Vraag nr. 54 van 23 maart 2005
van de heer ANDRÉ VAN NIEUWKERKE Beiaardkunst in Vlaanderen – Ondersteuning Vlaanderen behoort met Nederland en de Verenigde Staten tot de belangrijkste beiaardlan-den ter wereld.
De VZW Vlaamse Beiaardvereniging (VBV) behartigt de beiaardkunst in Vlaanderen. Zowat alle beiaardiers zijn er lid van, naast vele buiten-landse leden. Deze VZW wordt gefinancierd door lidgeld en draait op de vrijwillige inzet van een aantal beiaardiers. De VBV is stichtend lid van de overkoepelende World Carillon Federation (WCF). Structurele steun voor de VBV zou tot veel meer initiatieven kunnen leiden, die de promotie van de beiaardkunst ten goede zouden kunnen komen. De return voor gemeenten die een goede organi-satie van beiaardconcerten mogelijk maken, is belangrijk, op toeristisch en op cultureel vlak. Zij moeten dan ook aangemoedigd en gesteund wor-den om het beiaardpatrimonium te onderhouwor-den, de torens toegankelijk te houden voor bezoekers, luisterplaatsen te creëren, en zo meer.
Jammer is dat Vlaanderen niet over een mobiele beiaard beschikt. Een dergelijk instrument kan de beiaardkunst brengen op plaatsen waar er geen beiaard ter beschikking is. Er is onmiskenbaar nood aan een mobiele beiaard van de Vlaamse Gemeenschap als promotie-instrument voor de beiaardkunst. De VBV kan daarbij instaan voor de opvolging van verhuring.
Het statuut van de beiaardiers is zeer verschillend en ontstaan vanuit de verschillende tradities in de gemeenten en het verschil in opdracht - van vaste loondienst tot losse opdrachten zonder enige soci-ale dekking. Het lijkt dan ook belangrijk in stimu-lansen te voorzien waardoor het aantal concerten kan worden uitgebreid, zorg te dragen voor de invulling van openstaande plaatsen en het streven naar een degelijk statuut te ondersteunen.
Het gebrek aan perspectief op een voltijdse betrek-king en de kostprijs van de opleiding zijn drempel-verhogend voor het volgen van een opleiding tot beiaardier. De organisatie van wedstrijden, com-positieopdrachten en dergelijke, kunnen de aan-trekkelijkheid van de opleiding verhogen.
Ten slotte zijn internationale contacten belang-rijk. Het blijft totnogtoe evenwel hoofdzakelijk bij individuele initiatieven. De deelname van Vlaamse beiaardiers aan buitenlandse congressen en con-certreeksen draagt nochtans onmiskenbaar bij tot de internationalisering van het repertoire en het uitdragen van de Vlaamse beiaardkunst.
Kan de minister aangeven op welke wijze hij voor beleidsmatige ondersteuning zorgt van de beiaard-kunst ?
Antwoord
Als algemeen principe geldt dat de beiaardkunst zich dient te richten op de bestaande subsidieregle-mentering, in concreto de ondersteuningsmogelijk-heden binnen het Muziekdecreet tot en met 2006 en vanaf 1 januari 2007 binnen het Kunstendecreet. In zekere mate gebeurde en gebeurt dit trouwens al. In het verleden werden bijvoorbeeld al verschei-dene malen compositieopdrachten voor werken voor beiaard gesubsidieerd (componisten als Dirk Brosse, Carl Van Eyndhoven, Frederic Devreese) en kunnen beiaardiers rekenen op een tegemoetko-ming voor hun reiskosten naar het buitenland. De Vlaamse Beiaard vereniging structureel onder-steunen, is enkel een optie indien zij zich binnen het Kunstendecreet kan inschrijven als bijvoorbeeld een concertorganisatie. De VBV dient dan vanzelf-sprekend aan alle criteria van het Kunstendecreet te voldoen. Binnen haar bestaande werking profileert de VBV zich echter als een steunpunt voor de bei-aardkunst in Vlaanderen. H iermee w il i k g eens-zins a fbreuk d oen a an d e waardevolle w erking v an d eze organisatie, maar het Muziekcentrum Vlaanderen wordt al structureel ondersteund als steunpunt voor de muziek en dient dus in deze haar rol te spelen. Het is immers onhoudbaar om voor elk subgenre binnen de brede muzieksector een steunpunt structureel te subsidiëren.
De aankoop van een mobiele beiaard om de bei-aardkunst op meer plaatsen te kunnen brengen, zou eventueel kunnen passen in de reeds boven genoemde structurele ondersteuning als concert-organisatie. Of die optie ook effectief bestaat, zal natuurlijk van de beoordeling van het ingediende aanvraagdossier afhangen.
De discussie rond het "statuut van de beiaardier" sluit aan bij de bredere discussie rond het statuut voor de kunstenaar. Nu het statuut voor de kun-stenaar er is, zou dit ook voor de beiaardiers een afdoende oplossing moeten bieden.
De problematiek rond de opleiding van beiaardiers is veeleer een onderwijsmaterie. Bovendien z ie i k g een o plossing v oor h et h eel b eperkt a antal v acatures, d it i s i mmers e en economische kwestie van vraag en aanbod. Voor het geven van compo-sitieopdrachten en het uitbrengen van muziekpu-blicaties bestaan er binnen het Kunstendecreet de nodige subsidiemogelijkheden. Ook voor de orga-nisatie van interpretatiewedstrijden zou er via de muziekprojectsubsidies een aanvraag kunnen inge-diend worden.