• No results found

Vraag nr. 107 van 11 maart 2005 van de heer ANDRÉ VAN NIEUWKERKE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 107 van 11 maart 2005 van de heer ANDRÉ VAN NIEUWKERKE"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 107 van 11 maart 2005

van de heer ANDRÉ VAN NIEUWKERKE GSM-masten Kortrijk – Locatiebeleid

Het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, afdeling Wegen en Verkeer in Brussel heeft bij de bevoegde instanties een aanvraag ingediend voor het bouwen van een zendpyloon aan de kruising Al 7/ El 7 in Kortrijk - Aalbeke (Kapelhoekstraat). Op het eerste gezicht lijkt de inplanting bij een drukke autosnelweg logisch. Maar :

– bedoelde zone is een bosgebied (besluit van de Vlaamse Regering van 10 november 1998), wat dus niet verenigbaar lijkt (?);

– de mast (+/- 41,25 m) komt dus voor een vol-groeid gebied te staan ;

– "Sedert 1998 moedigt de Vlaamse overheid site-sharing aan. Dit principe werd vastgelegd door de toenmalige minister Baldewijns samen met de operatoren en de Vlaamse administratie ; de zogenaamde telecomcode. De resultaten hiervan zijn onder meer zichtbaar op parkings en op- en afrittencomplexen langs de Vlaamse auto-snelwegen. Op bedoelde locaties staan immers GSM-pylonen die door meerdere operatoren kunnen worden aangewend. Ook andere sites worden door meerdere operatoren gedeeld". (uit het antwoord op schriftelijke vraag nr. 10

van mevrouw Else De Wachter van 10 septem-ber 2004 ; Bulletin van Vragen en Antwoorden nr. 2 van 22 oktober 2004, blz. 55)

In die zin kan men ook hier aan site-sharing doen, want een eindje verderop, aan de NV Barenbrug-Maes, staat immers reeds een GSM-zendmast van Proximus.

Ik vind het vreemd dat een afdeling van de Vlaamse administratie, die tenslotte de bouwaan-vraag indient, de telecomcode niet toepast en dat men dus op de koop toe ervoor opteert om bosge-bied te verstoren - wat denkt de afdeling Leefmilieu hiervan trouwens - terwijl een eindje verderop site-sharing mogelijk is.

Dezelfde afdeling dient ook een bouwaanvraag in voor een multi-operatorenpyloon voor vier operato-ren aan de El 7 op parking Shell-station.

Op het eerste gezicht lijkt de inplanting bij de snel-weg en in een gebied voor gemeenschapsvoorzie-ningen/openbare nutsvoorziening logisch.

Maar :

– bedoelde zone ligt vlakbij een natuurgebied van 57 hectare, dat ook bedoeld is voor recreatie ; – er wordt aan site-sharing gedaan (4 operatoren),

maar een operator stelt dat ze ergens anders pylonen zullen afbreken ... Zeer merkwaardig. 1. De telecomcode is in 1998 mede-ondertekend

door de Vlaamse administratie.

Zijn al de afdelingen binnen de Vlaamse admi-nistratie hieraan gehouden ? In casu ook Wegen en Verkeer ?

2. Is een bouwaanvraag voor de inplanting in een bosgebied, opgesteld door een afdeling van de Vlaamse administratie, geen schoolvoorbeeld van hoe het niet moet (eerste bovenvermelde geval) ?

3. Is een bouwaanvraag voor een locatie vlakbij een natuurgebied verenigbaar met de ruim-telijke context en is dat dus niet eveneens een voorbeeld van hoe het niet moet (tweede boven-vermelde geval) ?

4. Het oprichten van zendmasten langs Vlaamse autowegen is logisch, maar dienen de eventuele bestaande sites vlakbij niet eerst aangesneden te worden ? Site-sharing !

5. Werden, in de aanloop naar het opstellen van bedoelde bouwaanvragen pre-adviezen inge-wonnen van de afdeling Ruimtelijke Ordening, gehuisvest in hetzelfde gebouw ? En van Leefmilieu ?

(2)

Antwoord

1. De 'telecomcode' werd in 1998 mede onderte-kend door de Directeur-generaal van de admi-nistratie Wegen en Verkeer. Deze admiadmi-nistratie, die zoals u weet, niet onder mijn bevoegdheid ressorteert, heeft zich hierdoor inderdaad geën-gageerd om betreffende code na te leven.

2. en 3. Aangezien de aanvragen, waarover uw vraag handelt, nog in behandeling zijn bij mijn administratie, onthou ik mij terzake van com-mentaar. Algemeen gesteld is een inplanting in of aan de rand van een bos veelal stedenbouw-kundig beter te verantwoorden en bijgevolg vaak te verkiezen boven een inplanting in een open landschap. Tevens lijkt mij de inplanting van een pyloon in de buurt van een natuurge-bied, de natuurwaarden van dit gebied niet aan te tasten en geen invloed te hebben op de fauna en flora.

4. Site-sharing is uiteraard te verkiezen, indien dit in casu mogelijk is. Hierbij moet rekening gehouden worden met de technische geschikt-heid van de bestaande pyloon (Kan hij de bijkomende windbelasting aan zonder veilig-heidsrisico's? enz.). Ook dient de door de ope-ratoren beoogde dekking in ogenschouw te worden genomen.

5. Er werd in casu geen schriftelijk voorad-vies bij de afdeling Stedenbouwkundige Vergunningen van mijn administratie ingewon-nen. De bevoegdheid Leefmilieu ressorteert, zoals u weet, onder de bevoegdheid van collega Peeters.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In het verleden werden bijvoorbeeld al verschei- dene malen compositieopdrachten voor werken voor beiaard gesubsidieerd (componisten als Dirk Brosse, Carl Van Eyndhoven,

Hiertoe stelde de Vlaamse Regering op 4 maart 2005 een coördinator voor de grensoverschrij- dende en interregionale samenwerking met Noord-Frankrijk aan in de persoon van Paul

Het sociaal huurbesluit van 20 oktober 2000 ver- meldt in artikel 6 (lid 5°) dat het intern toewijzings- reglement van de socialehuisvestingsmaatschappij minstens regels moet

Voor die projecten die ter uitvoering worden opgedragen aan nv Aquafin, wordt de gemeente vervolgens betrokken bij het tot stand komen en het goedkeuren (via het betrokken

Het inventariseren van onroerend erfgoed is één van de kerntaken van het Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed (VIOE), dat daartoe voor de specifieke materie orgels,

De beschikbare cijfers uit de voor het ogenblik gehanteerde registratie zijn veeleer algemeen : een gradatie in de overtredingen wordt niet gemaakt.. De ROHM-diensten (Ruimtelijke

Het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC) is op vraag van de federale minister van Binnenlandse Zaken gestart met een campagne om de nog opgestelde

Omdat een vervanging door nieuwbouw of verbou- wing van alle oude schoolgebouwen nog niet voor morgen zal zijn, rijst de vraag of er geen andere methoden te vinden zijn om