Vraag nr. 181 van 4 juni 1996
van mevrouw MIA DE SCHAMPHELAERE Europese School Mol – Aanstelling directeur
Drie van de negen bestaande Europese Scholen zijn gevestigd in België, namelijk in Ukkel, Woluwe en Mol. Leerkrachten uit het Vlaams onderwijs kunnen ter beschikking worden gesteld wegens bijzondere opdracht om een opdracht te vervullen in een Europe-se School. Dit gebeurt conform het artikel 16, § 1, litt. A, a), van het koninklijk besluit van 15 april 1958 hou-dende bezoldigingsregeling van het onderwijzend, wetenschappelijk en daarmee gelijkgesteld personeel van het ministerie van Openbaar Onderwijs. Deze ter-beschikkingstelling gaat gepaard met een financiële verbetering voor de leerkracht in kwestie.
Hoeveel leerkrachten zijn er ter beschikking gesteld vanuit het Vlaams onderwijs voor een opdracht in de Europese Scholen ? Hoeveel van hen komen er uit respectievelijk het gemeenschapsonderwijs, het offi-cieel gesubsidieerd onderwijs en het vrij gesubsidieerd onderwijs ?
In oktober 1995 werd de betrekking van directeur van de Europese School in Mol toegewezen aan België, meer bepaald aan Vlaanderen. Is het zo dat voor de kandidaatstelling het brevet van directeur vereist was, een brevet dat enkel in het gemeenschapsonderwijs bestaat ? Hoeveel kandidaten werden er voorgedragen voor deze betrekking van directeur, en uit welk onder-wijsnet waren ze afkomstig ? Welke criteria werden er gebruikt bij het in overweging nemen van de kandida-turen ?
Antwoord
1. Er zijn in totaal 72 Vlaamse personeelsleden ter beschikking gesteld wegens bijzondere opdracht aan de Europese Scholen (toestand op 1 juni 1996). De verdeling over de netten ziet eruit als volgt :
Onderwijsnetten Vlaamse
personeels-leden, ter beschikking gesteld voor de Europese Scholen
Gemeenschapsonderwijs 58
Officieel gesubsidieerd
onderwijs 5
Vrij gesubsidieerd onderwijs 9
Totaal 72
2. Wat de vacante betrekking van directeur aan de Europese School in Mol (per 1 september 1996) betreft, heeft de Hoge Raad van de Europese Scho-len tijdens de vergadering van 24 en 25 oktober 1995 België aangewezen voor het invullen van de betrokken vacature. Tussen de Vlaamse en de Franstalige Gemeenschap is overeengekomen dat er Vlaamse kandidaten zouden worden voorgesteld. Er waren in totaal 55 Vlaamse kandidaten, als volgt over de netten verdeeld :
Onderwijsnetten Kandidaten vacature
directeur ES Mol per 1 september 1996
Gemeenschapsonderwijs 32
Officieel gesubsidieerd
onderwijs 2
Vrij gesubsidieerd onderwijs 21
Totaal 55
3. Artikel 21 van het Statuut van de Europese Scholen bepaalt dat de directeur de bekwaamheid en de titels dient te hebben die in zijn land vereist zijn voor het leiden van een onderwijsinstelling waarvan het einddiploma toegang geeft tot de universiteit. 4. Overeenkomstig de procedure voor de aanstelling
van een directeur aan de Europese Scholen, maakte een selectiecomité van de Hoge Raad begin 1996 een rangschikking van de door de Vlaamse over-heid voorgestelde kandidaten, tezamen met een gemotiveerd voor stel voor de Commissie van Inspecteurs. De Commissie van Inspecteurs gaf op basis van deze gegevens zelf een gemotiveerd voor-stel aan de Hoge Raad, die over de aanvoor-stelling besliste tijdens de niet- uitgebreide vergadering van 30 januari 1996.
De rangschikking van de kandidaten door het selec-tiecomité van de Hoge Raad gebeurde op basis van het curriculum vitae en van een interview. V o l g e n d e criteria lagen ten grondslag aan de beoordeling van de kandidaten :
– beschikken over goede ervaring op pedagogisch gebied en kennis hebben van het administratieve deel waarvoor zij bij benoeming verantwoorde-lijkheid zullen dragen ;
– bewijs leveren van geschiktheid voor het leggen van contacten en het voeren van een dialoog ; – beschikken over goede talenkennis, in het
bij-zonder van de taal van het land waarvoor zij kandidaat zijn ;
– bewijs leveren, in de mate van het mogelijke, van kennis van de Europese Scholen of ten min-ste van contacten met meertalige milieus ; – eventuele ervaring in schoolleiding, zowel