• No results found

Veiligheidsmonitor Asten 2009

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Veiligheidsmonitor Asten 2009"

Copied!
56
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

VEILIGHEIDSMONITOR

ASTEN 2009

(2)

Opdrachtgever: Gemeente Asten Opdrachtnemer: Gemeente Helmond,

Afdeling Onderzoek en Statistiek

Datum : mei 2010

(3)

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave ... 1

Samenvatting en conclusies... 3

1. Inleiding ... 7

1.1. Achtergrond en aanleiding... 7

1.2. Onderzoeksopzet en –methodiek ... 7

1.3. Leeswijzer ... 7

1.4. Kenschets gebieden ... 8

2. Resultaten binnen de gemeente ... 9

2.1. Algemene mening bevolking over hun buurt ... 9

2.2. Leefbare woonomgeving: sociale en fysieke kwaliteit ... 11

2.2.1. Sociale kwaliteit... 11

2.2.2. Fysieke kwaliteit ... 14

2.3. Veilige woon- en leefomgeving... 17

2.3.1. Onveiligheidsgevoelens ... 17

2.3.2. Geweld/dreiging op straat ... 19

2.3.3. Woninginbraak ... 22

2.3.4. Voertuigcriminaliteit ... 24

2.3.5. Verkeersoverlast ... 25

2.3.6. Alcohol- en drugsoverlast... 26

2.3.7. Overige veel voorkomende vormen van criminaliteit ... 27

2.3.8. Bedrijvigheid en veiligheid... 29

2.3.9. Jeugd en veiligheid ... 30

2.3.9.1. Voorzieningen voor jongeren ... 30

2.3.9.2. Overlast en criminaliteit door jongeren ... 30

2.4 Grootste buurtprobleem ... 33

2.5. Functioneren overheidsinstanties in kader van een leefbare en veilige woonomgeving ... 34

2.5.1. Functioneren politie ... 34

2.5.2. Functioneren gemeente ... 35

2.6. Totaalplaatje per wijk ... 37

2.6.1. Heusden ... 37

2.5.2. Ommel... 38

2.6.3. Asten-Zuid ... 39

2.6.4. Asten-West... 40

2.6.5. Asten-Noord ... 41

2.5.6. Asten-Oost ... 42

3. Relatieve positie gemeente in regio ... 43

3.1. Inleiding... 43

3.2. Kenschets 8 gemeenten ... 43

3.3. Algemene mening bevolking over buurt ... 44

3.4. Leefbare woonomgeving: sociale en fysieke kwaliteit ... 45

3.4.1. Sociale kwaliteit... 45

3.4.2. Fysieke kwaliteit ... 46

3.5. Veilige woonomgeving ... 47

3.5.1. Onveiligheidsgevoelens ... 47

3.5.2. Dreiging en geweld op straat ... 47

3.5.3. Woninginbraak ... 48

3.5.4. Voertuigcriminaliteit ... 48

3.5.5. Verkeersoverlast ... 49

3.5.6. Alcohol- en drugsoverlast... 50

(4)

3.5.7. Jeugd en veiligheid ... 51 3.5.8. Functioneren van politie en gemeente ... 51 BIJLAGE : Achtergrondinformatie over de veiligheidsmonitor en politieregistratie ... 53

(5)

Samenvatting en conclusies

Gemeenten, provincie Noord-Brabant en de politiekorpsen hebben in 2009 de handen ineengeslagen om op gemeentelijk niveau mee te kunnen doen aan de landelijke Veiligheidsmonitor. Uiteindelijk is deze in 50 van de 68 Brabantse gemeenten uitgevoerd, ook in Asten. In het najaar 2009 hebben 597 inwoners meegedaan aan een enquête over leefbaarheid en veiligheid in hun gemeente en buurt. In deze rapportage zijn de resultaten opgenomen. Om het beeld completer te maken, zijn de enquêtere- sultaten aangevuld met cijfers over aangifte of meldingen van overlast en incidenten bij de Politie Zuidoost-Brabant.

In deze nota worden de resultaten, zowel op gemeentelijk als op wijkniveau weergegeven en wordt de relatieve positie van de gemeente op hoofdlijnen in beeld gebracht. In verband met een gewijzigde methodiek van enquêtering en ook andere vraagstelling is een vergelijking met de vorige onderzoeken (uit 2005 en 2007) beperkt mogelijk. In deze samenvatting wordt een overzicht gegeven van de kern- indicatoren op gemeentelijk en op wijk-/kernenniveau.

OVERZICHT KERNINDICATOREN OP GEMEENTENIVEAU

In het volgend overzicht zijn de kernindicatoren weergegeven met de cijfers van Asten, van de regio Zuidoost-Brabant en van de subregio waartoe Asten hier wordt gerekend. Deze subregio bestaat uit de gemeenten die in het zuidelijke en oostelijke deel van de regio Zuidoost-Brabant liggen, te weten Asten, Deurne, Gemert-Bakel, Laarbeek, Someren, Cranendonck, Heeze-Leende en Eersel. De twee andere gemeenten in het zuiden van de regio vallen hier buiten: Bergeijk heeft niet meegedaan aan het onderzoek en Valkenswaard wordt hier niet bij de landelijke gemeenten gerekend, maar bij de gemeenten van de agglomeratie Eindhoven.

Veilige woon- en leefomgeving in Asten, de subregio en Zuidoost-Brabant

Asten Sub-

regio

Z-O- Brabant

Rapportcijfer woonomgeving 7,6 7,6 7,5

Rapportcijfer leefbaarheid 7,6 7,5 7,4

Algemeen

Rapportcijfer veiligheid 7,2 7,1 6,9

Schaalscore sociale cohesie (schaal 0=slecht tot 10=uitmuntend) 6,9 6,9 6,4 Schaalscore sociale overlast (0=uitmuntend tot 10=zeer slecht) 1,1 1,2 1,5 Sociale samen-

hang/ overlast

tussen bewoners Schaalscore overige overlast (0=uitmuntend tot 10=zeer slecht) 1,0 1,1 1,3 Schaalscore verloedering fysieke woonomgeving (0=uitmuntend tot

10=zeer slecht) 2,1 2,6 3,2

Fysieke kwaliteit woonomgeving

Vernieling cq. zaakbeschadiging (per 1.000 inwoners) 12,1 11,9 14,7 Onveiligheidsge-

voelens

Onveilig voelen in eigen buurt (% ) 8,0 12,6 17,7

Schaalscore bedreiging (0=uitmuntend tot 10=zeer slecht) 0,6 0,7 1,0 Geweld/Dreiging

op straat Geweld, mishandeling, zakkenrollerij met geweld+straatroof

(per 1.000 inwoners) 3,7 3,6 6,0

Inbraak in woningen komt vaak voor (%) 3,0 4,0 8,2

Woninginbraak

Diefstal/inbraak woning (per 1.000 woningen) 6,2 9,0 16,1

Fietsendiefstal komt vaak voor (%) 4,0 4,0 9,7

Voertuigcriminali-

teit (fiets) Fietsendiefstal (diefstal van brom-, snor-, fietsen) (per 1.000 inwoners) 5,6 6,0 10,9 Beschadiging of vernieling aan auto's en diefstal: komt vaak voor (%) 4,0 7,0 10,7

Diefstal UIT auto's: komt vaak voor (%) 2,0 3,0 6,9

Voertuigcriminali- teit (motorvoertui-

gen) Diefstal uit/vanaf (motor)voertuigen (per 1.000 inwoners) 4,9 4,3 9,3 Schaalscore verkeersoverlast (0=uitmuntend tot 10=zeer slecht) 3,2 3,2 3,7 Verkeersoverlast

Aantal incidenten verkeersoverlast (per 1.000 inwoners) 6,3 8,6 10,1

Dronken mensen op straat: komt vaak voor (%) 4,0 5,0 6,2

Drugsoverlast: komt vaak voor (%) 1,0 2,0 3,5

Alcohol en Drugs- overlast

Drugsoverlast (per 1.000 inwoners) 0,1 0,1 0,5

Overlast van groepen jongeren: komt vaak voor (%) 6,0 6,0 10,2 Jeugd en veilig-

heid Melding overlast jeugd (per 1.000 inwoners) 5,9 4,9 7,7

% Oordeel over functioneren van de politie in de buurt - (zeer) tevreden 46,0 44,0 41,0 Functioneren poli-

tie en gemeente Gemeente heeft aandacht voor L&V: (helemaal) mee eens (%) 48,0 48,0 48,3 Beige/oranje is een kleinere/grotere negatieve afwijking ten opzichte van het subregiogemiddelde, lichtgroen/donkergroen een kleinere/grotere positieve afwijking. Schuin gedrukt betekent: bron Politie Zuidoost-Brabant; de overige cijfers zijn afkomstig uit de Veiligheidsmonitor.

(6)

In zijn algemeenheid

Het beeld van de leefbaarheid en de veiligheid van de subregio waartoe Asten behoort, is positief in vergelijking met het gemiddelde van Zuidoost-Brabant. Op één aspect na zijn alle cijfers van de sub- regio beter dan die van de politieregio Zuidoost-Brabant.

Wat Zuidoost-Brabant betreft is een relativering hier op zijn plaats: het gemiddelde van Zuidoost- Brabant is de resultante van de cijfers van ALLE gemeenten in deze regio, inclusief de meer verstede- lijkte gemeenten en de steden Eindhoven en Helmond. Deze laatste zijn veel complexer op alle facet- ten van de samenleving en hebben daarmee samenhangend ook grotere problemen op het gebied van de leefbaarheid en veiligheid; hun uitkomsten beïnvloeden de gemiddelde cijfers van de regio.

Asten toont zich binnen haar eigen subregio een gemiddelde tot positieve gemeente. Het merendeel van de 28 scores wijkt nauwelijks af van de gemiddelde scores van de 8 gemeenten en de gemeente heeft slechts 1 wat negatievere score ten opzichte van het subregio-gemiddelde, die van de meldin- gen jeugdoverlast (per 1.000 inwoners).

Bij vier aspecten wijkt Asten in positieve zin af met positievere scores: de schaalscore verloedering is lager, er zijn minder aangiften/meldingen van inbraak en verkeersoverlast (per 1.000 inwoners) en het percentage inwoners dat zich wel eens onveilig voelt in de eigen buurt, ligt onder het sub-regio- gemiddelde. Ook in de onderzoeken 2005 en 2007 bleken de schaalscores voor verloedering al de laagste van de subregio.

De inwoners blijken redelijk stabiel in hun mening over hun gemeente: de rapportcijfers voor hun woonomgeving, voor de leefbaarheid en de veiligheid daarin wijken nauwelijks af in de drie onderzoe- ken en ze krijgen allemaal het predicaat heel redelijk tot goed. En ze hebben ook prioriteiten aange- geven op welke manieren zij die nog verder verbeterd willen zien. Het is aan bestuurders daar ant- woord op te geven.

OVERZICHT KERNINDICATOREN OP WIJK-/KERNENNIVEAU

In het hierna volgend overzicht zijn dezelfde indicatoren gepresenteerd met daarbij de wijken van As- ten en zoals in het vorige overzicht zijn ook hier weer de afwijkingen zichtbaar gemaakt, nu ten opzich- te van het gemeentelijk gemiddelde.

In zijn algemeenheid

De kern Heusden komt op het gebied van de leefbaarheid en veiligheid als beste kern uit de bus: bij negen onderwerpen zijn hun uitkomsten positiever. De kern heeft wel relatief wat meer meldingen ver- keersoverlast ten opzichte van het gemeentelijk gemiddelde. Toch is de schaalscore verkeersoverlast in deze kern juist relatief lager. De verklaring zit in de onderdelen van de schaalscore: de inwoners van Heusden hebben bij twee overlastvormen een relatief laag overlastcijfer gescoord, agressief ver- keersgedrag en parkeeroverlast. Deze lagere cijfers werken in positieve zin door in de totaalscore ver- keersoverlast.

De kern Ommel scoort op de specifieke leefbaarheidaspecten beter dan de meeste andere kernen/

gebieden, maar op het terrein van de veiligheid zijn er verschillende negatieve afwijkingen. Het aantal meldingen/aangiften van diefstal/inbraak uit/vanaf auto’s, van geweldsdelicten en verkeersoverlast is relatief hoger. Hier voelt ook een relatief wat groter percentage zich wel eens onveilig in de eigen buurt. De inwoners zijn wel gemiddeld positiever over het optreden van de politie in hun kern en zij geven ook goede rapportcijfers voor leefbaarheid en veiligheid.

Asten-West is de meest gemiddelde wijk. Zij wijken op drie veiligheidsaspecten positief af: de politiecij- fers van woninginbraak, verkeers- en jeugdoverlast zijn wat lager; daartegenover wijken zij op twee leefbaarheidaspecten negatief af: er is relatief wat meer sprake van verloedering en er zijn verhou- dingsgewijs wat meer aangiften van vernielingen. De inwoners zijn gemiddeld minder te spreken over de aandacht die de gemeente heeft voor de verbetering van de leefbaarheid en veiligheid in hun woonomgeving.

Asten-Noord en Asten-Oost scoren beide gemiddeld wat negatiever op enkele leefbaarheidaspecten.

De schaalscores sociale cohesie en verloedering zijn – net zoals in 2005 en 2007 – wat negatiever; in Asten-Noord zijn de leefbaarheidcijfers relatief wat lager. Toch beoordelen de inwoners van deze wij- ken de leefbaarheid en veiligheid in hun buurten met rapportcijfers met het predicaat ‘redelijk’.

(7)

Asten-Noord scoort wel relatief beter op de veiligheidsaspecten: er zijn geen negatieve afwijkingen en de meldingen geweld, verkeers- en jeugdoverlast zijn lager.

In Asten-Oost zijn er ook op het terrein van de veiligheid zowel enkele negatieve als positieve afwij- kingen: er zijn verhoudingsgewijs minder aangiften van fietsendiefstal en motorvoertuigencriminaliteit geweest, maar de meldingen verkeersoverlast zijn wel hoger. De inwoners van deze wijk zijn gemid- deld niet echt tevreden over het functioneren van de politie in hun buurt.

Asten-Zuid scoort op veiligheidsterrein gemiddeld wat negatiever met relatief hogere cijfers van mel- dingen/ aangiften van vernielingen, geweldsdelicten, fietsendiefstal en jeugdoverlast. Ook op het ge- bied van de leefbaarheid zijn er negatieve afwijkingen met een hogere score sociale overlast en ver- houdingsgewijs meer meldingen van vernielingen. De wijk heeft wel minder te maken met meldingen verkeersoverlast. En de inwoners beoordelen de leefbaarheid en veiligheid in hun wijk heel behoorlijk met rapportcijfers die het predicaat redelijk tot goed krijgen.

Veilige woon- en leefomgeving in de wijken/kernen van Asten

ASTEN

Asten-totaal Heusden Ommel Asten- Zuid Asten- West Asten-Noord Asten- Oost

Rapportcijfer woonomgeving 7,6 7,8 7,8 7,7 7,7 7,2 7,6

Rapportcijfer leefbaarheid 7,6 7,9 7,9 7,7 7,7 7,2 7,4

Algemeen

Rapportcijfer veiligheid 7,2 7,3 7,2 7,3 7,2 7,2 7,0

Schaalscore sociale cohesie (schaal 0=slecht tot

10=uitmuntend) 6,9 7,7 7,9 7,2 6,8 6,3 6,2

Schaalscore sociale overlast (0=uitmuntend tot

10=zeer slecht) 1,1 0,7 0,8 1,5 1,1 1,0 1,1

Sociale samenhang/ over- last tussen bewoners

Schaalscore overige overlast (0=uitmuntend tot

10=zeer slecht) 1,0 0,9 1,2 1,1 1,1 1,0 0,8

Schaalscore verloedering fysieke woonomgeving

(0=uitmuntend tot 10=zeer slecht) 2,1 0,9 1,6 2,0 2,4 2,4 3,2 Fysieke kwaliteit van de

woonomgeving Vernieling cq. zaakbeschadiging (per 1.000 inwo-

ners) 12,1 5,0 12,1 15,2 14,9 8,1 14,8

Onveiligheidsgevoelens Onveilig voelen in eigen buurt (% ) 8,0 11,3 14,9 7,4 6,6 6,2 5,7 Schaalscore bedreiging (0=uitmuntend tot 10=zeer

slecht) 0,6 0,3 0,5 0,8 0,6 0,6 0,8

Geweld/Dreiging op straat

Geweld, mishandeling, zakkenrollerij met geweld

en straatroof (per 1.000 inwoners) 3,7 1,2 11,0 6,0 2,2 1,3 4,1 Inbraak in woningen komt vaak voor (%) 3,0 2,7 0,0 4,0 2,7 5,0 0,8 Woninginbraak

Diefstal/inbraak woning (per 1.000 woningen) 6,2 7,4 6,9 5,7 3,8 8,0 7,1 Fietsendiefstal komt vaak voor (%) 4,0 0,6 0,6 5,2 4,3 5,2 4,7 Voertuigcriminaliteit (fiets) Fietsendiefstal (diefstal van brom-, snor-, fietsen)

(per 1.000 inwoners) 5,6 4,1 4,4 10,2 5,6 4,5 0,4

Beschadiging of vernieling aan auto's en diefstal:

komt vaak voor (%) 4,0 2,4 0,0 4,6 6,6 6,4 2,8

Diefstal UIT auto's: komt vaak voor (%) 2,0 0,4 0,0 2,2 0,0 3,5 2,5 Voertuigcriminaliteit (mo-

torvoertuigen)

Diefstal uit/vanaf (motor)voertuigen (per 1.000 in-

woners) 4,9 1,2 16,5 4,6 6,8 4,9 2,1

Schaalscore verkeersoverlast (0=uitmuntend tot

10=zeer slecht) 3,2 2,5 4,0 3,3 3,3 3,1 3,4

Verkeersoverlast

Aantal incidenten verkeersoverlast (per 1.000 in-

woners) 6,3 8,3 18,7 2,8 3,4 3,6 13,2

Dronken mensen op straat: komt vaak voor (%) 4,0 8,2 7,2 3,5 5,4 3,9 0,0 Drugsoverlast: komt vaak voor (%) 1,0 0,7 0,0 3,9 0,0 0,0 2,0 Alcohol en Drugsoverlast

Drugsoverlast (per 1.000 inwoners) 0,1 0,4 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Overlast van groepen jongeren: komt vaak voor

(%) 6,0 0,7 0,0 11,8 5,3 6,4 2,8

Jeugd en veiligheid

Melding overlast jeugd (per 1.000 inwoners) 5,9 0,0 4,4 15,7 2,5 1,6 4,5

% Oordeel over functioneren van de politie in de

buurt - (zeer) tevreden 46,0 45,2 72,4 44,8 45,1 48,3 36,0 Functioneren politie en

gemeente Gemeente heeft aandacht voor L&V: (helemaal)

mee eens (%) 48,0 52,0 56,7 53,6 34,6 48,8 47,2

(8)
(9)

1. Inleiding

1.1. Achtergrond en aanleiding

Sinds jaar en dag worden in Nederland op allerlei niveaus onderzoeken uitgevoerd op het terrein van de leefbaarheid en veiligheid. Zo bestaat er sinds de invoering van het Grote-Steden-Beleid de Leef- baarheid&Veiligheidmonitor, die door alle binnen dit beleid vallende steden periodiek wordt uitge- voerd. Politie Nederland peilt jaarlijks op politieregioniveau de veiligheid onder de bevolking. Dit zijn er enkele van de vele. Al deze onderzoeken verschillen van onderzoeksmethodiek, worden op verschil- lende tijdstippen uitgevoerd en de onderwerpen binnen de twee beleidsvelden zijn niet allemaal gelijk.

Gevolg daarvan is, dat dit zowel op gemeentelijk als op regionaal en rijksniveau tot onderzoeksuit- komsten heeft geleid die niet gelijkluidend waren en waaruit soms tegengestelde trend naar voren kwamen.

De Rijksoverheid heeft aan het begin van het huidige decennium besloten, dat er gestreefd moest worden naar uniformiteit, naar één soort onderzoek met dezelfde methodiek en analysering. Vanuit de Ministeries van Binnenlandse Zaken en Justitie is vervolgens een project gestart om te komen tot één veiligheidsmonitor voor alle gemeenten en politiekorpsen. Vanwege de enorme omvang van deze operatie heeft het een aantal jaren gekost voordat dit operationeel gemaakt kon worden.

Gemeenten, provincie Noord-Brabant en de politiekorpsen hebben in 2009 de handen ineengeslagen om op gemeentelijk niveau mee te kunnen doen aan de landelijke Veiligheidsmonitor. Uiteindelijk is deze in 50 van de 68 Brabantse gemeenten uitgevoerd, ook in Asten. In het najaar 2009 hebben 597 inwoners meegedaan aan een enquête over leefbaarheid en veiligheid in hun gemeente en buurt. In deze rapportage zijn de resultaten opgenomen. Om het beeld completer te maken zijn de enquête- resultaten aangevuld met cijfers over aangifte of meldingen van overlast en incidenten bij de Politie Zuidoost-Brabant.

In deze nota worden de resultaten zowel op gemeentelijk als op wijkniveau weergegeven en wordt de relatieve positie van de gemeente op hoofdlijnen in beeld gebracht.

Door de gewijzigde methodiek van enquêtering en ook andere vraagstelling is een vergelijking met de vorige onderzoeken (uit 2005 en 2007) voor wat Asten betreft beperkt mogelijk. Dit onderzoek moet daarom ook vooral worden gezien als een nieuwe nulmeting.

1.2. Onderzoeksopzet en –methodiek

Het huidige onderzoek heeft inhoudelijk een andere vragenlijst en een andere enquêteringmethodiek dan bij de leefbaarheid&veiligheidonderzoeken van 2005 en 2007 zijn gehanteerd.

De huidige vragenlijst is uitgebreid met vragen die betrekking hebben op de veiligheid en contact met en het functioneren van de politie.

De enquêtering is op een andere manier verlopen. Werd de informatie in de onderzoeken van 2005 en 2007 geheel gehaald uit een schriftelijke enquête, deze keer zijn de gegevens mondeling (telefo- nisch), schriftelijk en digitaal binnengehaald. Met name het telefonisch enquêteren kan leiden tot ver- schillen. Mensen zijn over het algemeen geneigd om sociaal wenselijke antwoorden te geven. Dit is een algemeen bekend verschijnsel in onderzoeksland. Omdat er deze keer relatief minder schriftelijke antwoorden zijn binnengekomen en meer telefonische, zijn de uitkomsten niet exact vergelijkbaar met de vorige onderzoeken. Per uitkomst wordt bekeken of een vergelijking mogelijk is en worden ze be- trokken bij dit onderzoek.

In de vorige onderzoeken van Asten zijn geen politiecijfers opgenomen. De cijfers uit 2009 worden daarom ook niet vergeleken met die uit voorgaande jaren.

1.3. Leeswijzer

Na de samenvatting worden in hoofdstuk 2 alle uitkomsten op wijkniveau beschreven en wordt te- vens–voor zover mogelijk – een beeld geschetst van de ontwikkeling van de afgelopen 5 jaren van de leefbaarheid en veiligheid in de wijken/kernen van Asten.

(10)

In hoofdstuk 3 wordt de relatieve positie van Asten in beeld gebracht middels een presentatie van de kernindicatoren van de acht gemeenten waarmee Asten in dit onderzoek een subregio in Zuidoost- Brabant vormt. Deze subregio bestaat uit de gemeenten die in het zuidelijke en oostelijke deel van de regio Zuidoost-Brabant liggen, te weten Asten, Deurne, Gemert-Bakel, Laarbeek, Someren, Cranen- donck, Heeze-Leende en Eersel. De twee andere gemeenten in het zuiden van de regio vallen hier buiten: Bergeijk heeft niet meegedaan aan het onderzoek en Valkenswaard wordt hier niet bij de lan- delijke gemeenten gerekend, maar bij de gemeenten van de agglomeratie Eindhoven. En ook hier wordt waar mogelijk de ontwikkeling van de afgelopen 5 jaren geschetst. In de bijlage is nog verdere achtergrondinformatie over de Veiligheidsmonitor en informatie over de politieregistratie gegeven.

1.4. Kenschets gebieden

Anno 2009 heeft Asten bijna 16.500 inwoners die samen bijna 6.500 huishoudens vormen. De gemid- delde huishoudengrootte bedraagt daarmee 2,5. Ruim 40% van de huishoudens is een gezin met kin- deren, een derde deel betreft een tweepersoonshuishouden zonder kinderen en in bijna een vierde deel woont 1 persoon. In de twee kleinere kernen is het aandeel gezinnen relatief groter en zijn er daarentegen minder eenpersoonshuishoudens; Asten-Zuid laat het tegenovergestelde beeld zien.

Bevolking naar huishoudensamenstelling per wijk, in %

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Heusden Ommel Asten-Zuid Asten-West Asten-Noord Asten-Oost Gemeente Asten

1 persoonshh. 2 persoonshh (zonder kinderen) gezin overig

Bijna een vierde deel van de bevolking is jonger dan 18 jaar, 7% is tussen de 18 en 25 jaar, 24% tus- sen de 25 en 45 jaar, 16% tussen de 45 en 54 jaar, en 30% is een 55-plusser; 14% is tussen de 55- en 64 jaar en 16% is een 65-plusser. Aansluitend bij het grotere aandeel gezinnen is ook het aandeel kinderen in de kleinere kernen Heusden en Ommel groter. In Asten-Zuid en Asten-West is het aandeel ouderen relatief groter en in Asten-Oost is het aandeel ouderen daarentegen relatief kleiner.

Bevolking naar leeftijdsverdeling per wijk, in %

0% 25% 50% 75% 100%

Heusden Ommel Asten-Zuid Asten-West Asten-Noord Asten-Oost Gemeente Asten

<18 jaar 18-24 25-44 45-54 55-64 65 jaar en ouder

(11)

2. Resultaten binnen de gemeente

In dit hoofdstuk wordt inzicht gegeven in de uitkomsten van het onderzoek binnen de gemeente. Asten is hiervoor ingedeeld in zes gebieden: de kleine kernen Heusden en Ommel en vier delen binnen As- ten-kern, te weten Asten-Zuid, Asten-West, Asten-Noord en Asten-Oost.

Daarbij wordt de indeling aangehouden die in de samenvatting is gepresenteerd. In dit hoofdstuk wor- den voor de volledigheid nog andere aspecten meegenomen, die in het hiervoor gepresenteerde to- taaloverzicht niet staan.

De volgende thema’s komen aan de orde:

1. Algemene mening van bevolking over de leefbaarheid en veiligheid in hun woonomgeving 2. Leefbare woonomgeving: sociale en fysieke kwaliteit van de woonomgeving

3. Veilige woonomgeving:

a. Onveiligheidsgevoelens f. Alcohol- en drugsoverlast b. Dreiging en geweld op straat g. Andere vormen van criminaliteit c. Woninginbraak h. Bedrijvigheid en veiligheid d. Voertuigcriminaliteit i. Jeugd en veiligheid e. Verkeersoverlast

4. Functioneren politie en gemeente

Zoals in het inleidend hoofdstuk al opgemerkt kan door de nieuwe methodiek van enquêtering de ver- gelijking met voorgaande jaren slechts in algemene zin worden gemaakt; in feite moeten de uitkom- sten van dit onderzoek weer als een nieuwe nulmeting worden beschouwd. Groot voordeel is nu wel dat door het toepassen van dezelfde methode in honderden Nederlandse en ook in 50 Brabantse ge- meenten het mogelijk wordt om uitkomsten te gaan vergelijken, zowel op een lager niveau (binnen de eigen regio) als op hoger niveau (provinciaal en rijksniveau). Bij elk thema wordt zo mogelijk een doorkijk gegeven naar de uitkomsten van de vorige twee onderzoeken (2005 en 2007).

2.1. Algemene mening bevolking over hun buurt

In deze paragraaf wordt allereerst een algemeen beeld geschetst van hoe de burgers de leefbaarheid en veiligheid in hun woonbuurt beoordelen. Hen is gevraagd om hun woonbuurt, de leefbaarheid en de veiligheid daarin in een rapportcijfer uit te drukken. Tevens wordt hier een dynamisch element aan toegevoegd: de burgers hebben aan kunnen geven of zij vinden dat hun buurt in het afgelopen jaar (voorafgaand aan de enquêtering) vooruit of achteruit is gegaan of gelijk is gebleven.

Rapportcijfer woonomgeving

(12)

Rapportcijfer leefbaarheid eigen buurt

Rapportcijfer veiligheid in de buurt

De bewoners van Asten beoordelen de leefbaarheid in hun woonomgeving gemiddeld goed met twee keer een (afgeronde) 8 en de veiligheid krijgt het predicaat heel redelijk met een ruime 7.

De bewoners van Asten-Noord geven een net iets lager rapportcijfer voor de leefbaarheid, maar twee keer een 7,2 mag ook heel redelijk worden genoemd. De bewoners van Heusden en Ommel geven gemiddeld net iets hogere cijfers voor de leefbaarheid.

De rapportcijfers voor woonomgeving en leefbaarheid zitten in 2009 op ongeveer gelijk niveau als in 2005 en 2007. In Ommel geeft men nu wat hogere cijfers aan de leefbaarheid in eigen kern dan in 2007.

(13)

Vindt u dat de buurt waarin u woont, voor- of achteruit is gegaan afgelopen jaar, in procenten

Ruim drie op de vier inwoners (78%) zijn van mening, dat hun woonbuurt gelijk is gebleven, 7% vindt dat die vooruit is gegaan en 10% heeft een negatieve mening over de ontwikkeling van zijn woonom- geving.

In Heusden is men gemiddeld positiever over de ontwikkeling van de eigen woonkern. Daarentegen vindt een relatief groter aandeel van de inwoners van Asten-Noord en Asten-Oost dat hun buurt in het afgelopen jaar achteruit is gegaan.

2.2. Leefbare woonomgeving: sociale en fysieke kwaliteit

Een leefbare woonomgeving draagt voor een belangrijk deel bij aan het welbevinden van mensen. Als mensen deze als positief ervaren voelen zij zich prettig en zullen zich daar ook naar gedragen. Het ni- veau van de leefbaarheid wordt dus in niet onbelangrijke mate bepaald door de mensen zelf.

De leefbaarheid in de woonomgeving wordt in beeld gebracht door de fysieke en sociale kwaliteit van de woonomgeving, die zich laat onderscheiden in een fysieke en een sociale component. Bij fysieke indicatoren moet onder meer worden gedacht aan de aanwezigheid van voorzieningen en hoe de openbare ruimte er uit ziet (verloedering/vernielingen). De indicatoren die inzicht geven in de sociale kwaliteit zijn de sociale cohesie en tevredenheid over de bevolkingssamenstelling in de buurt, de mate waarin men zich actief toont om de leefbaarheid in de eigen buurt te verbeteren en de sociale over- last.

2.2.1. Sociale kwaliteit

Middels zes indicatoren wordt de sociale kwaliteit nader bekeken: 1. score sociale overlast, 2. score overige overlast, 3. score sociale cohesie tevredenheid, 4. tevredenheid over bevolkingssamenstelling in de eigen buurt, 5. incidenten in buurt door menselijk gedrag en 6. actieve opstelling van bewoners om leefbaarheid in hun woonbuurt te verbeteren.

1. Sociale overlast

De sociale overlast draagt in negatieve zin bij aan de leefbaarheid van de buurt. Om de sociale over- last in de buurt in beeld te krijgen, is een score samengesteld die bestaat uit vier componenten: 1. de mate van overlast die wordt ervaren van dronken mensen op straat, 2. mensen die op straat worden lastiggevallen, 3. drugsoverlast en 4. overlast van groepen jongeren. De schaal loopt van 0 tot 10 en naarmate de score hoger is, is er sprake van meer sociale overlast.

(14)

Schaalscore sociale overlast

Er is in de gemeente sprake van enige vorm van sociale overlast, maar deze is niet hoog, 1,1 op een schaal van 0 tot 10 en in alle wijken blijft die onder de 1,6.

In Asten-Zuid ligt de score iets hoger, in Heusden en Ommel is deze net iets lager. Ook in de onder- zoeken van 2005 en 2007 had Heusden de meest positieve score. De score van Asten-Oost is nu ge- lijk aan het gemeentelijk gemiddelde; in de voorgaande onderzoeken had deze wijk nog de minst posi- tieve scores.

2. Overige overlast

Naast de hierboven genoemde vier vormen zijn er nog meer soorten overlast die worden veroorzaakt door a-sociaal menselijk gedrag en die de leefbaarheid negatief beïnvloeden. Deze zijn hier samen- gevoegd tot één score ‘overige overlast’ en die bestaat uit vijf componenten: 1. overlast door omwo- nenden, 2. andere vormen van geluidsoverlast (dan door verkeer), 3. dronken mensen op straat, 4.overlast van zwervers en daklozen en 5. overlast door horeca. Gevraagd is of deze in de buurt voor- komen en de score loopt ook hier van 0 (geen overlast) tot 10 (100% heeft hier vaak overlast van).

Schaalscore Overige overlast

(15)

De grafiek toont aan, dat ook hier de gemeentelijke score met 1,0 redelijk positief is. De scores van de verschillende gebieden wijken niet veel van elkaar af en variëren van 0,8 tot 1,1.

3. Sociale cohesie

De sociale cohesie geeft de sociale samenhang in de buurt weer. Hierbij staan de sociale contacten en de betrokkenheid tussen buurtbewoners centraal. Er is een schaalscore samengesteld uit vier componenten, die in de vorm van stellingen aan de respondenten zijn voorgelegd: 1.’mensen kennen elkaar nauwelijks’, 2. ‘mensen gaan in deze buurt op een prettige manier met elkaar om’, 3. ‘dit is een gezellige buurt met veel saamhorigheid’ en 4. ‘ik voel me thuis bij de mensen die in deze buurt wo- nen’. De schaal loopt weer van 0 tot 10 en hier geldt: hoe hoger, hoe positiever.

Schaalscore sociale cohesie

Met een score van 6,9 op de schaal van 0 tot 10 mag de sociale cohesie in Asten redelijk worden ge- noemd.

Heusden en Ommel hebben de hoogste scores. Het is ook een bekend gegeven, dat in kleine kernen de sociale samenhang en cohesie vaak groter is dan in grotere gemeenten. De wijken in de kern As- ten scoren dan ook alle vier wat lager dan de twee kernen. Asten-Noord en Asten-Oost hebben met 6,3 en 6,2 de laagste scores.

Het beeld van de afwijkingen per gebied komt ook in de onderzoeken van 2005 en 2007 naar voren.

4. De bevolkingssamenstelling

Tevredenheid over de bevolkingsamenstelling in een woonomgeving kan van invloed zijn op het wel- bevinden van mensen. Dit kan zowel worden veroorzaakt door een homogene groep, maar evengoed door een heterogene samenstelling. Belangrijk is of mensen tevreden zijn over die samenstelling; of zij zich daardoor op hun gemak voelen of juist niet

Uit de enquête blijkt, dat de inwoners van Asten gemiddeld goed tevreden zijn over de bevolking- samenstelling in hun woonomgeving: desgevraagd blijkt 9% een negatief antwoord hierover gegeven te hebben. In Asten-Noord en Asten-Oost is een groter aandeel van de inwoners niet tevreden en in de overige vier gebieden is dit percentage lager met Asten-West met 2% als meest positieve wijk.

5.Incidenten in buurt door menselijk gedrag naar anderen

Burengeruchten of incidenten tussen individuen of bevolkingsgroepen in een woonomgeving kunnen de sociale kwaliteit aantasten. Bij de politie worden meldingen van burengerucht en discriminatie apart geregistreerd.

De volgende tabel geeft een overzicht daarvan.

(16)

Bij politie gemelde incidenten (per 1.000 inwoners) in het jaar 2009

Burengerucht Discriminatie

Heusden 2,9 --

Ommel 12,1 --

Asten-Zuid 8,1 --

Asten-West 5,3 --

Asten-Noord 7,1 0,32

Asten-Oost 11,5 --

Gemeente Asten 7,3 0,06

Politieregio Brabant Zuid-Oost 9,7 0,03

Hieruit blijkt, dat in 2009 7,3 keer per 1.000 inwoners een incident van burengerucht bij de politie is geregistreerd. In Ommel en Asten-Oost kwam dit vaker voor.

Er is in Asten nauwelijks sprake van geregistreerde incidenten discriminatie: 0,6 op de 10.00 inwo- ners, wat, doorgerekend naar de inwoneraantallen, uitkomt op 1 registratie in Asten in 2009, uit de wijk Asten-Noord.

6. Actieve opstelling om leefbaarheid in eigen buurt te verbeteren

Mensen kunnen ook zelf een bijdrage leveren aan de leefbaarheid in hun buurt. Zij kunnen zich actief inzetten middels o.a. vrijwilligerswerk, burenhulp enz. In de enquête is gevraagd of bewoners het afge- lopen jaar zelf actief zijn geweest om hun buurt te verbeteren.

Percentage bevolking dat actief is in buurtverbetering

In Asten is een op de vijf (volwassen) inwoners actief om de leefbaarheid van de eigen woonbuurt te verbeteren. Ook hier blijkt weer de grotere samenhang in de twee kleine kernen: zowel in Heusden als in Ommel is meer dan een derde actief om de leefbaarheid te verbeteren.

In Asten-West en Asten-Oost liggen deze deelnamepercentages lager, respectievelijk op 11% en 12%. Wat Asten-West betreft kan als verklarende factor gelden, dat het aandeel ouderen in dit gebied relatief groter is.

2.2.2. Fysieke kwaliteit

Hoe de woonomgeving er uitziet, kan ook in positieve of negatieve zin bijdragen aan de leefbaarheid.

De fysieke kwaliteit van de woonomgeving wordt daarom ook hier als een indicator gebruikt en op drie manieren in beeld gebracht: 1. de mate van tevredenheid over de voorzieningen in de woonbuurt, 2.de verloedering van de openbare ruimte en 3. vernielingen.

(17)

1. Tevredenheid over de woonvoorzieningen in de woonbuurt

In de volgende tabel is af te lezen hoe tevreden de bewoners zijn over een aantal buurtvoorzieningen.

Percentage (zeer) tevredenen over een aantal voorgelegde buurtvoorzieningen*

Kwaliteit woning Winkels voor dagelijkse boodschappen Basisonderwijs Parkeergelegenheid Openbaar vervoer Voorzieningen voor ouderen Winkelaanbod (totaal) Aanbod verenigingen en clubs Bereikbaarheid gezond- heidvoorzieningen

Heusden 96 83 62 68 20 42 64 84 54

Ommel 93 80 57 71 32 57 71 76 73

Asten-Zuid 96 95 60 50 36 46 90 89 91

Asten-West 90 92 53 40 31 44 87 82 82

Asten-Noord 85 90 43 57 32 41 81 85 88

Asten-Oost 90 87 57 56 42 29 79 80 95

Gemeente Asten 92 90 55 55 33 42 81 84 82

Politieregio Brabant-Zuidoost 84 83 49 51 53 35 75 74 85

* Inclusief de categorieën ‘weet niet/geen mening’ en ‘niet van toepassing’ .

In de tabel zijn de percentages (zeer) tevredenen over de voorgelegde voorzieningen gepresenteerd.

Ook in de landelijke rapportage Landelijke Veiligheidsmonitor worden tevredenheidcijfers over voor- zieningen op deze manier in beeld gebracht. Het betreft hier het aandeel ten opzichte van het totaal;

de categorieën ‘weet niet/geen mening’ en ‘niet van toepassing’ zijn hierin meegenomen. Mensen kunnen echter niet altijd een oordeel geven, omdat ze het gewoonweg niet weten of omdat het niet op hen van toepassing is. Het kan voorbeeld voorkomen, dat een ouder persoon niet goed weet hoe het met de voorziening basisonderwijs is gesteld in zijn wijk of kern. Omgekeerd zullen jongere mensen niet altijd op de hoogte zijn van de voorzieningen voor ouderen.

Om een preciezer beeld te krijgen is in de volgende tabel een cijfermatig overzicht gegeven van de te- vredenheid en nu exclusief deze twee hiervoor genoemde categorieën.

Percentage (zeer) tevredenen over een aantal voorgelegde buurtvoorzieningen*

Kwaliteit woning Winkels voor dagelijkse boodschappen Basisonderwijs Parkeergelegenheid Openbaar vervoer Voorzieningen voor ouderen Winkelaanbod (totaal) Aanbod verenigingen en clubs Bereikbaarheid gezond- heidvoorzieningen

Heusden 97 90 84 73 37 54 68 89 55

Ommel 97 87 88 86 59 80 75 86 76

Asten-Zuid 98 95 91 53 58 73 90 93 91

Asten-West 94 94 91 44 58 68 88 91 84

Asten-Noord 87 92 85 61 54 65 82 92 89

Asten-Oost 94 96 93 58 67 73 84 89 97

Gemeente Asten 94 93 89 58 56 67 83 91 84

* De categorieën ‘weet niet/geen mening’ en ‘niet van toepassing’ zijn hier buiten beschouwing gelaten

(18)

De inwoners van Asten zijn gemiddeld zeer goed tevreden over de kwaliteit van de woning waarin men woont, over het basisonderwijs, winkelaanbod, bereikbaarheid van gezondheidvoorzieningen en aanbod van verenigingen en clubs.

Over de voorzieningen voor ouderen is men met 67% gemiddeld redelijk tevreden en de minste tevre- denheid (met 58% en 56%) scoren de parkeergelegenheid en het openbaar vervoer.

In Ommel, maar vooral Heusden is men gemiddeld ontevredener wat gezien het beperktere voorzie- ningenniveau en de afstand tot de grotere kern verwacht kan worden. Ook in de vorige onderzoeken kwam dit naar voren.

In Asten-Zuid is men gemiddeld het meest tevreden. In dit gebied liggen dan ook de centrumfuncties van de gemeente. Maar de verschillen tussen de gebieden in de kern Asten zijn niet groot.

In Asten-West is men met 44% tevredenen niet echt te spreken over de parkeergelegenheid en ook in 2007 kwam deze gemiddeld slechtere tevredenheid op dit punt al naar voren.

2. Verloedering van de openbare ruimte

De kwaliteit van de woonomgeving is aan de hand van vier verloederingsaspecten in kaart gebracht:

1. de mate van bekladding van muren en/of gebouwen, 2. rommel op straat, 3. hondenpoep in de woonbuurt en 4. vernieling van telefooncellen, bus-/tramhokjes. Gevraagd is of dit in de woonbuurt al dan niet vaak, soms, zelfden of nooit voorkomt. Ook hier is een schaalscore van 0 tot 10 berekend, hoe hoger de score, des te meer verloedering wordt ervaren.

Schaalscore fysieke verloedering

Volgens de inwoners komt in Asten enige verloedering voor, maar een score van 2,1 op de schaal van 0-10 mag redelijk worden genoemd.

In Asten-Oost ligt de score hoger. In het onderzoek van 2007 scoorde deze wijk beter dan nu, want toen lag de score op het gemeentelijk gemiddelde. De scores van Asten-West en Asten-Noord liggen net als in 2007 net iets boven het gemeentelijk gemiddelde en Ommel heeft een relatief lagere score.

Heusden heeft ook hier weer de meest positieve score, wat ook uit de onderzoeken van 2005 en 2007 naar voren kwam.

3. Vernielingen

Aangerichte vernielingen in een buurt vormen een aantasting van de fysieke kwaliteit van die buurt:

kapotte bushokken, losgerukte tegels, gesneuvelde ruiten: het zijn allemaal vormen van vandalisme/

vernielingen die het aanzien van de openbare ruimte schaden.

De volgende tabel geeft inzicht in de vernielingen binnen Asten: enerzijds welk deel van de bevolking in een buurt in de enquête heeft aangegeven slachtoffer te zijn geworden van enigerlei vorm van ver- nielingen en anderzijds het aantal bij de politie gedane meldingen van vernielingen en zaakbeschadi- gingen.

(19)

Slachtofferschap vernielingen eigen buurt en bij politie geregistreerde meldingen van vernielingen en zaakbeschadiging ( per 1.000 inwoners) in het jaar 2009

Slachtofferschap vernielingen eigen buurt

Meldingen bij politie van vernielingen/zaakbeschadiging

Heusden 1,1 5,0

Ommel 2,1 12,1

Asten-Zuid 3,1 15,2

Asten-West 7,7 14,9

Asten-Noord 5,1 8,1

Asten-Oost 2,5 14,8

Gemeente Asten 3,9 12,1

Politieregio Brabant-Zuidoost 4,7 14,7

Uit het onderzoek komt naar voren, dat 4% van de inwoners van Asten in het jaar voor het onderzoek (september 2008-september 2009) slachtoffer is geworden van vernielingen in de eigen buurt.

In een aantal gevallen werd dit ook bij de politie gemeld, ca. 12 op de 1.000 inwoners in 2009.

In overeenstemming met de wat gunstigere scores bij de verloedering en sociale overlast in Heusden, zijn ook hier de cijfers van deze kern de laagste.

2.3. Veilige woon- en leefomgeving

In deze paragraaf wordt inzicht gegeven in de mate waarin de bewoners van Asten in een veilige leefomgeving wonen. Het begrip veiligheid is een multi-interpretabel begrip. Binnen de context van een veilige woonomgeving wordt het hier ingedamd tot sociale en verkeersveiligheid.

De veilige woon- en leefomgeving wordt op twee manieren in beeld gebracht: met subjectieve en ob- jectieve gegevens. Bij de subjectieve informatie gaat het om de perceptie van veiligheid zoals die door bewoners wordt ervaren en de objectieve gegevens bevatten cijfers van meldingen en aangiften van criminele handelingen bij de politie.

Aan de orde komen de volgende thema’s van sociale en verkeersveiligheid: 1. onveiligheidsgevoe- lens, 2. geweld/dreiging op straat, 3. woninginbraak, 4. voertuigcriminaliteit, 5. verkeersoverlast, 6. al- cohol- en drugsoverlast, 7. overige voorkomende vormen van criminaliteit, 8. bedrijvigheid en veilig- heid en 9. jeugd en veiligheid.

2.3.1. Onveiligheidsgevoelens

Het kan voorkomen dat mensen zich soms of vaker onveilig voelen. Dat kan in principe op elke plek gebeuren, ook plaatsen waar men sporadisch komt. Anders wordt het als men zich in de eigen woon- omgeving onveilig voelt; dit is immers de buurt waar men dagelijks vertoeft en men zijn leven door- brengt.

De volgende grafiek geeft aan hoeveel procent van de bevolking zich vaak, soms of zelden onveilig voelt in de eigen buurt.

Daaruit komt naar voren, dat 8% van de Astenaren zich wel eens onveilig voelt in de eigen buurt; 5%

soms, 2% zelden en 1% vaak.

Er zijn in de wijken en kernen nauwelijks mensen die zich vaak onveilig voelen in hun eigen woonom- geving; nergens komt het percentage boven de 0,6% uit.

In Ommel en Heusden voelt een relatief wat groter percentage zich wel eens onveilig in de eigen buurt.

Asten-Oost scoort hier met 5% het laagst en dit mag positief worden genoemd, omdat deze wijk in de vorige twee onderzoeken de hoogste percentages onveilig gevoel eigen buurt had.

(20)

Onveiligheidsgevoelens in de eigen buurt , percentage

Onveiligheidsgevoelens en vermijdingsgedrag

Het komt voor dat bewoners vermijdingsgedrag vertonen om onveilige situaties uit de weg te gaan. Dit vermijdingsgedrag kan duiden op angstgevoelens. In onderstaande tabel is af te lezen hoeveel pro- cent van de bevolking last heeft van specifieke angstgevoelens of vermijdingsgedrag vertoont.

Komt het wel eens voor dat u ...? Percentage dat ‘vaak’ heeft geantwoord Niet open

doen

Omlopen/ Omrijden van onveilige

plekken

Kind(eren) toe- gang tot bepaalde

plek verbieden

Voelt zich onveilig 's avonds op straat

Niet op gemak alleen thuis

Heusden 10,4 1,2 5,9 3,9 0,9

Ommel 12,3 0,0 0,9 1,3 0,0

Asten-Zuid 15,1 0,0 0,0 0,6 2,9

Asten-West 14,4 0,0 3,4 1,9 1,8

Asten-Noord 8,1 1,8 3,4 1,3 1,1

Asten-Oost 4,3 0,8 1,5 0,8 0,0

Gemeente Asten 11,2 0,6 2,5 1,6 1,4

Politieregio Brabant-Zuidoost 12,5 4,0 4,6 5,4 2,9

Een op de 9 inwoners doet uit oogpunt van sociale onveiligheid vaak ’s avonds de deur niet open als zich een bezoeker aanmeldt. De overige genoemde uitingen van vermijdingsgedrag of angstgevoe- lens komen veel minder voor.

Het relatief wat lagere percentage onveilig gevoel eigen buurt in Asten-Oost komt hier terug in de ook wat lagere percentages vermijdingsgedrag.

Onveilige plekken

Niet alleen in de eigen buurt, maar ook op andere plekken kunnen mensen zich onveilig voelen. De respondenten is een vijftal locaties genoemd waar mensen bij elkaar komen en hen is de vraag voor- gelegd of zij zich daar onveilig voelen.

(21)

Onveilig voelen op bepaalde plekken, percentage dat ‘vaak’ heeft geantwoord Rondom

uitgaans- gelegenheden

Bij rondhangende jongeren

In het centrum

In het winkelgebied

In het open- baar vervoer

Heusden 0,6 9,4 4,0 0,0 0,8

Ommel 1,3 4,5 1,3 0,0 0,0

Asten-Zuid 2,3 15,9 0,0 0,0 0,0

Asten-West 1,3 3,7 0,6 0,0 0,0

Asten-Noord 1,7 4,7 1,7 1,1 0,9

Asten-Oost 0,9 8,3 1,0 1,8 1,0

Gemeente Asten 1,5 8,6 1,3 0,5 0,4

Politieregio Brabant-Zuidoost 3,1 9,6 2,3 1,5 1,3

Uit de enquête komt naar voren, dat 9% zich vaak onveilig voelt op plekken waar jongeren rondhan- gen. In Asten-Zuid is dit percentage hoger, 16%.

Voor het overige voelen de Astenaren zich over het algemeen gemiddeld niet vaak onveilig rondom uitgaansgelegenheden, in het centrum, het winkelgebied of het openbaar vervoer; alle percentages liggen beneden de 2%.

2.3.2. Geweld/dreiging op straat

Mensen moeten de mogelijkheid hebben om zich buitenshuis frank en vrij te kunnen bewegen. Als dit niet het geval is door het gedrag van anderen dat zij als bedreiging opvatten of dat een uiting is van geweld, dan vormt dit een aantasting van hun veiligheidsgevoel.

Aan de hand van vijf indicatoren wordt een beeld gegeven van de mate waarin geweld en bedreiging voorkomen. Het betreft: 1. Respectloos gedrag, 2. Perceptie bedreiging, 3. Aangiften van bedreiging, 4. Slachtofferschap geweld en 5. Aangiften van geweld, mishandeling, zakkenrollerij en straatroof.

1. Respectloos gedrag

Onderstaande tabel toont aan hoeveel procent van de bevolking verschillende vormen van respect- loos gedrag vaak of soms signaleert.

Respectloos gedrag door ... ; percentage dat heeft aangegeven ‘komt vaak of soms voor’

Onbekenden op straat

Onbekenden openbaar vervoer

Personeel van win- kels/ bedrijven

Personeel van

overheidsinstanties Bekenden

Heusden 21,9 9,7 17,3 17,3 5,6

Ommel 7,6 9,9 4,7 0,6 11,4

Asten-Zuid 20,8 13,7 13,8 15,6 4,8

Asten-West 12,0 7,9 6,1 9,7 4,4

Asten-Noord 16,2 11,4 9,5 9,5 4,6

Asten-Oost 19,0 9,3 4,8 5,8 5,9

Gemeente Asten 17,4 10,7 10,2 11,3 5,3

Politieregio Brabant-Zuidoost 23,6 12,9 15,4 12,0 6,8

17% Van de inwoners signaleert wel eens respectloos gedrag van onbekenden op straat, 11% in het openbaar vervoer en ook 11% van personeel van overheidsinstanties, 10% van winkelpersoneel en 5% bij personen die ze kennen. De inwoners van Heusden en Asten-Zuid overkomt dit gemiddeld wat vaker dan de inwoners van de andere gebieden.

2. Perceptie van dreiging

De schaalscore ‘dreiging’ is gebaseerd op acht vragen naar vormen van gedrag die als ‘dreigend’

kunnen worden ervaren. Gevraagd is of de genoemde soorten gedrag in de woonbuurt voorkomen.

Het gaat om overlast van groepen jongeren, mensen die op straat worden lastiggevallen, drugsover- last, bedreiging, gewelddelicten, straatroof, vrouwen en meisjes die worden nagefloten en jeugdcrimi- naliteit.

(22)

Schaalscore dreiging

Volgens de inwoners van Asten doen er zich in hun woonbuurt bedreigende situaties voor, maar een score van 0,6 op een schaal van 0 tot 10 mag betrekkelijk laag worden genoemd.

Heusden heeft hier weer de meest positieve score met 0,3; de overige wijken niet sterk van het ge- meentelijk gemiddelde af.

3. Aangiften van bedreiging

Het voorkomen van situaties als bijvoorbeeld lastig gevallen worden, drugsoverlast en jeugdcriminali- teit kunnen een dermate omvang aannemen dat mensen dit bij de politie gaan aangeven. In de vol- gende tabel wordt een beeld geschetst van de voorvallen van bedreiging die bij de politie bekend zijn.

Bedreiging, aantal misdrijven per 1000 inwoners

In 2009 werden in Asten per 1.000 inwoners 1,6 aangiften van bedreiging doorgegeven. In Asten-Oost werden verhoudingsgewijs meer aangiften gedaan en de positieve scores van Heusden bij diverse al beschreven aspecten komt ook hier weer terug: het politiecijfer staat op 0.

(23)

4. Slachtofferschap geweld

Bedreiging kan worden gezien als een uiting van een voorgenomen daad van geweld, los van het ge- geven of die daad ook wordt uitgevoerd. Geweld gaat verder: de dreiging wordt omgezet in een daad.

In de volgende grafiek is te zien hoeveel procent van de bevolking heeft aangegeven in de afgelopen 12 maanden daadwerkelijk slachtoffer te zijn geworden van een geweldsdelict. Hierbij gaat het om slachtofferschap van zakkenrollen met geweld, seksuele intimidatie, bedreiging en mishandeling.

Slachtofferschap geweld, percentage in eigen buurt en elders in gemeente

Een beperkt deel van de inwoners, 3%, heeft aangegeven in de afgelopen 12 maanden (voorafgaand aan de enquêtering ) slachtoffer te zijn geworden van een geweldsmisdrijf. Een deel overkwam dit in eigen buurt en een deel elders inde gemeente.

Van de respondenten uit Ommel werden niemand slachtoffer; ook Heusden scoort met 0,5% positief.

5. Aangiften van geweld

Ook bij de politie worden geweldsdelicten geregistreerd. In dat geval gaat het om zedenmisdrijf, mis- handeling, (poging tot) moord, doodslag, mishandeling, zakkenrollerij met geweld en straatroof.

Aangiften van misdrijven per 1000 inwoners in 2009

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De enquête is bedoeld voor alle 55-plussers in Heusden en is per post door de gemeente Asten verspreid.. In bijlage 1 vind u de enquête zoals de gemeente Asten deze verspreid

63 Muur rondom Rooms-Katholieke begraafplaats 1 Muur Rooms-Katholieke begraafplaats Asten K1442. 64 Muur rondom algemene begraafplaats 1 Muur algemene begraafplaats

Hoewel pas begin september wordt besloten of het verantwoord is om de 34ste boekenbeurs door te laten gaan, zijn we toch weer begonnen met de inname van boeken, platen, CD’s

❖ Voor 21 juni moet het plan en de begroting worden ingediend bij Scala: (harry.van.hout@scalascholen.nl) en Trefpunt Heusden

Maar meerdere juristen hebben erop gewezen dat het juridisch niet houdbaar is om mensen die niet besmet zijn (en dus geen gevaar vormen voor anderen) verplicht binnen te

Thema’s zijn o.m.: wat betekent de ziekte dementie voor u en voor uw omgeving, zorgen voor een ander en een eigen leven leiden, vrijheid en veiligheid. Deelname

De gemeentelijke premie kan in geen geval meer bedragen dan het restbedrag, zijnde het bedrag dat ten laste blijft van de betrokkene nadat van de kostprijs van de werken alle

De gemeentelijke premie kan in geen geval meer bedragen dan het restbedrag , zijnde het bedrag dat ten laste blijft van de betrokkene nadat van de kostprijs