Bloktoets Datum Aanvangstijd
50206 Voortplanting 20 november 2009 10.00uur
Deze tentamenset kunt u na afloop meenemen.
ALGEMENE AANWIJZINGEN EN INSTRUCTIE:
• Dit tentamen bestaat uit 20 vragen (één vraag beslaat één pagina). Per vraag (per pagina) kunt u tien punten beh~
• Controleer of uw tentamenset compleet is.
• De beschikbare tijd voor het gehele tentamen is 2 uur.
• Vermeld op het antwoordformulier duidelijk uw naam en studentnummer.
I nvu li nstru ct ie
• Bij iedere vraag is het aantal gevraagde alternatieven tussen haakjes aangegeven, zowel op uw tentamenset als op het antwoordformulier. Het is mogelijk dat er meer alteroatieven juist zijn dan aangegeven tussen haakjes, geef in dit geval niet meer op dan het gevraagde aantal.
• U geeft uw antwoord door het vakje onder de letter die hoort bij het betreffende alternatief aan te kruisen.
a b c d
Voorbeeld
0 0 0 []l
Draag er zorg voor dat, als u klaar bent, uw antwoorden op het antwoordformulier staan .
• De op het antwoordformulier ingevulde antwoorden worden beschouwd als uw definitîeve antwoorden, ongeacht de antwoorden in uw tentamenset
• Als u een vraag wilt openlaten laat u alle vakjes blanco.
• Wanneer het antwoord op het antwoordformulier onleesbaar is, zal het als blanco worden geïnterpreteerd.
Correctie-instructie
• Als u uw antwoord wilt verbeteren dient u het vakje helemaal te vullen en een ander vakje aan te kruisen.
a b c d
Voorbeeld
D D []l •
Het invullen van teveel antwoorden
• Draag er zorg voor dat het aantal aangekruiste antwoorden het aangegeven maximum aantal antwoorden NIET overschrijdt.
• Indien het aantal aangekruiste antwoorden het aangegeven maximum aantal antwoorden overschrijdt, wordt het extra aantal antwoorden genegeerd, te beginnen bij het antwoord het meest achteraan ln het alfabet.
Studentcommentaar
• Indien u commentaar heeft op de vragen, noteert u dat op het commentaarformulier (laatste blz.) en levert u dat na afloop van het tentamen in, tezamen met uw antwoordformulier.
l!.ET OP!!
ZET EERST UW NAAM EN STUDENTNUMMER OP HE ANTWOORDFORMULIER!
VEEL SUCCES!
Thema anatomie
Gegeven de volgende structuren:
A.
B.
c.
D.
E.
F.
G.
H.
I.
J.
K.
L.
M.
N.
0.
P.
Q.
R .
S.
blaas
diafragma pelvis diafragma urogenitale gang van Müller gang van Wolff
glandula vestibulares majora I klieren van Barthol in gubemaculum
labia majora labia minora lieskanaal nieren ovaria rectum tuba uterina ureteren urethra uterus vagina
vestibulum vaginae
.5
Instructie: Bekijk de illustratie en kies het beste antwoord uit bovenstaande antwoordopties A t/m )(om onderstaande vragen te beantwoorden. Antwoordopties kunnen vaker gebruikt worden en niet alle antwoordopties hoeven gebruikt te worden. Het getal tussen haakjes geeft het aantal antwoordopties aan.
Vul de corresponderende letters in in de hokjes achter de vraag.
Vraag
In het plaatje hiernaast is een uterus bicomis te zien, een afwijking waarbij de uterus uit twee 'uterushoomen'
1 bestaat. (1)
Welke van bovenstaande structuren is hierbij incompleet gefuseerd?
De hiatus urogenitalis is een opening in ... waar ... en ...
2 doorheen lopen. (3)
Welke drie structuren worden hier bedoeld?
3 Welke structuren worden met elkaar 'verbonden' door het lig. teres uteri I lig. rotundum? (2)
4 Welke structuren in de vrouw komen wat betreft de
(4) . embryonale oorsprong overeen met de ductus deferens?
._
Anticonceptie
Inleiding
Anneke van Lierop is 18 jaar en bezoek het spreekuur met de vraag om anticonceptie. Haar vriendin heeft een spiraaltje wat haar erg goed bevalt. Annekc twijfelt of een spiraaltje misschien ook een optie is voor haar. Anneke is bekend met epilepsie waarvoor ze medicatie (anti-epileptica) gebruikt.
Hieronder worden een aantal omstandigheden genoemd die wel of niet van belang zijn bij de keuze voor een TUD.
Antwoordopties
A. Aanwezigheid van een Pelvic Inflammatory Disease B. Chlamydia infectie in het verleden
C. De leeftijd van patiënte D. Diabetes mellitus
E. Een mammacarcinoom in de anamnese F. Gebruik van een anti-epi lepticurn G. Gebruik van antistolling
H. Menorragieen I. Roken
J. Uterus anomalieen
Instructie
Gebruik de hierboven met letters aangeduide omstandigheden om onderstaande vragen te
beantwoorden. Het getal tussen haakjes geeft het aantal antwoorden aan. Antwoordopties kunnen vaker gebruikt worden en niet alle antwoordopties hoeven gebruikt te worden. Vul de corresponderende letters in de hokjes achter de vraag.
Vraag
5 U als huisarts overweegt haar een levonorgestrol houdend fUD te
geven. Welke omstandigheden zijn redenen om van dit type IUD af (2 te zien?
Seksuologie
Inleiding
Lizanne, 21 jaar, komt met de klacht dat coïtus met haar vriend Jeroen, met wie ze sinds 4 jaar een relatie heeft, nog nooit gelukt is. Tampons inbrengen lukt evenmin. Met haar vinger bij zichzelfnaar binnen gaan, doet ze niet. Ze vraagt u om "te kijken of er wat voor zit". Bij het seksuologisch lichamelijk onderzoek kunt u de volgende bevindingen tegenkomen:
Antwoordopties:
Bekkenbodemcontrole aanwezig Bekkenbodemcontrole afwezig Bekken bodemhyperton ie D. Bekkenbodemhypotonie E. Cyste van Bartholin F. Fluor, brokkelig G. Fluor, geelgroen H. Fluor, grijs I. Fluor, roodbruin J. Folliculitis K. Hymenresten
Roodheid labia majora Roodheid vestibulum Opgetrokken fourchette
<h:c Vaginale atrofie
t . Jvemauwde introïtus
Instructie
Gebruik de hierboven met letters aangeduide antwoordopties om onderstaande vragen te
beantwoorden. Het getal tussen haakjes geeft het aantal antwoorden aan. Antwoordopties kunnen vaker gebruikt worden en niet alle antwoordopties hocven gebruikt te worden. Vul de corresponderende letters in de hokjes achter de vraag.
Vraag
6
U denkt aan vaginistisch reageren. Kies uit bovenstaande lijst 5 bevindingen bij seksuologisch lichamelijk onderzoek die hierbij passen. Vul de corresponderende letters in de hokjes.
(5)
Fertiliteit
Een vrouw van 28 iaar heeft sinds 4 i aar (na pilstop) een amenorrhoe. Het FSH is hoog (55 TUIL) en het E2 is laag
Antwooruupuc:s
A. Anorexia nervosa \
~
Dik endometriumDraagster fragiele-X premutatie Dun endometrium
~
Hirsutisme F. HoogAMH G. Hoog progesteron H. HyperthyreoidieV l. Hypertrichosis
(:!)
Hypothyreoïdie~ LaagAMH L. PCOS -
M. Syndroom van Kaliman
N. Syndroom van Mayer-Rokitansky-Küster 0. Veel cervixslijm
Instructie
Gebruik de hierboven met letters aangeduide antwoordopties om onderstaande vragen te
beantwoorden. Het getal tussen haakjes geeft het aantal antwoorden aan. Antwoordopties kunnen vaker gebruikt worden en niet alle antwoordopties hoeven gebruikt te worden. Vul de corresponderende letters in de hokjes achter de vraag.
Vraag
Welke van de onderstaande bevindingen of dia oses kunnen hierbi · assen: kies er
l
Fertiliteit
U hebt een keuze uit de volgende diagnostische methoden:
Antwoordopties
A. Chlamydia Antistoftiter (CAT)
B. Diagnostische laparoscopie met tubatesten C. Echoscopie
D. Endocrinologisch onderzoek E. Genetisch onderzoek
F. Hystero Salpingografie (HSG) G. Semenanalyse
Instructie
Gebruik de hierboven met letters aangeduide antwoordopties om onderstaande vragen te
beantwoorden. Het getal tussen haakjes geeft het aantal ant\voorden aan. Antwoordopties kunnen vaker gebruikt worden en niet alle ant\voordopties hoeven gebruikt te worden. Vul de corresponderende letters in de hokjes achter de vraag.
8 U ziet een paar met onvervulde kinderwens op uw spreekuur. Bij de
anamnese vallen u geen biJzonderheden op. Welke 2 onderzoeken zijn nu (2) als eerste geïndiceerd?
9 U ziet een paar met onvervulde kinderwens op uw spreekuur. De man heeft een milde vorm van taaislijmziekte. Welke 2 onderzoeken zijn nu (2) geïndiceerd?
I 0 U ziet een paar met onvervulde kinderwens op uw spreekuur. De chlamydia antistoftiter is verhoogd. U overweegt een onderzoek te doen naar het (2) bestaan van tubapathologie. Welke 2 onderzoeken zou u nu kunnen
overwegen?
11 U ziet een paar met onvervulde kinderwens op uw spreekuur. Bij
lichamelijk onderzoek valt u op dat de man kleine testis heeft. Welke 2 (2) onderzoeken zijn nu geïndiceerd?
12 U ziet een paar met onvervulde kinderwens op uw spreekuur. De vrouw
heeft een onregelmatige cyclus die varieert tussen de 28 en 54 dagen? (2) Welke 2 onderzoeken zijn nu geïndiceerd?
Fertiliteit
Hieronder vindt U een aantal fertiliteitbehandelingen.
A. Expectatief beleid B. Hormoontherapie C. ICSI
D. ICSI/PESA E. lCSI!fESE F. TUT
G. fVF H. Operatic
Instructie:
Gebruik de hierboven met letters aangeduide bevindingen om onderstaande vragen te beantwoorden.
Antwoordopties kunnen vaker gebruikt worden en niet alle antwoordopties hoeven gebruikt te worden.
Het getal tussen haakjes geeft het maximale aantal antwoorden aan. Vul de corresponderende letters in de hokjes achter de vraag.
Vraag: Welke behandeling zou u hiervoor kiezen?
l3 Een paar waarbij oriënterende fertiliteits- (3) onderzoek geen afwijkingen laat zien?
14 Een paar waarvan de man 5 jaar geleden is (2) gesteriliseerd?
15 Een paar waarvan de man een oligo- (4) asthenoteratozoösperrnie heeft?
16 Een paar waarvan de vrouw een (I) hypcrprolactinaemie heeft?
Verloskunde
Antwoordopties:
A. Diamniotisch B. Diehoriaat C. Dizygoot D. Een-eiig
E. Monoamniotisch F. Monochoriaal G. Monozygoot H. Twee-eiïg
lustructie Instructie
Gebruik de hierboven met letters aangeduide antwoordopties om onderstaande vragen te
beantwoorden. Het getal tussen haakjes geeft het aantal antwoorden aan. Antwoordopties kunnen vaker gebruikt worden en niet alle antwoordopties hoeven gebruikt te worden. Vul de corresponderende letters in de hokjes achter de vraag.
Een tweelingzwangerschap met 2 placenta's (2) is alti"d
Verloskunde Antwoordopties:
A. 20-weken echo B. Combinatietest C. Tripletest D. Vlokkentest
E. Vruchtwater punctie
Instructie
Gebruik de hierboven met letters aangeduide antwoordopties om onderstaande vragen te
beantwoorden. Het getal tussen haakjes geeft het aantal antwoorden aan. Antwoordopties kunnen vaker gebruikt worden en niet alle antwoordopties hoeven gebruikt te worden. Vul de corresponderende letters in de hokjes achter de vraag.
Vraag:
18 Welke testen kan een patiënte laten doen, als zij wi I wat weten wat de kans is dat haar kindje Down Syndroom heeft?
(2)
Verloskunde
Inleiding
Hieronder worden een aantal fysiologische eigenschappen benoemd en een aantal vragen gesteld. Kies voor elke vraag uit de onderstaande lijst elke antwoordoptie die van toepassing is.
Antwoordopties
A. Bloeddruk afgenomen B. Bloeddruk toegenomen C. Bloedvolume afgenomen D. Bloedvolume toegenomen E. Glomerulaire filtratie afgenomen F. Glomerulaire filtratie toegenomen G. Hartrrequentie afgenomen H. Hartfrequentie toegenomen 1. Hartminuutvolume afgenomen J. Hartminuutvolume toegenomen
V ra a~
19 Welke van bovenstaande opties zijn
karakteristiek voor het 2e trimester van de (5) normale zwangerschap, in vergelijking met
de niet-zwangere toestand?
Verloskunde
Hieronder worden een aantal antwoordopties genoemd:
g\ptwoordopties
'i\
lU Ademminute volume el'\ teugvolume
'fU
1
Diastolische bloeddruk'w GewtchtQ'
Glomerulatre filtratiesnelheid'Û'
~
(!}!
Bematocriet ( Ht, lab waa:r~en )~~..._;; Peristaltiek varrç!e darmen\'/
Plasmavolume\1 ·~
Systemische vaatweerstand 'U
Totale thyroxine en thyroxinebindend globuline (TBG)
Instructie
Gebmik de hierboven met letters aangeduide antwoordopties om onderstaande vragen te
beantwoorden. Het getal tussen haakjes geeft het aantal antwoorden aan. Antwoordopties kwmen vaker gebruikt worden en niet alle antwoordopties hoeven gebruikt te worden. Vul de corresponderende letters in de hokjes achter de vraag.
Vraag:
20 Welke van bovenstaande opties stijgen in een
fysiologische zwangerschap (5)
Algemene gynaecologie Antwoordopties:
A.
~- ~:
r.:: ·-E.
{.
H.
G.\ I.
J.
K.
r:.
Cystocele
Deseending perineum syndroom.
Descensus uteri Elongatio colli Enterocele
Hypennobiele urethra Intussusceptie
lnversio vaginae.
Rectocele ,
Rectum prolaps. "-....
Totaalprolaps '- Urethrocele \ .
Inleiding:
Hieronder een tweetal casus gepresenteerd. Kies uit bovenstaande alternatieven het antwoord( en) die het best past bij de vonn van verzakking.
Instructic
Gebruik de hierboven met letters aangeduide antwoordopties om onderstaande vragen te
beantwoorden. Het getal tussen haakjes geeft het aantal antwoorden aan. Antwoordopties kunnen vaker gebruikt worden en niet alle antwoordopties hoeven gebruikt te worden. Vul de corresponderende letters in de hokjes achter de vraag.
Casus:
21 Dit gaat als regel niet met verzakkingsgevoel gepaard. (3) 24, Een patiënte heeft klachten van stressincontinentie voor (2)
urine.
Algemene gynaecologie Antwoordopties
A.
B.
c.
D.
E.
F.
G.
H.
I.
J.
K. L.
t
Amenorroe Contactbloeding Doorbraakbloeding Dysmenorroe Hyperrnenorroe Hypomenorroe Menarche Menoragie Metroragie Oligomenorroe Onttrekk:ingsbloeding Polymenorroe.
Postmenopausaal bloedverlies.
Spatting
Inleiding
Hieronder een tweetal casus gepresenteerd. Kies uit bovenstaande alternatieven het antwoord( en) die het best past bij de vorm van cyclusstoomîs.
Instructie
Gebruik de hierboven met letters aangeduide antwoordopties om onderstaande vragen te
beantwoorden. Het getal tussen haakjes geeft het aantal antwoorden aan. Antwoordopties kunnen vaker gebruikt worden en niet alle antwoordopties hoeven gebruikt te worden. Vul de corresponderende letters in de hokjes achter de vraag.
Casus·
23 Patiënte met sterk onregelmatig en zeer weinig bloedverlies (I) 24 Patiënte heeft bloedverlies na de overgang (I)
Fertiliteit
Hieronder sraan een aanral antwoordmogelijkheden.
Antwoorden A. Clitoris B. Epididy s
C. Glandula seminalis
D.
E.
F.
G.
H. Penis
I. Primord··ale follikel J. Prostaat
K.
L.
M.
N.
0. Uterus
P. Vagin :bovenste 2/3 Q. Vagi :onderste 1/3 R. V as deferens S. Vrouwelijk
Instructie
Gebruik bovenstaande antwoordopties om onderstaande vragen te beantwoorden. Antwoordopties kunnen vaker gebruikt worden en niet alle antwoordopties hoeven gebruikt te worden. Het getal tussen haakjes geeft hetmaximale aantal antwoordopties aan. Vul de corresponderende lelters in in de hokjes achter de vraag
Vragen
Welke organen worden bij meisjes (46, XX)
25 gevormd door het ontbreken van di-hydro- (4) testosteron?
26 Wat is het fenotypT bij kinderen metTurner (1)
27 Wat is het fenotyp~bij kinderen met:AGS (I) 28 Wat is het fenotype pij kinderen met: Perifere (I)
Androgeen Resisten e
29 Wat is de gender typ~ring (geslachts- (1) impregnatie) bij menten met 49, XXXXY
30 Wat is de gender type\ ing (1)
(geslachtsimpregnatie bij mensen met AGS Wat is de gender type ing (geslachts-
31 impregnatie) bij men* n met 5-alpha-reductase (I) deficiëntie
Ethiek
Inleiding
Prenatale diagnostiek naar chromosomale afwijkingen en spina bifida wordt in Nederland sinds 2004 actief aangeboden in de zwangerschap. Daarvoor gold een minimale leeftijdsgrens van 35 jaar. Een ethisch argument om de diagnostiek niet actief aan te bieden ligt in het recht op leven, ook voor kinderen met een aangeboren gebrek.
Antwoordopties
A. De samenleving heeft behoefte aan gezonde kinderen
B. Ouders moeten zelf kunnen kiezen of zij ee11 kinrl mf't Pf'n ~hromMom:~lP :~ fwijking aanvaardbaar vinden
C. Het maatschappelijk gebrek aan acceptatie van gec>.c:tP.Ink en ltchamelijk gehandicapten zet ouders onder druk
D. Geestelijke en lichamelijk gehandicapte mensen hebben evenzeer recht op een vreugdevol bestaan als andere mensen
E. De sociale voorzieningen voor gehandicapte mens;n worden steeds beter
F. Het rationele streven naar gezond nageslacht belemmert mensen in morele ervaring van zingeving, vreugde en verdriet ~ '-.
G. Mensen hebben niet het recht om het leven van hun kinderen naar hun hand te zetten t
Instructie
Gebruik de hierboven met letters aangeduide antwoordopties om onderstaande vragen te
beantwoorden. Het getal tussen haakjes geeft het aantal antwoorden aan. Antwoordopties kunnen vaker gebruikt worden en niet alle antwoordopties hoeven gebruikt te worden. Vul de corresponderende letters in de hokjes achter de vraag.
Benoem welk van de onderstaande argumenten dat recht op leven (3:
wel of niet actief ondersteunt:
Ethiek
Inleiding
De maximum leeftijd van de vrouw om ingevroren eileiders weer laten te ontdooien en te fertiliseren wordt in Nederland nog vastgesteld. Een voorstel is om de leeftijd vast te leggen op 5551e levensjaar.
Een tegenvoorstel is om de leeftijd vast te stellen op 45 jaar.
Antwoordopties
A. Vrouwen worden steeds ouder dus kunnen steeds langer voor hun kinderen zorgen
X
B. De gemiddelde grens van de vruchtbaarheid bij het eerste kind ligt in normale gevallen rond het 45ste levensjaar
>(
C. Vrouwen moeten zelf kunnen kiezen wanneer en hoe zij kinderen willen ) \ D. Oudere vrouwen hebben een hogere kans op een kind met aangeboren afwijkingen
E. Maatschappelijk is verhoging van het aantal kinderen gewenst met het oog op de vergrijzino/(
F. Kinderen hebben recht op een moeder met een vitale hormonale huishouding
G. Medische technologie stelt mensen in staat om hun eigen wensen op eigen ver~ntwoordelijke wijze in te vullen ' /
H. Kinderen hebben recht op liefhebbende ouders voor wie het kind de eerste prioriteit is
~
I. Vrouwen mogen niet meer in het dilemma worden geplaatst te kiezen voor of een gezin of een
carriere.
'J.
J. Vrouwen boven de 45 vinden minder gemakkelijk nog een levenspartner voor de opbouw van een gezin! (
Instructie
Gebruik de hierboven met letters aangeduide antwoordopties om onderstaande vragen te
beant\.voorden. Het getal tussen haakjes geeft het aantal antwoorden aan. Antwoordopties kunnen vaker gebruikt worden en niet alle antwoordopties hoeven gebruikt te worden. Vul de corresponderende letters in de hokjes achter de vraag.
Vraa~
33 Geef aan welke argumenten voor en tegen deze grenzen pleiten. Welke argumenten pleiten voor een grens van 55 en tegen 45 jaar?
(6)
Genetica Antwoordopties:
AHerhalingskans van I op 2
~Herhalingskans van I op 4
<-Herhalingskans van I op 8
fllerbalingskans van I op 12
~erbalingskans van I op 16
Instructie
Gebruik de hierboven met letters aangeduide antwoordopties om onderstaande vragen te
beantwoorden. Het getal tussen haakjes geeft het aantal ant\voorden aan. Antwoordopties kunnen vaker gebruikt worden en niet alle antwoordopties hoeven gebruikt te worden. Vul de corresponderende letters in de hokjes achter de vraag.
Selecteer voor de casus die hieronder wordt beschreven welke herhalingskans geldt
Casus 1
Mark heeft Adreno Genitaal Syndroom (AGS),een autosomaal recessieve ziekte. Samen met zijn partner Ellen heeft hij kinderwens. Mark heeft Ellen ontmoet tijdens een contactdag van de patiënten vereniging, waar Ellen met haar zus was die AGS heeft. Ellen zelf is gezond.
Vraag
Casus 2
Sanne en haar partner komen op uw spreekuur. Sanne is voor het eerst zwanger, nu 8 weken.
Ze vertellen dat de moeder van Sanne een broer had die overleden is aan Duchenne spierdystrofie, een geslachtsgebonden recessieve aandoening. Een tante van Sanne (zus van haar moeder) kreeg ook een zoon met Duchenne spierdystrofie. De moeder van Sanne heeft zich tot heden niet laten testen op dragerschap van Duchcnne spierdystrofie. Sanne heeft een gezonde zus.
Vraag
Bepaal de kans dat Sanne zwanger is van een jongen met Duchenne s ierd strofie.
Verloskunde Antwoordopties
A. CTG B. Echo
C. Laboratorium onderzoek D. Speculum onderzoek E. Uterus palperen F. Vaginale kweek G. Vaginaal toucher
Instructie
Gebruik de hierboven met letters aangeduide antwoordopties om onderstaande vragen te
beantwoorden. Het getal tussen haakjes geeft het aantal antwoorden aan. Antwoordopties kunnen vaker gebruikt worden en niet alle antwoordopties hoeven gebruikt te worden. Vul de corresponderende letters in de hokjes achter de vraag.
Casus 1
Patiënte is G I PO is 23 weken zwanger en komt met pijnloos helder rood bloedverlies bij je op de verloskamers.
Vraag
Casus 2
Je wilt aanvullend onderzoek doen om de diagnose te stellen.
Welke 2 onderzoeken zïn als eerste eïndiceerd?
(2)
Patiënte is G3P2, 30 weken zwanger is bekend met een antifosfolipide syndroom en meld zich op de acute hulp ivrn buikpijn en ruim helder bloedverlies. U denkt aan een solutio placenta.
Vraag
U moet snel handelen, welke 3 onderzoeken zijn essentieel om (3) snel een dia ose te stellen?
Gynaecologische oncologie
Inleieding
Bij een vijftigjarige pa tierite wordt een ovariumcarcinoom stadium IIIC vastgesteld.
Haar moeder is over!; den aan een cervixcarcinoom en haar zus is bekend met Morbus Hodgkin.
Antwoordopties
Ik
Ascites@
Diarree Dikke buikFamiliaire belasting Fluor
Langdurig pilgebruik Levermetastasen Multipariteit Nullipariteit
Oedeem aan beide benen Omental cake
Osteoporose Veelvuldig hoesten Weinig klachten
Instructie
Gebruik de hierboven met letters aangeduide antwoordopties om onderstaande vragen te
beantwoorden. Het getal tussen haakjes geeft het aantal antwoorden aan. Antwoordopties kunnen vaker gebruikt worden en niet alle antwoordopties hoeven gebruikt te worden. Vul de corresponderende letters in de hokjes achter de vraag.
Vraag
Welke factoren zijn kenmerkend voor deze diagnose? (5)
Gynaecologische oncologie
Inleiding
Een twintigjarige vrouw zonder relatie wordt naar u verwezen in verband met een afwijkende uitstrijk (klasse IIIB). Bij haar zus werd recent een cervixcarcinoom gediagnostiseerd.
Antwoordopties
(A;
Algemeen laboratorium onderzoekg:-
Anamneset
Cervixbiopt Cervix uitstrijkje Colposcopie CT abdomen~
Echo nieren HPV bepaling Hysteroscopie Speculum onderzoek Vaginaal toucherInstructie
Gebruik de hierboven met letters aangeduide antwoordopties om onderstaande vragen te
beantwoorden. Het getal tussen haakjes geeft het aantal antwoorden aan. Antwoordopties kunnen vaker gebruikt worden en niet alle antwoordopties hoeven gebruikt te worden. Vul de corresponderende letters in de hokjes achter de vraag.
Vraag
1 39 I
Wat gaat u doen?Neonatologie
De tweede zwangerschap van een gezonde vrouw van 32 jaar verloopt ongestoord. Bij een termijn van 41 weken voelt zij ineens minder leven. Op het CTG wordt een strak CTG gezien. Er wordt een spoed sectio caesarea verricht, waarna een jongetje wordt geboren dat volkomen slap is. Tiet kind is
cyanobsch aan de extremiteiten, de lippen zijn enigszins roze. Er zijn enkele onregelmatige en gaspende ademhaling. De hartactie is 70/min. Op prikkels reageert het kind met enige bewegingen.
Antwoordopties
~ ~
g · ~
Vraag
140
I
De Apgar score isntwoordopties:
\ Al. afdrogen
bicarbonaat toediening hart massage
intuberen en beademen masker en ballon beademing toediening adrenaline uitzuigen
zuurstof toedienen
Instructie
Gebruik de hierboven met letters aangeduide antwoordopties om onderstaande vragen te
beantwoorden. Het getal tussen haakjes geeft het aantal antwoorden aan. Antwoordopties kunnen vaker gebruikt worden en niet alle antwoordopties hoeven gebruikt te worden. Vul de corresponderende letters in de hokjes achter de vraag.
Vraag
41 Welke handeling gaat u als eerste doen?
(1) 42 Welke 4 handelingen gaat u doen indien de voorgaande
handeling geen effect heeft (4)