B.V., Breda, oktober

2000.

11Deze schatting is gebaseerd op het rapport “ Brancheschets De kantoorvakhandel” door EIM, april 1999. Het EIM schat

de omzet van de bestedingen aan kantoorartikelen via de kantoorvakhandel in 1997 op NLG 1,3 miljard, waarvan circa 50% is toe te schrijven aan de verkoop van kantoorbenodigdheden.

12

(7)

26. Aangezien de kantoorvakhandelaren die zijn aangesloten bij partijen zich met name richten op de kleinere zakelijke afnemers en aangezien partijen primair actief zijn als in- en verkooprganisatie - en derhalve slechts in zeer beperkt activiteiten uitoefenen ten aanzien van de mogelijk te onderscheiden markten als genoemd in punt 15 - is het onwaarschijnlijk dat partijen op andere (deel)markten binnen de markt voor de verkoop en distributie van

kantoorbenodigdheden een gezamenlijk marktaandeel behalen dat substantieel hoger is dan de in punt 25 genoemde marktaandelen. Partijen noemen, naast de grote spelers op het gebied van kantoorbenodigdheden zoals Buhrmann, Ahrend en Viking Direct tevens een aantal concurrenten dat zich richt op hetzelfde marktsegment als partijen, te weten Despec, Intercambio en

Timmermans-Lammers. Conclusie

27. Gelet op de bovenstaande argumenten is er geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie op de markt voor inkoop van kantoorproducten of op de markt(en) voor kantoorbenodigdheden een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd.

VII. CONCLUSIE

28. Na onderzoek van deze melding is de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot de conclusie gekomen dat de gemelde operatie binnen de

werkingssfeer valt van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht. Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd.

29. Gelet op het bovenstaande deelt de directeur-generaal van de Nederlandse

mededingingsautoriteit mede dat voor het tot stand brengen van de concentratie waarop de melding betrekking heeft geen vergunning is vereist.

Datum: 6 juli 2001

(8)

Mr. W.C.J. de Lange

Wnd. hoofd Concentratiecontrole

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een

uitgaande van de kleinste geschatte marktomvang voor 2002 van circa EUR 275 miljoen behalen de winkels Boerenbond/ Welkoop inclusief de eigen filialen en de door franchisenemers

Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een

Ook de markt voor platformen ten behoeve van de handel in certificaten die strekken tot bewijs van de opwekking van groene stroom zou volgens partijen vooralsnog nationaal zijn,

Op 28 april 2003 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van

Op 4 april 2003 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van

Na onderzoek van de Europese Commissie heeft zij geconstateerd dat het ontstaan van een collectieve economische machtspositie op een Nederlandse markt voor bouwmaterialen

Na onderzoek van de Europese Commissie heeft zij geconstateerd dat het ontstaan van een collectieve economische machtspositie op een Nederlandse markt voor bouwmaterialen