• No results found

Openbare versie Besluit

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Openbare versie Besluit"

Copied!
25
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Besluit

Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 41 van de Mededingingswet.

Nummer: 6366/ 538

(2)

INHOUDSOPGAVE

I. DE PROCEDURE

II. DE BETROKKEN PARTIJEN III. DE GEMELDE CONCENTRATIE

IV. TOEPASSELIJKHEID VAN HET CONCENTRATIETOEZICHT V. BEOORDELING

A. Leeswijzer

B. Relevante productmarkten

B.1 Inleiding

B.2 Winning en levering van industriewater B.3 Behandeling van water

B.4 Opvattingen partijen

B.5 Conclusie afbakening relevante productmarkten

C. Relevante geografische markten

C.1 De markt voor de winning en levering van industriewater C.2 De markt voor de behandeling van water

C.3 Opvattingen partijen

C.4 Beoordeling opvattingen partijen

C.5 Conclusie afbakening relevante geografische markten

D. Gevolgen van de concentratie

D.1 De markt voor de winning en levering van industriewater D.2 De markt voor de behandeling van water

D.3 Niet-horizontale effecten van de voorgenomen concentratie

VI. CONCLUSIE

(3)

I DE PROCEDURE

1. Op 22 april 2008 heeft de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de Mededingingswet (hierna: Mw). Hierin is medegedeeld dat N.V. Waterleiding

Maatschappij Limburg (hierna: WML) en Evides Industriewater B.V. (hierna: Evides

Industriewater) voornemens zijn een gemeenschappelijke onderneming tot stand te brengen genaamd Evilim Industriewater B.V. (hierna: Evilim), in de zin van artikel 27, tweede lid, Mw. Evides Industriewater en WML worden hieronder tezamen ook wel aangeduid als “ partijen” . Van de melding is mededeling gedaan in Staatscourant nr. 81 van 25 april 2008.

2. Op 5 september 2008 is door de Raad besloten dat voor deze concentratie een vergunning is vereist.1 Van dit besluit (hierna: het eerste fase besluit) is mededeling gedaan in Staatscourant nr. 174 van 9 september 2008. Op 12 maart 2009 heeft de Raad een aanvraag om vergunning, als bedoeld in artikel 42 Mw, van partijen ontvangen met betrekking tot voornoemde concentratie. Van de aanvraag om vergunning is mededeling gedaan in Staatscourant nr. 53 van 18 maart 2009. Naar aanleiding van deze mededeling in de Staatscourant zijn geen zienswijzen van derden naar voren gebracht.

3. Na ontvangst van de aanvraag om vergunning is door de NMa nader onderzoek verricht. In het kader van dit onderzoek heeft de NMa op 24 maart 2009 vragen aan partijen gesteld ter aanvulling op de aanvraag om vergunning. Op 25 maart 2009 is deze aanvulling van partijen ontvangen. Daarna zijn op 27 maart 2009 en 20 mei 2009 wederom vragen ter aanvulling van de aanvraag om vergunning naar partijen gestuurd. Deze aanvullingen zijn op 15 april 2009

respectievelijk 27 mei 2009 ontvangen.Als gevolg hiervan is de in artikel 44, eerste lid, Mw genoemde termijn van 13 weken, ingevolge artikel 4:15 van de Algemene wet bestuursrecht, in totaal 27 dagen opgeschort geweest.

II DE BETROKKEN PARTIJEN

WML

4. WML is een naamloze vennootschap naar Nederlands recht. WML is actief in de provincie Limburg met de productie, distributie en levering van drinkwater. Hiernaast is WML door middel van haar 100% dochtermaatschappij e-Water Group B.V. (hierna: e-WG) beperkt actief op het gebied van de productie en levering van industriewater, afvalwaterzuivering en grondwaterzuivering in Limburg. De totale omzet van e-WG in 2008 bedraagt ongeveer EUR 3 mln. Tevens is WML actief op het gebied van laboratoriumactiviteiten ten behoeve van (drink)water.

1 Zie het besluit van de NMa van 5 september 2008 in zaak 6366/ Waterleiding Maatschappij Limburg – Evides Industriewater

(4)

5. De activiteiten van WML op het gebied van de productie en levering van industriewater zijn gericht op kleine en middelgrote industriële waterprojecten in Limburg. Deze industriële wateractiviteiten zijn thans ondergebracht in e-WG. Na de transactie zal WML uitsluitend actief zijn op het gebied van de levering van drinkwater via haar drinkwaterleidingnet.

Evides Industriewater

6. Evides Industriewater is een besloten vennootschap naar Nederlands recht. Evides Industriewater is evenals Evides Drinkwater B.V. een 100% dochteronderneming van Evides N.V. (hierna: Evides). Evides Industriewater bestaat sinds 2005 als separate entiteit binnen Evides. Evides Industriewater is actief in de provincies Zeeland, Zuid-Holland en Noord-Brabant. Hiernaast is Evides Industriewater actief in de provincies Groningen en Drenthe middels de gemeenschappelijke onderneming genaamd North Water B.V.2 Evides Industriewater heeft geen industriële waterprojecten in Limburg.

7. Evides Industriewater levert geïntegreerde diensten op het gebied van waterlevering en waterzuivering aan industriële afnemers, de zuivering van afvalwater en het hergebruik van gezuiverd afvalwater (effluent). De totale omzet van Evides Industriewater bedroeg in 2007 ongeveer EUR 65 mln.

III DE GEMELDE OPERATIE

8. De concentratie ten aanzien waarvan de aanvraag om vergunning is ingediend voorziet erin dat WML en Evides Industriewater een gemeenschappelijke onderneming genaamd Evilim zullen oprichten. WML zal alle activiteiten van haar dochtermaatschappij e-WG inbrengen in Evilim. Evides Industriewater zal kapitaal inbrengen in Evilim. Het voornemen van partijen is vastgelegd in een tijdens de meldingsfase overgelegde ‘joint venture agreement tussen WML en

Evides Industriewater inzake de verwerving en uitvoering van industriële waterprojecten’ d.d. 12 maart

2008.

9. WML en Evides Industriewater zullen ieder 50% van de aandelen in Evilim houden. Gelet op deze verhouding en op de besluitvorming zoals vastgelegd in de statuten van Evilim, zullen Evides Industriewater en WML gezamenlijke zeggenschap verkrijgen over Evilim.

IV TOEPASSELIJKHEID VAN HET CONCENTRATIETOEZICHT

10. Met de hierboven beschreven transactie beogen partijen een gemeenschappelijke onderneming genaamd Evilim op te richten.De concentratie ten aanzien waarvan de aanvraag om vergunning is ingediend is derhalve een concentratie in de zin van artikel 27, tweede lid, Mw.

2 Evides Industriewater heeft samen met N.V. Waterbedrijf Groningen de gemeenschappelijke onderneming North Water

B.V. opgericht. Zie ook het besluit van de NMa van 20 maart 2006 in zaak 5529/ Evides Industriewater – Waterbedrijf

(5)

11. Uit de door partijen ter beschikking gestelde omzetgegevens blijkt dat de gemelde concentratie binnen de werkingssfeer van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht valt.

12. Betrokken ondernemingen zijn WML en Evides Industriewater.

13. Uit de door partijen overgelegde documenten blijkt dat Evilim als gemeenschappelijke onderneming duurzaam alle functies van een zelfstandige economische eenheid zal vervullen.

V. BEOORDELING

A. Leeswijzer

14. In het navolgende deel zal in onderdeel B nader worden ingegaan op de afbakening van de relevante productmarkten en in onderdeel C op de afbakening van de relevante geografische markten. In onderdeel D wordt vervolgens een beschrijving gegeven van de gevolgen van de concentratie. Daarna volgt in deel VI de conclusie van de beoordeling van onderhavige concentratie.

B. Relevante productmarkten

B.1 Inleiding

15. In het eerste fase besluit is vooralsnog uitgegaan van een markt voor de productie en levering van hoogwaardig industriewater die nationaal is voor de afnemers waarvoor geldt dat uitbesteding de enige reële mogelijkheid is. Er is tevens aangegeven dat er nader onderzoek naar de relevante productmarkt zou moeten plaatsvinden in een eventuele vergunningfase.

16. Voorafgaand aan de vergunningsfase is door het EIM, in opdracht van de NMa, een sectorstudie uitgevoerd met betrekking tot de industriewatersector in Nederland.3 In deze studie doet EIM, aan de hand van deskresearch, expert-interviews, een telefonische enquête onder industriële watergebruikers en een eigen analyse, verslag van haar onderzoek naar de

concurrentieverhoudingen in de industriewatersector in Nederland. Het onderzoek had tot doel de mate van concurrentie in de verschillende marktsegmenten van de industriewatersector in Nederland in kaart te brengen.

3Deze sectorstudie - genaamd Industriewater in Nederland - is in maart 2009 gepubliceerd op de website van de NMa.

(6)

17. In het kader van de vergunningsaanvraag heeft de NMa bovendien nader onderzoek verricht naar de relevante (product)marktafbakening en naar de te verwachten gevolgen van de concentratie voor de mededinging op die markten. In verband met dit onderzoek zijn vragen gesteld aan diverse marktpartijen. Zo heeft de NMa interviews afgenomen bij ondernemingen, brancheverenigingen, waterschappen en de Provincie Limburg. Voorts heeft de NMa schriftelijke vragen gesteld aan afnemers en aanbieders van industriewater in diverse regio’s in Nederland (Limburg, Noord-Brabant, Botlek-gebied, Zuid-Holland, Zeeland en Groningen).

(i) Definitie industriewater

18. De markt voor industriewater kenmerkt zich door industriële afnemers die voor hun productieproces water nodig hebben. De kwaliteit van het water moet voldoen aan specifieke eisen van de afnemer. Er bestaat een heterogene markt waarbij de NMa het op voorhand aannemelijk vond dat verschillende waterkwaliteiten in ieder geval voor de afnemer niet uitwisselbaar zijn, omdat een afnemer een specifiek soort water nodig heeft voor zijn

productieproces. Aanbieders van waterbehandelingsinstallaties kunnen, mede afhankelijk van de beschikbare bron, wel iedere gewenste kwaliteit water aanbieden. Uit diepgaand onderzoek van de NMa blijkt weliswaar dat een onderscheid op basis van kwaliteit van water correct kan zijn, maar dat het concurrentieproces echter beter in kaart kan worden gebracht wanneer wordt gekeken naar de waterketen als geheel. Na de onderstaande definitie van industriewater volgt een omschrijving van de waterketen.

19. Uitgangspunt van het onderzoek was de definitie van industriewater zoals die wordt gehanteerd door het ministerie van VROM in de ‘Notitie ordening industriewater’(2003)4:

“ Onder industriewater wordt verstaan water dat wordt gebruikt in het productieproces als

productiemiddel of grondstof. Om te bepalen of sprake is van industriewater is niet de kwaliteit van het water, maar de bestemming ervan doorslaggevend. Industriewater kan elke kwaliteit hebben, ook drinkwaterkwaliteit, zolang het niet bestemd of mede bestemd is om te drinken. Daarbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen de levensmiddelenindustrie en andere industrie.”

20. Bovenstaande definitie van industriewater neemt als uitgangspunt de bestemming, oftewel toepassing, van het industriewater en niet de kwaliteit van het water. Industriewater is derhalve water dat wordt gebruikt ten behoeve van industriële doeleinden. Dat is ook het

uitgangspunt in de sectorstudie van EIM. Uit het marktonderzoek van de NMa is gebleken dat

(7)

het overgrote deel van de respondenten (afnemers en aanbieders van industriewater)5 van de schriftelijke enquête deze definitie van industriewater onderschrijft.6 De Raad zal dan ook in dit besluit bovenstaande definitie van industriewater als uitgangspunt hanteren.

21. Het hanteren van een onderscheid op basis van kwaliteit die wordt vertaald in een onderscheid tussen hoog- en laagwaardig industriewater als basis voor een marktbenadering wordt door verschillende factoren bemoeilijkt. Uit nader onderzoek van de NMa onder afnemers van industriewater blijkt namelijk dat ongeveer de helft van de respondenten geen onderscheid maakt tussen laag- en hoogwaardig water. Hierbij komt verder naar voren dat van de afnemers die een onderscheid maken, de kwalificatie van hoog- en laagwaardig industriewater bij meerdere afnemers verschilt.

22. Bovendien geven de afnemers in het marktonderzoek van de NMa aan bij het bepalen van de juiste voorziening voor de industriewaterbehoefte niet op zoek te zijn naar aanbieders van een bepaalde kwaliteit water, maar enerzijds naar een waterbron en anderzijds naar een

behandelingsinstallatie om het water geschikt te maken voor het gewenste gebruik. De keten van water (waarbij het gaat om beschikbaarheid en behandeling van water) die ervoor zorgt dat water kan worden gebruikt in hun productieproces staat voor hen centraal, niet het

kwaliteitsonderscheid tussen hoogwaardig en laagwaardig industriewater.

(ii) De waterketen7

23. Waar er in de eerste fase voor de marktafbakening een voorlopig onderscheid werd gemaakt op basis van productkenmerken te weten de waterkwaliteit, volgt uit nader onderzoek in de tweede fase, dat een ketenbenadering beter bruikbaar is om het concurrentieproces in kaart te brengen.

"De waterketen start bij de waterwinning. Dat kan oppervlaktewater of grondwater zijn, maar

ook afvalwater. (...) Indien nodig wordt het water getransporteerd en vinden verschillende behandelingen plaats op het water afhankelijk van het uiteindelijke gebruik van water. (…) Vervolgens kan het water gebruikt worden in industriële productieprocessen. Voor de

behandeling van water is apparatuur nodig (voor het maken van de benodigde kwaliteiten) en kan gebruik worden gemaakt van verschillende diensten (zoals ingenieursbedrijven of bedrijven

5 Het aantal respondenten van het marktonderzoek bedraagt 82% van het aantal afnemers van industriewater dat is

benaderd voor de enquête, i.e. 66 afnemers en 80% van het aantal aanbieders van industriewater dat is benaderd voor de enquête; i.e. 15 aanbieders.

6 Circa 87% van de door de NMa geënquêteerde afnemers van industriewater en circa 78% van de geënquêteerde

aanbieders van industriewater gaf aan het eens te zijn met de door VROM gehanteerde definitie.

(8)

die het beheer van de watervoorziening regelen). Na het gebruik van water in industriële processen blijft afvalwater over. Dit kan worden geloosd of worden hergebruikt.”8 24. In de waterketen is er sprake van waterwinning (vaak grond- of oppervlaktewater), gevolgd door levering (water wordt getransporteerd naar een installatie om te worden behandeld, ook wel bewerken genoemd) en ten slotte is er een fase van behandeling van water tot de

gewenste kwaliteit voor een specifieke toepassing. Het is ook mogelijk dat water dat is behandeld kant-en-klaar bij de afnemer wordt afgeleverd. In dat geval vindt de levering ook na de

behandeling plaats.

Figuur 1 De waterketen

Tussenconclusie

25. Voor de beoordeling van de gemelde concentratie gaat de Raad er vanuit dat de ketenbenadering voor de afbakening van de productmarkt centraal staat. In bovenstaande ketenbenadering is het van belang dat door winning en levering water beschikbaar is, dat kan worden behandeld tot een bepaald niveau voor de gewenste toepassing.

B.2 Winning en levering van industriewater

26. Industriële ondernemingen gebruiken water als grondstof en/ of hulpmiddel voor het productieproces. Het water kan uit verschillende bronnen worden gewonnen, zoals

oppervlaktewater of grondwater. Ook kan gebruik worden gemaakt van drinkwater dat aan de industrie ter beschikking wordt gesteld of van afvalwater (effluent). Water van elke kwaliteit kan via een leiding getransporteerd worden. Na de winning dient het water veelal bewerkt te worden alvorens het gebruikt kan worden voor het productieproces.

27. Uit onderzoek van de NMa is gebleken dat de winning en levering van industriewater veelal gescheiden plaatsvinden van het behandelen van water. Dit gebeurt zowel bij

ondernemingen die de winning en levering van industriewater in eigen beheer uitvoeren, als bij ondernemingen die dit uitbesteden. Daarbij is het, blijkens de sectorstudie “ Industriewater in Nederland” en het tweede fase onderzoek van de NMa, ook mogelijk om drinkwater af te nemen via het drinkwaterleidingnet en dit water vervolgens in eigen beheer verder te behandelen. De drinkwaterbedrijven hebben een wettelijk monopolie in hun verzorgingsgebied voor de winning

8Zie EIM, “ Industriewater in Nederland” , p. 19, 2009.

(9)

en levering van drinkwater dat wordt gebruikt ten behoeve van industriewater. Daarnaast kan een drinkwaterbedrijf eventueel water leveren dat minder behandeld is dan drinkwater door middel van haar (industriewater)dochteronderneming via speciale industriewaternetten. Uit het

marktonderzoek van de NMa is tevens gebleken dat er geen marktpartijen zijn die zich alleen met de winning óf alleen met de levering van industriewater bezighouden. Hiernaast is uit diepte-interviews gebleken dat de fase van winning van industriewater, volgens afnemers en aanbieders van industriewater, in de meeste gevallen gepaard gaat met de levering ervan.

28. Bovendien is uit diepgaand marktonderzoek van de NMa gebleken dat circa 72% van de afnemers van industriewater de behandeling van water als een aparte productmarkt ziet. Ook blijkt uit marktonderzoek van de NMa dat aan de zijde van de aanbieders slechts een zeer beperkt aantal marktpartijen de volledige industriewatervoorziening van winning tot en met behandeling als totaalproduct (kunnen) aanbieden. Daarentegen zijn op het gebied van behandeling - met name daar waar het gaat om het ontwerpen en bouwen van installaties - aanzienlijk meer (zowel nationale als buitenlandse) spelers actief.

Tussenconclusie

29. Zoals in bovenstaande randnummers is geïllustreerd, bestaat er ten eerste geen apart aanbod van de winning van industriewater enerzijds en de levering van (onbehandeld)

industriewater anderzijds. Bedrijven zijn niet alleen actief op het gebied van de winning van water of alleen op het gebied van de levering van (onbehandeld) water. Onderzoek van de NMa bevestigt dit. Ten tweede is er onvoldoende vraag- en aanbodsubstitutie tussen de markt van winning en levering van industriewater enerzijds en de markt voor de behandeling van industriewater anderzijds (zie randnummers 31 tot en met 38).

30. Voor de beoordeling van de gemelde concentratie gaat de Raad, op basis van het nader marktonderzoek in de tweede fase, uit van een aparte relevante productmarkt voor de winning en levering van industriewater.

B.3 Behandeling van water

(10)

behandeling van water wordt het water geschikt gemaakt voor het gebruik in het industriële (productie)proces van een onderneming. De benodigde installatie(s) en filter(s) verschillen afhankelijk van de bron van het water en de specifieke toepassing ervan in het industriële productieproces.

33. Onderzoek in de tweede fase heeft uitgewezen dat op het gebied van de behandeling van water ten behoeve van industriële doeleinden in Nederland naast nationale spelers ook meerdere (grote) buitenlandse spelers actief zijn,9 die alle onderdelen van de behandeling voor hun rekening (kunnen) nemen.10 Voor de onderdelen die betrekking hebben op het ontwerp en de bouw van installaties zijn er tevens meerdere spelers actief, zoals ingenieursbureaus, die als uitvoerder of onderaannemer bij projecten worden betrokken.

34. Uit het marktonderzoek van de NMa en de sectorstudie blijkt dat het voor sommige aanbieders van het ontwerp en de bouw van de installaties voor de behandeling van water een reële mogelijkheid is om ook tot het beheer en het onderhoud van deze installaties over te gaan. Het gaat dan dus om alle onderdelen van Design, Build, Finance & Operate. Daarnaast is gebleken dat (grotere) industriële afnemers het beheer van dergelijke installaties vaak in eigen beheer uitoefenen.11

35. Voor ondernemingen (leveranciers) die waterbehandelingsinstallaties ontwerpen en bouwen (DB) is het water dat hen door hun afnemers ter beschikking wordt gesteld als input (zoals drinkwater, afvalwater of door de afnemer zelf gewonnen grond- of oppervlaktewater) een gegeven. Dit water wordt door hen behandeld tot de gewenste kwaliteit die noodzakelijk is voor de gewenste toepassing ervan in het productieproces.

36. Uit marktonderzoek van de NMa is ook gebleken dat een industriële onderneming kan besluiten om zelf (een deel van) het water dat wordt geleverd, verder te behandelen tot een bepaalde (hogere) kwaliteit water die voor een bepaalde toepassing noodzakelijk is. Tevens is het mogelijk dat een afnemer het benodigde industriewater, bijvoorbeeld demi-water, kant-en-klaar bij de onderneming krijgt afgeleverd via een speciaal leidingnetwerk.

Tussenconclusie

9BijvoorbeeldChrist Holland (NL), Logisticon (NL), Lubron (NL), Norit (NL), Rossmark (Veolia) (NL), Krüger (D),

Siemens Water Technology (D), Remondis (D), Ondeo-IS (FR), General Electric (VS), Lugri (D).

10Eventueel met gebruikmaking van onderaannemers die bijvoorbeeld de waterzuiveringsinstallatie bouwen. Voorbeelden

van ingenieursbureaus zijn: DHV, Haskonig, Grondmij, Witteveen+Bos en Arcadis.

11Zie ook EIM, “ Industriewater in Nederland” , pp. 45-47, waarin staat dat de behandeling in of bij eigen vestiging circa 80

(11)

37. Het gewonnen en geleverde water is een input voor de behandelingsinstallatie. Het water wordt vervolgens door een behandelingsinstallatie behandeld tot de gewenste kwaliteit water die een afnemer nodig heeft voor zijn productieproces. Ondanks dat er dus een verbondenheid bestaat tussen de winning en levering van water en de behandeling daarvan dienen twee aparte relevante productmarkten te worden onderscheiden. Het gaat om wezenlijk andere producten. Bij de markt voor winning en levering gaat het namelijk om water en bij de markt voor behandeling gaat het om de producten (filters, zuiveringsinstallaties) en diensten (ontwerp, onderhoud, beheer en financiering) voor de behandeling van water. Er is aldus geen vraagsubstitutie. Tevens is er geen aanbodsubstitutie, vanwege het feit dat er andere spelers actief zijn op deze markten (zie ook randnummer 49).

38. Voor de beoordeling van onderhavige zaak gaat de Raad uit van een aparte relevante productmarkt voor de behandeling van industriewater.

B.4 Opvatting partijen

39. Mede op basis van het eerste fase besluit hebben partijen bij de vergunningsaanvraag hun opvattingen gegeven over de relevante productmarkten. Hieronder volgt een korte weergave van de opvattingen van partijen.

40. Partijen gaan uit van een markt voor productie en levering van industriewater, waarbij geen onderscheid dient te worden gemaakt op basis van de kwaliteit van het industriewater en uitbesteding (volgens DBFO-contract).

41. Partijen geven aan dat elke afnemer van industriewater ‘water-op-maat’ nodig heeft. Afnemers kunnen niet of zeer beperkt overstappen tussen verschillende kwaliteiten water, met dien verstande dat afnemers van industriewater dat gebruikt wordt voor laagwaardige

toepassingen daarvoor in theorie industriewater van een hoogwaardige kwaliteit kunnen gebruiken. Andersom is dat niet mogelijk. Volgens partijen kan geen onderscheid gemaakt worden ten aanzien van de kennis die benodigd is voor het productieproces van hoogwaardig industriewater ten opzichte van die voor laagwaardig industriewater.

(12)

43. Daarnaast stellen partijen dat er een (ruimere) productmarkt onderscheiden dient te worden, namelijk de markt voor de productie en levering van industriewater, waarbij partijen productie definiëren als winning en behandeling gezamenlijk.

44. Partijen stellen tevens dat elke industriële afnemer de mogelijkheid heeft om zijn eigen industriewatervoorziening ter hand te nemen en daarbij hooguit een keuze kan maken om dit uit te besteden aan een externe partij. Uitbesteding is nooit een verplichting voor industriële afnemers, aldus partijen. De keuze om na een periode van uitbesteding wederom zelf de

productie van industriewater ter hand te nemen blijft doorgaans mogelijk. Partijen geven aan dat de keuze voor het inzetten van de eigen organisatie voor de industriewatervoorziening door de industriële afnemer niet afhankelijk is van een prijsverhoging van leveranciers, maar van een complexe belangenafweging aan de zijde van de afnemer waarbij pas in het laatste stadium naar eventuele prijsverhogingen wordt gekeken.

45. Hiernaast dient volgens partijen in ogenschouw te worden genomen dat uitbesteding volgens DBFO-contract zeker niet de enige optie is. Er bestaan allerhande tussenvormen, waarbij bijvoorbeeld een leverancier van waterbehandelingsinstallaties scholing of onderhoud aanbiedt, zodat een afnemer de installatie zelf leert exploiteren of kan terugvallen op de expertise van de leverancier.

46. Op grond van bovenstaande kan volgens partijen niet in het algemeen worden gesteld dat er afnemers zijn die alleen zijn aangewezen op uitbesteding. Partijen zijn derhalve van mening dat een nadere segmentatie van de mogelijke markt voor de productie en levering van industriewater, waarbij het gaat om uitbesteding, niet nodig is. Daarnaast stellen partijen dat er een (ruimere) productmarkt onderscheiden dient te worden, namelijk de markt voor de productie en levering van industriewater, waarbij partijen productie definiëren als winning en behandeling gezamenlijk.

47. De Raad gaat er, in lijn met hetgeen partijen stellen, in het onderhavige besluit vanuit dat het doel, oftewel de bestemming, van het water van belang is, niet het kwaliteitsonderscheid tussen hoogwaardig en laagwaardig industriewater. Zoals in randnummers 23 tot en met 25 is beschreven komt uit de sectorstudie van EIM en het marktonderzoek van de NMa naar voren dat voor de afbakening van de relevante productmarkt de waterketen centraal staat.

(13)

49. De opvatting van partijen dat uitgegaan dient te worden van een markt voor de productie en levering van industriewater wordt niet gedeeld door de Raad. Zoals reeds opgemerkt is uit marktonderzoek van de NMa gebleken dat circa 72% van de afnemers van industriewater vinden dat de behandeling van water als een aparte productmarkt moet worden gezien. Hiernaast zijn er op de winning en levering van industriewater enerzijds en behandeling anderzijds verschillende spelers actief. Tevens wordt op basis het gebruik van verschillende productiemiddelen de markt voor winning en levering onderscheiden van de markt voor de behandeling van industriewater. Bovendien bevinden beide productmarkten zich in een andere schakel van de waterketen.

B.5 Conclusie afbakening relevante productmarkten

50. Gezien bovenstaande overwegingen concludeert de Raad dat de markt voor winning en levering van industriewater andere kenmerken heeft dan de markt voor de behandeling van (industrie)water. Derhalve concludeert de Raad dat er in onderhavige concentratie een aparte relevante productmarkt voor de winning en levering van industriewater en een aparte relevante productmarkt voor de behandeling van water onderscheiden dient te worden.

Figuur 2 Relevante productmarkten

C. Relevante geografische markten

C.1 De markt voor de winning en levering van industriewater

51. Zoals hierboven reeds beschreven wordt in de waterketen de waterwinning (vaak grond- of oppervlaktewater) gevolgd door de levering ervan (water wordt getransporteerd naar een installatie om te worden behandeld).

52. Een onderneming kan in beginsel zelf water winnen uit een lokale waterbron (oppervlaktewater, grondwater) en dit verder laten behandelen tot de gewenste kwaliteit industriewater die nodig is voor een bepaalde toepassing. Uit de sectorstudie van EIM is gebleken dat op nationaal niveau circa 90% van de industriële afnemers de winning van

Behandeling van water Winning en

(14)

industriewater in eigen beheer doet12.

53. Een onderneming kan er ook voor kiezen om kant-en-klaar industriewater van een bepaalde kwaliteit (maatwerk) geleverd te krijgen van een leverancier van industriewater,

bijvoorbeeld desti-water. Dit industriewater wordt dan in de regel via een speciaal leidingnetwerk geleverd.

54. In plaats van industriewater kan er door drinkwaterbedrijven ook drinkwater worden geleverd dat, afhankelijk van de gewenste toepassing, direct kan worden gebruikt voor industriële toepassingen danwel eerst verder moet worden behandeld om de gewenste kwaliteit te krijgen. 55. Uit de sectorstudie van EIM is gebleken dat - met name gelet op de transportkosten en de vergunningenvereisten13 - de winning en levering van industriewater zowel bij uitvoering ervan in eigen beheer als bij afname van derden, altijd op maximaal regionaal niveau geschiedt. Er is in Nederland géén bovenregionaal industriewaterleidingennetwerk. Drinkwatermaatschappijen hebben ieder hun eigen regionale verzorgingsgebied. Ook in het geval dat er een

industriewaterproject voor een specifiek bedrijvenpark met een eigen leidingennetwerk wordt ontwikkeld waarbij er lokaal water wordt gewonnen en behandeld, wordt het regionale niveau van winning en levering niet overstegen.

56. Winning en levering van industriewater is onderworpen aan vergunningenvereisten van waterschappen en overheden op Rijks, provinciaal en lokaal niveau14. Uit het marktonderzoek en de sectorstudie van EIM is gebleken dat met name grote industriële afnemers (in geheel Nederland, alsmede in Limburg15) een vergunning aanvragen om grond- of oppervlaktewater te ontrekken en dat in eigen beheer, dan wel door derden verder (laten) behandelen tot

industriewater. Grote industriële afnemers betrekken bij hun keuze voor de vestigingslocatie van hun onderneming veelal de nabijheid van een waterbron.

12Zie EIM, “ Industriewater in Nederland”, p. 5, 2009. 13Zie EIM, “ Industriewater in Nederland” , pp. 69 en 77.

14In de Grondwaterwet is geregeld dat een vergunning voor het onttrekken van grondwater ten behoeve van industriële

doeleinden in beginsel voor onbepaalde tijd verleend wordt. Daarentegen wordt een vergunning voor onttrekkingen ten behoeve van tijdelijke activiteiten (bronbemalingen, saneringen e.d.) wel met een einddatum verleend aangezien deze vergunningen als zodanig ook vanuit een tijdelijk karakter worden aangevraagd. De bevoegdheid voor het verlenen van vergunningen voor onttrekkingen uit oppervlaktewater ligt bij de kwantiteitsbeheerder, dat is ofwel het waterschap (indien onttrekking minder dan 100.000 m3) ofwel de betreffende provinciale directie van Rijkswaterstaat.

15Opgemerkt dient te worden dat in de provincie Limburg in verschillende gebieden beperkingen (gaan) gelden voor de

(15)

Tussenconclusie

57. Gelet op factoren als de nabijheid van waterbronnen, de vergunningsvereisten voor het onttrekken van water en de aanwezigheid van leidingnetwerken, dient te worden geconcludeerd dat de markt voor de winning en levering van industriewater maximaal regionaal is. 16

C.2 De markt voor de behandeling van water

58. De markt voor de behandeling van water kent heterogene producten. In Nederland zijn, zoals eerder vermeld17, diverse (internationale) spelers actief op de markt voor de behandeling van water. Met name op het gebied van het ontwerp en de bouw van installaties is een groot aantal internationale spelers actief, variërend van ingenieursbureaus die actief zijn op het gebied van het ontwerp en de bouw van installaties tot en met (dochterondernemingen van) grote multinationals die een totaaloplossing voor de watervoorziening van een industriële afnemer kunnen aanbieden.

59. Gezien het groot aantal (buitenlandse) spelers dat in Nederland actief is op de markt van behandeling van water is het niet aannemelijk dat er wezenlijke drempels zijn om op deze markt toe te treden. Uit het marktonderzoek is tevens gebleken dat afnemers zich internationaal oriënteren middels het ruimer dan nationaal aanbesteden van opdrachten voor de bouw en levering van waterzuiveringsinstallaties. Zowel afnemers als aanbieders opereren daarbij vaak op een Europees speelveld.

60. In het eerste fase besluit werd als mogelijke toetredingsdrempel voor een buitenlandse speler om in Nederland actief te worden op de markt van behandeling van water genoemd de noodzakelijkheid om goed ingevoerd te zijn in het Nederlandse bestuurlijke netwerk. Uit het marktonderzoek en de sectorstudie is, gezien de aanwezigheid van buitenlandse spelers, evenwel niet gebleken dat deze noodzakelijkheid een significante toetredingsdrempel zou vormen. 61. Een andere mogelijke toetredingsdrempel die in het eerste fase besluit werd genoemd, is de vrijstelling die drinkwaterleidingbedrijven in Nederland genieten voor de betaling van

vennootschapsbelasting. Deze vrijstelling geldt ook voor de activiteiten die een waterbedrijf ontplooit op het gebied van industriewater, indien het waterbedrijf een fiscale eenheid vormt met het industriewaterbedrijf. Deze vrijstelling lijkt inderdaad een zeker kostenvoordeel op te leveren,

16 Mede gelet op hoge transportkosten en wettelijke bepalingen zal de winning en levering van industriewater de omvang

van een verzorgingsgebied van een drinkwaterbedrijf in het algemeen niet overstijgen. In de onderhavige zaak staat voldoende vast dat Evides niet actief is in de regio waar WML actief is en hoeft een exacte omvang van de regio niet te worden vastgesteld (zie randnummers 71 tot en met 81).

(16)

maar uit het onderzoek is gebleken dat deze vrijstelling buitenlandse bedrijven er niet van heeft weerhouden (dan wel zal weerhouden) in Nederland actief te worden op de markt voor de behandeling van water.

Tussenconclusie

62. Gegeven het aantal en het soort aanbieders, en gegeven het gedrag van afnemers op het gebied van de behandeling van water ten behoeve van industriële doeleinden, kan worden geconcludeerd dat er geen wezenlijke toetredingsdrempels vanuit andere lidstaten zijn op het gebied van de behandeling van water. De markt voor de behandeling van water dient dan ook als ten minste EU-breed te worden aangemerkt.

C.3 Opvattingen partijen

63. Naar de opvatting van partijen beslaat de markt voor de productie en levering van industriewater ten minste West-Europa, aangezien niet alleen leveranciers van

waterzuiveringsinstallaties internationaal opereren maar ook hun klanten. Dat is volgens partijen niet anders wanneer wordt uitgegaan van een separate markt voor uitbesteding van de productie en levering van hoogwaardig industriewater, ongeacht de definitie van uitbesteding of

hoogwaardig industriewater.

64. Partijen geven echter ook aan dat de markt bepaalde regionale aspecten kent. Afhankelijk van de vereiste kwaliteit van het industriewater heeft een afnemer immers de mogelijkheid om industriewater te betrekken via het drinkwaternet in zijn verzorgingsgebied. Dit geldt ook voor andersoortige centrale levering van industriewater. De markt voor de productie en levering van industriewater via dit net is volgens partijen dan ook geografisch begrensd door de ligging daarvan.

65. Partijen geven tevens aan dat er geen drempels bestaan voor grote internationale spelers, die in Nederland reeds actief zijn als leverancier van waterbehandelingsinstallaties, om actief te worden als leverancier van DBFO-concepten. Partijen bestrijden dat het noodzakelijk is om goed ingevoerd te zijn in het bestuurlijk netwerk dat verantwoordelijk is voor de organisatie van het water en de ruimtelijke ordening in Nederland. Partijen wijzen dienaangaande op de omstandigheid dat elke (potentiële) aanbieder of afnemer van industriewater, op basis van objectieve criteria, een vergunning kan aanvragen voor het ontrekken van grond- of oppervlaktewater via Rijkswaterstaat en de waterschappen.

(17)

C.4 Beoordeling opvattingen partijen

67. In het eerste fase besluit is vooralsnog uitgegaan van een markt voor de productie en levering van hoogwaardig industriewater die nationaal is voor de afnemers waarvoor geldt dat uitbesteding de enige reële mogelijkheid is. Daarbij werd geconcludeerd dat in de

vergunningenfase nader onderzoek zou moeten worden gedaan naar de omvang van de geografische markt en de mogelijke aanwezigheid van toetredingsdrempels voor buitenlandse aanbieders.

68. Uit onderzoek in de tweede fase blijkt, zoals eerder vermeld, dat er sprake is van een markt voor de winning en levering van industriewater enerzijds en een markt voor de behandeling van water anderzijds. Bovenstaande opvattingen van partijen spreken deze afbakening niet tegen. Partijen geven tevens aan dat de markt regionale aspecten kent. Deze regionale aspecten ziet de Raad terug op het gebied van de winning en levering van industriewater.

69. Hiernaast wijzen partijen ook op de activiteit van internationale spelers die

behandelingsinstallaties leveren in Nederland. Onderzoek van de NMa heeft uitgewezen dat het een reële optie is voor een afnemer van industriewater om de behandeling van water in eigen beheer te hebben middels het aanschaffen van een installatie van een (buitenlandse) installateur.

C.5 Conclusie afbakening relevante geografische markten

70. De Raad concludeert derhalve dat in onderhavige zaak de markt voor de winning en levering van industriewater maximaal als regionaal afgebakend dient te worden en de markt voor behandeling van water als ten minste EU-breed.

Figuur 3 Relevante geografische markten

Winning en levering van industriewater maximaal REGIONAAL

(18)

D. Gevolgen van de concentratie

71. In de onderhavige concentratie heeft de Raad onderzocht of als gevolg van de

voorgenomen concentratie de daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze zal worden belemmerd, met name als het resultaat van het in het leven roepen of versterken van een economische machtspositie:

(1) op de maximaal regionale markt voor winning en levering van industriewater; (2) op de ten minste EU-brede markt voor behandeling van water.

72. Daarnaast heeft de Raad onderzocht of de marktpositie door partijen op de ene markt overgeheveld kan worden naar de andere markt („ hefboomeffect” ), waardoor als gevolg van de voorgenomen concentratie de daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze zal worden belemmerd, met name als het resultaat van het in het leven roepen of versterken van een economische machtspositie.

D.1 De markt voor de winning en levering van industriewater

73. Gelet op factoren als de nabijheid van waterbronnen, de vergunningsvereisten voor het onttrekken van water en de aanwezigheid van leidingnetwerken is eerder18 geconcludeerd dat de markt voor de winning en levering van industriewater maximaal regionaal begrensd is.

74. De NMa zal in het navolgende ingaan op de situatie in Limburg en niet op de situatie in het gebied waar Evides Industriewater actief is, omdat de onderhavige concentratie zal

plaatsvinden in het verzorgingsgebied van WML, de provincie Limburg. Evides en Evides Industriewater zijn momenteel niet in Limburg actief. Daarnaast zijn WML en e-WG momenteel niet in het verzorgingsgebied van Evides (het zuidwesten van Zuid-Holland, Zeeland en de Brabantse Wal19) actief en hebben ook geen concrete plannen om in deze regio’s actief te worden. Derhalve zal er als gevolg van onderhavige concentratie geen horizontale overlap optreden op de maximaal regionale markt voor winning en levering van industriewater. Ook als de markt in bepaalde gebieden als lokaal kan worden afgebakend, is dat niet van invloed op de beoordeling van deze concentratie.

75. Uit de sectorstudie “ Industriewater in Nederland” blijkt dat in Nederland in 2006 ruim 3,7 miljard m3 water werd gebruikt in industriële processen20. Ongeveer 90% van de afnemers van

18Zie randnummer 57.

19Langs de grens van West-Brabant met Zeeland en Vlaanderen.

20Een groot deel van het totale nationale verbruik van circa 3,7 miljard m3 industriewater is overigens koelwater. Ter

(19)

industriewater in Nederland heeft het water ten behoeve van deze industriële processen zelf onttrokken.21 Het overgrote deel van de afnemers heeft de waterwinning dus in eigen beheer. Uit overlegde cijfers van partijen en het RIVM-rapport22 blijkt dat het percentage van industriële afnemers in Limburg dat de winning en levering van industriewater in eigen beheer heeft niet significant afwijkt van het nationale percentage.

76. Drinkwaterbedrijf WML is in Limburg de enige leverancier van drinkwater, dat ook kan worden gebruikt als input voor industriewater voor industriële doeleinden. Op het gebied van de winning en levering van industriewater komt er echter voldoende disciplinerende werking vanuit de afnemers van industriewater doordat de grote meerderheid de winning en levering van industriewater al in eigen beheer heeft23.

77. Uit het marktonderzoek van de NMa is naar voren gekomen dat ongeveer de helft van de geënquêteerde industriële afnemers die hun industriewaterbehoefte niet in eigen beheer hebben, wel de mogelijkheid hebben om de winning en levering van industriewater in eigen beheer te nemen. De andere helft heeft deze mogelijkheid niet en de onderhavige concentratie brengt daar dan ook geen verandering in. De investerings- en operationele kosten die gemaakt dienen te worden bij een groot gebruik van water, wegen bij de afnemers die hun industriewaterbehoefte in eigen beheer nemen op tegen de tarieven die betaald moeten worden voor de afname van industriewater bij een externe leverancier.24 Ook de tijd die nodig is om een dergelijke investering operationeel te laten zijn en daadwerkelijk over te kunnen gaan tot het in eigen beheer winnen en leveren van industriewater is gering ten opzichte van de langdurige contracten die afgesloten worden voor de afname van industriewater. Alleen het hieronder beschreven vergunningenbeleid zou lokaal mogelijk beperkingen op kunnen leveren in de keuzemogelijkheden voor toekomstige afnemers van industriewater en voor afnemers van industriewater die de hoeveelheid te onttrekken water willen vergroten.25

78. De Provincie (Limburg) heeft in de Grondwaterwet26 de taak gekregen om het

grondwater in Limburg te beheren. In dat kader geldt er een aantal beperkingen voor het winnen

verwachting dit percentage in Limburg slechts circa 47% bedragen. Zie het RIVM-rapport 703717 007(hierna: RIVM-rapport), oktober 2000, p. 138.

21Zie EIM, “ Industriewater in Nederland” , p. 5. 22Zie het RIVM-rapport, p. 138.

23 Zie hiervoor ook randnummer 52 en 75. 24 Uitgaande van langdurige contracten.

25 Dit komt ook naar voren in de brief van de Vereniging Industriewater Limburg, d.d. 12 april 2006, aan de

Statencommissie Verkeer, Water en Milieu betreffende de nota diepe boringen en onttrekkingen.

26Zie Wet van 22 mei 1981, houdende regelen inzake het onttrekken van grondwater en het kunstmatig infiltreren van

(20)

van water in eigen beheer door middel van het aanboren van grondwater. Zo is er een vergunningsplicht voor boringen en onttrekkingen (winning) van grondwater.27 Indien een industriële onderneming grondwater wil onttrekken in Limburg, spelen drie criteria een rol voor de vereiste van een vergunning en welke instantie een vergunning kan verlenen, te weten (1) het doel waarvoor het grondwater wordt onttrokken, (2) de voorgenomen onttrekkingslocatie en (3) de hoeveelheid die de industriële onderneming gedurende een bepaalde tijd gaat onttrekken.28 Een eenmaal afgegeven vergunning voor de onttrekking van een bepaalde hoeveelheid m3 water heeft een in beginsel ongelimiteerde duur.29

79. Bij het verstrekken van vergunningen door de Provincie Limburg heeft de winning van grondwater waar drinkwater van wordt gemaakt, voorrang op ander water. Zo kan het voorkomen dat er in een bepaald gebied een vergunning wordt afgegeven om grondwater te winnen waar vervolgens drinkwater van wordt gemaakt, terwijl er in hetzelfde gebied een vergunning wordt geweigerd voor de winning van grondwater waar geen drinkwater van wordt gemaakt. Dit heeft tot gevolg dat in bepaalde gebieden in Limburg de winning van het (diepe) grondwater beperkt wordt, waardoor onttrekking in eigen beheer in aflopende mate een optie kan zijn voor de toekomstige afnemers van industriewater en afnemers van industriewater die de hoeveelheid te onttrekken water willen vergroten. De optie die voor deze specifieke afnemers overblijft, is drinkwater van WML af te nemen en te gebruiken als industriewater, dan wel uit te wijken naar een andere vestigingslocatie.

27Extra aandacht verdient hierbij het provinciale waterbeleid in de gebieden Venloschol en Roerdalslenk in Limburg. Voor

de Venloschol geldt bijvoorbeeld een stand-still beginsel met betrekking tot wateronttrekking. Dit betekent dat de huidige vergunningen geldig blijven, maar dat er geen nieuwe vergunningen meer worden verstrekt voor het onttrekken van grondwater. Dit betekent dat er niet meer grondwater opgepompt mag worden dan nu vergund is. De uitwerking van het

stand-still principe is nog niet bekend, omdat er sindsdien geen veranderingen in de grondwatervergunningen zijn geweest. De Vereniging Industriewater Limburg verwacht dat er voor de Venloschol geen nieuwe vergunningen voor het onttrekken van grondwater meer worden verstekt en uitbreiding van bestaande vergunningen niet meer mogelijk is. De Provincie Limburg geeft echter aan dat er voor diepe grondwateronttrekking in de Roerdalslenk nog “ enkele miljoenen kubieke meters grondwater te winnen zijn, mits deze onttrekkingen binnen het beleidskader passen” .

28Per 1 april 2005 is een aantal taken met betrekking tot de uitvoering van de vergunningverlening voor

grondwateronttrekkingen van de Provincie Limburg gedelegeerd aan het Waterschap Roer en Overmaasen het Waterschap Peel en Maasvallei. Alle aanvragen voor grondwateronttrekkingen in de landbouw en meldingen en van onttrekkingen van minder dan 100.000 m3 per jaar (behalve drinkwateronttrekkingen door WML en onttrekkingen voor Koude Warmte Opslag) worden behandeld door het Waterschap Peel en Maasvallei of het Waterschap Roer en Overmaas. Alle (aan)vragen voor onttrekkingen voor drinkwaterproductie door WML, grondwateronttrekkingen in het kader van Koude Warmte Opslag (KWO), en onttrekking groter dan 100.000 m3 per jaar (behalve meldingen) worden door de Provincie Limburg behandeld. Zie ook

http:/ / www.limburg.nl/ upload/ vergunningen/ BevoegdGezagVoorsorteren_Versie22dec05.pdf.

(21)

80. Bovenstaande ontwikkeling op het gebied van de grondwateronttrekkingen in Limburg zou kunnen leiden tot beperkingen in de keuzemogelijkheden voor ondernemingen met betrekking tot de winning en levering van industriewater. Dit is echter onwaarschijnlijk vanwege de wettelijke verplichting van WML om tarieven en voorwaarden te hanteren die redelijk,

transparant en niet discriminerend zijn30. Bovendien wordt deze situatie niet door de concentratie beïnvloed. De onderhavige concentratie verandert namelijk niets aan de (sterke) positie van WML op de maximaal regionale markt voor de winning en levering van industriewater.

Tussenconclusie

81. De Raad concludeert dat als gevolg van het ontbreken van horizontale overlap, de mededinging op de maximaal regionale markt van de winning en levering van industriewater als gevolg van de onderhavige concentratie niet op een significante wijze belemmerd zal worden.

D.2 De markt voor de behandeling van water

82. In randnummers 59 en 62 is opgemerkt dat de markt voor de behandeling van water, mede gezien het aantal (grote, internationale) spelers31 dat actief is in Nederland, ten minste EU-breed afgebakend dient te worden.

83. Tevens zijn ondernemingen die zich bezighouden met het bouwen en installeren van deze installaties zeer goed in staat gebleken om te concurreren met de industriewaterbedrijven die het totaalconcept (DBFO) aanbieden. Daarenboven is gebleken dat veel (grote) industriële afnemers van industriewater de voorziening ervan in eigen beheer laten plaatsvinden, dan wel zouden kunnen laten plaatsvinden. De belangrijkste overweging hierbij is, naast het

kostenaspect, de aanwezigheid van een waterbron dan wel de aansluiting op een netwerk voor de aanvoer van water in de directe omgeving van de onderneming.

84. Evilim zal op de markt voor behandeling van water een zeer klein marktaandeel hebben aangezien Evides Industriewater en e-WG de eigenlijke bouw van waterbehandelingsinstallaties uitbesteden aan derden. Uit door partijen overlegde informatie blijkt dat de Europese markt voor behandeling volgens een zeer behoudende schatting ongeveer EUR 2 miljard bedraagt.32 Op basis

30Art. 3p lid 3 Waterleidingwet.

31BijvoorbeeldChrist Holland (NL), Logisticon (NL), Lubron (NL), Norit (NL), Rossmark (Veolia) (NL), Krüger (D),

Siemens Water Technology (D), Remondis (D), Ondeo-IS (FR), General Electric (VS), Lugri (D).

(22)

van deze schatting heeft Evides Industriewater een marktaandeel van ongeveer [0-10]%∗. Het marktaandeel van e-WG is ongeveer [0-10]%.

Tussenconclusie

85. Derhalve concludeert de Raad dat er zowel door aanbieders van waterzuiverings- en behandelingsinstallaties als door industriële afnemers die ertoe over kunnen gaan de voorziening van industriewater in eigen beheer te laten plaatsvinden, na de onderhavige concentratie

voldoende disciplinerende werking op partijen wordt uitgeoefend.

86. De Raad concludeert, gelet op bovenstaande, dat de mededinging als gevolg van de onderhavige concentratie op de ten minste EU-brede markt van de behandeling van water niet op een significante wijze zal worden belemmerd.

D.3 Niet-horizontale effecten van de voorgenomen concentratie

87. Wanneer partijen bij een concentratie, zoals in het onderhavige geval, actief zijn op verschillende, gerelateerde markten dan kunnen zich ten gevolge van de concentratie niet-horizontale effecten voordoen. Dergelijke effecten kunnen optreden wanneer betrokken partijen actief zijn op verschillende niveaus van de leveringsketen (verticale concentraties) of wanneer partijen bij een concentratie niet strikt genomen in een horizontale of verticale relatie met elkaar staan maar actief zijn op nauw verwante markten (conglomerate concentraties).33 In dergelijke gevallen kan als gevolg van de concentratie de toegang van daadwerkelijke of potentiële concurrenten tot voorzieningsbronnen of afzetmarkten worden belemmerd of geblokkeerd, waardoor de mogelijkheid en/ of prikkel van deze ondernemingen om te concurreren wordt verminderd (concurrentieverstorende marktafscherming).34

88. WML heeft een wettelijk monopolie op het gebied van de levering van drinkwater in Limburg (zie randnummer 90). Drinkwater kan worden ingezet als grondstof voor industriewater en toegang tot drinkwater kan vanuit dat oogpunt van belang zijn als back-up faciliteit voor afnemers van industriewater. Een samenwerking tussen een industriewaterbedrijf en

drinkwaterbedrijf kan daarmee een belemmering opleveren doordat een industriewaterbedrijf eenvoudiger en tegen lagere kosten de beschikking heeft over drinkwater, bijvoorbeeld als back-up

In deze openbare versie van het besluit zijn delen van de tekst vervangen of weggelaten om redenen van

vertrouwelijkheid. Vervangen of weggelaten delen zijn met vierkante haken aangegeven. In geval van getallen of percentages kan de vervanging hebben plaatsgevonden in de vorm van vermelding in bandbreedtes.

33Zie Richtsnoeren voor de beoordeling van niet-horizontale fusies op grond van Verordening van de Raad inzake de controle op concentraties van ondernemingen, Publicatieblad Nr. C 265 van 18 oktober 2008, blz. 6-25 (hierna: Richtsnoeren

niet-horizontale fusies); randnummers 4 en 5.

(23)

voorziening, dan haar (potentiële) concurrenten. In de onderhavige casus is nader bekeken of (potentiële) concurrenten van de gemeenschappelijke onderneming hierdoor benadeeld zullen worden.35

89. Uit het tweede fase onderzoek is gebleken dat afnemers in het algemeen in toenemende mate voldoende keuze hebben over meerdere (potentiële) waterbronnen voor de winning en levering van industriewater. Normaliter is er de keuze tussen oppervlaktewater, grondwater of drinkwater. Daarnaast is er de laatste jaren een nieuwe ontwikkeling zichtbaar richting het hergebruik van afvalwater (effluent).

90. Voorts is uit het tweede fase onderzoek gebleken dat de levering van drinkwater

dusdanig wettelijk gereguleerd is dat WML geen mogelijkheid heeft om Evilim te bevoordelen ten opzichte van haar concurrenten. WML heeft een wettelijk exclusieve bevoegdheid en plicht tot het leveren van drinkwater in haar aangewezen distributiegebied36. Bovendien bevat de huidige Waterleidingwet een bepaling dat de eigenaar van een waterleidingbedrijf tarieven en voorwaarden moet hanteren die redelijk, transparant en niet discriminerend zijn.37 Niet -horizontale fusies vormen geen bedreiging voor de daadwerkelijke mededinging tenzij het fusiebedrijf over een aanzienlijke mate van marktmacht beschikt (die niet noodzakelijkerwijs hoeft neer te komen op een machtspositie) op ten minste één van de betrokken markten.38 Zoals uit het onderzoek in de tweede fase is gebleken is hiervan in principe in casu geen sprake. Marktafsluitende effecten ten gevolge van de voorgenomen concentratie zijn daarmee niet waarschijnlijk.39

35Andere mogelijke scenario’s, bijvoorbeeld een mogelijk concurrentienadeel van concurrenten van WML op de markt

voor winning en levering van water vanwege de sterke positie van WML als drinkwaterleverancier worden niet door de onderhavige concentratie beïnvloed.

36Zie Waterleidingwet, wet van 6 april 1957, houdende regelen met betrekking tot het toezicht op waterleidingbedrijven en tot de organisatie van de openbare drinkwatervoorziening, artikel 3p.

37Zie Waterleidingwet, eerder aangehaald, artikel 3p. Tevens ligt er, ter vervanging van de huidige Waterleidingwet een

nieuwe Drinkwaterwet momenteel ter goedkeuring voor in de Eerste Kamer. De verwachting is dat de nieuwe drinkwaterwet samen met het drinkwaterbesluit in werking treedt in januari 2010. In de nieuwe Drinkwaterwet is een bepaling opgenomen die stelt dat indien de eigenaar van een drinkwaterbedrijf baten die zijn verkregen ter uitvoering van een taak of taken aanwendt voor het verrichten van economische activiteiten de aanwending van die baten geschiedt tegen condities die in het normale handelsverkeer gebruikelijk zijn voor de financiering van de desbetreffende economische activiteiten. De artikelen 25a, aanhef en onderdeel d, en 25b van de Mededingingswet zijn van overeenkomstige toepassing op de eigenaren van drinkwaterbedrijven.

38Richtsnoeren niet-horizontale fusies, randnummer 23.

39De Commissie stelt in haar richtsnoeren niet-horizontale fusies (zie met name randnummers 32 en 94) als één van de

(24)

Tussenconclusie

91. De Raad concludeert dat onderhavige zaak niet zal leiden tot marktafsluitende effecten, waardoor als gevolg van de voorgenomen concentratie de daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan niet op significante wijze zal worden belemmerd.

VI. CONCLUSIE

92. Op grond van het voorgaande is de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot de conclusie gekomen dat de operatie waarop de aanvraag om vergunning betrekking heeft binnen de werkingssfeer van het in hoofdstuk 5 van de

Mededingingswet geregelde concentratietoezicht valt. De Raad van Bestuur is van oordeel dat als gevolg van de voorgenomen concentratie de daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan niet op significante wijze zal worden belemmerd, met name als het resultaat van het in het leven roepen of versterken van een economische machtspositie. 93. Gelet op het bovenstaande deelt de Raad van Bestuur van de Nederlandse

Mededingingsautoriteit mede dat voor de concentratie waarop de aanvraag om vergunning betrekking heeft, een vergunning wordt verleend.

Datum: 30 juni 2009

De Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, namens deze,

overeenkomstig het door de Raad genomen besluit,

w.g. R.J.P. Jansen

Lid van de Raad van Bestuur

(25)

Bijlage 1 ‘De Industriewaterketen’

Figuur 4

Gedetailleerde schets van de industriewaterketen ontleend aan het EIM rapport “ Industriewater in

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

concurrerend handelen van de verkoper, teneinde in staat te zijn de volledige waarde van de overgedragen activiteiten te verwerven. Een non-concurrentie- en relatiebeding kan als

Voor wat betreft die delen van de spelregels, die betrekking hebben op de activiteiten in de C-gebieden, wordt niet voldaan aan de voorwaarden van artikel 17 Mw. VI

Hierin is medegedeeld dat Strukton Civiel B.V., een onderdeel van de Strukton groep, op haar beurt onderdeel van Oranjewoud Groep, die weer onderdeel is van Centric Groep,

Ingevolge artikel 10, tweede lid, aanhef en onderdeel g, Wob blijft het verstrekken van informatie achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen het belang dat is

TenneT stelt dat zij na het faillissement van Thermphos niet langer gehouden is om de eigendom en het beheer van de 150 kV schakelinstallatie van Deltius over te nemen, omdat door

Op grond van artikel 30, tweede lid, van de E-wet (zoals dat luidde vanaf 1 juli 2011 tot 31 december 2014) mogen voor deze periode SDT in rekening worden gebracht bij (i) iedere

Met deze conclusie komt ACM niet meer toe aan een behandeling van de overige argumenten van de aanvrager ten aanzien van artikel 2.1.2a van de Transportvoorwaarden, zijnde (i) dat de

zijn naar de vraag of buitenlandse afzetkanalen een reëel alternatief vormen, en daarmee een substituut zijn, voor telers en kopers die gebruik maken van de veilingen in Nederland.