Hieronder staat het dictum van het VOORLOPIG BESLUIT van het OPTA-college in het interconnectiegeschil VersaTel-KPN. De voetnoot is geen onderdeel van het dictum maar is terverduidelijking toegevoegd. Het volledige besluit, geschoond van bedrijfsvertrouwelijke gegevens is over ongeveer 1 week openbaar.
9 maart 1999/OPTA/I/99/1211
Voorlopig besluit van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (het college) op grond van artikel 6.3 juncto 6.9 van de Telecommunicatiewet in het geschil tussen:
de naamloze vennootschap VERSATEL TELECOM INTERNATIONAL N.V., gevestigd te Amsterdam, gemachtigden: Mr E.J. Dommering en Mr H.C.L. Hobbelen, beiden advocaat te Amsterdam,
en,
de naamloze vennootschap KONINKLIJKE KPN N.V., gevestigd te Groningen, en
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid KPN TELECOM B.V., gevestigd te ’s-Gravenhage, gemachtigden: Mr P.V. Eijsvoogel en Mr A.Th. Meijer, beiden advocaat te Amsterdam. ………
H. BESLUIT
Het college stelt terzake van het geschil tussen VersaTel en KPN de volgende regels vast: Ten aanzien van de eerste vordering van VersaTel:
Zoals hierboven overwogen heeft KPN jegens VersaTel een leverplicht en dient op grond daarvan VersaTel de interconnectiecapaciteit te leveren waarom VersaTel heeft verzocht. KPN moet hierbij echter rekening houden met de belangen van andere marktpartijen door de beschikbare capaciteit op non-discriminatoire wijze te verdelen. Omdat het college er in het kader van deze procedure voorlopig van uit gaat dat toewijzing van de eerste vordering van VersaTel er toe zou leiden dat KPN daardoor andere marktpartijen zal moeten benadelen, wijst het college deze vordering voorlopig af. Dit ontslaat KPN echter niet van haar leverplicht. Indien KPN als gevolg van de schaarste niet in staat is haar leverplicht aan VersaTel na te komen, dient KPN door middel van alternatieve leveringen VersaTel in staat te stellen de gevraagde capaciteit af te nemen.
Ten aanzien van de tweede vordering van VersaTel:
KPN dient indien zij VersaTel niet op een andere manier de gevraagde capaciteit kan leveren, VersaTel door middel van de hierboven omschreven administratieve oplossing de door VersaTel bestelde capaciteit te leveren. Daartoe dient KPN met VersaTel binnen twee weken na datum van dit besluit afspraken te maken over de implementatie van de administratieve oplossing langs de door het college voorgestelde lijnen. (1)
Ten aanzien van de derde vordering van VersaTel:
KPN dient, indien zij jegens VersaTel niet kan voldoen aan haar leveringsplicht, VersaTel op alternatieve wijze de gevraagde capaciteit ter beschikking te stellen. KPN dient daarom te onderzoeken of levering van de gevraagde capaciteit door middel van virtuele PoP’s een mogelijk alternatief zou bieden. Indien KPN zelf onvoldoende transmissiecapaciteit heeft om in dit alternatief te kunnen voorzien, dient zij deze capaciteit bij derden in te kopen. KPN dient over dit eventuele
alternatief binnen een maand na datum van dit besluit het college te rapporteren, danwel binnen een maand aan VersaTel een aanbod als gevraagd door VersaTel te doen toekomen.
1
HET COLLEGE VAN DE ONAFHANKELIJKE POST EN TELECOMMUNICATIE AUTORITEIT, namens het college,Prof. Dr. J.C. Arnbak, voorzitter.
---(1)
Randvoorwaarden
Het college acht het van belang de volgende randvoorwaarden vast te stellen waaraan een dergelijke administratieve oplossing dient te voldoen: