Vraag nr. 310 van 30 april 2004
van de heer ANDRÉ VAN NIEUWKERKE Natuurvriendelijke oeverversteviging – West-Vlaanderen
1. Bestaat er bij de administratie Waterwegen en Zeewezen (AWZ) een sluitend natuurvriende-lijk concept "natuurvriendenatuurvriende-lijke oeververstevi-ging" ?
Kan de minister dit concept uitleggen ?
2. De oevers van Lo-vaart, tussen de Fintele en Veurne, zullen binnenkort natuurvriendelijk in-gericht worden. Drie jaar geleden werd tropisch hardhout, wat toch niet kan, gebruikt en werd er verkeerd gebaggerd : oevers zakten in, enzo-voort.
Veronderstellen milieuvriendelijke oevers ook niet dat pleziervaartuigen zich moeten hoeden elkaar te kruisen ? Met andere woorden, moet hier en daar niet in uitwijkplaatsen worden voorzien ?
3. Kan de minister ook het West-Vlaams pro-gramma "natuurvriendelijke" oeverversteviging voor 2004 meedelen ?
Antwoord
1. Er bestaat een enorme variatie aan oevers, niet alleen tussen de verschillende soorten waterlo-pen, maar ook langs een zelfde waterloop. Die variatie is het gevolg van de natuurlijke vari-aties in de morfologie van de waterloop, het waterregime, de bodemsamenstelling en de vele gebruiksfuncties. Die grote verscheidenheid be-tekent uiteraard dat geen kant-en-klare oplos-singen voorhanden zijn. Daarom is elk project van natuurvriendelijke oeverbescherming het resultaat van overleg tussen ingenieurs en eco-logen van verschillende administraties binnen de Vlaamse Gemeenschap, waarbij de principes van "natuurtechnische milieubouw" gehan-teerd worden. Het "Vademecum Natuurtech-niek: inrichting en beheer van waterlopen", uit-gegeven door de administratie Milieu, Natuur en Landinrichting, wordt als handleiding aan-gewend.
Het type natuurvriendelijke oeverbescherming dat uiteindelijk geconstrueerd wordt, is dus afhanke-lijk van de plaatseafhanke-lijke toestand van het kanaal of de rivier.
2. Drie jaar geleden werd inderdaad tropisch hard-hout gebruikt, namelijk azobé. De ervaring op-gebouwd in de uitvoering van natuurvriendelijke oevers is relatief jong. Met de tijd komen ver-nieuwde en verbeterde inzichten in zowel het ge-bruik van de materialen als in de uitvoeringswij-zen. De nu geplande natuurvriendelijke oeverver-dediging langs het Lo-kanaal voorziet in het ge-bruik van duurzaam materiaal, met name hou-ten palen met FSC-label. Een FSC-label (Forest Stewardship Council of Raad voor Duurzaam Bosbeheer) wijst erop dat het uit een duurzaam beheerd bos afkomstig is. De controle van dit label gebeurt door verschillende onafhankelijke internationale certificeringsorganisaties.
Bij het baggeren over de volledige lengte van het Lo-kanaal werd rekening gehouden met de voorgeschreven typeprofielen. Enkel het slib werd weggebaggerd, niet de vaste kleigrond. De oeververzakkingen vinden hun oorzaak in de schommelingen van het waterpeil tijdens was-periodes en de bijbehorende drukverschillen in de oever. Aangezien geen vaste grond weggeno-men werd uit het kanaalprofiel zijn de verzak-kingen geen gevolg van het baggeren.
Mijn administratie heeft geen klachten ontvangen van pleziervaarders in verband met het kruisen. Wel waren er vragen en opmerkingen over de be-groeiing langs de waterlijn door struiken en bomen die de vaarroute enigszins beperken. Het huidige onderhoudscontract bepaalt dat struiken en bomen geregeld worden gesnoeid of opgekuist. In Lo-Reninge, 800 m afwaarts de Lo-brug, is een duidelijke uitwijkplaats zichtbaar van de vroegere beroepsvaart op het Lo-kanaal. De huidige breedte en de nieuwe breedte na oeverversterking zullen geen problemen opleveren voor het kruisen van pleziervaartuigen en passagiersboten.