• No results found

Vraag nr. 245 van 6 juni 1996 van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 245 van 6 juni 1996 van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 245 van 6 juni 1996

van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN De Lijn – Rolstoelgebruikers

In het regeringsprogramma is er aandacht voor het kansenbeleid voor gehandicapten. Rolstoelgebruikers gebruiken het openbaar vervoer. Bij de spoorwegen bestaan er reeds minieme voorzieningen voor deze groep reizigers. Op vele plaatsen doen lichamelijk gehandicapten ook een beroep op De Lijn.

1. Zijn er bij De Lijn speciale voorzieningen voor rol-stoelgebruikers ? Welke ? Waar ?

2. Krijgt de minister vragen, bemerkingen of sugges-ties met betrekking tot de aanpak van dit pro-bleem ?

3. Zijn er initiatieven in voorbereiding om De Lijn meer toegankelijk te maken voor rolstoelgebruikers ? Welke, en met welke timing ?

Antwoord

1. Bij aankoop van nieuwe voertuigen bestemd voor de specifieke bediening van stadszones wordt meer en meer geopteerd voor zogenaamde lagevloerbus-sen. Deze voertuigen bieden, door de beperkte vloerhoogte van 32 cm in combinatie met een kniel-systeem op de vering, de mogelijkheid aan rolstoel-gebruikers om vanaf een aangepaste halteplaats of stoeprand dit type voertuig te gebruiken. Vandaag zijn de gebruiksmogelijkheden echter nog beperkt, daar niet op alle stadslijnen en -ritten dergelijke voertuigen kunnen worden ingezet en de halteplaat-sen nog niet op een hiervoor ideale wijze zijn aange-legd.

2. Eind 1995 werd een werkgroep ingesteld, samen met de Vlaamse minister van Cultuur, Gezin en Welzijn. De leden van de werkgroep, afkomstig uit diverse betrokken sectoren en waaronder eveneens minder mobiele personen, zoeken in overleg met De Lijn naar gepaste en realistische oplossingen om de toegankelijkheid van het openbaar vervoer te verbeteren, rekening houdend met de stand van zaken op technologisch gebied en met budgettaire en marketing-aspecten. Na de zomervakantie 1996 zal de werkgroep zich over de voorstellen buigen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Een gecoördineerd antwoord zal worden verstrekt door de heer Luc Martens, Vlaams minister van Cul- tuur, Gezin

Verder zal met de Vlaamse ministers van Welzijn en Gezin en Onderwijs worden overlegd, onder meer omtrent de juiste taakomschrijving en -afbakening van de intercul-

In het kader van het strategisch plan van Kind en Gezin zouden in de personeelsformatie 22 full-time equivalen- ten (FTE) voor interculturele bemiddeling worden opgenomen1.

Krachtens het decreet inzake de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting (decreet houdende bepa- lingen tot begeleiding van de begroting 1996, hoofdstuk VIII, afdeling 2

De strategie van de overheid op het vlak van de strijd tegen de overdraagbare aandoeningen, en meer bepaald haar vaccinatiepolitiek, is evenwel prioritair gericht op de

Het administratief toezicht op de rechtsgeldigheid van enerzijds beslissingen en adviezen van raden voor cultuurbeleid die niet officieel zijn herbevestigd, en anderzijds

Buiten deze groene-golfcoördinatie bestaan er nog andere coördinaties in de grotere steden met cen- trale computer (Antwerpen, Mechelen, Leuven en Gent), waar grote

Binnen de conventie afgesloten op 22 december 1994 tussen het Bloso en de Vlaamse minister van Tewerk- stelling, stelden 68 gemeenten zich kandidaat om, in het kader van