UMC \.~St Radboud
Bloktoets Datum Aanvang
50201 Circulatie 2 ** herhaaltoets **
6 mei 2011 10.00 uur
Deze tentamenset kunt u na afloop meenemen
Universitair Medisch Centrum
Faculteit_ der Medische Wetenschappen
Ook de doordruk van het antwoordformulier voor de meerkeuzevragen mag u behouden.
Voor deze toets gelden specifieke richtlijnen en instructies voor het invullen van het antwoordformulier. Als u nog geen kennis heeft genomen van de op ad valvas gepubliceerde Instructies, verzoeken wij u de separaat tijdens de toets uitgereikte instructie eerst zorgvuldig te lezen!
ALGEMENE AANWIJZINGEN EN INSTRUCTIE:
• Dit tentamen bestaat uit 75 meerkeuzevragen.
• De beschikbare tijd voor het gehele tentamen is 2 uur.
• Controleer of uw tentamenset compleet is.
• Vermeld op het antwoordformulier duidelijk uw naam en studentnummer.
• Bij iedere vraag is slechts één alternatief het juiste of het beste.
• U geeft het naar uw mening juiste antwoord aan door het~ voor het betreffende alternatief te omcirkelen.
• Vragen waar u door tijdnood niet aan toekomt, laat u onbeantwoord. Acht u alle alternatieven, na zorgvuldige bestudering, even juist, dan moet u de vraag niet beantwoorden. Kunt u één of meerdere alternatieven elimineren, dan moet u de vraag wel beantwoorden.
• Wanneer u het tentamen beêindigd hebt, dient u uw antwoorden (dus de omcirkelde CIJFERS)
zorgvuldig over te brengen op het antwoordformulier, Gebruik hierbij een potlood en gum.
• Open gelaten vragen laat u blanco.
• De op het antwoordformulier ingevulde antwoorden worden beschouwd als uw definitieve antwoorden, ongeacht uw omcirkelingen in uw toetsboekje.
• Onleesbare cijfers of meer dan één cijfer per hokje zullen als blanco worden geïnterpreteerd.
• Het gebruik van alle audiovisuele en technische hulpmiddelen is niet toegestaan, tenzij expliciet vermeld elders op dit voorblad. Mocht u dergelijke apparatuur toch gebruiken, dan zal dit als fraude worden aangemerkt. Op uw tafel mogen uw studenten- en registratiekaart en los schrijfmateriaal liggen. Etui's moeten van tafel.
De vragen worden als volgt gescoord:
antwoorden: Goed fout open
2 keuze-vraag 3 keuze-vraag 4 keuze-vraag 5 keuze-vraag
1 1 1 1
-1
-1/2 -1/3 - 1/4
0 0 0 0
Punten Punten Punten Punten
Indien u commentaar heeft op de vragen, noteert u dat op het commentaarformulier (laatste blz.) en levert u d~a afloop van het tentamen in, tezamen met uw antwoordformulier.
Voor hetoverige mag u de volledig ter hand gestelde tentamenset, incl. het kopie-antwoordformulier oehouden.
LET OP !I
ZET EERST UW NAAM EN STUDENTNUMMER OP HET ANTWOORDFORMULIER!
VEEL SUCCES!
Voorblod_MCdocl/1-4-2011
Welke van de volgende verschijnselen is typerend voor linker hartfalen?
1. vergrote lever
2. verhoogde centraal veneuze druk
@
erepitaties over beide longvelden 4. enkeloedeemVRAAG 2
De huisarts van een patiënt besluit hem te gaan behandelen met een ACE-remmer. Welke van de
·volgende preparaten hoort tot deze klasse?
'i. carvedilol chloortalidon lisinopril losartan
VRAAG 3
Welke van de volgende aandoeningen is een oorzaak van hypertensie?
\s
bijniercyste - 2. glomerulonefritis3. mastocytose
""" 4. nierstenen
VRAAG 4
Welke van de volgende bloedbepalingen is het meest geschikt om risicofactoren voor hart- en vaatziekten op te sporen?
1. coffeïne 2. glucose 3. ureum
@
troponineVRAAG 5
Welke van de volgende bijwerkingen is typerend voor de ACE-remmer ?
1. bradycardie 2. impotentie 3. koude voeten
@
prikkelhoestVRAAG 6
Populatiescreening voor het aneurysma aortae abdominalis (AAA) kan het beste geschieden met behulp van:
(9
echografie 2. MRI 3. PET scan4. Vaatfunctieonderzoek
Herkansingsloets 50201 Circulatie 2 06-05-2011 Pagina 1 van 14
/
VRAAG 7
De heer A. is 69 jaar. Zijn voorgeschiedenis vermeldt een status na CVA . Tevens heeft hij fors gerookt (30 pack years). Hij klaagt sedert 2 maanden over pijn in zijn linker bil, bovenbeen en kuit na 100 meter lopen. De klachten verdwijnen in rust. De enkel/arm index van het linker been is in rust 0.90 en na looptest 0.32. De diagnose luidt arteriële insufficiëntie van het linker been, stadium:
ei)
Fontaine lla 2. Fontaine llb A. Fontaine 111VRAAG 8
U verwacht bij de heer A een arteriële obstructie te vinden op het volgende niveau:
1. temoraal 2. cruraai
®
iliacaalVRAAG 9
Welk aanvullend onderzoek heeft de voorkeur bij de heer A voor het lokaliseren van de obstructie?
1. cathetherisatie
"-(]) echoduplex
3. MRA
4. segmentele drukmeting
VRAAG 10
Welk van de volgende geneesmiddelen is eerste keuze om de dyspnoe te bestrijden bij een patiënt met acuut hartfalen?
atenoio I chloortalidon furosemide isosorbidedinitraat
VRAAG 11
Mevrouw B, 65 jaar met hypertensie wordt behandeld met hydrochloorthiazide. Omdat de bloed- druk nog niet adequaat geregeld is wil de huisarts nog een medicament toevoegen. Een van de volgende is naar verwachting het minst synergistisch met betrekking tot bloeddrukverlaging. Dit is:
amlodipine enalapril furosemide lisinopril
VRAAG 12
Bij een man van 37 jaar, wordt bij onderzoek een zachte holosystolische souffle gehoord aan de apex. Hij heeft geen klachten. De meest waarschijnlijke diagnose is:
1. aortaklepinsufficiëntie 2. aortaklepstenose
®
mitralisklepinsufficiëntie 4. mitralisklepstenoseHerkansingstaets 50201 Circulatie 2 06·05-2011 Pagina 2 van 14
U besluit om bij een patiënte van 61 jaar, mevrouw C, een echocardiogram te maken om te zien of er sprake is van een aortastenose. U weet dat een echocardiogram in 10% van de onderzoeken fout- negatief is en in 10% fout-positief is. De geschatte prevalentie van een aortastenose op deze leeftijd is 10%. Wat is de kans dat er, wanneer bij echocardiografie geen afwijkingen worden gevonden, toch sprake is van een aortastenose?
"1...~
z.
CD
1%2. 50%
3. 90%
4. 99%
l t
~3
~~-
f),( ~î
~-
\.!
10
so ,oe
VRAAG 14
l.
Een 31-jarige bewoonster van een asielzoekerscentrum mevrouw 0, bezoekt jaarlijks de polikliniek~ wegens bij toeval ontdekte matig ernstige mitralisklepstenose. Zij was vooralsnog klachtenvrij tot zij vannacht met spoed werd gezien in de Acute Hart Hulp met ernstige links decompensatio cordis, een hoge bloeddruk (170/105 mmHg) en een snelle, volledig irregulaire pols (160/min).
I
De meest waarschijnlijk reden van haar plotselinge verslechtering is:
-" 1. boezemfibrilleren
-v@
een hartinfarct3. een verergering van de klepafwijking 4. hypertensie
VRAAG 15
Een 26-jarige patiënte heeft een hypertensie met een hypokaliëmie. Welke laboratoriumbevindingen (bloed) passen het beste bij een primair hyperaldosteronisme?
(] ~-
4.
laag renine, laag aldosteron laag renine, hoog aldosteron hoog renine, laag aldosteron hoog renine, hoog aldosteron
VRAAG 16
Welke aangeboren hartafwijking komt het meest voor?
1. aortastenose 2. open ductus Botalli
~
ventrikel septum defect 4. tetralogie van FallotVRAAG 17
De primaire werking van HMG-CoA-reductaseremmers berust op:
3.
~
inductie van LOL-receptoractiviteit remming cholesterolopname in de darm remming van activatie van bloedplaatjes verhoging HOL-cholesterol
Herkansingsloets 50201 Circulatie 2 06-05-2011 Pagina 3 van 14
/
VRAAG 18 De belangrijkste bijwerking van HMG-CoA-reductaseremmers is:1.
~
3.4.
myositis (CK-verhoging > 10x) in 10% van de patiënten buikklachten
spierklachten tot 10% zonder CK-stijging hoofdpijn
VRAAG 19
Welke van de volgende beweringen is juist? Syncope is een:
1. algemene term voor een kortdurende wegraking
@
wegraking die veroorzaakt wordt door globale hypoperfusie van de hersenen 3. wegraking die veroorzaakt wordt door epilepsie4. wegraking die veroorzaakt wordt door een hypoglycemie
VRAAG 20
Bij kind D van één jaar oud wordt op het consultatiebureau een laagfrequent systolisch hartgeruis boven de arteria pulmonalis vastgesteld. Bij inspectie valt naast het sternum een lichte welving van de rechter thorax op. Door de kindercardioloog wordt echocardiografisch een groot atrium septum defect gediagnostiseerd met een verhoogde bloedstroomsnelheid over een normaal uitziende pulmonaalklep. Het gaat hier om een:
(!)
links-rechts shunt 2. obstructie links 3. obstructie rechts 4. rechts- links shuntVRAAG 21
Familiaire hypertriglyceridemie wordt gekenmerkt door:
1. verhoogd gehalte LDL
Q)
verhoogd gehalte VLDL 3. verhoogd gehalte HDL4. verhoogd gehalte LDL plus VLDL
VRAAG 22
Een mevrouw 42 jaar komt op uw spreekuur i.v.m. hypertensie. U bevestigt deze diagnose en overweegt een onderliggende oorzaak omdat patiënte klaagt over aanvallen van transpireren en hoofdpijn. Aan welke van de volgende diagnoses denkt u?
1. dropmisbruik
<!>
feochromocytoom3. obstructief slaap apnoe syndroom 4. ziekte van Conn
Herkansingsloets 50201 Circulatie 2 06-05-2011 Pagina 4 van 14
I
Welke van de volgende verschijnselen wijst op een pulsus paradoxus? Dit is een:
'\
2.
diastolische bloeddrukstijging tijdens de uitademing van meer dan 10 mm Hg diastolische bloeddrukdaling tijdens de uitademing van meer dan 10 mm Hg systolische bloeddrukstijging tijdens de inademing van meer dan 10 mm Hg systolische bloeddrukdaling tijdens de inademing van meer dan 10 mm Hg
VRAAG24
Op de SEH wordt de 78-jarige mevrouw K binnengebracht die een wegraking heeft gehad. Op een ritmestrookje van het ECG ziet u de volgende afwijking.
De afwijking die u hier ziet is:
~ 1e gr AV blok
~ 2e gr AV blok Mobitz-1 blok 3. 2e gr AV blok
@
Wenckebach blokVRAAG 25
Een alleenwonende mevrouw van 83 jaar voelt zich niet helemaal in orde. Bij anamnese en lichamelijk onderzoek zijn er de volgende vier bevindingen. Welke van deze bevindingen past bij rechter hartfalen?
1. 1 gr AV blok 2. sinusaritmie
3. systolische souffle aan de apex
cY
verhoogde centraal veneuze drukVRAAG 26
Een alleenwonende mevrouw van 83 jaar voelt zich niet helemaal in orde. Bij anamnese en lichamelijk onderzoek zijn er de volgende vier bevindingen. Welke van deze bevindingen past bij linker hartfalen?
'1.
ascites"2_,
boezemflutter@
lage bloeddruk 4. pleuravocht rechtsVRAAG 27
Bij een onderinfarct zijn er afwijkingen in de volgende combinaties van ECG afleidingen:
1. I, 11 en 111
0
ll,lllenAVF3. AVR, AVL, AVF 4. V4-V6
Herkansingstaets 50201 Circulatie 2 06-05-2011 Pagina 5 van 14
VRAAG28
Bij onderzoek van een patiënt worden splinterbloedinkjes gevonden. Dit past het best bij:
1. aortitis
0
endocarditis lenta 3. myocarditis 4. pericarditisVRAAG 29
In onderstaande figuur geeft Sl geeft de eerste harttoon en S2 de tweede harttoon. De souffle wordt gehoord in de 2e intercostaalruimte rechts naast het sternum.
I
1111 ET
llllr
lil'' 52
De souffle die hier weergegeven wordt betreft het meest waarschijnlijk een:
1. atrium septurn defect 2. aortainsufficiëntie
~ aortastenose 4. pulmonalisstenose
VRAAG30
Een hepatojugulaire reflux past het best bij:
1. atrium septurn defect 2. forward failure 3. linker hartfalen
(!)
rechter hartfalen VRAAG 3151
Een patiënt met hartfalen heeft een geneesmiddel nodig dat ingrijpt in het RAAS. Een van de volgende middelen is hiervoor geschikt. Dit is:
1. amlodipine 2. hydralazine 3. nitraat
@
irbesartanVRAAG 32
Welk van de volgende medicamenten verbetert de prognose van hartfalen? Dit is:
1. amlodipine 2. chloortalidon 3. furosemide
(,!)
spironolactonHerkansingsloets 50201 Circulatie 2 06-05-2011 Pagina 6 van 14
/
Bij de 86-jarige mevrouw ontdekt u een onregelmatige pols met een frequentie van 88/min. De hartfrequentie is hierbij 136 slagen/min. Het verschil in frequentie tussen pols en hart heet een:
1. pulsus alternans 2. pulsus celer
@
polsdeficit 4. pulsus paradoxusVRAAG 34
Screenen op het bestaan van een aneurysma van de aorta abdominalis is zinvol bij:
1. iedereen ouder dan 60 jaar
@
mannen ouder dan 60 jaar 3. vrouwen ouder dan 60 jaarVRAAG 35
Bij de 72-jarige heer is bij toeval bij preoperatief onderzoek voor een kaakoperatie op een ECG een klein doorgemaakt voorwandinfarct zichtbaar. Cardiale klachten heeft hij niet. De bloeddruk is normaal. Het optimale therapeutische regiem is:
1. aspirine, simvastatine en amlodipine
2. aspirine, simvastatine en hydrochloorthiazide 3. aspirine, simvastatine en isosorbidemononitraat
~ aspirine, simvastatine en metoprolol
VRAAG 36
Wat behoort NIET tot de indicaties voor een lCD implantatie voor primaire preventie van acute hartdood?
'"""' 1.
vv 2.
- 3.
\
boezemfibrilleren met een hoge kamerfrequentie
ejectiefractie linker kamer van < 30% bij kransslagaderlijden
ejectiefractie linker kamer van< 30% bij gedilateerde hartspierziekte genetisch bepaalde hartafwijkingen
VRAAG 37
Welke van de volgende afwijkingen kan leiden tot pulmonale hypertensie?
1. COPD
®
pericarditis~ rechter kamerfalen
\ tricuspidalisklepinsufficiëntie
VRAAG 38
Bij welke van de volgende ritmestoornissen is er naast de bundel van His sprake van een tweede verbinding tussen boezem en kamer?
1. Adam Stokes aanvallen 2. boezemtachycardie 3. 3e gr AV blok
@
Wolff-Parkinson-White syndroomHerkansingsloets 50201 Circulatie 2 06-05·2011 Pagina 7 van 14
VRAAG 39
Er zijn geslachtsverschillen wat betreft de symptomatologie van ischemische hartziekten. Welke van de volgende verschillen is waar?
1. cardiale ischemie uit zich bij mannen vaker door klachten van dyspnoe en moeheid dan bij vrouwen
de klassieke uitstraling van ischemische thoracale pijn komt meer voor bij vrouwen dan bij mannen
de klassieke symptomen van cardiale ischemie komen meer voor bij vrouwen dan bij mannen een stil infarct, d.w.z. zonder klachten van cardiale ischemie, komt meer voor bij vrouwen dan bij mannen
VRAAG 40
Voor een Mobitz-11 blok is één van de volgende uitspraken waar:
i
alle P-toppen worden gevolgd door een QRS complexQ)
bij een stabiele PQ-tijd wordt een P-top plotseling niet gevolgd door een QRS complex~ een smal QRS complex wordt afgewisseld door een te breed QRS complex
~ de PQ-tijd wordt geleidelijk langer waarna er een QRS complex uitvalt
VRAAG 41
U wordt 's nachts geroepen bij een mevrouw E met een astma cardiale. De bloeddruk bedraagt 142/82 mm Hg met een regulaire pols van 96/min. Welke van de volgende uitspraken is waar?
1. de dyspnoe berust waarschijnlijk op dubbelzijdig pleuravocht 2. de kortademigheid is een teken van forward failure
3. de normale bloedddruk hoort niet bij het astma cardiale
0
over de longen zijn erepitaties en vochtige ronchi hoorbaarVRAAG 42
Mevrouw E uit vraag 41 is zo kort van adem dat u besluit hier direct iets aan te doen. Als eerste maatregel geeft u patiënte direct:
furosemide intraveneus digoxine intraveneus morfine als zetpil lisinopril als tablet
VRAAG 43
Cannon waves komen onregelmatig voor indien er sprake is van:
1. boezemfibrilleren 2. kamerfibrilleren
Û)
totaal A V-blok 4. Wenckebach blokHerkansingsloets 50201 Circulatie 2 06-05-2011 Pagina 8 van 14
Welke van de volgende oorzaken van myocardiale ischemie is het gevolg van een verhoogd zuurstofverbruik?
' aortastenose 2. anemie
3. coronaire atherosclerose
@
koolmonoxide intoxicatie VRAAG 45,fv
Hoge spiegels van triglyceriden in het bloed gaat gepaard met:peesxanthomen kans op pancreatitis vetdiarree
verhoogd HOL-cholesterol
VRAAG 46
Een patiënt met een congenitale hartafwijking heeft trommelstokvingers en cyanotische vingertoppen. Deze bevindingen passen het beste bij een:
1. atriumseptumdefect 2. open ductus artericsus
G)
tetralogie van Fallot4. ventrikelsepturn defect (met links-rechts shunt)
VRAAG47
U verwijst een patiënte naar de internist i.v.m. hypertensie. Na verder onderzoek blijkt er sprake van een parenchymateuze nierziekte. Welk van de volgende bevindingen pleit voor zo'n soort nierziekte?
(}) aanwezigheid van eiwit in de urine
'i..
een verlaagd plasma kalium' · een verhoogd natrium
4. een verhoogd plasma aldosteron
VRAAG48
Een patiënte vraagt u wat de mogelijke complicaties zijn van een langdurig verhoogde bloeddruk.
Welk van de volgende afwijkingen is een complicatie van hypertensie?
4.
coarctatio aortae
verhoogde centraal veneuze druk linker ventrikel hypertrofie verhoogd urinezuur
VRAAG 49
Jicht is een mogelijke bijwerking van:
cD
chloortalidon 2. metoprolol 3. nifedipine 4. telmisartanHerkansingstaets 50201 Circulatie 2 06-05-2011 Pagina 9 van 14
x
VRAAG 50
Een vrouw van 68 jaar klaagt de laatste tijd over stekende pijn in de thorax, zonder begeleidende verschijnselen, die enkele minuten aanhoudt en optreedt bij inspanning, maar niet bij emotie of warmte-koude overgang. De pijn begint tussen de schouderbladen en straalt uit naar de kaken. Er zijn geen klachten retrosternaal of in één of beide armen. Zij heeft een gezonde echtgenoot, vier kleinkinderen en is altijd goed gezond geweest. Zij rookt niet. Er is geen belaste familie-anamnese voor hart-vaatziekten. In welke van de volgende gegevens betreffende mevrouw Q bent u geïnteresseerd met het oog op het verklaren van haar klachten?
1.
{(f; IIIJ
c..v 3.
drinkt ze alcohol?
heeft ze COPD?
heeft ze diabetes?
heeft ze veel stress?
Á.
VRAAG 51
Welk van de volgende geneesmiddelen moet voorgeschreven worden aan elke patiënt bij wie angina pectoris wordt vastgesteld?
1. angiotensine receptor antagonist 2. aldosteron receptor antagonist
®
bètablokker 4. calciumantagonistVRAAG52
Een compensatiemechanisme van het hart bij ernstige aortaklepinsufficiëntie is:
@
dilatatie van de linker kamer 2. dilatatie van het rechter atrium 3. hypertrofie van de rechter kamer 4. pulsus paradoxusVRAAG 53
Welke van de volgende oorzaken van hartfalen is op een ECG te diagnostiseren?
1. atrium septurn defect 2. endocarditis
3. mitralisklepinsufficiëntie
@
oud onderwandinfarctVRAAG 54
Welk van de volgende 4 verschijnselen pleit meer voor een vasovagale syncope dan voor een epileptisch insult als oorzaak van een wegraking?
(!)
misselijkheid2. spierpijn na wegraking 3. tongbeet
4. urine incontinentie
Herkansingsloets 50201 Circulatie 2 06-05-2011 Pagina 10 van 14
/
De verhoogde centraal veneuze druk is primair een verschijnsel van:
1. backward failure van de linker kamer
@
backward failure van de rechter kamer 3. forward failure van de linker kamer 4. forward failure van de rechter kamerVRAAG S6
Bij een pasgeborene valt een duidelijke cyanose op passend bij een transcutaan gemeten zuurstof- saturatie van ongeveer 70 %. Eén van de volgende vier aangeboren hartafwijkingen kan bij dit klinische beeld passen:
1. atriumseptumdefect
2. atriaventriculair septurndefect
@
transpositie van de grote vaten 4. ventrikelseptumdefectVRAAG S7
U besluit om bij een mevrouw een thoraxfoto te maken om te zien of er sprake is van hartfalen. U weet dat de sensitiviteit en de specificiteit van de thoraxfoto voor de diagnose hartfalen respectievelijk 80% en 80% zijn bij een prevalentie van hartfalen op deze leeftijd van 30%. Wat is ongeveer de kans dat er wanneer er op de thoraxfoto afwijkingen worden gezien die wijzen op hartfalen er toch géén hartfalen aanwezig is?
-zt·
2.(iè
1. 10%
Î+ 0- ~
cv
30% l.l(3. 63%
---
Ib
~bi2.
4. 90%
3D ?0
1oo
VRAAG SS
Boezemfibrilleren kan een van de volgende ernstige complicaties hebben. Dit is:
1. acute afsluiting van de arteria iliaca
7
claudicatio intermittens"'\.--3. myocardinfarct
4. acuut trombosebeen VRAAG 59
.,
De enkel/arm index wordt veel gebruik bij de diagnostiek van patiënten met perifeer vaatlijden d.w.z. met een arteriële vasculaire stenose. De enige informatie die deze index geeft is:
1. bloedstroomsnelheid over de stenose 2. ernst van de klachten van de patiënt
@
ernst van de vaatstenose 4. plaats van de vaatstenoseHerkansingsloets 50201 Circulatie 2 06-05-2011 Pagina 11 van 14
VRAAG 60
Op de Spoedeisende Hulp wordt een mevrouw van 56 jaar binnengebracht met enkele uren lang bestaande hevige borstklachten, uitstralend naar de kaken. De dienstdoende arts stelt de diagnose acuut hartinfarct. Het meest betrouwbare diagnosticum is op dit moment de:
1. ST-segment elevaties op het ECG 2. verlengde PQ tijd op het ECG 3. onregelmatige pols
@
typische anamneseVRAAG 61
De achillespezen van een patiënte zijn beide iets verdikt. Haar vader blijkt overleden te zijn aan een acuut hartinfarct op 58-jarige leeftijd. Zij blijkt een verhoogd serumcholesterol van 8.8 mmoijL en een LOL-cholesterol van 6.2 mmoijL te hebben. Wat is uw diagnose?
1. familiaire gecombineerde hyperlipidemie
(V
familiaire hypercholesterolemie 3. metabool syndroom4. polygenetische hypercholesterolemie
VRAAG 62
Een 71-jarige mevrouw wordt door de Ambulancedienst gezien wegens een half uur bestaande hevige borstklachten. Op het ECG, gemaakt in de ambulance, wordt een acuut groot onderwand- infarct gezien. Zij heeft een normale bloeddruk en trage pols. Wat bedreigt patiënte het meest tot aankomst in het ziekenhuis?
1. asystolie
2. cardiogene shock 3. myocardruptuur
@
ventrikelfibrillerenVRAAG 63
Een man van 51 jaar die bekend is met hypertensie en 20 sigaretten per dag rookt, wordt op eigen initiatief gezien in de Acute Hart Hulp wegens 8 uur bestaande borstklachten die uitstralen naar de kaken. Bij lichamelijk onderzoek zijn er geen afwijkingen. Welke diagnostische bevinding sluit het bestaan van een acuut hartinfarct uit?
1. atypische anamnese 2. normaal ECG
®
normaal plasma-troponine 4. normale thoraxfotoVRAAG 64
Welk van de volgende geneesmiddelen hoort tot de betablokkers?
1. amlodipine
(i)
carvedilol 3. lisinopril 4. losartanHerkansingstoets 50201 Circulatie 2 06-05-2011 Pagina 12 van 14
Een 73-jarige vitale heer is al jaren bekend met stabiele angina pectoris, waarvoor aspirine, statine en bètablokker in de gebruikelijke doses. Wegens hypertensie schreef u hem onlangs een ACE- inhibitor voor. De laatste weken nemen zijn angineuze bezwaren evenwel duidelijk toe en kan hij wat zwaardere lichamelijke inspanning eigenlijk niet meer aan. Uw volgende stap is:
1. staken van de ACE-inhibitor
2. verhoging van de dosis van de bètablokker 3. verhoging van de dosis aspirine
(j;
verwijzing naar een cardioloogX
VRAAG66 Welke van de volgende beweringen over aortaklepinsufficiëntie is correct? Dit is:'\. wordt het best gehoord in linker zijligging - 2. wordt het best gehoord in zittende houding - 3. wordt het best gehoord na inspanning
~. wordt het best gehoord tussen de schouderbladen
VRAAG 67
Acetylsalicylzuur remt de trombocytenaggregatie door:
1. binding aan GPIIb/llla receptor op trombocyt
2. blokkade van de adenosinedifosfaatreceptor van trombocyt 3. remming van het enzym fosfodiesterase
@
remming van de vorming van tromboxaan A2VRAAG 68
De eerste harttoon ontstaat o.a. door het:
@
openen van de aortaklep 2. sluiten van de pulmonaalklep 3. openen van de mitralisklep 4. sluiten van de tricuspidaalklepVRAAG 69
Doxazosine hoort tot de klasse van de:
G)
alfa-adrenoceptor blokkers 2. beta-adrenoceptor blokkers 3. calciumantagonisten 4. thiazidediureticaVRAAG 70
Ezetimibe wordt voorgeschreven aan patiënten met vasculaire problemen en hypercholesterolemie ter preventie van nieuwe uitingen van hart-vaatziekten. Dit middel oefent zijn cholesterolverlagende werking uit door:
1. remming van het enzym HMG-CoA reductase in de levercel 2. bevordering van cholesteroluitscheiding met de gal
@
remming van cholesterolresorptie in de darm4. verhoging van de intrahepatische cholesterolconcentratie.
Herkansingstoets 50201 Circulatie 2 06-05-2011 Pagina 13 van 14
VRAAG 71
Hartfalen kan primair het gevolg zijn een ventrikelverstijving (diastolisch hartfalen). Welke van de volgende oorzaken van hartfalen past hierbij het beste?
aortaklepinsufficiëntie hypertensie
mi tra I iskle pste nose
tricuspidalisklepinsufficiëntie
VRAAG 72
Bij de behandeling van hartfalen kan o.a. gebruik gemaakt worden van een nitraat. Dit middel veroorzaakt intraveneus toegediend een daling van de:
1. afterload
@
afterload en prelaad 3. contractiliteit 4. prelaadVRAAG 73
Welke van de volgende aandoeningen kan een syncope veroorzaken door afname van het hartminuutvolume?
%.
2.
3. --- 4.
aortaklepinsufficiëntie
diabetische autonome neuropathie longembolie
TIA in stroomgebied van arteria basilaris
VRAAG 74
Digoxine heeft een smalle therapeutische breedte en daardoor bestaat er o.a. een grote kans op een digoxine-intoxicatie. Er zijn patiënten bij wie het risico op een digoxine-intoxicatie verhoogd is. Dit betreft patiënten:
1. met een anemie 2. met een hypertensive
@
met een hypokalieme 4. met een myocardinfarctVRAAG 75
Bij een patiënt wordt een posttraumatische harttamponade vermoed. Welke van de volgende verschijnselen ondersteunt dit vermoeden? Dit is:
1. diastolische souffle op 2e intercostaalruimte rechts
(Î)
heffende ictus cordis 3. laag QRS voltage op ECG 4. systolische souffle aan apexHerkansingsloets 50201 Circulatie 2 06-05-2011 Pagina 14 van 14