UMC ~ St Radboud

(1)

Bloktoets Datum Aanvangstijd

50206 Voortplanting 2·3 november 2012

10.00 uur

Deze tentamenset kunt u na afloop meenemen.

ALG.EMENE AANWIJZINGEN EN INSTRUCTIE:

• D.it tentamen eestaal uit 58 extended matching vragen.

• Controleer of uw tentamenset compleet Is.

• De beschikbare tijd voor het gehele tentamen is 2 uur.

UMC ~ St Radboud

Vermelp op het antwoordformulier duidelijk uw naam en studentnummer.

Het gebruik van alle audiovisuele en technische hulpmlddelen is niet toegestaan, tenzij explici~.t vermeld elder-s op dit voorblad. Mocht u dergelijke apparatuur toch gebruiken, dan zal dit als fraude worden aangemerkt. Op uw tafel mogen uw studenten-en registratiekaart en los -s.chrljfmateriaalliggen. Etui's moeten van tafel.

Invulinstructie

Gebruik voor het invullen van het antwoordformulier een HB-potlood.

Bij iedere vraag is het aantal gevraagde alternatieven tussen haakjes aangegeven, zowel op uw tentamenset als op het antwoordformulier. Het is rh0gelijk dat er meer antwoordopties juist zijn dan aangegeven tussen haakjes, geef in dit geval niet meer op dan het gevraagde aantaL Antwoordopties kunn!'ln meer dan één keer gebruikfworden (indien anders dan staat dit specifiek bij de vraag vermeld) en nîet alle antwoordopties hoeven gebruikt te worden.

Voor elk julst·antwoora is 1 punt te behalen.

De vragen worden als vdfgt gescoord;

Goed antwoord Fout antwoord

~ 1 0 Punten

I

Op het antwoordformuli!'lr geeft u uw antwoord door het vakje onder- de letter die hoort bij het betreffende alternatief helemaal te vullen.

Schrijf niet buiten de invulveld.en van het antwoordformulier.

Draag er zorg voor dat, als·

u

klaar bent,

uw

antwoorden op het antwoordformulier staan.

De op het antwoordformulier ingevulde antwoorden worden beschouwd als uw defiriitîeve antwoorden, ongeacht de antwoorden in uw tentamenset

Als u uw antwoordformulier vlekt, vouwt, l)eschadigt of de invulinstructies negeert lsan het niet correct worden verwerkt. Vraag de surveillant in dergelijke gevallen 0m.een nieuw·blanco antwoordformulier! Indien u dit verzuimt zijn de gevolgen daarvan voor uw rekening.

Correctie-instructie

Als u uw antwoord wilt verbeteren dient u het fo.utieve vakje te corrigeren met GUM! Verwijder gumresten zorgvulàig. van uw antwoordftmnulier. Daarna kunt u het juiste vakje kiezen.

Vul niet teveel antwoorden in:

Draag er zorg voor dat het aantal aangekruiste an~oorden het aangegeven maximum aantal antwoorden NIET overs<::hrijdt.

Indien het aantal aangekruiste antwoorden het aangegeven maximum aantal antwoorden overschrijdt, wordt het extra aantal antwoorden genegeerd, te beginnen bij het antwoord het meest achteraan in het· alfabeL

Vul niet te weinig antwoorden in:

Er is geen sprake van 'correctien fo.r guessing' (= punten aftrek voor foute antwoorden). Kruis da.arom altijd het gevraagde aantal alternatieven aan.

Studèotcommentaar

lndieR u commentaar heeft op de vragen, noteert u dat op het commentaarformulier (laatste blz.) en levert u dat na afloop van het tentamen in, tezamen met uw antwoordformuli.er.

LET OP 11

ZET EERST UW NAAM EN STUDENTNUMMER OP HET AN1W00RDFORMULIER!

VEEL SUCCES!

(2)

ANATOMIE

Gegeven de volgende antwoordopties:

A. arcus tendineus B. lig. cardinale C. lig. inguinale D. lig. ovarii proprium E. lig. sacro-spinale F. I ig. sacro-tuberale G. lig. sacro-uterina H. lig. teres uteri l. m. coccygeus Instructie:

J. m. ischiocavemosus K. m. levator ani

L. m. obturatorius ex:temus M. m. obturatorius intemus N. m. pectineus

0. m. piriformis

P. m. sphincter ani extermts Q. m. transversus perinei superficialis

Beantwoord onderstaande vragen met behulp van bovenstaande antwoordopties. Het getal tussen haakjes geeft het maximaal aantal toegestane antwoorden aan.

Vraag:

Nr. Vraag Aantal

juist 1 Welke stmctuur loopt door tot in de labia majora? (1)

Casus:

Mevrouw Aberg is aan het bevallen en de bevalling vordert gestaag. Ze wil graag pijnstill ing. Er wordt gekozen voor een pudendus block, waarbij de naald geplaatst wordt ter hoogte van de spina ischiadica.

Als bet kindje bijna geboren is, wordt er snel een episiotomie uitgevoerd, om uitscheuren van het corpus perineale te voorkomen.

Vragen:

Nr. Vragen Aantal

juist 2 Welke structuren hechten aan de spina ischiadica? (4) 3 Welke structuren hechten in het corpus perineale? (3) 4 Na de bevalling traint ze haar bekkenbodemspieren.

Welke spieren behoren tot het diafragma pelvis? (2)

(3)

SEKSUOLOGIE

Antwoordopties

A. Aanhoudend gevoel van opwinding B. Angst voor pijn

C. Afstemmingsprobleem in relatie D. Diepe dyspareunie

E. Erythemateuze foei in vestibulum

F. Geen opwinding ervaren bij seksuele activiteit G. Niet fysiek opgewonden zijn bij gemeenschap H. Niet klaar kunnen komen

I. Ontevredenheid over frequentie van seksuele activiteit J. Oppervlakkige dyspareunie

K. Overactieve bekkenbodem L. Penetratie vermijden M. Seksuele aversie

N. Verminderd seksueel verlru1gen

Hierboven worden mogelijke klachten en bevindingen genoemd, die kunnen voorkomen bij seksuele disfunctie bij vrouwen.

Instructie:

Beantwoord onderstaande vragen met behuJp van bovenstaande ru1twoordopties. Het getal tussen haakjes geeft het maximaal 33J1tal toegestane antwoorden aan.

juist 5 Welke klachten/bevindingen passen bij de diagnose primair (3)

gegeneraliseerd vaginistisch reageren?

(4)

ANTICONCEPTIE

Autwoordopties:

A Actuele Pelvic Inflammatory Disease B Een partus 7 weken geleden C Gebruik van een anti-epilepticum D Gebruik van een tranquillizer E Longembolie in het verleden F Mammacarcinoom in de familie G Menorragieen

H Roken > 20 sigaretten per dag

I Trombose in de familie, factor V Leiden negatief J Trombosebeen in het verleden, Factor V Lejden positief K Uterus anomalieën

L Verhoogd cholesterol en een sterk belaste familieanamnese voor hart en vaatziekte

lostrLtcties:

Beantwoord de onderstaande vragen met behulp van de bovengenoemde antwoordopties: Het getal tussen haakjes geeft het maximaal aantal toegestane antwoorden aan.

Casus

Annemijn de Bakker is 18 jaar. Ze bezoekt het spreekuur van de huisarts omdat ze graag wil starten met anticonceptie. Ze komt advies vragen.

Vragen:

Nr. Vraag Aantal

juist 6 Stel dat zij een subSO combinatiepil wil. Welke (4)

omstandigheden zijn redenen om te waarschuwen voor extra gezondheidsrisico's en zonodig afte zien van dit type anticonceptie·?

7 Stel dat ze graag een IUD zou willen hebben. Wat zijn (2) de contra indicaties voor het inbrengen van een TUD?

(5)

VAGINALE KLACHTEN

Antwoordopties:

A Clue cells onder de microscoop in het fYsiologisch zout preparaat B Contact onderz.oek is vereist

C Contactbloedingen

D De aanwezigheid van brokkelige fluor E Een cervicitis ten gevolge van een SOA

F Het moet ook bij geen klachten altijd behandeld worden G PH>4,5

H Positieve amine-test

I Roken> 20 sigaretten per dag J Tussentijds bloedverlies

K Verhoogde kans op J>elvic Inflammatory Discase L Visachtige geur van de fluor

Instructies:

Beantwoord de onderstaande vragen met behulp van de bovengenoemde antwoordopties: Het getal tussen haakjes geeft het maximaal aantal toegestane antwoorden aan.

Casus

Mar&>Tet is 21 jaar. Ze bezoekt uw spreekuur. Ze heeft fluorklachten waar ze zich bezorgd over maakt.

Vragen:

Nr. Vraag Aantal

juist 8 Wat zijn de kenmerken passend bij bacteriële vaginose? (4)

9 Bij navraag blijkt Margret ook tussentijds bloedverlies (spatting) te hebben. Ze gebruikt microgynon 30 als anticonceptiepiL Welke om;'tandigheden kunnen een (2) oorzaak zijn voor de spatting?

(6)

VOORTPLANTINGSGENEESKUNDE

Antwoordopties behandeling:

A Draagmoederschap B Eiceldonatie C Expectatief

D !CSI (intra cytoplasmatische sperma injectie) E lUl (intra uteriene inseminatie)

F IVf (In vitro fertilisatie)

G KID (kunstmatige inseminatie met donor semen) H Ovariële hyperstimulatie

I Ovulatie inductie

J Percutane epididymale sperma aspiratie (PESA) in combinatie met ICSI K Testiculaire spenna extractie (TESE) in combinatie met !CS!

L Tubachirurgie

Instructie:

Beantwoord de onderstaande vragen met behulp van de bovenstaande antwoordopties: Het getal tussen haakjes geeft het maximaal aantal toegestane antwoorden aan.

Vraag

Geef aan welke behandeling( en) of combinaties van behandelingen voor de l1and tiggen bij onderstaande situaties:

Nt·. Casus Aantal

iuist 10 29-jarige vrouw met oligo-amenorrhoe op basis van polycysteus

ovarium syndroom (PCOS), vorige keer zwanger met Clomid (1)

11 21-jarige vrouw en 24-jarige man met primaire ferti1iteitsstoomis e causa ignota sinds 1.5 jaar (1)

12 36-jarige vrouw en 21-jarige man met primaire fertiliteitsstoornis e causa ignota sinds 1.5 jaar (2)

13 Man met az.oospermie bij CF-mutatie (2)

14 27-jarige vrouw met tubafactor beiderzijds na Chlamydia-infectie (2) IS 30-jarige vrouw na uterusextirpatie in verband met cervixcarcinoom (1)

16 32-jarige vrouw met premature menopauze en man met milde (I) mannelijke subfertiliteit

17 Welke behandeling past het best bij FSH 12, testisvolume 15 cc, (I) azoöspermie?

(7)

Antwoordopties: embryologie/anatomie

A Indifferent B ~annelijk

C Vrouwelijk Instructie:

Nr Vraag Aantal

juist 18 Wat is het genotype bij kinderen met ~dreno genitaal syndroom (AGS)? (l)

A Buizen van Muller L Prostaat

B Buizen van Wolff M Scrotum

c

Clitoris N Sinus urogenitalis

D Epididymis 0 Testosteron

E Genitaal Tuberkel ^p Tubae

F Glandula seminalis Q Urethra

G Labia majora R Uterus

H Labia minora

s

Vagina: onderste 1/3

I Mannelijk T Vagina: bovenste 2/3

J Penis

u

^Vas deferens

K Primordiaal follikel V Vrouwelijk

Instructie:

Vragen:

juist 19 Welke organen worden (bij jongens) gevormd door (3)

testosteron?

20 Welke twee embryonale organen vormen samen de (2) vagina?

(8)

Obstetrie

Antwoordopties: diagnose A Abruptio placentae B Asphyxia neonaton1m C Cervixinsufficiëntie D Chronische hypertensie E Diabetes Mellitus

F E causa ignota

G Fluxus anteparturn H Fluxus post parturn 1 Foetale nood J Groeirestrictie K HELLP syndroom L Intra uteriene infectie

Instructie:

M Koorts kraambed

N Niet vorderende ontsluiting 0 Niet vorderende uitdrijving P Placenta previa

Q Polyhydramnion R Sfincterletsel

S Uitgezakte navelstreng T Verdenking foetale nood U Vroeggeboorte

V Zwangerschapsdiabetes

Beantwoord de onderstaande vragen met behulp van de bovenstaande antwoordopties: Het getal tussen haakjes geeft bet maximaal aantal toegestane antwoorden aan.

Casus

Een vrouw die 28 weken en 2 dagen zwanger is belt om 02.00 uur op. ZU heeft kort tevoren erge pijn in de buik gekregen, die wisselt qua hevigheid maar niet helemaal weg gaat.

Vragen:

Nr. Vraag Aantal

juist 21 Welke 3 obstetrische oorzaken moeten hoog in de (3)

differentiaal diagnose staan?

(9)

Antwoordopties: therapie A Aldomet

B Antistollingstherapie C Bedrust

D Corticosteroïden E Epiduraal anesthesie F Forcipale extractie G Hospitalisatie H Indomethacine I Knie elleboog ligging J Labetolol

Instructie:

K Morfinomimetica L Stoppen met werken M Tocolyticum N Trendelenburgligging 0 Vacuüm extractie P Versie en extractie

Q Verwijzing 3• lijn (academisch centrum)

R Visolie S Zoutbeperking

Casus

Een nullipara die 29 weken en 3 dagen zwanger is belt om 08.30 uur op. Zij heeft slecht geslapen wegens steeds terugkerende pijn in de onderbuik. Bij onderzoek heeft zij I cm ontsluiting. De diagnose dreigende vroeggeboorte wordt gesteld.

Vraag:

Nr. Vraag Aantal

juist 22 We1ke behandelingen/maatregelen zijn noodzakelijk? (4)

(10)

Antwoordopties: diagnostiek A Amnioscopie B Bekken toucher C Bloeddruk meting D Cardiotocogram E Doptone

F Echoscopie, algemeen oriënterend G Echoscopie, cervixlengtemeting H Echoscopie, geavanceerd

ultrageluidonder.wek type 1 Instructie:

I Fibronectinetest

J Handgrepen van Leopold 1-lV K Laboratorium bloed onderzoek moeder L Microbloed onderzoek foetus

M Speculumonderzoek N Urine onderzoek 0

p

Vaginaal toucher Varentest

Casus

Een vrouw, die in de vorigè zwangerschap haar kind verloor bij 23 weken, belt om 08.00 uur op. Zij is nu 22 weken en 3 dagen zwanger en is erg angstig dat zij opnieuw haar kind verliest Ook heeft ze wat slijmverües.

Nr. Vraag Aantal

juist 23 Welke 2 onderzoeken zijn het meest geïndiceerd? (2)

Casus

Een 37 jarige prirnigravida wordt bij een tem1ijn van 37 weken door de verloskundige ingestuurd in verband met algehele malaise, hoofdpijn en bovenbuikspijn.

Nr. Vraag Aantal

juist 24 Welke 3 onderroeken zijn het meest noodzakelijk bij de (3)

zwangere?

Casus

Een 22 jarige primigravida wordt durante partu ingestuurd door de verloskundige in verband met verdenkingfoetale nood

Nr. Vraag Aantal

juist 25 Welke 2 onderzoeken geven nu het meeste inzicht over de (2)

foetale conditie?

(11)

Antwoordopties: Risico factoren

A 8

c

D E F G H T J K L

Adipositas

Anti epileptica gebruik Bekken afwijkingen Diabetes Mellitus Dwarsligging Familie anamnese Gebroken vliezen Groeirestrictie Hoofdligging

Indaling voorliggende kinds deel Inefficiënte weeën

Infectie M Kunstverlossing

Instructie:

N 0 p Q R

s

T

u

Leeftijd> 40 jaar

Meconium houdend vruchtwater Meerling

Negroïde ras Polyhydramnion Pre eclampsie Roken Sociale klasse V Stress W Stuitligging X Uterus ruptuur Y Werkomstandigheden Z Zwangerschapsdiabetes

Beantwoord de onderstaande vragen met behulp van de bovenstaande antwoordopties: Het getal tussen baakjes geeft het maximaal aantal toegestane antwoorden aan.

Casus

Een nullipara is I 0 weken zwanger. Bij intake blijkt zij ongerust te zijn dat zij te vroeg zal gaan bevallen.

Nr. Vraag Aantal

juist 26 Welke risicofactoren ten aanzien van te vroeg bevallen (3)

moeten zeker worden besproken?

Casus

Een patiënte bezoekt voor de eerste keer uw spreekuur. Zij is gravida 2, para 1, en is ongeveer 10 weken zwanger. Tot nu toe is de zwangerschap ongecompliceerd verlopen. De vorige graviditeit werd gecompliceerd door een diabetes gravidarum en een vroege preëclampsie. Zij is toen bij 30 weken bevallen middels een keizersnede, waarbij een zoon geboren is met een gewicht van 600 gram. Verdere anamnese is nog onbekend.

Nr. Vraag Aantal

juist 27 Welke risicofactoren predisponeren voor het optreden (5)

van preëclampsie?

28 Waarop heeft bovengenoemde patiënte deze (5) zwangerschap een verhoogde kans?

(12)

AANGEBOREN AFWIJKINGEN I PRENATALE DIAGNOSTIEK

Antwoordopties:

A AFP bepaling in het semm 8 BétaHCG bepaling in het senrm C Combinatietest

D Cordocentese (navelstreogpunctie) E CT-scan van de foetus bij 32 weken.

F Foetaal DNA-analyse in matemaal bloed

G Foliumzuurbepaling in het semm H Geavanceerd Ultrageluidonderzoek bij

20weken (GUO)

Instructie:

I MRI van de foetus bij 24 weken.

J PET-scan van de foetus bij 30 weken K Structureel Echoscopisch Onderzoek bij

20 weken (SEO) L Transvaginale echoscopie M Venapunctie bij man (partner) N Venapunctie bij vrouw 0 Vlokkentest

P Vruchtwaterpunctie

Casus

Een 40 jarige zwangere wil graag prenataal onderzoek naar trisom ie 2 I. Patiënte heeft een blanco voorgeschiedenis en gebruikt geen medicatie.

Vragen:

Nr. Vraag Aantal

juist 29 Voor welke diagnostische testen komt zij in aanmerking? (4)

(13)

TWEELINGZWANGERSCHAP

Antwoordopties

A Aantonen van vaatverbindingen op de placentaoppervlakte door opspuiten van de navelstrengvaten na de geboorte

B Echoscopische beoordeling van de locatie van de placenta's in het derde trimester van de zwangerschap

C Echoscopische beoordeling van het tussenschot in het eerste trimester van de zwangerschap D Echoscopische beoordeling van het foetale geslacht in het tweede trimester van de zwangerschap E Vergelijken van de bloedgroep van beide pasgeborenen

F Vergelijken van DNA fingerprints van beide foetus G Vergelijken van DNA fingerprints van beide pasgeborenen H Vergelijken van uiterlijke kenmerken van beide pasgeborenen Instructie:

Beantwoord de onderstaande vragen met behulp van de bovenstaande antwoordopties: Hetgetal tussen haakjes geeft het maximaal aantal toegestane antwoorden aan.

Vraag

Bij tweelingen zijn verschillende onderzoeken mogelijk om inf01matie te krijgen over de zygositeit en over de chorioniciteit.

Benoem voor elk van volgende onderzoeksvragen de meest betrouwbare vorm van onderzoek:

Nr. Vragen Aantal

juist 30 Differentiatie tussen monochoriaal en dichoriaal tijdens de zwangerschap (1) 31 Differentiatie tussen monocboriaal en dichoriaal na de geboorte (1) 32 Differentiatie tussen monozygoot en dizygoot tijdens de zwangerschap (l) 33 Di flèrentiatie tussen monozygoot en dizygoot na de geboorte (I)

(14)

NEONATOLOGISCHE PROBLEMATIEK

Casus 1

Een gezonde gravida 2, Para! van 34 jaar komt bij een termijn van 41 weken en 3 dagen in partu. Bij volledige ontsluiting breken de vliezen. Na 3 maal persen wordt een dochter geboren. Het kind ~\!ilt

niet na de geboorte. Na 1 minuut is het kind nog steeds ~apen cyanotisch. Er is geen enkele ademhalingspoging. De hartactie is 60/min. Op prikkels reageert het kind met enige bewegingen.

Antwoordopties:

A I

B 2

c

³

D 4

E 5

F 6

G 7

H 8

I 9

J 10

Instructie:

Beantwoord de onderstaande vragen met behuJp van de bovenstaande antwoordopties: Het getal tussen haakjes geeft het maximaal aantal toegestane antwoorden aan.

Vraag

Nr. Vraag Aantal

juist

34 Wat is de Apgar score na I minuut (I)

(15)

Vervolg casus 1.

Opgrond van deze bevindingen meent u de resuscitatie met basic life support te moeten starten.

Antwoordoptics:

A Afdrogen + tactiele stimulatie B Hartmassage

C Intuberen en beademen

D Luchtweg vrijmaken door hoofd in neutrale positie te leggen en bij obstructie zo nodig de mond en keelholte uit te zuigen

E Masker en ballonbeademing F Toediening adrenaline G Toediening bicarbonaat H Zuurstof toedienen Instructie

Nr. Vragen Aantal

juist

35 Wat is de eerste handeling die na 1 minuut moet worden gestart (I) 36 Wat is de daarop volgende handeling, indien de vorige onvoldoende effect (!)

heeft

37 Wat is de daarop volgende handeling, indien de vorige onvoldoende effect (I) heeft

(16)

Vervolg casus 1.

Na de behandeling is hetkind enigszins hersteld. Na 5 minuten is de kleur roze maar met nog cyanotische handen en voeten. Zij ademt onregelmatig. De hartslag is 110/min. Zij reageert iets op prikkel. De tonus is nog matig, maar niet meer heel slap.

Antwoord opties:

A I

B 2

c

3

D 4

E

5

F 6

G 7

H 8

I 9

J 10

Instructie:

Beantwoord de onderstaande vragen met behulp van de bovenstaande antwoordopties: Het getal tussen haakjes geeft bet maximaal aantal toegestane antwoorden aan.

Vraag

Nr. Vraag Aantal

juist 38 Wat is op dit moment (na 5 minuten) de Apgar score? (I)

(17)

Vervolg casus 1.

Gezien het meconiumhoudende vruchtwater en slechte start is de werkhypothese perinatale asfyxie (zuurstofgebrek rondom de partus).

Antwoordopties:

A Chromosomale afwijking bij het kind B Intra-uteriene infectie

C Maternale aorta descendens compressie D Maternale diabetes mellitus

E Matemaal drugs gebruik F Maternaal roken G Matemale hypertensie H Maternale leverziekte 1 Maternale nierziekte J Maternale ondervoeding K Maternale pijnstilling met opiaten L Maternale vena ca va inferior compressie M Meconium aspiratie bij het kind N Navelstreng compressie 0 Navelstreng omstrengeling P Placenta infarct

Q Volledige solutie placentae

Instructie:

Vraag

Nr. Vraag Aantal

juist Noem 4 mogelijke oorzaken van deze asfyxie, waarmee 39 (ekening gehouden moet worden op grond van de (4)

bovengenoemde beschikbare gegevens bij deze casus

(18)

ETHIEK

Antwoordopties

A Vrouwen worden steeds ouder en blijven langer gezond en vitaal

B De teeftijds-bovengrens van de vruchtbaarheid voor een eerste kind ligt bij gezonde vrmrwen gemiddeld rond het 45"• levensjaar'

C Vrouwen moeten zelfkunnen kiezen wanneer en hoe zij kinderen willen

D Oudere vrouwen hebben een hogere kans op een kind met aangeboren afwijkingen E Maatschappelijk is verhoging van het aantal kinderen gewenst met het oog op de vergrijzing F Kinderen hebben recht op een moeder met een vitale gezondbeid

G Medische technologie stelt mensen in staat om hun eigen wensen in te vullen

H De vrouwelijkheid en het moederschap worden nog meer ondergeschikt gemaakt aan dominante maatschappelijke krachten

I Kinderen hebben recht op liefhebbende ouders voor wie het kind de eerste prioriteit is J Vrouwen mogen niet meer in het dilemma worden geplaatst te kiez.en voor of een gezin of een

carrière.

Instructie:

Casus

Een vrouw van 39 bezoekt haar gynaecoloog op de poli. Zij vertelt zwanger te willen worden van haar nieuwe partner. ln het verleden heeft zij twee partners gehad, waarvan zij drie kinderen heeft. De kinderen kon zij niet verzorgen vanwege haar drugs verslaving en zijn daarom uit huis geplaatst. Tevens is zij na overleg met haar voorlaatste partner gesteriliseerd. Sinds een jaar is mevrouw van haar verslaving af en zij beeft haar huidige partner een half jaar geleden ontmoet. Zij wil nu snel worden gerefertiliseerd om aan de nieuwe kinderwens te kunnen voldoen nu het nog kan gelet op haar leeftijd.

Vragen:

Nr. Vraag Aantal

juist 40 Op welk moreel uitgangspunt baseert de vrouw zich met haar (I)

kinderwens?

41 Welke moreel relevante 1-.-westies verdienen in het gesprek met (2) mevrouw de aandacht vanuit professionele verantwoordelijkheid?

(19)

BEKKENBODEM

Antwoordopties diagnose A Atrofie

B Bartholinische cyste C Cystocèle

D Deseending perineum syndroom . E Descensus uteri

F Detrusor overactiviteit G Elongatio colli H Enterocèle T Exposure

1 Hypermobiele urethra K lntussusceptie - L lnversio vaginae

Instructie:

M Rectocèle N

0 p

Q

R

s

T

u

V

w

Rectum prolaps Stress incontinentie Totaalprolaps Totaalruptuur Urethrocèle Urine retentie Urge incontinentie Vagina achterwandprolaps Vagina voorwandprolaps Vesico-vaginale fistel

Vragen:

_juist 42 Welke diagnose past bij een patiënte die in aanmerking komt voor (2)

een colporrhaphia postenor (acbterwandplastiek)?

43 Noem de meest specifieke complicatie van het gebruik van kunststof (I) implantaten bij prolapsoperaties

44 Welke diagnose past bij een patiënte die in aanmerking komt voor (2) een tension free vagina! tape (TVT) procedure?

- - 1

(20)

BLOEDVERLIES

Hieronder worden een aantal antwoordopties genoemd.

A Amenorroe B Contactbloeding C Doorbraakbloeding D Dysmenorroe E Haematurie F Hypermenorroe G Hypomenorroe H Menarche

instructie:

Menorragie J Metrorragie K Oligomenorroe L Onttrekkingsbloeding M Polymenorroe.

N Postrnenopausaal bloedverlies.

0 Rectaal bloedverlies P Spotting

Casus

Een 43-jarige patiënte bezoekt het spreekuur van de huisarts met vragen over haar menstruatie. Zij gebruikt geen anticonceptie. Welke diagnose past het best bij haar klachten indien zij spreekt over:

Vragen:

Nr. Vragen Aantal

juist

45 Veel bloedverlies ronder herkenbare cyclus {I)

46 Menstruaties waar meer dan 5 weken tussen zit (I) 47 Vrijwel dagelijks wat druppels bloedverlies (I)

(21)

GYNAECOLOGISCHE ONCOLOGIE

Antwoordopties risicofactoren A Adipositas

B Analeseks

C Familielid met baarmoederhalskanker 0 Familielid met borstkanker

E Familielid met darmkanker F Fanconi anemie

G Genitale wratten in het verleden H Genmutatie in BRCA gen I Genmutatie mismatch repair genen

J Hormoon replacement therapie (HRT) na de overgang K lmrnuunsuppressiva gebruik

L Langdurig pilgebruik(> 10 jaar) M Lichen sclerosis

N Nullipariteit 0 Obstipatie P Oraleseks Q

R

s

T

Persisterende HPV infectie Seksuele promiscuïteit Tuba occlusie

Vroege sexarche (start sexuele activiteit)

Instructie:

Vragen:

juist 48 Welke van de bovenstaande factoren zijn bekend als (4)

risicofactor voor het ontstaan van endometrium carcinoom?

49 Welk van bovenstaande factoren zijn risico factor voor het (2) ontstaan van ovarium carcinoom?

(22)

Antwoordopties: Diagnostiek A Ascitespunctie B Cervix biopt C Colposcopie D Conjsatie E CT scan abdomen F Diathermische lis excisie G Echogeleid biopt ovarium H Endocervix curettage l Gynaecologische echo

Instructie:

J Gynaecologisch Onderzoek in Narcose K Hysteroscopie met biopt

L Laparoscopie met biopt M Microcurettage endometrium N Naaldbiopt ovarium 0 Stadieringsoperatie P Thorax foto Q Uitstrijkje cervix R Vulva biopt

Casus: Een 30 jarige vrouw wordt naar de gynaecoloog verwezen met een Pap 3B uitstrijkje, KOP AC B

= 461161?

Nr. Vraag Aantal

juist 50 Welke diagnostische opties om afwijkingen aan de (5)

baarmoederhals vast te steUen heeft de gynaecoloog, eventueel in combinatie?

___ .,.

(23)

Antwoordopties behandeling:

A Debulkingsoperatie

B Debulkingsoperatie gevolgd door chemotherapie C Debulkingsoperatie gevolgd door radiotherapie D Hormonale behandeling

E Inguinale lymfadenectomie F Lymfadenectomie pelvien

G Lymfadenectomie pelvien en para aortaal H Multichemotherapie

I Radiotherapie met chemotherapie (concomittend) J Radicale lokale excisie

K Schildwachtklier procedure L Simpele Hysterectomie met adnexa M Stadieringsoperatie

N Verplaatsen ovaria

Instructie:

Casus: Een 80 jarige vrouw wordt verwezen met een klein vulva carcinoom waarvoor behandeling is aangewezen

Vragen:

Nr. V•·aag Aantal

.iuist SI Welke therapie, operatie (s) of combinaties hiervan worden (4)

standaard uitgevoerd als curatieve behandeling voor het vulva carcinoom

(24)

MENOPAUZE

Antwoordopties

A. Continu gecombineerde oestrogenen/progestativa B. Cyclisch gecombineerde oestrogenen/progestativa C. Cyclische progestativa

D. Lokale oestrogenen (vaginaal)

E. Mirena spiraal (hormoon afgevend spiraal) F. Orale anticonceptie

G. Orale oestrogenen

H. Orale oestrogenen met mirena spiraal I. Transdermale oestrogenen

J. Transdermale oestrogenen met cyclisch progestativa K. Transdermale oestrogenen met mirenaspiraal

Instructie:

Beantwoord de onderstaande vragen met behulpvan de bovenstaande antwoordopties: Het getal nrssen haakjes geeft het maximaal aantal toegestane antwoorden aan.

Vraag

Geef aan welke hormonale behandeling( en) of combinaties van behandelingen het meest voor de hand liggen bij onderstaande sinraties ter behandeling van hun klachten:

Nr. Casus Aantal

_juist 52 41-jarige rokende vrouw met premature menopauze (5)

(met uterus en adnexa)

53 SS-jarige vrouw met recidiverende urineweginfecties en (I) een droge vagina

S4 49-jarige vrouw met anovulatoire bloedingen zonder (2) flushes

ss

JO-jarige vrouw met iatrogene vervroegde overgang (2) (uterus en adnexa verwijderd)

(25)

PIJN IN FERTIELE LEVEN SF ASE

Antwoordopties pijn

A B

c

D E F G H I J K L

Bewegingsdrang Chronische buikpijn Diepe dyspareunie Dysmenoroe Dysurie Koorts

Loslaatpijn abdomen Misselijkheid en braken Oppervlakkige dyspareunie Opstootpijn bij vaginaal toucher Ovulatie pijn

Pijn ter hoogte van punt van McBumey

M Pijn bij optillen rechter been (psoasprikkeling)

N Positieve Wattenstaaftest van het vestibulum (Q-tip)

0 Positieve zwangerschapstest P Pussige fluor

Q Pyurie (pus plassen) R Schouderpijn S Slagpijn nierloge T Slingerpijn U Tenesmi ad anum V Vaginaal bloedverlies W Weeën

Instructie:

Casus

Mevrouw J is 35 jaar oud en nullipara. Ze meldt zich op de polikliniek gynaecologie met chronische buikpijn

Vragen:

Nr. Vraag ^Aantal

juist 56 Welke symptomen oftekenen zijn het meest verdacht voor (3)

endometriose?

57 Welke het meest bij vulvair vestibulitis syndroom? (2) 58 Welke het meest bij een pelvic inflammatory disease (.P!D) (5)