• No results found

Vraag nr. 500 van 15 april 2005 van de heer ANDRÉ VAN NIEUWKERKE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 500 van 15 april 2005 van de heer ANDRÉ VAN NIEUWKERKE"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 500 van 15 april 2005

van de heer ANDRÉ VAN NIEUWKERKE

Strandbeheer – Concessiebeleid en natuurbe-houd

Sedert 4 november 1998 tot op heden stel ik op geregelde tijdstippen parlementaire vragen rond het strandbeheer. Immers, in wezen is het Noordzeestrand natuurgebied en behoort het inte-graal tot het kustecosysteem.

In tegenstelling tot de duinen, is dit natuurgebied volle eigendom van het Vlaams Gewest en is de administratie Waterwegen en Zeewezen (AWZ) de verantwoordelijke administratie.

Er staat echter een enorme toeristisch-economi-sche druk op het strand: uitbatingen, sport en spel, enzovoort. In maart 2000 werd dan ook, terecht, een juridisch-planologisch kader opgesteld met het oog op een goede ordening van de strandactivi-teiten en straks zal de provincie West-Vlaanderen een provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan inzake strand en dijk klaar hebben, dat aan de Vlaamse Regering zal worden voorgelegd. Voorwaar, een goede evolutie.

Niettemin zal er nog veel water naar de zee moeten vloeien vooraleer alles op het strand ook orden-telijk zal verlopen. Daarnaast gaat er ook natuur verloren.

Zo laat AWZ, sinds een paar jaar, het concessiebe-leid over aan de gemeenten: al die strandactivitei-ten zijn immers van lokale aard want toeristisch-recreatief en bovendien heeft AWZ onvoldoende tijd om zich hiermee bezig te houden.

Ik heb er geen zicht op of alle kustgemeenten een globaal vergunningsbeleid hebben verkregen. Wat ik wel weet, is dat de gemeente Knokke-Heist bij-voorbeeld de planologische letter en geest van een goed strandbeheer, wat gewest en provincie voor ogen hebben, niet toepast.

− Bepaalde stranduitbatingen zoals de sportclubs Surfers Paradise en Riverwoods en de badkar-houder Siesta zijn sedert 1998 (!) uitgegroeid tot ware horeca-inrichtingen. Met andere woorden,

een evolutie in omgekeerde zin. De eigenlijke horeca op de dijk kreunt dan ook onder deze deloyale concurrentie. Wie geen eigenaar is van zijn zaak, ziet zwarte sneeuw. Het ene proces volgt dan ook na het andere.

− Langs de hele kust staan hier en daar illegale strandconstructies, want geen bouw- en/of exploitatievergunning. De lijst is bekend. In Knokke-Heist mag en kan bijvoorbeeld in zo'n illegale constructie, Surfers Paradise, alles en nog wat.

− Wie in Knokke een concessie heeft, mag en kan onderverhuren. Een concessie van 1.200 euro kan voor 150.000 euro overgedragen worden. − Bij de jaarlijkse loting kan ook niet iedereen

meedoen.

Kortom, geen goede ordening, en op de koop toe willekeur, rechtsonzekerheid en deloyale concur-rentie.

De praktijk in Knokke-Heist leert verder dat meer verantwoordelijkheid en bevoegdheid geven aan de gemeenten, moet samenvallen met een efficiënte controle op de toepassing van de overeenkomsten. Zoals reeds gesteld, is er een provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) in de maak. Het staat vast dat op bepaalde plaatsen dit PRUP zal overlap-pen met duinen en met strandduinovergangen die op gewestelijk niveau als GEN (Grote Eenheden Natuur) en als GENO (Grote Eenheden Natuur in Ontwikkeling) zullen worden afgebakend. De afbakening is er echter nog niet. Er is dus een echte kans gemist om PRUP en VEN-afbakening gelijktijdig te laten verlopen. Verder knabbelt het PRUP hier en daar stukken natuur weg. Wat met het compensatiebeleid ?

1. Heeft de AWZ aan alle kustgemeenten het con-cessiebeleid globaal overgedragen ?

2. Hoeveel opbrengsten ontvangt het gewest ter-zake vanwege de gemeenten ? Graag het bedrag per gemeente.

(2)

4. Houdt de AWZ toezicht inzake de naleving van de afspraken ?

5. Zal de AWZ straks, als het PRUP geïmplemen-teerd wordt, toezicht houden op het strandbe-heer ?

6. Hoever staat Leefmilieu met de gewestelijke afbakening GEN en GENO langs de kust ? Wat is de verdere timing ?

7. Is er terzake reeds overleg tussen Leefmilieu en Arohm ?

8. Kan het PRUP door de Vlaamse Regering goedgekeurd worden zonder dat de gewestelijke afbakening GEN en GENO is gerealiseerd (cfr. overlapping) ?

9. Is er momenteel reeds zicht op de hoeveelheid natuur die door het PRUP inzake strand en dijk is weggevallen ?

Hoe zal dat gecompenseerd worden ? Antwoord

1) Het concessiebeleid op de stranden werd globaal overgedragen aan de kustgemeenten in toepas-sing van het Besluit van de Vlaamse Regering van 26 april 1995 betreffende de strandconces-sies.

2) De opbrengsten per gemeente zijn als volgt voor 2004 (in euro):

Blankenberge: 22.481,11

Bredene: 3.349,64

Brugge: 5.802,35

De Haan: 13.344,29

De Panne: nog geen gegevens bekend

Knokke-Heist: 67.927,27

Koksijde: 4.483,21

Middelkerke: 8.975,00

Nieuwpoort: 2.124,00

Oostende: 34.642,89

3) AWZ staat positief achter het gemeentelijk con-cessiebeleid, gezien een en ander perfect past

in het subsidiariteitsbeginsel. Waar de lagere overheden beter in zijn, wordt het best aan hen overgelaten. De toeristische exploitatie van de stranden onder de vorm van het toekennen van de individuele concessieuitbatingen, is een taak die bij uitstek geschikt is voor elke indi-viduele kustgemeente, vermits dit toelaat dat elkeen specifieke accenten en keuzes legt. Zo is het gemeentebestuur van Knokke-Heist in ver-gelijking met sommige andere kustgemeenten, voorstander van een meer doorgedreven com-merciële exploitatie van de stranden.

Uiteraard dienen de gemeenten zich hierbij te houden aan de bestaande wetgeving die gebeur-lijk van toepassing is.

4) AWZ ziet er wel op toe dat de bepalingen van het Besluit van 26 april 1995 op de strandcon-cessies en de concrete jaarlijkse concessiebe-palingen worden nageleefd en dan vooral de inbreuken die rechtstreeks raken aan de zeewe-ringsinfrastructuur (heeft immers te maken met haar kerntaken). Hierbij wordt ernaar gestreefd om in consensus met de gemeente probleemdos-siers op te lossen. Voormelde wetgeving op de strandconcessies biedt overigens geen middelen om repressief op te treden.

Theoretisch gezien is het wel mogelijk om de strandconcessie geheel of gedeeltelijk niet toe te kennen gezien deze telkens maar per jaar wordt verlengd. In de praktijk betekent dit wel dat AWZ zelf zou dienen in te staan voor het afle-veren van individuele concessies naar burgers toe, wat praktisch niet haalbaar is en ook niet wenselijk is binnen de huidige organisatiestruc-tuur en kerntakenbeleid.

5) De lokalisatie van de door u aangehaalde sport-clubs te Knokke-Heist zal worden geregeld in het PRUP strand en zeedijk dat binnenkort wordt goedgekeurd door de bestendige deputa-tie. Uiteraard dienen de betrokkenen in orde te zijn op het vlak van de vereiste exploitatie- en stedenbouwkundige vergunningen.

(3)

6) Grote Eenheden Natuur (GEN) en Grote Eenheden Natuur in Ontwikkeling (GENO), zoals gedefinieerd door artikel 17 § 2 van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, maken deel uit van het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN). Artikel 20 van het bovenvermeld decreet bepaalt dat als GEN of GENO enkel de groengebieden, parkgebieden, buffergebieden, bosgebieden, gebieden voor gemeenschaps-voorzieningen en openbare nutsgemeenschaps-voorzieningen met als overdruk overstromingsgebied, wacht-bekkens en militaire domeinen op de uitvoe-ringsplannen met toepassing van het decreet betreffende de ruimtelijke ordening en de beschermde duingebieden met toepassing van het decreet van 14 juli 1993 houdende maatre-gelen tot bescherming van de kustduinen, kun-nen worden aangeduid. Bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2003 werd nog maar het VEN - eerste fase, definitief goed-gekeurd. In dat VEN - eerste fase konden dus krachtens artikel 20 van het natuurbehoudde-creet uitsluitend zones met één van de boven-vermelde planologische bestemmingen op de toen vigerende gewestplannen of ruimtelijke uitvoeringsplannen of met het statuut van beschermd duingebied, worden opgenomen. De getijdenonderhevige stranden langs de Vlaamse kust hebben, tot voor kort op het 'Klein strand' van Oostende na, geen gewestplanbestem-ming. Enkel het hoger gelegen deel van de reeds eerder als Vlaams natuurreservaat aangewe-zen 'Baai van Heist' was in uitvoering van de 'Duinendecreten1 aangeduid als 'beschermd duingebied' en kon bijgevolg in het VEN wor-den opgenomen.

In navolging van de beslissing van 17 oktober 2003 werd door het projectteam voor de regio Kust-Polders-Westhoek een voorbereidende onderzoeksnota opgesteld. Het overlegproces met gemeenten, provincies en belangengroe-pen startte in juni 2004. De resultaten van dit overleg werden door het projectteam verwerkt in een verkenningsnota met daarin een voor-stel voor gewenste ruimtelijke structuur, dat in maart 2005 aan de partners werd voorgelegd. Verdere timing:

Momenteel wordt gewerkt aan een eindvoorstel van gewenste ruimtelijke structuur met daarin

een voorstel voor programma van uitvoering. Dit programma van uitvoering zal onder meer aangeven welke gewestelijke ruimtelijke uitvoe-ringsplannen aangewezen zijn om uitvoering te geven aan de gewenste ruimtelijke structuur. Eerstdaags worden het ontwerp van gewenste ruimtelijke structuur en het voorstel tot actie-programma voor formeel advies voorgelegd aan de gemeenten, provincies en belangengroepen. Op basis hiervan zal de strategische

stuur-groep1 de besluitvorming op het niveau van de Vlaamse Regering voorbereiden. In uitvoering van de beslissing van de Vlaamse Regering van 17 december 2004, die een heel strakke timing voor het planningsproces voor de afbakening van de natuurlijke en agrarische structuur oplegt, wordt voor de pilootregio Kust-Polders-Westhoek het eindvoorstel van gewenste ruim-telijke structuur en programma voor uitvoering als mededeling naar de Vlaamse Regering verwacht tegen juli 2005. De opmaak van een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor de afbakening van GEN en GENO op de stranden heeft een zeer hoge prioriteit.

7) Er is inzake de Provinciale Ruimtelijke Uitvoeringsplannen voor 'Strand en Dijk" over-leg geweest in het kader van de ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos voor de regio Kust-Polders-Westhoek tussen de afdeling Natuur van AMINAL en AROHM.

Tijdens de plenaire vergadering voor het pro-vinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan geven de betrokken administraties een afzonderlijk advies in het kader van de respectievelijke doel-stellingen van deze administraties.

Tijdens het openbaar onderzoek brengt de Vlaamse Regering advies uit inzake de over-______

1 Deze stuurgroep bestaat uit:

– vertegenwoordigers van de kabinetten van de ministers bevoegd voor ruimtelijke ordening, leefmilieu-land-bouw en monumenten-landschappen;

– vertegenwoordigers van de betrokken afdelin-gen van AROHM, AMINAL en ALT, de Vlaamse Landmaatschappij;

– vertegenwoordigers van de vijf provincies en/of verte-genwoordiger van de vereniging van Vlaamse provin-cies (VVP);

(4)

eenstemming met het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen.

8) Het Provinciaal Ruimtelijk uitvoeringsplan behandelt een provinciale materie en kan door de Vlaamse Regering worden goedgekeurd zon-der dat de gewestelijke afbakening van GEN en GENO is gerealiseerd.

Het PRUP dient echter wel rekening te houden met de gewenste natuurlijke structuur van gebie-den met ecologische waarde. De opname van VEN-gebieden is in principe mogelijk, maar er moet aangetoond worden dat de ruimtelijk-eco-logische draagkracht van het gebied niet wordt overschreden en de voorziene inrichtingen en activiteiten verenigbaar zijn met de hoofdfunc-tie natuur. De feitelijke bestemming en finaliteit van het gebied kan echter niet gewijzigd worden (hoofdfunctie natuur en bestemming natuurge-bied), de specifieke voorschriften kunnen wel bepalingen opnemen en vastleggen voor onder-geschikte functies die te verenigen zijn met de hoofdfunctie.

In het vooroverleg met de provincie zijn de opties uit het provinciaal niveau afgestemd met de mogelijke opties op gewestelijk niveau, dit in het kader van het afbakeningsproces voor de landbouw-, natuur- en bosstructuur.

De Bestendige Deputatie van de Provincie West-Vlaanderen heeft met haar brief van 12 maart 2004 aan mijn collega bevoegd voor de Ruimtelijke Ordening Dirk Van Mechelen, gevraagd of er in het kader van het bovenver-meld pilootproject Kust - Polders -Westhoek geen prioriteit kon gegeven worden aan de opmaak van gewestelijke ruimtelijke uitvoe-ringsplannen van de strand- en duingebieden die buiten het toepassingsgebied van de pro-vinciale RUP's vallen. Volgens de Bestendige Deputatie is hier immers geen gelijktijdige afba-kening met landbouwgebieden nodig, daar in deze gebieden geen afweging t.o.v. de agrarische structuur hoeft te gebeuren.

9) Uit de door de DRUM van het Provinciebestuur van West-Vlaanderen voor ieder voorontwerp van PRUP opgemaakte ruimtebalans blijkt langs de gehele kust een totale oppervlakte van ruim 135 hectare door de gewestplannen vastge-legd 'Natuurgebied' herbestemd te worden naar één of andere vorm van recreatiegebied.

De RUP's hebben nu het statuut van ontwerp, het openbaar onderzoek is afgelopen en de bezwaren worden verwerkt.

In de ontwerpen werd opgenomen:

Bestemming gewestplan (-) Bestemming RUP (+)

Natuurgebieden 134,46 ha Recreatie (centrumgebied) 73,64 ha Natuur-recreatie (overgangsgebied) 31,18 ha Natuur-recreatie (specifiek centrumgebied) 4,83 ha Dagrecreatie (centrumgebied) 19,96 Verweving natuur-dagrecreatie (overgangsgebied) 3,45 ha Potentieel recreatie (potentieel

(5)

De natuurgebieden (ongeveer 95 ha) welke in de ontwerpen van provinciale ruimtelijke uitvoerings-plannen naar (potentieel) centrumgebied worden omgezet betreffen vooral smalle stroken duinen-strand tussen de aaneengesloten bebouwing langs de kustlijn en het eigenlijke strand.

Ongeveer 40 ha natuurgebied krijgt een bestem-ming waarbij natuur minstens een nevenfunctie blijft.

In de passende beoordeling wordt bekeken of de bestemmingswijzigingen een negatieve invloed uit-oefenen op speciale beschermingszones (habitat- en vogelrichtlijngebieden) ter hoogte van of in de omgeving van de betrokken gebieden.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het inventariseren van onroerend erfgoed is één van de kerntaken van het Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed (VIOE), dat daartoe voor de specifieke materie orgels,

Is een bouwaanvraag voor de inplanting in een bosgebied, opgesteld door een afdeling van de Vlaamse administratie, geen schoolvoorbeeld van hoe het niet moet (eerste bovenvermelde

De beschikbare cijfers uit de voor het ogenblik gehanteerde registratie zijn veeleer algemeen : een gradatie in de overtredingen wordt niet gemaakt.. De ROHM-diensten (Ruimtelijke

Bij het overzicht van de kunstwerken aangekocht sinds 1999 wordt per jaar ook een overzicht gege- ven van de aankopen binnen de regeling 'collectie- ondersteuning Vlaamse musea

– Te ondernemen stappen tot klassering: Op 1 april 2004 werd door de Europese Commissie een met redenen omkleed advies uitgebracht krachtens artikel 226 van het Verdrag tot

De gemeente moest er wel voor zorgen dat in het dossier dat ter inzage werd gelegd aan de gemeenteraadsleden alle stukken in het Nederlands waren. De taalwetgeving werd dus

Een gecoördineerd antwoord zal worden verstrekt door de heer Geert Bourgeois, Vlaams minister van Buitenlands beleid en

Verder worden op het kruispunt Assebroeklaan en Prins Leopoldlaan de groene paaltjes, die samen met een gevarendriehoek dienen om de fietsers te beschermen, geregeld door