• No results found

Vraag nr. 79 van 4 december 1997 van de heer MANDUS VERLINDEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 79 van 4 december 1997 van de heer MANDUS VERLINDEN"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 79

van 4 december 1997

van de heer MANDUS VERLINDEN

Geschiedenishandboeken – Criteria en controle In het geschiedenishandboek "Memo 6B, G e s c h i e-denis van België", bestemd voor het laatste jaar van het middelbaar onderwijs, zesde jaar algemeen secundair (ASO) en kunstsecundair onderwijs ( K S O ) , en uitgegeven in 1994, lees ik op bladzijde 14 dat de Brabantse Omwenteling van 1789 tegen keizer Jozef II leidde tot de oprichting van de "Verenigde Belgische Staten".

In het woord vooraf zegt men van het handboek dat het wil bijdragen om jongeren via het geschie-denisonderwijs in staat te stellen zinvol te leven en te functioneren als Europese en als wereldburger, maar op de eerste plaats toch als Belgisch staatson-d e r staatson-d a a n . Noch staatson-de auteur, een gewezen inspecteur G e s c h i e d e n i s, noch de twee huidige inspecteurs G e s c h i e d e n i s, die verantwoordelijk zijn voor de uitgave van de Memo-boeken, wil ik beschuldigen van neobelgicistisch activisme. Toch is deze histori-sche onjuistheid op zijn minst slordig te noemen. Van 12 januari tot 31 maart 1990 organiseerde het Algemeen Rijksarchief een prestigieuze tentoon-stelling naar aanleiding van de 200ste verjaardag van de oprichting van de Verenigde Nederlandse Staten (10 januari 1790 – 3 december 1790). I n zijn openingstoespraak verwees de rijksarchivaris onder meer naar de foutieve vertaling van de Franstalige benaming "Etats Belgiques Unis". Bezoekers kregen een facsimile van het "Tr a c t a e t van Ve r e e n i n g e, ende Oprechtinge van het Souver-eyn Congres der Vereenigde Nederlandsche Stae-ten" van 11 januari 1790. Vermelden we verder nog dat zowel het Nijhoffs Geschiedenislexicon voor Nederland en België (van H.W. J. Volmuller) uit 1 9 8 1 , als de Geschiedenis van de Nederlanden ( o. l . v. J. C. H . Blom en E. Lamberts) uit 1990, h e t correct hebben over de Verenigde Nederlandse Staten.

1. Wie beslist over de geschiedenishandboeken die mogen worden gebruikt in het gemeenschaps-onderwijs ?

2. Welke criteria worden hierbij gehanteerd ? 3. Worden die boeken nagekeken op fouten en zo

ja, door wie ?

4. Is hier geen belangenvermenging mogelijk indien dezelfde personen zijn betrokken bij

zowel de opmaak van de leerplannen,het schrij-ven van de daarbij horende handboeken en het laten goedkeuren van het gebruik van die hand-boeken in het onderwijs ?

Antwoord

1. Het behoort tot de autonomie van de leerkrach-ten Geschiedenis de handboeken te selecteren die zij bij hun onderricht gebruiken, uiteraard in onderling overleg binnen de vakgroep van de onderwijsinstelling waar zij lesgeven en mits de goedkeuring van de directie van de onderwijsin -stelling en de Lorgo (lokale raad voor het gemeenschapsonderwijs).

2. Geschiedenishandboeken die worden gebruikt (in om het even welk onderwijsnet),moeten een verantwoorde concretisering zijn van de door het betrokken onderwijsnet ingediende en goedgekeurde leerplannen. Handboeken die aan deze noodzakelijke voorwaarde niet vol-doen, "prijzen zichzelf uit de markt" : zij bieden immers een onvoldoende ondersteuning voor de realisering van de leerplannen, die door de inspectie van de Vlaamse Gemeenschap wordt gecontroleerd als fundamenteel gegeven voor de beoordeling van de onderwijskwaliteit. Leerkrachten en directies zijn derhalve uiterst alert en kieskeurig bij de introductie van een bepaald handboek. Zowel uitgeverijen als auteurs van handboeken zien er dan ook meest-al nauwlettend op toe dat hun "producten" strikt aan die voorwaarde voldoen.

3. In het hele wordingsproces van handboeken is er in elke uitgeverij een strenge interne kwali-teitscontrole. In de eerste plaats treden uitgeve-rijen uiterst selectief op bij de selectie van de auteurs die zij voor hun handboeken aantrek-ken.

Niet zelden doen zij daarenboven een beroep op externe adviseurs (bijvoorbeeld universi-teitsprofessoren) om de kwaliteit van het pro-duct te bewaken en te garanderen dat het inhoudelijk up to date is, dat het met andere woorden inhoudelijk beantwoordt aan de stand van het wetenschappelijk onderzoek inzake de betrokken materie.

Uitgeverijen die terzake nonchalant zouden zijn, riskeren in de kortste keren hun marktaan-deel te verliezen.

(2)

In het systeem van schooldoorlichtingen, uitge-voerd door de inspectie van de V l a a m s e Gemeenschap, wordt met het oog op het repe-reren van het studiepeil en de onderwijskwali-teit voor elk vak bij absolute voorrang gecon-troleerd of het goedgekeurde leerplan wel dege-lijk wordt gerealiseerd. De school heeft er dus alle belang bij dat de aangewende middelen (onder meer handboeken) daartoe adequaat z i j n . Het behoort niet tot de opdracht van de inspectie de kwaliteit van de gebruikte hand-boeken te controleren, noch daarover uitspra-ken te doen. Zij beperkt zich in haar beoorde-ling tot de adequate realisering van de goedge-keurde leerplannen.

4. Wat het concrete geval betreft dat aanleiding heeft gegeven tot de parlementaire vraag wens ik op te merken dat er hier geen sprake is van b e l a n g e n v e r m e n g i n g. De genoemde auteur is ere-inspecteur Geschiedenis en behoort dus niet langer tot het inspectiekorps. Hij is een onaf-hankelijke auteur.

Wat de algemene draagwijdte van de vraag betreft, merk ik op wat volgt.

De leerplannen worden opgemaakt binnen elk o n d e r w i j s n e t . Voor de eerste graad moeten zij conform de eindtermen zijn. Bij het opmaken van deze leerplannen is wel de pedagogische begeleiding van het desbetreffende onderwijs-net betrokken.

De Inspectie Secundair Onderwijs is een korps van de Vlaamse Gemeenschap, staat derhalve boven de onderwijsnetten en hanteert als toets-steen de onderwijswetgeving en -regelgeving waarover de onderwijsverstrekkers perfect zijn geïnformeerd.

Het behoort onder andere tot haar opdracht de door de onderwijsnetten ingediende leerplan-nen goed te keuren. Daartoe wordt steeds een-zelfde referentiekader gehanteerd, dat bestaat uit eenduidig geformuleerde criteria. Deze cri-teria zijn publiek gemaakt en aan de indieners van leerplannen, dit zijn de onderwijsnetten, bekend.

Als aanvullende concretisering van de regels inzake plichten en onverenigbaarheden, z o a l s bepaald in het decreet van 17 juli 1991, h o o f d-stuk II, afdeling 2,is een "Charter van de onder-wijsinspectie van de Vlaamse Gemeenschap" o p g e s t e l d . Dat charter is toegestuurd aan alle s c h o l e n . Met name stelt genoemd charter dat "de inspectie bij de uitoefening van haar

opdrachten de regels van objectiviteit eerbie-digt". Dit impliceert :

"1° De correcte naleving van het decreet dd. 17 juli 1991 betreffende inspectie en pedagogi-sche begeleidingsdiensten, i n z o n d e r h e i d artikel 19 inzake onverenigbaarheden. 2° Het weigeren van persoonlijk voordeel. 3° Het zich onthouden van gelijk welk

initia-tief dat de vrijheid van scholen (onder meer wat de keuze van onderwijsleermiddelen betreft) kan beperken of beïnvloeden ...". Het vigerende charter, dat alle scholen hebben o n t v a n g e n , is onder meer ook bedoeld om de belangenvermenging, waarop de Vlaamse volks-vertegenwoordiger in zijn parlementaire vraag alludeert, te voorkomen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Is die feitelijke toe- stand niet de meest logische, omdat ze enerzijds het OCMW de kans geeft een vrij realistische begro- ting in te dienen voor het komende jaar, en omdat

N74 in Zonhoven :5 kruispunten sinds 1988 N31 in Brugge : 4 kruispunten sinds 1991 N8 in Dilbeek : 4 kruispunten sinds 1991 N8 in Lennik : 5 kruispunten sinds 1991 N8 in Roosdaal :

Het zijn de sociale partners die binnen het huidige sociaal overlegmodel de toe- gangspoort tot de arbeidsmarkt definiëren en op basis hiervan samen met de overheid (VDAB)

De sociale huisvestingsmaatschappij "Sociale Bouw- en Kredietmaatschappij voor het A r r o n d i s- sement Leuven" in Herent werd door de stad A a r- schot aangezocht om

Dat deze waarschuwingen in de getroffen streek grote onrust hebben veroorzaakt, hoeft nauwelijks te worden onderstreept, des te meer omdat de betrokken overheid geen enkel

Dat deze waarschuwingen in de getroffen streek grote onrust hebben veroorzaakt, hoeft nauwelijks te worden onderstreept, des te meer omdat de betrokken overheid geen enkel

Het Vlaams Personeelsstatuut (besluit van de Vlaamse regering van 24 november 1993 hou- dende organisatie van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en de regeling

Artikel 4, tweede lid luidt : "De Vlaamse rege- ring machtigt ambtenaren van de Administratie om de nodige vaststellingen te doen, ze hebben daarvoor toegang tot alle