• ATLANT GROEP WERK MET MEERWAARDE •
JAARBERICHT
ATLANT GROEP
2011
INHOUDSOPGAVE
BERICHT VAN DE DIRECTIE ... 3
1. Missie, visie en doelen ... 3
2. Algemene ontwikkelingen op bestuurlijk niveau ... 4
3. Beleidsvisie van het bestuur ... 5
4. Maatschappelijke ontwikkelingen die de Sw raken ... 6
5. Realisatie van doelmatigheid en rechtmatigheid ... 7
6. Resultaat ... 8
PROGRAMMAPLAN ... 9
1. Algemeen ... 9
2. Sociaal beleid ... 10
3. Marketing & communicatie ... 14
4. Innovatie ... 16
5. Financieel beleid... 18
6. Toekomstverwachting ... 19
7. Toekomstperspectief van de deelnemingen ... 23
PARAGRAFEN ... 27
1. Financiering ... 27
2. Weerstandsvermogen ... 29
3. Onderhoud kapitaalgoederen ... 31
4. Verbonden partijen ... 32
5. Bedrijfsvoering ... 35
6. Risicoparagraaf ... 36
JAARREKENING... 45
1. Balans per 31 december 2011 ... 45
2. Programmarekening 2011 ... 47
3. Kasstroomoverzicht over 2011 ... 49
4. Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling ... 51
5. Toelichting op de balans ... 57
6. Toelichting op de programmarekening ... 63
7. Kengetallen ... 77
8. Controleverklaring ... 79
Bijlage: SiSa ... 84
BERICHT VAN DE DIRECTIE
1. Missie, visie en doelen
De visie en missie van de Atlant Groep, zoals die in het Ondernemingsplan 2011 - 2012 zijn verwoord, luiden:
Visie
De Atlant Groep streeft ernaar de eigenwaarde van mensen aan de
onderkant van de arbeidsmarkt te verbeteren door ervoor te zorgen dat hun latente werkvermogen aangeboord en maximaal benut wordt en duurzaam ingezet kan worden in het arbeidsproces.
Missie
De Atlant Groep bevordert en faciliteert de arbeidsparticipatie en
emancipatie van langdurig werklozen & arbeidsbeperkten. Ze zorgt ervoor dat het vaak latent aanwezige en nog onvoldoende benutte arbeids- potentieel van mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt duurzaam ingezet kan worden. Dat doet ze door belemmeringen op het gebied van werken, welzijn en wonen zo mogelijk op te heffen, in ieder geval te
verminderen dan wel hanteerbaar te maken. Waar nodig doet ze daarbij een beroep op de expertise van derden.
De Atlant Groep is de uitvoeringsorganisatie die namens de aangesloten gemeenten de Wsw uitvoert, de restgroep in de Wiw begeleidt, integrale re-integratietrajecten voor gemeenten uitvoert en in het kader daarvan Wwb-werkplekken beschikbaar stelt om reguliere uitstroom overeenkomstig de werkladder te bevorderen. Alle activiteiten die de Atlant Groep alleen of in samenwerking met partners onderneemt hebben dan ook de focus om de hierboven genoemde missie, visie en doelen te realiseren.
De taakstelling Wsw 2011 is voor iedere GR gemeente en voor de gemeente Geldrop-Mierlo gerealiseerd. Buiten deze arbeidsplaatsen binnen de taakstelling zijn er “boventallige”
arbeidsplaatsen gerealiseerd. Deze boventallige plaatsingen zijn voor een deel op alternatieve wijze gefinancierd door betreffende gemeenten [via de bestemmingsreserve boventallige plaatsingen] en UWV, en voor een deel hebben wij in het laatste kwartaal van 2011 extra
plaatsingen gerealiseerd vooruitlopend op de uitbreiding van de taakstelling die de Atlant Groep voor 2012 als opdracht heeft gekregen. Voor de Atlant Groep is de gemiddelde realisatie op jaarbasis 1578,46 arbeidsjaren. In de begroting 2011 was uitgegaan van 1560,55 arbeidsjaren [inclusief Geldrop-Mierlo].
Ondanks dat in 2011 de gebruikelijke systematiek met betrekking tot het vaststellen van het subsidiebedrag per arbeidsjaar niet meer van toepassing werd verklaard als gevolg van de korting met 5% waardoor het subsidiebedrag daalde van € 27.080 naar € 25.758 is het bedrijfsresultaat € 1.964.000 beter dan begroot. De toegepaste korting betekende voor de Atlant Groep dat er € 2.000.000 minder aan subsidie werd ontvangen dan normaal gesproken het geval was geweest. Toch is er ook in 2011 geen sprake meer van een gemeentelijke bijdrage.
De gelden van het positieve resultaat 2010 zijn deels gebruikt om de continuïteit van onze organisatie in de toekomst te waarborgen via een solide solvabiliteitspositie en een toereikend weerstandsvermogen. Aan de aangesloten gemeenten is in juli 2011 een winstuitkering overgemaakt ter grootte van € 1.900.000. Een ander deel, bedoeld voor eenzelfde uitkering in 2012, werd ondergebracht in een bestemmingsreserve winstuitkering gemeenten.
In 2011 is de Atlant Groep er wederom in geslaagd de sociale doelstellingen te realiseren binnen gezonde bedrijfseconomische kaders. Het streven om zoveel mogelijk mensen regulier te plaatsen is meer dan geslaagd. Inmiddels werkt 96% van onze medewerkers (inclusief de medewerkers van groenvoorziening) buiten de deuren van de Atlant Groep, waarvan 12,0% via Begeleid Werken.
2. Algemene ontwikkelingen op bestuurlijk niveau
Het bestuur heeft in februari 2010 de notitie Weerstandsvermogen vastgesteld. Hierdoor is de Atlant Groep in staat om in eventueel moeilijkere jaren zelf tegenvallers op te vangen zonder daarbij een beroep te doen op de aangesloten gemeenten.
De gemeenten werden geconfronteerd met een fors pakket aan wijzigingen. Diverse
beleidsvelden worden door het kabinet naar het niveau van de gemeenten gebracht waarbij er gelijktijdig een korting werd toegepast op de bijbehorende middelen. De Wet werken naar vermogen, de nieuwe wet die in de plaats komt van Wwb, WIJ, Wsw en Wajong, maakte deel
uit van het bestuursakkoord. Het VNG heeft namens de gemeenten met name protest
aangetekend tegen de Wwnv binnen het bestuursakkoord omdat de financiële risico’s voor de gemeenten onacceptabel waren.
Als gevolg van een herschikking binnen de portefeuilles van de wethouders in Helmond, vond er een wijziging binnen het bestuur plaats. De heer Tielemans [gemeente Helmond] werd als bestuursvoorzitter opgevolgd door mevrouw Y. Mierlo [gemeente Helmond] en de heer Huijsmans werd benoemd als vicevoorzitter / secretaris.
Dat heeft ertoe geleid dat in 2011 binnen het bestuur nadrukkelijk is gesproken over de gevolgen voor invoering van de Wet werken naar vermogen voor gemeenten, maar uiteraard ook voor de Atlant Groep. Het perspectief van de elkaar opvolgende kortingen in 2011, 2013 en 2015, waarbij steeds 5% op de subsidie gekort wordt, is niet positief. De eerste doorrekeningen laten ook voor de Atlant Groep zien dat er vanaf 2013 een negatief exploitatieresultaat verwacht moet worden.
3. Beleidsvisie van het bestuur
Met het vaststellen van het ondernemingsplan 2011 - 2012 en de begroting 2011 volgt het bestuur een bestendige lijn, waarbij het uitgangspunt is om zoveel mogelijk medewerkers van de Atlant Groep regulier te plaatsen. Uitgaande van de werkladder zijn Begeleid Werken en detachering (individueel/groep) de twee hoogste treden van die ladder. De Atlant Groep is erin geslaagd om ultimo 2011 ruim 82% van haar medewerkers op die wijze te plaatsen. In 2002 heeft het bestuur voor dit concept gekozen en dat is een goede keuze geweest. Steeds meer wordt duidelijk dat medewerkers die regulier werken zich qua identificatie meer deel voelen uitmaken van de organisatie waar ze zijn geplaatst dan met de organisatie door wie ze worden begeleid. Deze nieuwe oriëntatie heeft een positieve uitwerking op de wijze waarop mensen in het leven staan. Het bevordert daarmee de maatschappelijke emancipatie van burgers [zie missie] en daarmee wordt een van de belangrijkste doelstellingen van de wetgever
gerealiseerd. De aangekondigde nieuwe Wet werken naar vermogen gaat ook uit van het regulier plaatsen van medewerkers via het systeem van loondispensatie. Tevens is er sprake van een groep Wsw beschut nieuw, die niet bij een reguliere werkgever geplaatst kan worden.
Behalve de sociale doelstellingen, waarbij medewerkers naar vermogen worden uitgedaagd, leidt het concept van de Atlant Groep ook tot betere bedrijfseconomische resultaten. Het resulteert erin dat de gemeenten geen extra financiële middelen beschikbaar hoeven te stellen en de Atlant Groep daarnaast in staat is om haar financiële positie te versterken. Ook in slechtere economische omstandigheden, en die zijn in 2011 aan de orde geweest, hoeft de
Atlant Groep, zoals al eerder gemeld, niet direct een beroep te doen op gemeenten. Het is dan ook logisch dat het bestuur kiest voor voortzetting van de ingeslagen weg, maar als gevolg van de Wet werken naar vermogen zal moeten worden bezien welke effecten er als gevolg hiervan te verwachten zijn. De gemeenten zullen het arbeidsmarktbeleid, met name aan de onderkant, opnieuw moeten vaststellen in het licht van de gewijzigde wetgeving en de financiële
randvoorwaarden.
4. Maatschappelijke ontwikkelingen die de Sw raken
Het afgelopen jaar heeft geheel in het teken gestaan van de economische crisis en de aankondiging van het nieuwe kabinet om te komen tot één regeling, Wet werken naar vermogen, voor de onderkant van de arbeidsmarkt [Wwb, Wsw en Wajong] en dat de gemeenten daarvoor één participatiebudget krijgen. Tevens zijn voor 2011 bezuinigingen geëffectueerd ter grootte van 5% op de rijkssubsidie hetgeen voor de Atlant Groep een vermindering betekent van circa 2,0 miljoen euro. Aanvullend werd aangegeven dat voor 2013 en 2015 nog een korting van 5% zal worden toegepast. Ook de bonus voor begeleid werken [circa € 500.000] verdwijnt. Daar komt bij dat het vervallen van de indicatie ‘ernstig’ ook nog eens leidt tot een negatief financieel effect van circa € 1,5 miljoen. Ondanks het zware weer kunnen we constateren dat de Atlant Groep de crisisperiode tot nu toe goed doorkomt.
Vanzelfsprekend hebben wij er ook last van, de toegevoegde waarde staat onder druk, maar we zijn erin geslaagd de gevolgen ervan voor onze medewerkers tot een minimum te beperken.
We houden iedereen aan het werk, maar de marges staan bij iedereen onder druk. Het is hard werken aan de marktkant om voldoende werkplekken tegen gunstige voorwaarden te kunnen realiseren.
We zien dat er bij de instroom van nieuwe medewerkers relatief meer sprake is van
meervoudige problematiek. Dat wil niet per definitie zeggen dat deze instroom zwakker is, maar wel dat deze meer behoefte heeft aan maatwerkoplossingen waarbij specifieke begeleiding noodzakelijk is, gekoppeld aan toegesneden werkplekomgevingen. Deze medewerkers zijn, indien de goede randvoorwaarden gecreëerd kunnen worden, zeker ook extern te plaatsen. Het vraagt wel meer creativiteit en overleg om die randvoorwaarden in overleg met partners in te vullen. Of er binnen het kader van de Wwnv nog ruimte is voor maatwerkoplossingen valt te bezien. Maatwerk betekent altijd per definitie dat er meer kosten gemaakt moeten worden. Een vermindering van het subsidiebedrag naar € 22.050 in 2015 levert een korting op van € 5.000
per arbeidsjaar ten opzichte van 2010 waarbij de extra subsidie voor kandidaten met een indicatie ‘ernstig’ komt te vervallen.
Een aanbeveling uit het rapport “Werken naar vermogen” van de Commissie de Vries is te komen tot een objectieve loonwaardemeting om de werkcapaciteit van de medewerkers en cliënten uit onze doelgroepen in beeld te brengen. De Atlant Groep hanteert daarvoor het meetinstrument Dariuz©. Inmiddels zijn al voor een groot aantal medewerkers een diagnose en assessment uitgevoerd. De uitkomsten zijn gebruikt bij de plaatsing van deze personen. Tevens is met de verkregen data een relevant normkader opgebouwd. Het instrument blijkt in de praktijk goed bruikbaar en er is landelijk een toenemende interesse in dit instrument.
Het kabinet heeft verder besloten om de aanbevelingen van de Commissie de Vries in de praktijk uit te laten werken met behulp van pilot projecten. Atlant Groep heeft zelf met diverse partners hiervoor twee projecten aangemeld en participeert daarnaast in nog twee pilots die door andere partijen zijn aangemeld. Deze vier projecten zijn allemaal gehonoreerd en in uitvoering.
5. Realisatie van doelmatigheid en rechtmatigheid
De dagelijkse leiding van het bedrijf is in handen van het managementteam van de Atlant Groep onder leiding van de algemeen directeur en bestaat uit de algemeen directeur, drie directeuren en twee managers.
De activiteiten zijn verdeeld over de afdelingen Groepsdetachering (bestaande activiteiten Groenvoorziening, Dorel en overige Groepsdetacheringen) en Arbeidsintegratie (naast re- integratie, individuele detacheringen en begeleid werken ook nieuwe activiteiten
basisvoorzieningen en groepsdetacheringen in ontwikkeling). Aan het hoofd van elk van deze twee afdelingen en de concernstaf staat een directeur. Zij worden rechtstreeks aangestuurd door de algemeen directeur. De directeur concernstaf stuurt, met twee managers (werkvelden HRM en Financiën & Informatie- management) en een aantal beleids- en stafmedewerkers (activiteiten beleidsadviezen, juridische zaken, interne controle, directiesecretariaat, facilitaire zaken), alle noodzakelijke ondersteunende processen aan.
Over 2011 is aan een viertal directieleden een bedrag van € 487.000 toegekend als beloning.
De directie bestaat uit de algemeen directeur en drie directeuren ten behoeve van de organisatieonderdelen Concernstaf, Groepsdetacheringen en Arbeidsintegratie.
De algemeen directeur is tevens onbezoldigd statutair directeur van een drietal 100%
deelnemingen: Atlant Re-integratie B.V., Atlant Catering B.V., Atlant Direct Werk B.V. en een 19% deelneming in Dariuz® B.V. Hij vertegenwoordigt hierbij namens de Atlant Groep de aandeelhoudersvergaderingen.
Vanaf 2002 heeft de Atlant Groep gewerkt aan een organisatie die lean en mean is, maar wel kwalitatief goed is toegerust. De kwaliteit van de Atlant Groep is ook de oorzaak van het onderscheiden vermogen van de Atlant Groep en haar innovatieve en flexibele karakter.
Aantasting van de kwaliteit is dan ook funest voor de Atlant Groep. Juist met de komst van de Wet werken naar vermogen zal het noodzakelijk zijn om creatief en innovatief nieuwe
concepten te ontwikkelen. Door de nieuwe wet- en regelgeving en de verschillende geldstromen die te onderscheiden zijn, zullen ook de secundaire bedrijfsprocessen [sturings- en
verantwoordingsdocumenten, planning & control cyclus en interne controlling] op een goed niveau moeten zijn om ook in het kader van de rechtmatigheid te voldoen aan de gestelde normen.
6. Resultaat
Het resultaat na bestemming over 2011 bedraagt € 1.964.000 positief. Dit is, zeker in het licht van de economische tegenwind en de korting op de subsidie van € 2,0 miljoen, zonder meer een goed resultaat te noemen.
Gezien de aangekondigde verdere bezuinigingen zullen de komende jaren vanaf 2013 een minder florissant resultaat te zien geven.
In het resultaat 2011 zijn opgenomen:
1) het operationeel resultaat [+ 563.000];
2) de afwikkeling van de reserves en voorzieningen overeenkomstig de besluitvorming in de bestuursvergaderingen [1.401.000].
PROGRAMMAPLAN
1. Algemeen
Vanaf haar start in 2002 heeft de Atlant Groep consequent gekozen om zoveel mogelijk
medewerkers te plaatsen in een Begeleid Werken of detacheringconstructie. De Atlant Groep is daarbij getransformeerd van een Sw-productiebedrijf met diverse eigen activiteiten, naar een netwerkorganisatie die gericht is op samenwerking met partners en die haar processen afstemt op organisaties binnen de keten.
Deze ontwikkeling ligt helemaal in de lijn met het beleid van het kabinet, vastgelegd in de per 1 januari 2008 gemoderniseerde Wsw en verder verwoord in het rapport “Werken naar vermogen” van de commissie de Vries. Met de nieuwe plannen om per 1-1-2013 te komen tot één nieuwe regeling aan de onderkant van de arbeidsmarkt gaat het kabinet voort op de ingeslagen weg. Inhoudelijk wordt beoogd om kandidaten uit de doelgroepen Wsw, WWB en Wajong zo regulier mogelijk in het bedrijfsleven te plaatsen. De Wet werken naar vermogen moet daarvoor het wettelijk kader bieden.
Ultimo 2011 is 96% van onze medewerkers (inclusief de medewerkers van groenvoorziening) extern geplaatst. Er is een beperkte groep medewerkers binnen de Wsw die deze beweging niet zonder meer kan maken. Zij hebben intensievere begeleiding nodig en hun werkplekken zullen meer aangepast moeten zijn. Daartoe hebben we inmiddels basisvoorzieningen in Helmond, Gemert-Bakel en Asten waar deze medewerkers geplaatst kunnen worden, maar die tevens mogelijkheden bieden om kandidaten in het kader van de Wwb of Wmo op
leerwerkplekken te plaatsen. Deze ontwikkeling nodigt uit tot productinnovatie en nieuwe samenwerkingsvarianten.
In de begroting 2011 is voor de Wsw uitgegaan van een taakstelling van 1.560,55 arbeidsjaren (arbj.) conform de beschikkingen van de individuele gemeenten [incl. de gemeente Geldrop- Mierlo]. De realisatie door de Atlant Groep kwam uit op gemiddeld 1.578,46 arbj. Dit is een overrealisatie van 17,91 arbj. Hierin zijn opgenomen de 10 boventallige plaatsingen zoals die door het bestuur zijn goedgekeurd. De andere extra plaatsingen zijn gefinancierd door gemeenten, UWV en de Atlant Groep, vooruitlopend op de hogere taakstelling voor 2012.
De verdeling per gemeente ziet er als volgt uit:
Definitief budget 2011
Gemeente Taakstelling Realisatie Overrealisatie
Asten 94,78 98,15 3,37
Deurne 190,84 192,39 1,55
Gemert-Bakel 196,12 199,18 3,06
Helmond 796,15 805,76 9,61
Laarbeek 122,48 123,52 1,04
Someren 88,85 90,40 1,82
Totaal Peelland gemeenten 1.488,95 1.509,40 20,45
Geldrop-Mierlo (Atlant Groep) 71,60 73,24 1,64
Voor buitengemeenten 20,30 19,97 -/- 0,33
Door buitengemeenten -/- 20,30 -/- 24,15 -/- 3,85 Totaal GR + Geldrop-Mierlo 1.560,55 1.578,46 17,91
De verdeling van de Wsw-plaatsingen naar de positie op de werkladder is als volgt:
2. Sociaal beleid
Het afgelopen jaar heeft in het teken gestaan van de “inclusieve organisatie”. De basis hiervoor is gelegen in de Atlant Leerstoel die het afgelopen jaar gestart is, middels een inaugurele rede van prof. Frans Nijhuis. De “inclusieve organisatie” geeft antwoord op de vraag hoe de
doelgroep met een afstand tot de arbeidsmarkt aan de slag kan en daarmee de verwachte uitstroom, vergrijzing, en beperkte instroom, ontgroening, kan opvangen. Naast de reeds eerder gestarte pilot Jobcarving bij het Elkerliek ziekenhuis, heeft dit bij werkgevers in Nederland nieuwsgierigheid gewekt. Gevolg hiervan is dat wij onder andere met bedrijven als VDL, de Zorgboog, Canon/OCE, Vlisco spreken in de geest van de “inclusieve organisatie”, de
mogelijkheden met hen verkennen teneinde de organisaties zodanig aan te passen dat mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt structureel te plaatsen zijn. Hier komen methoden als Jobcarving, Jobcrafting en innovatief herontwerp van organisaties om de hoek kijken.
Realisatie Realisatie Begroting Realisatie % %
2009 2010 2011 2011 2011 2011
Reguliere baan 0 0 0 0 0% 0%
Begeleid Werken 189 181 194 187 12%
Individuele detachering 221 207 210 194 12%
Groepsdetachering 610 864 864 884 56% 96%
Werken op locatie 317 235 221 258 16%
Beschermd - intern geplaatst 149 48 72 56 4%
Test, training, arbeidsinpassing 34 1 0 0 0% 4%
Zorg, welzijn en maatschappelijke participatie 0 0 0 0 0% 0%
1.520 1.536 1.561 1.578 100%
Naast bovenstaande heeft het afgelopen jaar zich gekenmerkt door speculatie over de Wet werken naar vermogen (Wwnv). De contouren van de nieuwe wetgeving zijn duidelijk geworden en leidt tot de conclusie dat de Atlant Groep werkt in de geest van de Wwnv. De doelgroep naar vermogen te laten participeren, zoveel mogelijk bij, dan wel zo dicht mogelijk tegen het reguliere bedrijfsleven aan. Dit is de beweging die door de Atlant Groep sinds 2002 in gang is gezet. In 2011 hebben wij aanvullende kwalitatieve methoden en instrumenten ontwikkeld en ingezet teneinde het primair proces van in- door- en uitstroom efficiënter in te richten. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om het oprichten van het Atlant Diagnose en Training Centrum (ADTC). Dit instrument dient op een zo efficiënt mogelijke wijze in beeld te krijgen wat de bepalende elementen zijn die een plaatsing, zo dicht mogelijk bij regulier werk, mogelijk maken. De noodzaak hiertoe is met name gelegen in de toenemende, meervoudige problematiek van de cliënten. De indicatie Wsw is hier niet toereikend en voor de re-integratie is er nagenoeg geen sprake van systematisch opgebouwde diagnose gericht op arbeid.
In 2011 zijn in totaal 98 cliënten ingestroomd waarvan:
53
22
5 3
14
1 0
10 20 30 40 50 60
Herkomst instroom
In 2011 zijn in totaal 58 cliënten uitgestroomd waarvan:
Opvallend hierbij is dat er 22 cliënten (38%) van de uitstroom uitvalt/voortijdig stopt. Deze cliënten zijn overwegend uitgevallen/voortijdig gestopt omdat men aangewezen is op zorg of behandeling alvorens er met arbeid gestart kan worden. In voorgaande jaren zouden deze cliënten instromen in een dienstverband Wsw en een forse aanslag doen op de (bege)leiding van de Atlant Groep en tot een inefficiënte inzet van middelen leiden en tot gevolg hebben dat het ziekteverzuim hoog is/blijft.
Het ADTC heeft de basis gelegd voor een kwalitatief cliëntprofiel waarin op methodische, maximaal objectieve, zoveel mogelijk wetenschappelijke wijze is gekomen tot een beschrijving van de voorwaarden waaraan voldaan moet worden om een succesvolle, duurzame plaatsing te realiseren. Dit is de eerste stap om het totale proces effectiever en efficiënter te maken, waarbij het streven is om het succes en de voorwaarden hiertoe vooraf vast te stellen. Vanaf 2012 zal de basis gelegd worden om deze voorspelbaarheid methodisch uit te werken.
In 2011 hebben wij het IOP en het trajectplan methodisch samengevoegd, hetgeen betekent dat het primair proces van de Atlant Groep een eenduidige werkwijze kent voor reintegratie cliënten en Wsw cliënten. Hiermee anticiperen wij op de toekomstige Wwnv, hetgeen gaat betekenen
22
1 2
9 1
4 1
6 2
1
1 2
1
4
1
0 5 10 15 20 25 30
Uitstroom
Extern WVP Intern WVP Overig intern Loondispensatie Wsw wachtlijst
dat alle cliënten het zelfde proces binnen de organisatie doorlopen en afhankelijk van de noodzaak, instrumenten worden ingezet om het cliëntprofiel scherp te krijgen.
Er is in het kader van de Beroeps Begeleidende Leerweg (BBL) trajecten veel werk verzet. In totaal namen er 97 cliënten deel aan een BBL traject niveau 1, waarvan er 69 assemblage, 13 groen, 5 schoonmaak, 2 catering en 8 AKA taal. Van deze groep zijn er in 2011, 13 geslaagd en 4 uitgevallen. Deze opleidingstrajecten maken onderdeel uit van een ESF subsidie project dat gehonoreerd is. Het enthousiasme is bijzonder groot en doet het zelfvertrouwen van de cliënt goed. Uiteindelijk verhogen wij hiermee de arbeidsmarktwaarde en de eigenwaarde van de cliënt en sluiten nadrukkelijker aan bij de behoefte/vraag van het bedrijfsleven.
Naast de instroom in 2011 is er opnieuw aandacht geweest voor de groep cliënten die niet meer voldoen aan de minimale voorwaarden in het kader van de Wsw. Op diverse plekken binnen de organisatie hebben we quick scans uitgevoerd om objectief te bepalen in hoeverre cliënten niet meer aan de voorwaarden voldeden. Er hebben in totaal 43 onderzoeken plaatsgevonden en er zijn uiteindelijk 18 cliënten uitgestroomd naar een passend vervolgtraject. Deze begeleiding hebben wij in overleg met cliënt en eventuele begeleiders zelf ter hand genomen.
In 2011 zijn wij overgestapt naar een andere arbodienstverlener, Maetis Ardyn, deels op grond van inhoudelijke redenen en deels op grond van kosten. Dit heeft er toe geleid dat er binnen de organisatie veel aandacht is geweest voor (ziekte)verzuim. In 2010 was ons gemiddelde ziekteverzuim 15,3%, over 2011 is deze 14,8%. Het uiteindelijke effect zal echter nog meer tijd vragen gezien het feit dat het verzuim van de Atlant Groep zich met name kenmerkt door een hoog langdurig verzuim.
Aandachtsgebied ligt daarbij voor 2012 op:
• volledige implementatie van het eigen regiemodel
• bewustwording/gedragsverandering van medewerkers
• gedrag en bewustwording van de verantwoordelijkheid/rol van de leidinggevende
• gedrag en verantwoordelijkheid/rol van de bedrijfsarts
• juiste ondersteuning en toepassing van wet en regelgeving vanuit P&O
• juiste inzet van instrumenten en de relatie met het UWV
• inzet van de arbeidsdeskundige
In samenspraak met alle deelnemers aan het regionaal beleidsoverleg arbeidsintegratie MEE is de werkschool gestart. Doel van de werkschool is om een goede aansluiting te krijgen tussen
school en het bedrijfsleven. Ook de Atlant Groep heeft zich verplicht maximale inspanning te verrichten om 30 cliënten individueel op te nemen in verschillende activiteiten. Uiteindelijk heeft dit er toe geleid dat wij 5 cliënten succesvol opgenomen hebben. Op verzoek van de
werkschool hebben wij aanvullend een groepsplaatsing voor onze rekening genomen van 6 cliënten. Het feit dat er uiteindelijk minder cliënten opgenomen zijn dan begroot heeft te maken met het aantal ingeschatte aanmeldingen bij de werkschool door MEE, deze is duidelijk te hoog geweest.
In 2011 zijn 103 cliënten vanaf de wachtlijst geplaatst in het kader van de Wsw. Hiervan zijn 17 cliënten direct in begeleid werken geplaatst. Dit heeft geleid tot een realisatie van 1.578,46 arbeidsjaren voor de GR-gemeenten en Geldrop-Mierlo. Hiervan zijn 24,15 arbeidsjaren door andere Sw-organisaties gerealiseerd (wegens reeds bestaande dienstverbanden en verhuizing naar GR-gemeenten). Naast de realisatie voor de GR-gemeenten en Geldrop-Mierlo heeft de Atlant Groep tevens 19,97 arbeidsjaren gerealiseerd voor andere gemeenten (ook weer bestaande dienstverbanden en verhuizing naar niet-GR-gemeenten).
Voor 2011 is met het bestuur afgesproken naast de opgelegde taakstelling van de GR-
gemeenten 10,00 extra arbeidsjaren te realiseren. Naast de opgelegde taakstelling te realiseren door Atlant Groep van 1488,95 arbeidsjaren, heeft de Atlant Groep 20,45 arbeidsjaren extra gerealiseerd.
De eindstand 2011 komt uit op 1.584,08 arbeidsjaren voor de GR-gemeenten en Geldrop- Mierlo (waarvan 24,48 gerealiseerd door andere Sw-organisaties).
3. Marketing & communicatie
Marketing en communicatie zijn activiteiten van belang binnen de Atlant Groep ter realisering van haar doelstellingen en daarmee een van de belangrijke strategische keuzes van het bedrijf.
Onze investering op dit gebied, in mens en geldelijke middelen, is van wezenlijk belang om als organisatie onze doelen te bereiken. Zo is bijvoorbeeld deelname aan zakelijke netwerken essentieel voor de verwerving van werkplekken voor onze doelgroepen.
De Atlant Groep ontplooit dan ook diverse marketingactiviteiten waarbij we als netwerk- organisatie investeren in de relatie met stakeholders. Dat doen we om de belangen van onze doelgroepen te behartigen en de continuïteit van de bedrijfsvoering te versterken. Onderdeel
daarvan vormt het bieden van ondersteuning aan diverse sponsoractiviteiten, waarbij in principe het wederkerigsheidsbeginsel wordt gehanteerd. Het gaat dan om projecten die werkgebied- dan wel werkveldgerelateerd zijn en van invloed op het onderhouden en uitbouwen van ons relatienetwerk en/of onze commerciële activiteiten ondersteunen. Kortom: ze zijn gericht op binding met onze omgeving met als doel het creëren van werkplekken voor onze doelgroepen.
Ondersteuning primaire proces
We ondersteunen de onderdelen van het totale proces gericht op instroom, doorstroom en uitstroom naar de arbeidsmarkt [primaire proces] waarbij onze marketingcommunicatie gericht is op het geven van bekendheid aan de producten die we voeren en de resultaten die onze klanten hiermee kunnen behalen.
Creëren van stakeholderswaarde
In onze in- en externe communicatie focussen we ons op het creëren van stakeholderswaarde.
We hebben te maken met een grote groep stakeholders, zowel intern als extern:
belanghebbenden en betrokkenen bij ons bedrijf. Voor deze stakeholders moeten we continu toegevoegde waarde creëren, ook wel ‘stakeholders value’ genoemd. Een goede relatie met onze stakeholders is immers essentieel voor onze organisatie en het bereiken van onze doelstellingen. Met hen willen we via een systematische en gerichte aanpak binding creëren en een solide relatie realiseren.
Werkgeversbenadering
Om cliënten duurzaam te plaatsen tegen zo laag mogelijke maatschappelijke kosten, is de verbinding met werkgevers cruciaal. We nemen deel aan zakelijke regionale netwerken en beschikken over een uitgebreid werkgeversnetwerk, o.a. via het Atlant Partnership.
We bieden uitgebalanceerde werkgeversarrangementen: op maat gesneden pakketten om te komen tot inclusieve organisaties, bestaande uit vier componenten. Allereerst dient het aanbod voor de werkgever financieel aantrekkelijk te zijn. Een ondernemer wil immers winst maken.
Ten tweede: omdat er meestal geen match zal zijn tussen vraag en aanbod helpen we hem om zijn werkprocessen en de functies op onze doelgroep aan te passen en zorgen we voor een juiste mix van personeel. Ten derde wil de werkgever ‘ontzorgd’ worden. Goede begeleiding en ondersteuning vanuit de begeleidingsorganisatie is daarom cruciaal. Tot slot zijn steeds meer werkgevers bereid om toe te treden tot een MVO-platform en zo te laten zien dat ook zij oog hebben voor de doelgroep vanuit een economische, maar zeker ook sociaal-maatschappelijke
invalshoek. Het op een juiste wijze inzetten van zo’n werkgeversarrangement leidt dan tot een inclusieve organisatie, een organisatie waarin iedereen naar vermogen kan werken!
Activiteiten en middelen
Om onze marketing- en communicatiedoelstellingen te bereiken, ontplooien we diverse activiteiten en zetten we diverse middelen in. De planning en inzet van de verschillende middelen wordt gedetailleerd beschreven en toegelicht in het marketing- en communicatieplan dat jaarlijks wordt opgesteld.
4. Innovatie
De Atlant Groep presenteert zich als een innovatief bedrijf en wordt door haar omgeving ook zo herkend en bevestigd. Om competitief te blijven in een dynamische markt moet de Atlant Groep zelf in beweging blijven, nieuwe initiatieven ontplooien en nieuwe producten ontwikkelen die aansluiten op de vragen uit de markt. In 2011 zijn hiertoe de volgende activiteiten uitgevoerd:
1) De verdere inzet van het meetinstrument Dariuz© ter ondersteuning van onze trajecten is sterk gegroeid. Ook regionaal en landelijk bestaat er grote belangstelling voor het
meetinstrument. Inzet van dit instrument bij partners in de keten betekent een mogelijkheid tot een veel efficiëntere overdracht van informatie binnen het hele traject in de keten. Met de gemeente Helmond is in het kader van de pilot Loondispensatie een overeenkomst gesloten over de inzet van Dariuz© loonwaardemeting;
2) In 2011 liep er een viertal pilot projecten, in samenwerking met diverse partners,
goedgekeurd door het Rijk met betrekking tot de uitwerking van de adviezen uit het rapport
“Werken naar Vermogen” van de Commissie de Vries. De uitkomsten van deze pilots zouden te zijner tijd in rijksbeleid worden vertaald. Nu de nieuwe wetgeving wordt
aangekondigd per 01-01-2013 is het overigens wel de vraag of en zo ja in welke mate met die uitkomsten nog rekening zal worden gehouden;
3) Het werken met vertegenwoordigers uit de diverse doelgroepen van de onderkant van de arbeidsmarkt vraagt specifieke kennis, kunde en ervaring. Wij zijn ervan overtuigd dat die fundamenteel afwijken van vergelijkbare functies binnen reguliere settings. Wij verwachten dan ook dat er op termijn meer specifieke opleidingen zullen ontstaan die gespecialiseerd zijn om juist met deze vertegenwoordigers te kunnen werken. Dit sluit aan bij de pilot Methodiekontwikkeling die wij inmiddels samen met Universiteit Maastricht zijn gestart.
Getracht wordt om op die manier de kritische succesfactoren voor uitvoeringsorganisaties te bepalen;
4) Via de notitie basisvoorzieningen is richting gegeven aan de verdere ontwikkeling en opzet van deze voorzieningen. Dit zal een wezenlijke bijdrage moeten leveren in grotere
mogelijkheden voor de lager gekwalificeerde en minder competente medewerkers voor het opdoen van vaardigheden die hun inzetbaarheid vergroten. Overigens wordt de
betaalbaarheid van dergelijke voorzieningen wel nadrukkelijk een punt van aandacht. Een intensieve begeleiding in combinatie met het realiseren van een lage toegevoegde waarde betekent dat er sprake is van een relatief dure voorziening voor Wsw-kandidaten die wel het cao-loon betaald krijgen;
5) De pilot Jobcarving die ook in samenwerking met Universiteit Maastricht en het Elkerliek ziekenhuis is gestart levert veel relevante informatie op inzake de mogelijkheden om te komen tot herinrichten van werkprocessen, het ontleden van takenpakketten en het opnieuw samenvoegen van taken zodanig dat vertegenwoordigers van de onderkant van de arbeidsmarkt deze nieuwe “functies” kunnen invullen. Dit instrument stelt ons mogelijk in staat de huidige mismatch tussen de vraag en het aanbod te overbruggen. Zowel voor werkgevers als medewerkers aan de onderkant kan dit een win-win situatie opleveren;
6) In samenwerking met de gemeente Gemert-Bakel is gekozen voor een totaal nieuwe opzet. De Atlant Groep is volledig verantwoordelijk voor de uitvoeringsregie van de Wsw en re-integratiekandidaten waarbij er sprake is van de lumpsumfinanciering waarbij de gemeente de kwaliteit en resultaten bepaalt. Hierdoor is er sprake van één primair proces zonder verdere overdrachtsmomenten. De ervaringen in 2011 zijn positief.
7) Via het 400 banen Wajongproject, in samenwerking met UWV, zijn ultimo 2011 reeds 232 Wajongers aangemeld. Met een plaatsingspercentage van 51% van de netto instroom [178] is het UWV tot nu toe zeer tevreden over de resultaten;
8) Het Atlant Partnership is verder doorontwikkeld waardoor wij erin geslaagd zijn werkgevers in de regio een nieuw platform te bieden voor maatschappelijk ondernemerschap. Deze werkgevers hebben gezamenlijk zo’n 100.000 medewerkers in dienst. Het ontwikkelen van adequate werkgeversarrangementen wordt getoetst aan de praktijk.
9) In 2011 is een onderzoek gestart naar de haalbaarheid van het implementeren van een nieuw integraal ICT-systeem van TeamSoft. Dit nieuwe programma biedt een functionaliteit die al rekening houdt met de nieuwe Wet werken naar vermogen. Behalve inhoudelijke verbetering van de functionaliteit is er sprake van een dot.net oplossing waardoor het werkplekonafhankelijk werkt en het mogelijkheden biedt om partners in de keten op een gecontroleerde wijze toch toegang te verlenen.
10) In samenwerking met Universiteit Maastricht is in 2011 de Atlant Leerstoel van start gegaan. Bijzonder hoogleraar dr. F. Nijhuis doceert rondom het thema ‘de inclusieve organisatie. De Atlant methodiek en het instrumentarium dat wordt ingezet, worden op een wetenschappelijke wijze benaderd en getoetst op doelgerichtheid en doelmatigheid.
5. Financieel beleid
Na de sanering van de leningen in 2010 heeft de Atlant Groep nog slechts één lening lopen, ultimo 2011 groot € 1.815.121, met jaarlijkse aflossing van € 145.210 en een looptijd tot 2024.
Deze lening past volledig binnen de kaders van de wet Fido. Het vervroegd aflossen van deze lening is nu niet zinvol omdat de boeterente die in rekening gebracht zou worden hoger is dan de mogelijke rentebesparingen uit hoofde van de aflossing.
Voor het reguleren van de financiële stromen van de activiteiten tussen de vennootschappen [zie hiervoor ook het schema Verbonden partijen op bladzijde 32] en de GR zijn met de vennootschappen rekening-courant overeenkomsten gesloten. De saldi van deze posities blijven ultimo 2011 in alle gevallen binnen de daarover in de overeenkomsten afgesproken grenzen.
Het liquiditeitssaldo ultimo 2011 bedraagt € 9.356.000. Daarvan zijn € 6.750.000 gestort in een deposito, de overige middelen staan op de lopende bankrekeningen (€ 2.600.000) en zijn aanwezig in de kas (€ 6.000). Het beheer van deze middelen past geheel binnen het treasurystatuut zoals dat in februari 2010 door het bestuur is vastgesteld.
De uitvoering van het financieel beleid wordt bewaakt met behulp van de beoordeling van de financiële kengetallen die eens per kwartaal worden gerapporteerd. Het betreft de current ratio, de quick ratio en de debt ratio, die allen een beeld geven van het vermogen van de Atlant Groep om haar schulden, zowel op korte als (middel)lange termijn, te kunnen voldoen. De berekende waarden voor deze ratio’s zijn opgenomen aan het einde van het hoofdstuk Kengetallen van deze jaarrekening. Deze ratio’s zijn gedurende 2011 steeds royaal beter geweest dan de daarvoor geldende normen. Daaruit mag geconcludeerd worden dat Atlant Groep in 2011 een gezond beleid gevoerd heeft aangaande de financiële middelen gebaseerd op voorzichtigheid en zekerheid.
Om ook in economisch moeilijkere tijden niet direct een beroep te hoeven doen op de
gemeenten streven we naar een bepaald weerstandsvermogen. Het weerstandsvermogen stelt de Atlant Groep in staat om een eventueel verliesgevend jaar met eigen middelen op te vangen.
Ook politiek-bestuurlijk is te kennen gegeven dat een dergelijke terugvaloptie wenselijk is.
Vandaar dat het bestuur in februari 2010 de notitie Weerstandsvermogen heeft vastgesteld en bepaald heeft dat de uitkomsten van deze cijfermatige opstelling, en de periodieke herijking ervan bij begroting en jaarrekening, in komende jaren leidraad zullen zijn voor de bestemming van de resultaten.
De huidige financiële verordening dateert uit 2005. Op basis van recente ontwikkelingen in de organisatie en naar aanleiding van de vastgestelde notitie inkoopbeleid is er een voorstel uitgewerkt voor een aangepaste financiële verordening. Dit voorstel wordt behandeld in de bestuursvergadering van maart 2012 en treedt na vaststelling in werking per 1 januari 2012.
6. Toekomstverwachting
Kijkend naar de periode die voor ons ligt, kan het niet anders dan dat er een heel uitdagende toekomst voor ons ligt. Door het invoeren van fundamentele stelselwijzigingen, zowel bij het gehele gebouw van de uitkeringen, als het decentraliseren van een drietal beleidsvelden naar de gemeenten gelijktijdig gekoppeld aan forse financiële kortingen, is er sprake van een enorme maatschappelijke dynamiek. Daarbij komt dat de economische crisis aanhoudt, ook voor de komende jaren, en de landen in de EU allemaal kampen met niet sluitende begrotingen waardoor er substantiële bezuinigingen op het programma staan. Deze zullen ongetwijfeld hun weerslag hebben op onze opdrachtgevers en onze afnemers. Indirect worden wij dan ook getroffen.
Het kabinet is er niet in geslaagd met de VNG te komen tot een ondertekend bestuursakkoord waarin deze bewegingen zijn benoemd. Het idee van meer lokale beleidsvrijheid spreekt gemeenten weliswaar aan, maar de financiële vertaling stuit op weerstand. Met name de Wet werken naar vermogen was voor de gemeenten het onderdeel waar men niet mee in kon stemmen. De bezwaren waren feitelijk niet gericht op de doelstelling die aan deze wet ten grondslag ligt, een integrale regeling voor de onderkant van de arbeidsmarkt, maar de financiële middelen die hierbij door het rijk beschikbaar worden gesteld betekenden voor de gemeenten het accepteren van financiële risico’s waarvan de omvang moeilijk is te overzien.
Daarbij komt dat een groot deel van de beschikbare middelen in het ontschotte participatie- budget noodzakelijk zijn om de kosten van de huidige Wsw doelgroep die een
arbeidsovereenkomst heeft in het kader van de Wsw, te kunnen betalen. Tevens dient er verplicht, bij het verdwijnen van drie medewerkers Wsw oud, één nieuwe medewerker Wsw
beschut nieuw aangenomen te worden. Deze laatste groep wordt door de regering gezien als de doelgroep waar de oorspronkelijke Wsw voor in het leven is geroepen. De toegevoegde waarde van deze groep zal van een betrekkelijk laag niveau zijn en blijven terwijl de
begeleidingskosten relatief hoog zullen zijn. De achterliggende gedachte bij de Wwnv is verder dat kandidaten, gebaseerd op een vastgestelde loonwaarde, bij reguliere werkgevers in dienst komen, waarbij de werkgevers door middel van loondispensatie worden gecompenseerd. Het kabinet gaat er vervolgens vanuit dat de begeleiding door die werkgever zelf wordt gedaan.
Voor structurele begeleidingskosten is in het financiële kader nauwelijks rekening gehouden.
Hoewel de wet nog het gehele parlementaire traject dient te doorlopen is de algemene
verwachting dat die wel, mogelijk nog met enige modificaties, zal worden goedgekeurd en per 1 januari 2013 in werking zal treden. In het hele land zien we dat er veel overleg plaatsvindt binnen de gemeenten en tussen de gemeenten en hun Sw-bedrijf.
In de nieuwe wet wordt de gemeente, nog meer dan in het verleden, verantwoordelijk voor het uitvoeren van de wet. De Sw als uitvoeringsorganisaties kampten gemiddeld voor de
wetswijziging al vaak met financiële tekorten. Ondanks extra gemeentelijke bijdragen moesten ook de exploitatietekorten vaak door de gemeenten worden afgedekt.
Met de in de reeds aangekondigde verdere kortingen in 2013 en 2015 zijn de vooruitzichten op sluitende exploitaties niet groter geworden.
De Atlant Groep heeft bij de start in 2002 het roer drastisch omgegooid. De transitie van een Sw-bedrijf met de gebruikelijke eigen activiteiten naar het plaatsen van kandidaten naar reguliere werkgevers is zeer succesvol verlopen. De Atlant Groep heeft de daarmee gepaard gaande transitiekosten in deze periode binnen haar eigen exploitatie opgelost. Het vreemd vermogen is op een lening na van de balans verdwenen en de oude locatie is geheel gerevitaliseerd en wordt een substantieel deel gebruikt door het Werkplein.
Met andere woorden: de Atlant Groep heeft bewezen dat het nieuwe concept dat ook aan de Wwnv ten grondslag ligt zeker kan werken, maar dat wij de mensen over het algemeen via detacheringconstructies plaatsen. Een niet onbelangrijk deel, zo’n 12%, is geplaatst via het begeleid werken concept. De Atlant Groep scoort hiermee landelijk het hoogst. Dit laatste lijkt in essentie wel op de nieuwe insteek van loondispensatie alhoewel ook deze medewerkers via een jobcoach begeleiding krijgen om ook te komen tot een duurzame plaatsing.
De Atlant Groep heeft aangetoond dat binnen de kaders van de bestaande financiering een adequaat bedrijfsconcept mogelijk was. Gezien de positieve resultaten zou zelfs het
subsidiebedrag nog naar beneden kunnen worden bijgesteld. Met het resultaat in 2011 laat de
Atlant Groep zien dat de eerste korting van 5% die is toegepast kon worden geabsorbeerd. Dat betekent dat onze verwachting van 2012 is dat we dat jaar ook zonder verlies kunnen afsluiten.
Afhankelijk van de loonontwikkeling bij de Wsw zou er ook in 2012 nog sprake kunnen zijn van een klein positief resultaat.
Vanaf 2013 ontstaan dan ook voor de Atlant Groep problemen om te komen tot een sluitende begroting. Het subsidiebedrag per arbeidsjaar daalt van € 27.080 in 2010 naar € 22.050 in 2015, een nadelig verschil van € 5.030 per arbeidsjaar. Tevens komt het onderscheid voor het subsidiebedrag bij de indicatie ernstig [1,25 arbeidsjaar] te vervallen. Dat betekent dat de extra faciliteiten die vaak gekoppeld zijn aan deze medewerkers niet meer zijn te betalen.
De kosten van de Wsw doelgroep oud zijn feitelijk vast en nauwelijks beïnvloedbaar en de toegevoegde waarde zal, mede door de economische crisis, amper stijgen. Rest er te snijden in de overige personeelskosten [collectief vervoer, opleidingskosten, e.d.] en het reduceren van de directe en indirecte begeleidingsorganisatie. Dit tot een niveau waarbij de kwaliteit van de organisatie, die borg staat voor innovatie, creativiteit en flexibiliteit en daarmee van het onderscheidend vermogen in de markt, door de minimumgrens zakt.
Overigens zal een dergelijke ingreep geen structurele oplossing bieden voor de
exploitatieproblematiek. Meer fundamentele oplossingen kunnen eerder gevonden worden door naar de totale keten te kijken van de verschillende beleidsvelden die betrokken zijn.
Daarbij valt nog te bezien of de aanname van de regering, dat werkgevers in grote getale deze mensen in dienst gaan nemen, ook in de praktijk geëffectueerd gaat worden. Onze ervaring met werkgevers is dat die zeker bereid zijn met mensen uit deze doelgroep te werken, maar dat zij zelf bij het verdere traject volledig ontzorgd willen worden en geen risico willen nemen door deze mensen zelf in dienst te nemen. Zeker nu er geen sprake is van een krappe arbeidsmarkt en werkgevers ook andere keuzes kunnen maken door werknemers uit andere EU landen aan te nemen is er een risico dat de aannames vooralsnog niet uit zullen komen. Uiteraard zal de Atlant Groep, net zoals in het verleden in het kader van begeleid werken is gebleken, alles op alles zetten om zoveel mogelijk kandidaten via loondispensatie rechtstreeks bij werkgevers te plaatsen. De uitgebreide pilot die per 1 februari 2012 gaat starten zal hierover meer informatie opleveren. Dat laat onverlet, en in het werkveld is dit ook ingebracht, dat detacherings-
constructies toch noodzakelijk zullen blijken te zijn. Dat dit concept van de Atlant Groep, mensen plaatsen via detacheringconstructies werkt is door ons genoegzaam aangetoond, ook in economisch moeilijke tijden. Een detacheringconcept betekent echter wel een daarop
afgestemde begeleidingsorganisatie en ook voor de groep Wsw nieuw beschut zal er
organisatiecapaciteit noodzakelijk zijn evenals capaciteit en kwaliteit voor het adequaat regelen van de secundaire processen.
Met andere woorden, een voor haar taken toegeruste begeleidingorganisatie is een
noodzakelijke voorwaarde om te kunnen slagen. Zoals wij eerder hebben aangegeven zien wij wel meer mogelijkheden om te komen tot een reductie van kosten door integraal naar de gehele keten te kijken, minder afstemmingsmomenten te creëren en gebruik te maken van één
informatiesysteem. Een dergelijke benadering is op dit moment mogelijk te vroeg. Dat pleit ervoor om voorzichtig te zijn met rigoureuze ingrepen in de organisatie, de ervaringen van de pilot Loondispensatie met de gemeente Helmond in 2012 te evalueren en het resterende tekort dat in 2013 dreigt, te dekken uit het eigen vermogen. Met de voorgenomen maatregelen verwachten wij een reductie van het nu geraamde tekort tot € 1,5 miljoen. Op deze wijze kunnen we ook gebruik maken van het eigen vermogen dat uiteindelijk door de Atlant Groep is opgebouwd en dat ook een oplossing kan bieden voor bepaalde risico’s die de organisatie loopt. Een fundamentele stelselwijziging mag als zodanig worden aangemerkt. Uiteraard moeten er structurele oplossingen komen die borgen dat er opnieuw sprake is van een sluitende begroting, maar daar moeten wij dan wel zorgvuldig naar kijken. Het
herstructureringsfonds dat door het rijk ter beschikking wordt gesteld om de transitie van huidig naar nieuw te maken kan ons in staat stellen die beweging te faciliteren. Dat zal voor de Atlant Groep een andere vertaling krijgen dan voor collega’s die nog van oud naar nieuw moeten transformeren, waarvoor de transitie dus veel groter is.
De plannen die door de gemeenten voor 1 mei 2012 dienen te worden ingediend bieden de mogelijkheid om tot een bedrag van circa € 9,0 miljoen aan projecten in te dienen. De eigen investeringsbijdrage die door het rijk van de gemeenten wordt gevraagd maakt daar deel van uit. We zullen deze gelegenheid gezamenlijk moeten aangrijpen om de vervolgslag te maken, zodat uiteindelijk ook na 2015 er een gezonde uitvoeringorganisatie staat die in staat is het vastgestelde beleid dat door de gemeenten is vertaald in opdrachtverlening en [financiële]
kaders adequaat om te zetten in resultaten.
Open en transparante kostenberekeningen geven de gemeenten inzicht in de inzet van middelen, doorlooptijden en de te realiseren resultaten. De gemeente als regievoerder zal daarbij wel de beleidsuitgangspunten helder moeten benoemen en ook de beleidsmatige consequenties en de financiële effecten daarvan moeten accepteren. De Atlant Groep kan vanuit de uitvoeringsregie ondernemend opereren en aantonen dat de in 2002 ingezette koers, na een fundamentele ingreep, weer opnieuw bij haar in goede handen is. Onder
uitvoeringsregie verstaan wij dat wij binnen overeengekomen kaders en kwaliteitseisen te realiseren doelen zelf vertalen in oplossingsrichtingen en succesvolle concepten.
De gemeenten zijn en blijven uiteraard verantwoordelijk voor de beleidsregie, maar leggen de verantwoordelijkheid voor het realiseren van de geformuleerde doelstellingen bij de Atlant Groep als uitvoeringsregisseur.
7. Toekomstperspectief van de deelnemingen
Atlant Re-integratie B.V.
De voorzichtig positieve verwachting over het resultaat 2011 is meer dan bewaarheid geworden. Er was een positief resultaat begroot van € 242.000 en het uiteindelijke resultaat bedroeg € 564.000 positief. Het resultaat was daarmee € 322.000 beter dan begroot. Voor 2012 gaan we vooralsnog uit van een positief resultaat van € 110.000. Er is een nieuw contract met de gemeenten Heerlen, ISD/Bol en Kompas dat loopt tot eind 2012. Het contract is kleiner van omvang en biedt ook minder zekerheden. Het Wajong project van het UWV loopt ook in 2012 nog door, maar wordt dan waarschijnlijk niet verlengd. Voor het WWW project [Wonen, Welzijn
& Werk] is opnieuw een contract met justitie afgesloten voor de duur van 1 jaar en het totale volume is vergroot. Inmiddels zijn er nieuwe ontwikkelingen op grond waarvan in de loop van 2012 er een nieuwe situatie kan ontstaan. Er is overleg gaande tussen de vennootschap en de Calder Groep om te komen tot verregaande samenwerking. Dit kan resulteren in een overname van 51% van de aandelen door Calder Groep en resteert er 49% voor de Atlant Groep. De huidige aandeelhouder, de GR Atlant Groep, zal hierover in het voorjaar een besluit moeten nemen. Mocht dit besluit positief zijn dan zal dat leiden tot een nieuw Ondernemingsplan.
Atlant Catering B.V.
Het resultaat over 2011 was € 21.000 positief. De belangrijkste doelstelling van deze vennootschap is met name gericht op het trainen en opleiden van diverse kandidaten uit de verschillende doelgroepen gericht op reguliere uitplaatsing. Tevens zorgen betreffende medewerkers ervoor dat bedrijfsrestaurant faciliteiten worden geboden op de locatie
Montgomeryplein en de beide locaties waar de groepsdetachering van Dorel werkzaam zijn. Dit jaar is er overeenstemming met de gemeente Helmond over het gebruik van het
bedrijfsrestaurant door de medewerkers van het Werkplein tegen dezelfde prijzen. De
gemeente betaalt daar jaarlijks een fee voor. Tevens zullen we in 2012 kunnen beschikken over een nieuwe vergunning waardoor de openingstijden van het bedrijfsrestaurant worden verruimd en er meer commerciële mogelijkheden ontstaan in arrangementen die worden aangeboden.
De vennootschap dient wel te opereren binnen gezonde bedrijfseconomische kaders. Wij verwachten dat ook in 2012 aan deze voorwaarde wordt voldaan.
Atlant Direct Werk B.V.
Deze vennootschap is opgericht om de deelnemers aan re-integratietrajecten een reguliere baan aan te kunnen bieden. De baan via Atlant Direct Werk B.V. is geen doel op zich, maar een middel om de uitstroom naar een reguliere baan te kunnen faciliteren. Gezien de ontwikkelingen in 2011 op het gebied van re-integratie zien we een afnemend aantal aanmeldingen die gebruik maken van deze optie.
Door de gekozen constructie was er altijd sprake van een nihil resultaat omdat de kosten en baten altijd tegen elkaar wegvielen. Dat was ook in 2011 het geval. Begin 2012 is er nog een uitloop te zien van reeds aangegane contracten, maar die zullen voor een belangrijk deel in het eerste kwartaal 2012 beëindigd worden.
Mogelijk dat daarvoor in de plaats mensen geplaatst gaan worden die in het kader van het project Loondispensatie van de gemeente Helmond in deze vennootschap geplaatst zullen worden.
Vooralsnog blijkt dat het lastig is om in de pilot Loondispensatie veel kandidaten rechtstreeks te plaatsen bij werkgevers. Daarom wordt gekozen voor de constructie dat betreffende
deelnemers aan de pilot een arbeidscontract krijgen aangeboden bij de vennootschap, maar vervolgens worden doorgedetacheerd naar een externe activiteit.
De loonwaarde die betrokkene na meting krijgt wordt vertaald in een loon dat ten laste wordt gebracht van de vennootschap. Het tarief dat vervolgens via detachering wordt gerealiseerd moet dekkend zijn voor de loonkosten die betaald worden alsmede voor de begeleidingskosten die daarmee gepaard gaan. Als tarieven in de markt daarvoor niet toerijkend zijn zullen de begeleidingskosten en organisatiekosten via de gemeente betaald moeten worden. Omdat de gemeente geen uitkering hoeft te betalen en in een aantal gevallen ook geen loonaanvulling is er financiële ruimte om die begeleiding- en organisatiekosten ook voor hun rekening te nemen.
De praktijk zal in 2012 uitwijzen welke modaliteiten binnen de nieuwe context zich voordoen en of en zo ja waar de voetangels en klemmen te vinden zijn.
In die zin zullen wij bij deze vennootschap de vinger nog meer dan normaal aan de pols moeten houden zodat tijdig kan worden ingegrepen. Vooralsnog gaan we uit van een resultaat dat nihil is.
Dariuz© B.V.
De vennootschap is opgericht per 24 juli 2008 om een web-softwareapplicatie met betrekking tot een objectieve loonwaardemeting in de markt te zetten. Hierbij wordt de werkprestatie van de werknemer op de werkplek gemeten. Door de opdracht van de werkgever en de
werkprestatie van de werknemer te combineren wordt inzicht verkregen in de productiviteit, de begeleidingsbehoefte, de inzetbaarheid en de restcapaciteit in euro’s. De deelneming bedraagt 19% van het aandelenkapitaal, zijnde € 3.420. De verwachting is dat over 2011 een positief resultaat wordt geboekt van € 281.000. Dit resultaat zal gebruikt worden om de balanspositie te versterken. De Atlant Groep heeft een achtergestelde vordering op Dariuz® B.V. van € 152.000.
Voor deze lening geldt een rentevergoeding van 6% per jaar welke ten goede komt aan de GR.
PARAGRAFEN
1. Financiering
Inleiding
Hieronder wordt ingegaan op de treasury-activiteiten, met als exponenten kasgeldlimiet en rente risiconorm, en het weerstandsvermogen. De toelichting hierop is een uitvloeisel van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) uit 2004 en betreft uitsluitend de voor de gemeen- schappelijke regeling verplichte onderdelen.
De kredietcrisis heeft nogmaals de aandacht gevestigd op treasurystatuten en de werking van de Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido) en heeft het Rijk er toe gebracht deze wet te herijken en op onderdelen de onderliggende regelgeving aan te scherpen. Dit betekent dat overtollige gelden alleen mogen worden uitgezet, indien internationaalrechtelijk mogelijk, in de eurozone of de Europese Unie. De mogelijkheden om uit te zetten met geleend geld is verder ingeperkt en verder is het verplicht om geld dat niet direct nodig is uit te zetten bij dezelfde instantie waar het geld is geleend. Uitzettingen met een langere looptijd moeten aan meer zekerheidseisen gaan voldoen. Toepassing van de wet is nog geen garantie voor een veilige belegging, echter de daarin gehanteerde minimale limieten zijn nog steeds uitgangspunt. Het gaat dan met name om de mate van kredietwaardigheid van partijen. De minimale
kredietwaardigheid die wordt vereist in de wet is ook in het treasurystatuut het uitgangspunt.
De eigen verantwoordelijkheid van decentrale overheden voor het treasurybeleid blijft voorop staan. Daartoe heeft het bestuur in de vergadering van 22 februari 2010 een nieuw
treasurystatuut vastgesteld dat aangepast is aan voornoemde wet Fido en in 2010 in werking is getreden.
In aanmerking genomen de omvang van de organisatie en de daarmee samenhangende kasstromen wordt middels cashmanagement invulling gegeven aan de verschillende treasury activiteiten van de Atlant Groep. Hiertoe wordt onder andere een korte termijn
liquiditeitsplanning gebruikt die standaard in de maand- en kwartaalrapportage is opgenomen.
In deze liquiditeitsplanningen wordt rekening gehouden met het streven van de Atlant Groep om voordeel te behalen uit het minimaliseren van de kosten van het geldstromenbeheer. Hierbij
wordt het liquiditeitsgebruik beperkt door de geldstromen op organisatieniveau op elkaar en op de liquiditeitsplanning af te stemmen, zonder dat uit het oog wordt verloren dat de
liquiditeitspositie te allen tijde voldoende is om te garanderen dat verplichtingen kunnen worden nagekomen.
Kasgeldlimiet
Voor het beheersen van de rente risico’s op korte termijn dient de Atlant Groep de uitgangspunten van de kasgeldlimiet te hanteren. De kasgeldlimiet is het bedrag dat de
gemeenschappelijke regeling maximaal als gemiddelde netto vlottende schuld over een periode van drie maanden mag hebben. Indien de Atlant Groep deze limiet wenst te overschrijden, moet hiervoor toestemming worden verkregen bij Gedeputeerde Staten van Brabant. Voor
gemeenschappelijke regelingen is de kasgeldlimiet bepaald op 8,2% van het totaalbedrag van de begroting, waarbij een minimum geldt van € 300.000.
Voor 2011 is het volgende van belang:
Begrotingstotaal € 61.550.000
Het bij ministeriële regeling vastgestelde percentage 8,2%
Kasgeldlimiet € 5.047.000
Hieruit blijkt dat de Atlant Groep heel 2011 ruim binnen de kasgeldlimiet is gebleven.
Rente risiconorm
Voor het beheersen van de renterisico’s op de lange termijn dient de Atlant Groep de renterisico’s in beeld te brengen voor de vaste schuld in relatie tot de rente risiconorm. Het renterisico op de vaste schuld wordt berekend door te bepalen welk deel van de portefeuille aan vaste schuld in enig jaar geherfinancierd moet worden door het aangaan van nieuwe leningen behorend tot de vaste schuld (herfinanciering), en voor welk deel van de vaste schuld de geldnemer een wijziging van de rente op basis van de leningsvoorwaarden niet kan
(bedragen x € 1.000) Budget
2011 jan-mrt apr-jun juli-sep okt-dec Jaar Toets kasgeldlimiet
Totaal netto vlottende schuld/overschot middelen - 7.995- 9.409- 8.869- 8.767- 8.760- Toegestane kasgeldlimiet 5.047 5.047 5.047 5.047 5.047 5.047 Ruimte onder kasgeldlimiet 5.047 13.042 14.456 13.916 13.814 13.807
Kwartaal Realisatie
beïnvloeden (renteherziening). De rente risiconorm kan worden berekend door een, bij ministeriële regeling, vastgesteld percentage [20% met een minimum van € 2.500.000] te vermenigvuldigen met de totale lasten van de begroting. Het te lopen renterisico mag in beginsel de rente risiconorm niet overschrijden.
Voor de Atlant Groep bedragen de langlopende schulden ultimo 2011 € 1.815.000 tegen een jaarlijks vast rentepercentage van 4,46%. De aflossingsverplichting bedraagt € 145.000 en wordt voldaan uit de normale bedrijfsvoering.
In onderstaand staatje treft u deze gegevens aan.
Hieruit blijkt dat de Atlant Groep heel 2011 ook ruim binnen de renterisiconorm is gebleven.
2. Weerstandsvermogen
Onder weerstandsvermogen kan worden verstaan het vermogen van de gemeenschappelijke regeling om tegenvallers op te vangen zonder dat de continuïteit van de gemeenschappelijke regeling in gevaar komt. Het weerstandsvermogen kan worden uitgedrukt als de verhouding tussen de weerstandscapaciteit en de te lopen risico’s. De weerstandscapaciteit kan bestaan uit eigen vermogen, langlopende voorzieningen, ruimte op de begroting, onbenutte
inkomstenbronnen, bezuinigingsmogelijkheden. De risico’s kunnen zowel economisch, politiek, juridisch, bestuurlijk etc. van aard zijn.
Renterisiconorm en renterisico 2011 (Bedragen x € 1.000)
Variabelen
Renterisico(norm) 2011
(1) Renteherziening -
(2) Aflossingen 145
(3) Renterisico (1+2) 145
(4) Renterisiconorm 12.310
(5a) = (4>3) Ruimte onder renterisiconorm 12.165
(5b) = (3>4) Overschrijding renterisiconorm -
Renterisiconorm
(4a) Begrotingstotaal 61.550
(4b) Percentage regeling 20%
(4) = (4a x 4b) Renterisiconorm 12.310
Weerstandscapaciteit
Voor de weerstandscapaciteit is een aantal componenten van belang, te weten:
• eigen vermogen: de hoogte van het eigen vermogen is afhankelijk van de bepaling van de waarde van de bezittingen. Tot de weerstandscapaciteit tellen wij naast de algemene reserve ook de bestemmingsreserves;
• langlopende voorzieningen: voorzieningen hebben reeds een bestemming, zoals het afdekken van risico’s of voor groot onderhoud. Een voorziening kan ook vermogen van derden zijn dat alleen voor een specifiek doel mag worden ingezet;
• ruimte op de begroting: bij de besteding van middelen liggen de uitgaven deels vast. Ruimte op de begroting is te krijgen door te bepalen welke uitgaven op welk tijdstip worden gedaan.
Voor inzicht in de weerstandscapaciteit volstaan wij hier met het geven van een staat van reserves en voorzieningen.
(bedragen x € 1.000,-) Saldo per Saldo per
31-12-10 Dotaties Onttrekking 31-12-11
Algemene reserve 2.269 0 -919 1.350
Bestemmingsreserves
Best.reserve personeelsfonds 627 -150 477
Best.reserve Navision 500 -37 463
Best.reserve eenmalige uitkering WSW 0 345 -345 0
Best.reserve bedrijfsjubileum 0 150 150
Best.reserve bedr.rest.M'plein 477 -22 455
Best.reserve verlofsparen 244 244
Best.reserve bovent. plaatsing 1.358 -483 875
Best.reserve innovatie 427 -65 362
Best.reserve risico's afzetmarkt 2.900 2.900
Best.reserve concurrentie 750 750
Best.reserve onderhoud gebouwen 300 -300 0
Best.reserve verhuurbaarheid 665 665
Best.reserve Re-integratie BV 379 537 916
Best.reserve hoger personeel 250 250
Best.reserve weinig geclass.medew 875 875
Best.reserve verlofstuwmeren 274 274
Best.reserve winstuitkering gemeenten 2011 0 1.909 -1.909 0
Best.reserve winstuitkering gemeenten 2012 0 1.900 1.900
Reserves totaal 12.295 4.841 -4.230 12.906
Voorzieningen
Voorz. bodemsanering Beemdweg 25 25
Voorziening bodemsanering MPL 324 324
Voorziening gebouwenonderhoud 0 300 -36 264
Voorz. gar. taakstelling WSW 350 350
Voorzieningen totaal 699 300 -36 963
Totaal Weerstandscapaciteit 12.994 5.141 -4.266 13.869
Naast deze reserves en voorzieningen behoort ook het resultaat uit het boekjaar 2011, groot
€ 1.964.000 tot de weerstandscapaciteit. Voor het bestemmen van dit resultaat dient de directie separaat een voorstel in bij het bestuur.
Risico’s
Als onderdeel van het weerstandsvermogen is het belangrijk de verschillende risico’s te
inventariseren en waar mogelijk de eventuele financiële gevolgen in beeld te brengen. Niet altijd is concreet aan te geven op welk moment deze zich voordoen en welke omvang ze hebben.
Het is op zich een goed gebruik om daar, waar de risico’s benoembaar en kwantificeerbaar zijn, er voorzieningen worden getroffen. In de risicoparagraaf wordt verder een aantal onderwerpen behandeld, waaraan naar onze mening financiële consequenties vastzitten.
3. Onderhoud kapitaalgoederen
Ontwikkelingen
De gemeente Gemert-Bakel heeft op een deel van de kwekerij in Gemert de Wet
voorkeursrecht gemeenten gevestigd. De kwekerij activiteiten zijn nu geheel beëindigd. Tijdelijk is hier nu de basisvoorziening Gemert-Bakel en de Werkwinkel gehuisvest. De verkoop van de hele kwekerij is op dit moment nog niet geëffectueerd. Er worden nadere gesprekken gevoerd met de gemeente Gemert-Bakel en een marktpartij. De verwachting is nu dat deze transactie in 2012 zal worden afgerond.
De gemeente Helmond heeft de vernieuwbouw op de locatie van de Atlant Groep ten behoeve van de uitbreiding van de werkplekken van het Werkplein inmiddels gerealiseerd. Het
huurcontract inzake het Werkplein is daarop aangepast. In 2011 zijn de huurcontracten met SMO en Imek beëindigd. Inmiddels zijn de ruimten van SMO in gebruik genomen door de eigen afdelingen IDT, ADTC, Beschermd Werken en Basisvoorziening Helmond.
Onderhoud
Het meerjaren onderhoudsplan is vastgesteld door het managementteam van de Atlant Groep en is de basis voor de in 2011 ingestelde voorziening gebouwenonderhoud. De eerste storting, groot € 300.000 is gefinancierd vanuit de bestaande reserve groot onderhoud. De jaarlijkse
dotatie vanuit de exploitatie is vastgesteld op € 70.000. Het plan zal periodiek worden geactualiseerd.
Milieubeheer en andere wettelijke verplichtingen
Voor de jaarlijkse milieukeuringen van ketels en andere installaties zijn contracten afgesloten, evenals voor de jaarlijkse technische keuring in verband met de brandweervoorschriften.
4. Verbonden partijen
De Atlant Groep is de benaming van de uitvoeringsorganisatie die is ontstaan uit de
samenwerking van het te Helmond gevestigde openbaar lichaam als bedoeld in artikel 8 lid 1 van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen Atlant Groep en de te Helmond gevestigde stichting Stichting Arbeidsplaatsen (Regio Helmond) “Stap”.
Voor de gemeenten Asten, Deurne, Gemert-Bakel, Helmond, Laarbeek en Someren vormt het openbaar lichaam Atlant Groep een publiekrechtelijk verbonden partij waarin de betreffende gemeente participeert. Het openbaar belang dat door de Atlant Groep voor de deelnemende gemeenten wordt behartigd is de integrale uitvoering van de Wsw, de daaruit voortvloeiende en daarmee verband houdende voorschriften en regelingen alsmede het rechtstreeks of middellijk aanbieden van een integraal dienstenpakket op het gebied van arbeidsre-integratie en
aangepaste arbeid aan de op afstand van de reguliere arbeidsmarkt staande inwoners van de deelnemende gemeenten.
De Stichting Arbeidsplaatsen (Regio Helmond) “Stap” vormt voor de deelnemende gemeenten een privaatrechtelijk verbonden partij. De stichting houdt zich nu nog slechts bezig met de uitvoering van de (voormalige) Wiw en ID-regeling. De Stichting fungeert daarnaast als personeelsstichting waarin medewerkers werkzaam zijn die vervolgens worden ingezet voor werkzaamheden bij de diverse entiteiten van de uitvoeringsorganisatie.
Ten aanzien van een verbonden partij hanteert de Atlant Groep de volgende definitie. Een verbonden partij is een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin het openbaar lichaam de Atlant Groep een bestuurlijk en een financieel belang heeft. Een financieel belang is een aan de verbonden partij ter beschikking gesteld bedrag dat niet verhaalbaar is indien de verbonden partij failliet gaat onderscheidelijk het bedrag waarvoor aansprakelijkheid bestaat
indien de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt. Bestuurlijk belang is zeggenschap, hetzij uit hoofde van vertegenwoordiging in het bestuur, hetzij uit hoofde van stemrecht. De Stichting Arbeidsplaatsen (Regio Helmond) “Stap” heeft geen bestuurlijk of financieel belang in een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie. De Atlant Groep onderscheidt twee categorieën verbonden partijen:
1) Rechtspersonen waarin de Atlant Groep deelneemt en waarbij de Atlant Groep het recht heeft om qualitate qua vertegenwoordigers te benoemen.
2) Rechtspersonen waarin de Atlant Groep deelneemt.
Op de volgende pagina is het overzicht van belangrijke verbonden partijen voor de Atlant Groep weergegeven.
