Vraag nr. 16 van 1 oktober 1997
van de heer DIDIER RAMOUDT
Haven Oostende – Toegankelijkheid voor cruise-schepen
Uit de pers kon ik op 28 augustus laatsleden verne-men dat Oostende van het Vlaams Gewest 150 mil-joen subsidie zou krijgen voor infrastructuurwer-ken in de haven ten behoeve van het uitbouwen van een gedeelte van de haven voor het ontvangen van cruiseschepen. Volgens mijn informatie werd vooraf advies gevraagd aan de zeeloodsdiensten met betrekking tot de toegankelijkheid van de Oostendse haven voor dergelijke schepen.
1. Welke grootteorde van schepen, diepgang, leng-t e, kan de haven van Oosleng-tende zonder proble-men binnen- en buitenvaren ?
2. Wat is de maximum tonnenmaat van de schepen die, rekening houdend met de voor de rede van Oostende liggende zandbanken en meer in het bijzonder de Oostendse Bank, zonder proble-men de Oostendse haven kunnen bereiken ?
Antwoord
In aansluiting met de verschillende vragen van het Autonoom Gemeentebedrijf Haven Oostende werd het onderzoek gestart voor de beloodsing van bovenmaatse schepen in de haven van Oostende. Op het huidig ogenblik is de volgende richtlijn van toepassing : artikel 3, punt 3 van het politie- en scheepvaartreglement voor de Belgische territoria-le zee territoria-legt de bevoegdheid van het Loodswezen vast inzake het bepalen van de normen voor een bovenmaats schip. Deze normen, bedoeld om een bepaalde voorrang te verlenen in het verkeer, w o r-den gepubliceerd in het bericht aan zeevarenr-den n r. 1 . Voor de haven van Oostende worden de vol-gende normen voor een bovenmaats schip gehan-teerd : schepen met een lengte over alles van meer dan 125 m en/of een diepgang groter dan 61 dm. Dit betekent geenszins dat schepen langer dan die normen de haven niet kunnen aandoen.
De werkzaamheden in de haven van Oostende gedurende de laatste jaren hebben de toegang ver-gemakkelijkt voor langere schepen bestemd voor de voorhaven. Er werd reeds gestart met het vrij-maken van een zwaaikom van 300 meter in de v o o r h a v e n . Deze maand wordt gestart met de laat-ste fase van de renovatie van het Zeewezendok.
Dit zal een nog grotere verbetering betekenen. H e t einde van die werkzaamheden is gepland voor mid-den '98. Rekening houmid-dende met deze werken vond reeds een eerste werkvergadering plaats met het gemeentelijk havenbedrijf Oostende. Er werd besloten de toelatingsvoorwaarden te herbekijken. Het is zeer moeilijk om een vaste norm op de ton-nenmaat en de diepgang van de schepen vast te pinnen omdat verschillende elementen een rol spe-l e n , namespe-lijk de karakteristieken van het schip, zoals enkel-, d u b b e l s c h r o e f, b o e g s c h r o e f, hoge of lage opbouw, de weersomstandigheden (wind, s t r o o m , ...) het tijdstip van aankomst, b e s c h i k b a a r-heid van slepers, enzovoort.
Het onderzoek loopt verder en waarschijnlijk zul-len simulatieproeven in het WLB noodzakelijk worden om het toelatingsbeleid tot de haven van Oostende een definitieve vorm te geven. I n afwachting van nieuwe toelatingsvoorwaarden is het aangewezen het Loodswezen te raadplegen wanneer bovenmaatse schepen de haven van Oos-tende moeten aanlopen.