• No results found

Raadsbesluit Concept Ondernemingsplan Werkbedrijf Atlant De Peel 2017-2018, concept begroting 2017 en Jaarrekening 2015 Atlant Groep

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Raadsbesluit Concept Ondernemingsplan Werkbedrijf Atlant De Peel 2017-2018, concept begroting 2017 en Jaarrekening 2015 Atlant Groep"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

RAADSBESLUIT "~festen

Onderwerp: Dagtekening: Agendanummer:

Concept Ondernemingsplan Werkbedrijf Atlant De Peel 2017-2018, concept begroting 2017 en Jaarrekening

2015 Atlant Groep 5 juli 2016 16.07.04

De raad van de gemeente Asten;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 mei 2016 met zaaknummer AST/2016/008502;

gehoord het advies van de commissie Burgers van 13 juni 2016;

besluit:

1.

2.

3.

Kennis te nemen van:

- het concept Ondernemingsplan 2017-2018 en concept Begroting 2017 van Werkbedrijf Atlant De peel;

- de Jaarrekening 2015 van Atlant Groep;

In te stemmen met het concept begroting 2017 van het Werkbedrijf Atlant De Peel;

In te stemmen met de conceptzienswijze en deze toe te zenden aan het Algemeen bestuur van Werkbedrijf Atlant De Peel;

Het aandeel in het bedrijfsresultaat Atlant Groep 2015 ad. € 65.075,- toe te voegen aan het rekeningresultaat 2016 (de post onvoorzien incidenteel) en de begroting te wijzigen conform advies.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Asten van 5 juli 2016.

De raad voornoemd, griffier,

B.W. van Erp-Sonnemans

voorzitter, mr. H.G. Vos

(2)

Gemeente

listen

RAADSVOORSTEL

BIJ ZAAKNUMMER: A S T / 2 0 1 6 / 0 0 8 5 0 2

Onderwerp: Bijlage(n): Vergadering

van:

Agenda- nummer:

p.h.:

Concept Ondernemingsplan Werkbedrijf Atlant De Peel 2017-2018, concept begroting 2017 en Jaarrekening 2015 Atlant Groep

4 5 juli 2016 16.07.04 JH

de raad

van de gemeente Asten

Samenvatting

Op 15 april 2016 heeft het Werkbedrijf Atlant De Peel het ondernemingsplan 2017-2018 (met daarin opgenomen het concept begroting 2017) en op 14 april 2016 de jaarstukken 2015 aangeboden aan de deelnemende gemeenten van de Gemeenschappelijke Regeling Werkbedrijf Atlant De Peel.

Op het concept begroting 2017 is op grond van de gemeenschappelijke regeling de

zienswijzenprocedure van toepassing. De gemeenteraad wordt in de gelegenheid gesteld om op deze stukken een zienswijze uit te brengen. De uitgebrachte zienswijzen worden door het

Algemeen Bestuur van het Werkbedrijf meegenomen bij de definitieve vaststelling van de begroting 2017 eind december 2016.

Beslispunten

Met betrekking tot het concept begroting 2017:

- Kennisnemen van het concept Ondernemingsplan 2017-2018 en het concept Begroting 2017 van het Werkbedrijf Atlant De Peel;

- Instemmen met het concept Begroting 2017 van het Werkbedrijf Atlant De Peel;

- Instemmen met de conceptzienswijze en deze kenbaar maken aan het bestuur.

Met betrekking tot de Jaarrekening 2015 Atlant Groep:

- Jaarrekening 2015 voor kennisgeving aannemen;

- Het aandeel in het bedrijfsresultaat Atlant Groep 2015 ad. € 65.075,- toevoegen aan het

rekeningresultaat 2016 (de post onvoorzien incidenteel) en de begroting wijzigen conform advies.

Inleiding

Wensen en bedenkingen 22 februari 2016:

De kadernota (lees: Ondernemingsplan 2017-2018) stelt de kaders voor de begroting en geeft inzicht in de opdracht aan het werkbedrijf en de ontwikkelingen die relevant zijn c.q. waarmee rekening gehouden moet worden. Zoals gezegd is er, gezien het overgangsjaar, een andere

procedure gevolgd, en heeft de raadscommissie op 22 februari 2016 haar wensen en bedenkingen gegeven. Het college had hiertoe een viertal onderwerpen als suggestie aangedragen. Al deze vier de onderwerpen werden als belangrijk beschouwd.

(3)

Daarnaast heeft er tijdens de commissievergadering een presentatie door het Werkbedrijf plaatsgevonden. Naar aanleiding hiervan zijn er onderwerpen c.q. aandachtspunten toegevoegd.

Deze zijn samengevoegd tot een viertal categorieën.

In het onderstaande een overzicht van alle aangedragen wensen en bedenkingen. Tevens wordt hierbij aangegeven of en in welke mate deze punten zijn terug te vinden in de kadernota c.q. het ondernemingsplan.

1. ICT afstemmen binnen de drie decentralisaties:

Doorontwikkeling van een adequate infrastructuur en informatievoorziening ziet het Werkbedrijf als een vereiste, waarbij integratie van systemen op termijn noodzakelijk is. Een projectgroep gaat hiermee aan de slag, waarbij tevens getracht wordt de processen van de drie decentralisaties met elkaar te verbinden.

2. (Kern)taak neerleggen bij gebiedsteams:

Het Werkbedrijf onderstreept een lokale aanpak, met name ten aanzien van de groep met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. De wijze waarop dit lokaal wordt ingericht en uitgebouwd is in ontwikkeling. De mate waarin hierbij lokale zelfstandigheid wordt gewaarborgd is nog niet

inzichtelijk. Dit blijft derhalve een punt van aandacht die nauwlettend gevolgd zal worden.

3. Evalueren solidariteitsprincipe:

De werkwijze van het Werkbedrijf is gebaseerd op het solidariteitsprincipe. Het Werkbedrijf is zich ervan bewust dat er lokaal verschillen kunnen opgetreden. Vanuit het solidariteitsprincipe vinden binnen de kaders van de begroting geen verrekeningen plaats. Voortgang en ontwikkeling ten aanzien van dit punt worden gevolgd en bewaakt. Eind 2017 vindt er over tijdvak 2016 een evaluatie plaats die naar u teruggekoppeld zal worden.

4. Monitoren ontwikkeling uitkeringsbestand:

Gezien de onzekerheden ten aanzien van de ontwikkeling van het uitkeringsbestand enerzijds, maar ook de ontwikkeling van het rijksbudget anderzijds, is het van groot belang deze ontwikkeling en daarmee de uitgaven BUIG op de voet te volgen. Het Werkbedrijf geeft aan dit ook zeker te zullen doen. Temeer omdat in de begroting 2017 is opgenomen dat het de ambitie is het volume uitkeringsgerechtigden op grond van het te verwachten synergie effect bij uitvoering in het nieuwe werkbedrijf met 1% per jaar te verminderen. Om meer grip te krijgen op de ontwikkeling van het BUIG budget, heeft het college een plan van aanpak vastgesteld om de uitgaven te reduceren. Op 8 december 2015 heeft de raad met dit plan ingestemd. Het Werkbedrijf is momenteel bezig de resultaten van het Plan van aanpak verlagen BUIG te monitoren. Zodra wij de evaluatie hebben ontvangen, zal deze u ter informatie worden voorgelegd.

Aanvullende onderwerpen n.a.v. presentatie Werkbedrijf:

1. Indiceringen door UWV:

Beschut werk:

De huidige praktijk wijst uit dat het lastig is een indicatie vanuit het UWV te krijgen. Het

indicatieprogramma is een langdurig proces. Dit is een landelijk probleem. Het Werkbedrijf lobbyt richting provincie en rijk met betrekking tot dit probleem en is in gesprek met het UWV.

Garantiebanen:

Ook de indicatiestelling met betrekking tot de garantiebanen functioneert niet optimaal. Reden hiervoor is de normering. Ook hier is landelijk veel discussie over. Het Werkbedrijf geeft in haar Ondernemingsplan aan met betrekking tot dit punt een lobby op gang te zullen brengen naar Den Haag over de (on)mogelijkheden van de Wet banenafspraak.

Een ander probleem met betrekking tot de garantiebanen is dat er niet voldoende werkzoekenden zijn in relatie tot de vraag van werkgevers. Een aantal landelijke maatregelen zijn hierop

aangekondigd. Daarnaast behoren tot de doelgroep van de Wet banenafspraak tevens mensen zonder een uitkering (Nuggers) met een beperkt arbeidsvermogen. Echter tot op heden zijn er

(4)

onvoldoende middelen om de plaatsing van deze mensen te bekostigen. Dit onderwerp is uitgebreid aan de orde geweest tijdens de voorjaarsbijeenkomst. Resultaat hiervan is dat in het

Ondernemingsplan is opgenomen dat wordt onderzocht hoe Nuggers met een afstand tot de arbeidsmarkt toch aan een baan geholpen kunnen worden, indien nodig middels het vormen van een bestemmingsreserve.

2. Kijken naar mogelijkheden in plaats van naar beperkingen:

De taken van het Werkbedrijf zijn erop gericht om mensen naar werk te begeleiden. In de missie van het Werkbedrijf staat duidelijk omschreven dat het vertrekpunt is dat iedereen meedoet. Dit sluit dan ook aan bij ons eigen standpunt. Het Werkbedrijf kiest hierbij voor een integrale aanpak, wat inhoudt dat als participatie richting werk in het individuele geval niet haalbaar is, gezocht wordt naar een vorm van maatschappelijke participatie. Deze wordt laagdrempelig en lokaal ingevuld. Op deze wijze blijven mensen, ook al is begeleiding naar werk op dit moment (nog) niet mogelijk, betrokken en doen ze toch mee. Mensen doen er dus toe, ongeacht hun positie op de arbeidsmarkt.

Dit verstrekt de eigenwaarde en laat zien dat mensen niet worden afgeschreven.

3. Lokale verankering/korte lijnen:

Het Werkbedrijf geeft te kennen aan te haken bij dorps- en wijkgerichte activiteiten bij de ondersteuning en begeleiding van mensen naar werk dan wel maatschappelijke participatie.

Afhankelijk van de afstand tot de arbeidsmarkt worden lokale activiteiten ingezet dan wel activiteiten die meer buiten de lokale omgeving plaatsvinden. Het gebiedsgericht werken wordt steeds meer ingebed in de organisatie, waarbij tevens meer samenwerking wordt gezocht met lokale partijen (werkgevers maar ook organisaties). Hierbij wordt er tevens naar gestreefd om meer aansluiting te krijgen met de andere sociale domeinen.

4. Beheersbaarheid kosten en efficiency:

Het Werkbedrijf streeft naar optimalisering van haar bedrijfsvoering, zodat een financieel gezonde organisatie naar de toekomst toe gewaarborgd blijft. De komst van de Participatiewet, de

ontwikkelingen hierbinnen evenals de financiële kortingen op budgetten maken het noodzakelijk dat er fundamenteel gekeken wordt naar wat er met de beschikbare middelen kan worden gedaan voor de doelgroep. Het Werkbedrijf richt hiertoe een nieuw primair proces in dat erop gericht is overdrachtsmomenten te verminderen, duidelijkere beleidskeuzes te maken en processen samen te voegen waardoor op termijn minder personeel nodig is. Hierbij zal kritisch gekeken worden naar het instrumentarium dat wordt ingezet en naar de mogelijkheden van deregulering op het gebied van beleid maar ook uitvoering. Deregulering heeft hierbij tot doel te komen tot vermindering van de lasten die uit de regelgeving voortkomen voor zowel de burgers, werkgevers, instellingen, gemeenten en het Werkbedrijf. Gekeken wordt tevens naar mogelijke opties die de andere decentralisaties kunnen bieden om de keten te versterken. Gedacht wordt hierbij aan het verder uitwerken van de basisvoorzieningen in de regio. Naar Astens voorbeeld worden de mogelijkheden bezien om de combinatie van groepsdetachering (Participatiewet) met dagbesteding (WMO) verder gestalte te geven.

Wat willen we bereiken

Komen tot een reële begroting voor het jaar 2017, waardoor de uitvoering op een financieel verantwoorde en realistische wijze plaatsvindt.

Wat gaan we daarvoor doen

De raadscommissie wordt gevraagd te komen tot de invulling van een zienswijze ten aanzien van de begroting over het jaar 2017. De zienswijze wordt vervolgens schriftelijk kenbaar gemaakt bij het Algemeen Bestuur van Atlant Groep.

Voor wat betreft de inhoud van de zienswijze adviseren wij u in te stemmen met het concept begroting 2017 Werkbedrijf Atlant De Peel en de instemming middels bijgevoegde

conceptzienswijze aan het Algemeen bestuur van het Werkbedrijf kenbaar te maken. Het

Werkbedrijf wordt in de zienswijze gewezen op de noodzaak om de verstrekking van uitkeringen levensonderhoud te beheersen. Daarnaast is optimalisering van de inzet van instrumenten noodzakelijk, evenals beperking van de uitvoeringskosten. Middels de zienswijze wordt een

(5)

vergaande deregulering sterk geadviseerd. Dit ten aanzien van beleid, uitvoering, processen en gegevensverwerking. Daarnaast is in de zienswijze opgenomen de verdere uitbouw van het

gebiedsgericht werken, waarbij naar een nog intensievere samenwerking met lokale partijen wordt gezocht alsook naar een betere aansluiting met de andere sociale domeinen. Tot slot is het

wenselijk de gevolgen van het toepassen van het solidariteitsprincipe in beeld te houden en te bewaken.

Mogelijke alternatieven N.v.t.

Risico's

Bij de uitvoering van haar taken loopt het Werkbedrijf Atlant De Peel een aantal risico's. Het is vooraf niet te bepalen of en wanneer risico's zich zullen voordoen. Een deel daarvan zal mogelijk financiële gevolgen hebben. Daar waar mogelijk zijn er voorzieningen voor getroffen. Risico's die het meest in het oog springen zijn:

Ontwikkeling uitkeringsbestand:

Dit als gevolg van achterblijvende economische ontwikkeling en verhoogde toestroom asielzoekers.

Weliswaar zijn er toezeggingen door de minister gedaan om het macro budget BUIG bij te stellen als gevolg van de verhoogde taakstellingen statushouders, echter de mate waarin dit zal gebeuren is nog onzeker. Daarbij is de ontwikkeling van het volume uitkeringsgerechtigden risicovol geraamd door uit te gaan van een afname van 1% per jaar. Mogelijk dus dat reserves van het Werkbedrijf aangesproken moeten worden. Zie ook kopje "financiële aspecten".

Betaalbaarheid beschutte werkplekken:

Dit als gevolg van dreigend exploitatietekort. Afhankelijk van hoe deze werkplekken worden gerealiseerd, zal het exploitatietekort variëren. Voorgesteld wordt hiervoor een reserve op te bouwen met een tweetal posten die hiervoor beschikbaar zijn.

Betaalbaarheid Wsw-verplichtinqen:

Doorstroom Wsw-ers naar reguliere arbeid blijft sterk achter als gevolg cao-afspraken die in vergelijking met de relevante branche-cao's luxe zijn. De aankomende jaren zal er daarom een belangrijk deel van de (dalende) subsidie ingezet moeten blijven worden voor de salariskosten.

Bedrag kan vooralsnog opgebracht worden. Echter omdat tevens is afgesproken dat de lonen in het vervolg geïndexeerd worden met de index van het wettelijk minimum loon, maar nog niet bekend is in welke mate de toezegging van de staatssecretaris om gemeenten hierin te compenseren wordt nagekomen, heeft dit mogelijk negatieve financiële gevolgen.

Wat mag het kosten

De algehele financiële positie van het Werkbedrijf is gezond. Voortgebouwd wordt op de positieve financiële positie die de GR Atlant Groep had. De begroting en de meerjarenraming zijn verder gebaseerd op de thans bekende informatie inzake budgetten van gemeenten en het Rijk en de bekende trendcijfers die door diverse instanties als Divosa, CBS en het CPB zijn gepubliceerd. Dit vormt wel een onzekere factor, gezien het feit dat met name aangaande de budgetten van het rijk onduidelijkheid bestaat over de verdere ontwikkeling hiervan. Dit met het oog op landelijke

bezuinigingen op het gebied van de Participatiewet en de voormalige Wsw in relatie tot het trage verloop van het herstel van de economie en ook de verhoogde asielinstroom.

Vooralsnog is er voldoende reserve aanwezig om eventuele tegenvallers op te vangen. Wel moet het veiligstellen van voldoende reserves naar de toekomst toe gewaarborgd kunnen worden.

Hiertoe worden naar de toekomst toe diverse activiteiten uitgezet dan wel ontwikkelingen (verder) doorgevoerd.

(6)

Specifiek ten aanzien van de meerjarenbeqrotinq:

De meerjarenbegroting van het Werkbedrijf is sluitend. Grote positieve resultaten zoals in het verleden zijn echter niet meer te verwachten. In de begroting is de bijdrage BUIG (vanuit het Rijk) opgenomen op basis van de laatste circulaire.

De uitgaven BUIG zijn lager begroot dan de ontvangsten, mede door de begrote afname van het aantal uitkeringsgerechtigden van 1%. Dit is een risico.

De begroting 2017 op zichzelf is ook sluitend. Dit betekent dat het begrote voordeel BUIG wordt gebruikt om de begrote nadelen WSW te dekken. Binnen het Werkbedrijf wordt geen reservering gedaan voor eventuele nadelen BUIG in de toekomst. Eventuele nadelen in de toekomst moeten dan gedekt worden uit de reserve participatiewet of algemene reserve. De stand van deze reserves is eind 2017 begroot op € 11,7 miljoen.

Specifiek ten aanzien van het Participatiebudqet:

De ontwikkeling van het Participatiebudget is ontleend aan de gegevens uit de septembercirculaire 2015. Een deel van deze middelen (2017: 56%, 2020: 60%) dragen de gemeenten over aan het Werkbedrijf voor centrale uitvoering van het centraal afgesproken dienstverleningsconcept. De overige middelen (2017: 4 4 % , 2020: 40%) behouden zij voor inzet en uitvoering van lokale initiatieven. Door het hanteren van een lager percentage in de nabije toekomst, zullen de beschikbare middelen voor lokale initiatieven lager zijn.

Wanneer minder beschikbaar is voor inzet en uitvoering van lokale initiatieven betekent dit dat er minder dekking is voor de hogere uitvoeringskosten. Immers reeds eerder is besloten deze

middelen aan te wenden voor de hogere uitvoeringskosten. Hierdoor moet een groter bedrag gedekt worden uit het sociaal domein of de reserve sociaal domein.

Bestemming winstuitkering Atlant Groep 2015:

In voorgaande jaren is er steeds voor gekozen de winstuitkering voor de doelgroep aan te wenden.

Echter door de gewijzigde bedrijfsvoering van het Werkbedrijf waarbij gebiedsteams worden

ingezet en extra inspanning wordt geleverd ten aanzien van Nuggers (Niet uitkeringsgerechtigden), is dit minder noodzakelijk. Temeer daar de reserve basisvoorziening zoals het zich nu laat aanzien voor de komende jaren voldoende groot lijkt te zijn. Hierdoor is het te rechtvaardigen dat de winstuitkering ten goede komt aan de algemene middelen. Wij stellen u daarom voor om het aandeel in het bedrijfsresultaat Atlant Groep 2015 ad. € 65.075,- toe te voegen aan het rekeningresultaat 2016 (de post onvoorzien incidenteel) en de begroting hiertoe te wijzigen.

Wij merken hierbij wel op dat deze uitkering naar verwachting niet structureel van aard zal zijn, aangezien de winstverwachting -zoals eerder ook al opgemerkt- voor de komende jaren beduidend lager zal zijn. Dit als gevolg van ontwikkelingen van buitenaf. Daar komt bij dat het Werkbedrijf heeft besloten in het vervolg meerkosten gedeeltelijk te dekken door lagere kosten c.q. winsten van het Werkbedrijf.

Bijlage(n)/ter inzage (incl. AST-nr)

- Concept Ondernemingsplan Werkbedrijf Atlant De Peel 2017-2018 (AST/2016/7588) - Arbeidsmarkt bewerkingsplan 2015 (AST/2016/8572)

- Jaarrekening 2015 Atlant Groep (AST/2016/7584)

Concept brief met betrekking tot zienswijze raad (AST/2016/8564)

d.vandiick@asten.nl

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In dit ondernemingsplan, dat voortborduurt op het in januari 2016 in het algemeen bestuur van het werkbedrijf vastgestelde Ondernemingsplan 2016 - 2017, zijn wel nadrukkelijk

Op 15 april 2016 heeft het Werkbedrijf Atlant De Peel het ondernemingsplan 2017-2018 (met daarin opgenomen het concept begroting 2017) en op 14 april 2016 de jaarstukken 2015

Zij hebben dus wel loonwaarde, maar omdat zij niet voor een uitkering in aanmerking komen zijn er vooralsnog geen middelen om de noodzakelijke loonkostensuppletie (LKS)

Ondanks dat de GR Peel 6 1 vrijwel leeg en niet actief is, verplicht de wet ons om een jaarrekening 2015 vast te stellen en de kaders voor de begroting 2017 vast te

Mede naar aanleiding van de voorjaarsconferentie is door Senzer een concept ondernemingsplan 2018 incluis begroting en meerjarenbegroting 2018-2021 voorbereid hetwelk uw gemeente is

inkomensondersteuning voor de lage inkomens, zoals de huurtoeslag, kinderopvangtoeslag, bijzondere bijstand of kwijtschelding van gemeentelijke belastingen. Bovendien krijgt men extra

De Metropoolregio Eindhoven verzoekt de gemeenteraad om voor 20 mei 2017 een zienswijze kenbaar te maken ten aanzien van de concept Begroting 2018 van de Metropoolregio Eindhoven.

Nadat de jaarrekening Blink 2017 en de (meerjaren) begroting 2018 – 2022 in de betreffende gemeenteraden van de deelnemende gemeenten zijn besproken, worden deze vervolgens tijdens