• No results found

BESLUIT Besluit Openbare versie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "BESLUIT Besluit Openbare versie"

Copied!
11
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Besluit

Openbare versie

P

a

g

in

a

1

/1

1

M u z e n s tra a t 4 1 | 2 5 1 1 W B D e n Ha a g P o s tb u s 1 6 3 2 6 | 2 5 0 0 B H D e n Ha a g T 0 7 0 7 2 2 2 0 0 0 | F 0 7 0 7 2 2 2 3 5 5 in fo @ a c m .n l | www. a c m .n l | www. c o n s u wi jz e r.n l

Ons kenmerk: ACM/DE/2015/204559_OV

Zaaknummer: 15.0274.12

BESLUIT

Besluit van de Autoriteit Consument en Markt als bedoeld in artikel 51 van de Elektriciteitswet 1998 inhoudende de beslissing op de geschilaanvraag van Deltius B.V. aangaande de

(2)

Besluit

Openbare versie

2

/1

1

1 Verloop van de procedure

1. Op 26 februari 2015 heeft de Autoriteit Consument en Markt (hierna: ACM) een aanvraag tot geschilbeslechting als bedoeld in artikel 51 van de Elektriciteitswet 1998 (hierna: de E-wet)

ontvangen van Deltius B.V. (hierna: Deltius).1 Bij brief van 20 maart 2015 heeft Deltius deze

aanvraag op verzoek van ACM gesplitst in twee aanvragen tot geschilbeslechting.2 De eerste

aanvraag ziet op het geschil met TenneT TSO B.V. (hierna: TenneT) betreffende het in rekening brengen van systeemdienstentarieven (hierna: SDT). De tweede aanvraag ziet op de vragen of de 150 kV schakelinstallatie van Deltius kwalificeren als een net en als zodanig onderdeel uitmaken van het landelijk hoogspanningsnet en of TenneT het beheer van dit 150

kV-net van Deltius dient over te nemen. Onderhavig besluit ziet op de eerste aanvraag.3

2. Bij brief van 23 maart 2015 heeft ACM TenneT in de gelegenheid gesteld om te reageren op

de geschilaanvraag.4 Op 14 april 2015 is de reactie van TenneT door ACM ontvangen.5

3. Bij brief van 7 mei 2015 heeft ACM Deltius6 en TenneT7 uitgenodigd om hun standpunten toe

te lichten tijdens een hoorzitting. Op 22 mei 2015 hebben partijen hun standpunten toegelicht tijdens een hoorzitting. Het verslag van de hoorzitting is bij brieven van 9 juli 2015 aan partijen

gezonden.8

4. Tijdens de hoorzitting zijn aanvullende vragen aan Deltius en TenneT gesteld. Op 5 juni 2015

zijn de reacties van Deltius9 en TenneT10 ontvangen. Deltius heeft bij brief van 17 juli 2015 een

reactie gegeven op het hoorzittingsverslag.11

1

Brief van 27 januari 2015 met kenmerk ACM: 2015/100680.

2

Brief van 20 maart 2015 met kenmerk ACM: 2015100936.

3

De tweede aanvraag wordt door ACM geadresseerd in het besluit met kenmerk ACM/DE/2015/204000 en zaaknummer 15.0360.12, te raadplegen via www.acm.nl.

4

Brief van 23 maart 2015 met kenmerk ACM/DJZ/2015/201621.

5

Brief van 9 april 2015 met kenmerk ACM: 2015/101140.

6

Brief van 7 mei 2015 met kenmerk ACM/DE/2015/202479.

7

Brief van 7 mei 2015 met kenmerk ACM/DE/2015/202481.

8

Brieven van 9 juli 2015 met respectievelijk kenmerk ACM/DE/2015/203837 en ACM/DE/2015/203841.

9

Brief van 5 juni 2015 met kenmerk ACM: 2015/304297.

10

E-mail van 5 juni met kenmerk ACM: 2015/305373.

11

(3)

Besluit

Openbare versie

3

/1

1

2 Het geschil

5. Vanaf 1 januari 2008 tot 31 december 2014 zijn door TenneT aan Deltius SDT in rekening gebracht, die door Deltius zijn betaald. Deze facturen zijn gebaseerd op het totale

elektriciteitsverbruik van alle aangeslotenen op de 150 kV schakelinstallatie van Deltius. Deltius stelt dat TenneT de SDT in rekening heeft gebracht voor het verbruik van

achterliggende partijen op de 150 kV schakelinstallatie, in strijd met artikel 30, tweede lid, van de E-wet, zoals dat luidde ten tijde van belang.

6. Deltius stelt zich eveneens op het standpunt dat TenneT in de periode van 1 maart 2012 tot 1 augustus 2014 in strijd met artikel 30, tweede lid, van de E-wet, zoals dat luidde ten tijde van belang, SDT bij haar in rekening heeft gebracht en geïnd voor het eigen verbruik van Deltius. De SDT werden volgens Deltius in deze periode al door netbeheerder Delta Netwerkbedrijf B.V. (hierna: DNWB) in rekening gebracht, waardoor Deltius deze SDT zowel aan TenneT als aan DNWB betaald zou hebben. Tijdens de hoorzitting van 22 mei 2015 hebben partijen aangegeven dit geschilpunt gezamenlijk op te kunnen lossen, buiten de

geschilbeslechtingsprocedure bij ACM om. Op dit geschilpunt hoeft ACM dan ook niet te beslissen.

3 Feiten

7. Deltius is sinds 2003 eigenaar van 150 kV schakelinstallatie.12 Op de 150 kV schakelinstallatie

van Deltius zijn twee afnemers aangesloten. Ten eerste is netbeheerder DNWB aangesloten door middel van een 30 kV-net. Daarnaast is de inmiddels gefailleerde fosforfabriek van Thermphos International B.V. (hierna: Thermphos) aangesloten. Tot medio 2014 was Thermphos met drie ovens aangesloten op de 150 kV schakelinstallatie van Deltius, waarbij elke oven zijn eigen aansluiting op de schakelinstallatie had. Na het faillissement van Thermphos – medio 2014 – is nog één oven van Thermphos aangesloten.

8. Op 1 maart 2012 heeft het DNWB het eigendom van Deltius overgenomen van het hierboven genoemde 30 kV-net waarmee DNWB is aangesloten op de 150 kV schakelinstallatie. Deltius was tot die datum eigenaar van dit 30 kV net. Op het 30 kV-net zijn de volgende afnemers

aangesloten: Invista Polyester Vlissingen B.V., Thermphos en Deltius.13 Deltius is op het 30

kV-net aangesloten met netten met spanningsniveaus van 6 en 0,4/0,23 kV. Daarnaast is een tweetal windmolens van EPZ aangesloten op het 30 kV-net.

12

Nu onder meer in geschil is of deze schakelinstallatie kwalificeert als net, zal worden gesproken over “schakelinstallatie”. Onder “6 Beoordeling van het geschil” gaat ACM in op de vraag of sprake is van een net.

13

(4)

Besluit

Openbare versie

4

/1

1

9. Deltius beschikt niet over een ontheffing van de verplichting om een netbeheerder aan te wijzen als bedoeld in artikel 15 van de E-wet. Deltius heeft in 2001 wel een daartoe strekkende aanvraag ingediend, maar de minister van Economische Zaken heeft deze ontheffing

toentertijd niet verleend, omdat Deltius niet voldeed aan de eisen van artikel 15, tweede lid, van de E-wet, zoals dat toen luidde. Behalve voor het 30 kV-net, waarvan DNWB netbeheerder is, is geen netbeheerder aangewezen.

4 Juridisch Kader

10. De relevante artikelen uit de E-wet, zoals deze luidden in de relevante periode, zijn opgenomen in bijlage I bij dit besluit.

5 Standpunten van partijen

Standpunt Deltius

11. Deltius stelt zich op het standpunt dat er in de periode 1 januari 2008 tot 31 december 2014 door TenneT onterecht SDT in rekening zijn gebracht bij Deltius voor het verbruik van aangesloten afnemers. Hiermee handelt TenneT in strijd met artikel 30, tweede lid, van de E-wet, zoals dat luidde ten tijde van belang.

12. Deltius stelt dat op grond van artikel 30, tweede lid, aanhef en onder a, van de E-wet, zoals dat luidde ten tijde van belang, slechts SDT in rekening gebracht kunnen worden over het eigen verbruik. Ondanks dat Deltius een particulier net in eigendom had, stelt Deltius dat een particuliere neteigenaar niet kan worden aangeslagen voor het verbruik van achterliggende partijen op zijn net, maar dat alleen SDT verschuldigd zijn over het eigen verbruik.

Standpunt TenneT

13. TenneT stelt dat uit de door Deltius overlegde stukken niet onomstotelijk kan worden

vastgesteld dat de 150 kV schakelinstallatie kunnen worden aangemerkt als “net” in de zin van artikel 1, eerste lid, onder i, van de E-wet. Volgens TenneT is sprake van een installatie, waardoor Deltius SDT dient te betalen over het verbruik achter haar aansluiting. TenneT stelt tevens dat Deltius zich als “gewone” verbruiker heeft gedragen door jarenlang SDT af te dragen over het verbruik achter haar aansluiting en door geen netbeheerder aan te wijzen, en ook geen ontheffing te bezitten.

(5)

Besluit

Openbare versie

5

/1

1

leiden tot onredelijke gevolgen. De afnemers op netten waarop wel tijdig een netbeheerder is aangewezen, zijn immers wel SDT verschuldigd. Als op netten waarop onterecht geen netbeheerder is aangewezen, zoals het geval bij Deltius, geen SDT verschuldigd zouden zijn, zou een beloning worden toegekend voor het niet aanwijzen van een netbeheerder. Deltius wordt hierdoor ongerechtvaardigd verrijkt omdat het niet betalen van SDT ten koste gaat van de inkomsten van TenneT en Deltius daarmee onrechtmatig handelt jegens TenneT. 15. TenneT stelt daarnaast dat voor de periode van 1 juli 2011 tot 31 december 2014 de

aangesloten afnemers onbetwistbaar SDT verschuldigd zijn. Per 1 juli 2011 is immers artikel 30, tweede lid, van de E-wet gewijzigd. Daarin is toen opgenomen dat ook verbruikers die zijn aangesloten op een net dat indirect in verbinding staat met het landelijk hoogspanningsnet SDT verschuldigd zijn. De aangesloten afnemers zijn dus SDT verschuldigd over hun eigen verbruik. Als Deltius bij de afnemers heeft geïnd en het geïnde aan TenneT heeft afgedragen, hebben alle partijen betaald wat zij moeten betalen en ontvangen wat zij moeten ontvangen. TenneT stelt dat dit leidt tot een onwenselijke situatie als TenneT vervolgens de SDT moet terugbetalen aan Deltius en daarna opnieuw moet innen bij de eigenlijke verbruikers.

6 Beoordeling van het geschil

Schets situatie van de 150 kV schakelinstallatie van Deltius en de daarop aangesloten afnemers

16. ACM schetst eerst de feitelijke situatie van de 150 kV schakelinstallatie van Deltius. Deltius en TenneT hebben op verzoek van ACM op 5 juni 2015 schetsen van de 150 kV schakelinstallatie van Deltius en de daarop aangesloten afnemers overgelegd. Deze tekeningen laten zien dat er een aansluiting is tussen het openbare net van TenneT en de 150 kV schakelinstallatie van Deltius. Op de 150 kV schakelinstallatie waren op 1 januari 2008 drie ovens van Thermphos aangesloten, waarbij elke oven zijn eigen aansluiting had. Thermphos is op 22 november 2012 failliet verklaard en daarna zijn twee van de drie ovens afgekoppeld. Op dit moment is dus nog één oven van Thermphos aangesloten. Deze oven zal, zo blijkt uit gegevens die TenneT heeft overgelegd, ook nog worden afgekoppeld. Op de 150 kV schakelinstallatie van Deltius is, naast de oven, ook het 30 kV-net van DNWB aangesloten. Op dit 30 kV-net zijn Invista, Thermphos, Deltius en EPZ aangesloten. Het transport van elektriciteit vanuit het openbare 150 kV-net van TenneT van en naar de hiervoor genoemde aangeslotenen vindt uitsluitend plaats via de 150 kV schakelinstallatie van Deltius.

Is er sprake van een net?

(6)

Besluit

Openbare versie

6

/1

1

van de E-wet. Hiertoe overweegt ACM als volgt. De 150 kV schakelinstallatie van Deltius levert niet alleen elektriciteit aan DNWB (en aan de indirect aangeslotenen vermeld bij

randnummer 16), maar ook aan Thermphos. Uit de uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (hierna: CBb) van 23 juli 2012 in de zaak Salinco volgt dat “waar meerdere

onderscheiden rechtspersonen en/of vennootschappen als producent of afnemer zijn aangesloten op een stelsel van verbindingen, dit stelsel van verbindingen moet worden beschouwd als een net (…)”.14 Uit deze uitspraak volgt eveneens dat het volstaat dat de verbinding “feitelijk geschikt” is voor het transport, er hoeft geen daadwerkelijk transport te

zijn.15 Er was tot 31 december 2014 (minstens) één oven van Thermphos met een voor feitelijk

transport geschikte aansluiting aangesloten op de 150 kV schakelinstallatie van Deltius. Op grond van bovenstaande concludeert ACM dat van 1 januari 2008 tot 31 december 2014 sprake was van een net.

Systeemdienstentarieven

18. ACM stelt vervolgens vast dat TenneT niet gerechtigd was om op grond van artikel 30, tweede lid, van de E-wet, SDT bij Deltius in rekening te brengen. Hiertoe overweegt ACM als volgt.

a. De periode van 1 januari 2008 tot 1 juli 2011

19. Artikel 30, tweede lid, van de E-wet (zoals dat luidde tot 1 juli 2011) bepaalt bij wie SDT in rekening kunnen worden gebracht. Voor de periode tot 1 juli 2011 verbindt artikel 91 van de E-wet daaraan nog aanvullende voorwaarden. Het tarief kan in rekening worden gebracht bij (i) iedere afnemer, (ii) die elektriciteit verbruikt, (iii) een aansluiting heeft op een net dat wordt beheerd door een netbeheerder en (iv) het elektriciteitsverbruik vindt plaats op dezelfde

aansluiting als de aansluiting op het net dat wordt beheerd door een netbeheerder.16 Indien

aan een van deze criteria niet is voldaan, bestaat er geen grondslag voor het in rekening brengen van SDT.

20. In geschil is het in rekening brengen van SDT over het verbruik van achterliggende partijen op

het net van Deltius. In de uitspraken van 25 juli 200717 en 18 april 201418 heeft het CBb

14

Zie CBb 23 juli 2012, ECLI:NL:CBB:2012:BX4120, r.o. 6.3.

15

Zie CBb 23 juli 2012, ECLI:NL:CBB:2012:BX4120, r.o. 5.4.1 en 5.4.3. Zie ook CBb 30 april 2014, ECLI:NL:CBB:2014:167, r.o. 5.4.3.

16

Zie ACM besluit van 18 juni 2015, zaak nr. 15.0104.12, rand nr. 37.

17

Zie CBb 25 juli 2007, ECLI:NL:CBB:2007:BB4168, r.o. 7.1.

18

(7)

Besluit

Openbare versie

7

/1

1

bepaald dat op basis van artikel 30, tweede lid, van de E-wet geen SDT in rekening mogen worden gebracht wanneer geen sprake is van verbruik van elektriciteit, in de zin van door eigen gebruik tot ontbinding brengen. ACM leidt uit deze uitspraken af dat voor toerekening van verbruik door een derde aangeslotene van Deltius aan Deltius geen wettelijke grondslag bestaat.

21. Voor verbruik door derden die zijn aangesloten op het net van Deltius, mogen derhalve geen SDT bij Deltius in rekening worden gebracht. Dat volgens TenneT Deltius zich in de relevante periode zou hebben gedragen als de verbruiker van de elektriciteit doet hier niet aan af, aangezien Deltius de elektriciteit niet voor eigen gebruik tot ontbinding heeft gebracht.

b. De periode van 1 juli 2011 tot 31 december 2014

22. Op grond van artikel 30, tweede lid, van de E-wet (zoals dat luidde vanaf 1 juli 2011 tot 31 december 2014) mogen voor deze periode SDT in rekening worden gebracht bij (i) iedere afnemer, (ii) die elektriciteit verbruikt, en die (iii) een aansluiting heeft op het landelijk

hoogspanningsnet of een net dat direct of indirect in verbinding staat met dat net. Indien aan een van deze criteria niet is voldaan, bestaat er geen grondslag voor het in rekening brengen van SDT. Dit artikel is dus gewijzigd, maar de voorwaarden (i) en (ii) zijn inhoudelijk gelijk gebleven.

23. Ook voor deze periode ziet het geschil op het in rekening brengen van SDT over het verbruik van achterliggende partijen op het net van Deltius. ACM concludeert dat uit de uitspraken van 25 juli 2007 en 18 april 2014 van het CBb volgt dat op basis van artikel 30, tweede lid, van de E-wet geen SDT in rekening mogen worden gebracht wanneer geen sprake is van (eigen) verbruik van elektriciteit. Nu het artikel op dit punt niet is gewijzigd, geldt dat ook voor de periode van 1 juli 2011 tot 31 december 2014.

24. De wijziging die vanaf 1 juli 2011 in artikel 30, tweede lid, van de E-wet is aangebracht, maakt het voor TenneT wel mogelijk om bij de indirect op haar net aangeslotenen SDT in rekening te brengen voor de periode van 1 juli 2011 tot 31 december 2014. Deze SDT dienen, wanneer sprake is van een ontheffing op grond van artikel 15, vierde lid, van de E-wet (zoals dat luidde van 1 juli 2011 tot 31 december 2014) door de houder van een ontheffing te worden geïnd bij de afnemers die op zijn net zijn aangesloten. Aan Deltius is geen ontheffing verleend. Deltius is derhalve niet wettelijk verplicht SDT te innen bij de op het net aangeslotenen.

(8)

Besluit

Openbare versie

8

/1

1

gemaakt van systeemdiensten. Dat het in deze situatie voor TenneT omslachtig of zeer lastig is om SDT te innen bij de indirect op haar net aangeslotenen, waar zij op grond van artikel 30, tweede lid, van de E-wet recht op heeft, leidt niet tot een andere conclusie. De

geschilbeslechtingsprocedure beperkt zich, zo volgt uit artikel 51, eerste lid, van de E-wet, tot een oordeel over de wijze waarop de netbeheerder zijn taken, bevoegdheden en verplichtingen volgens de E-wet uitvoert. Hieruit volgt dat ACM zich niet kan uitspreken over de door TenneT aangevoerde ongerechtvaardigde verrijking en onredelijke gevolgen. Hiertoe is de burgerlijke rechter exclusief bevoegd.

7 Dictum

26. De Autoriteit Consument en Markt:

I. Verklaart dat TenneT TSO B.V., ten aanzien van Deltius B.V., in de periode van

1 januari 2008 tot 1 juli 2011 in strijd met artikel 30, tweede lid, van de E-wet, zoals dat toen luidde, heeft gehandeld.

II. Verklaart dat TenneT TSO B.V., ten aanzien van Deltius B.V., in de periode van

1 juli 2011 tot 31 december 2014 in strijd met artikel 30, tweede lid, van de E-wet, zoals dat toen luidde, heeft gehandeld.

Den Haag,

Datum: 7 augustus 2015 Autoriteit Consument en Markt namens deze,

w.g.

drs. F.E. Koel

Teammanager Directie Energie

(9)

Besluit

Openbare versie

9

/1

1

Bijlage I

In de E-wet is bepaald, voor zover hier van belang:

Tekst geldend vanaf 1 januari 2008

Artikel 1

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: (…)

c. afnemer: een ieder die beschikt over een aansluiting op een net; (…)

i. net: één of meer verbindingen voor het transport van elektriciteit en de daarmee verbonden transformator-, schakel-, verdeel- en onderstations en andere hulpmiddelen, behoudens voor zover deze verbindingen en hulpmiddelen liggen binnen de installatie van een producent of van een afnemer;

(…)

p. systeemdiensten: de diensten die de netbeheerder van het landelijk

hoogspanningsnet uitvoert om het transport van elektriciteit over alle netten op een veilige en doelmatige wijze te waarborgen, om grootschalige onderbrekingen van het transport van elektriciteit op te lossen, en om de energiebalans op alle netten te handhaven of te herstellen;

Artikel 30

1. Het tarief voor het verrichten van de systeemdiensten heeft betrekking op: a. het reservevermogen en regelvermogen,

b. de black-start-voorzieningen en c. de overige systeemdiensten.

2. Het tarief, bedoeld in het eerste lid, wordt in rekening gebracht bij iedere afnemer die elektriciteit verbruikt en een aansluiting heeft op een net dat wordt beheerd door een netbeheerder.

Artikel 51

(10)

Besluit

Openbare versie

1

0

/1

1

Wijziging per 1 juli 2011

Artikel 15 (…)

4. Aan een ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden met betrekking tot de aansluiting op het net, de toegang tot het net, het uitvoeren van de taken als bedoeld in artikel 16, eerste lid, of 16a en met betrekking tot de tarieven en voorwaarden die daarbij gehanteerd moeten worden. Tevens int de ontheffinghouder het tarief voor

systeemdiensten, bedoeld in artikel 30, eerste lid, bij de afnemers die op zijn net zijn aangesloten en draagt de te innen tarieven af aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet.

Artikel 30

(…)

2. Het tarief, bedoeld in het eerste lid, wordt in rekening gebracht bij iedere afnemer die elektriciteit verbruikt en een aansluiting heeft op het landelijk hoogspanningsnet of een net dat direct of indirect in verbinding staat met dat net.

Wijziging per 20 juli 2012

Artikel 1

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: (…)

i. net: één of meer verbindingen voor het transport van elektriciteit en de daarmee verbonden transformator-, schakel-, verdeel- en onderstations en andere hulpmiddelen, behoudens voor zover deze verbindingen en hulpmiddelen liggen binnen de installatie van een producent of van een afnemer;

Artikel 15 (…)

5. De eigenaar van een gesloten distributiesysteem beheert het gesloten distributiesysteem. De eigenaar van de ontheffing int het tarief voor systeemdiensten, bedoeld in artikel 30, eerste lid, bij de afnemers die op zijn net zijn aangesloten en draagt de te innen tarieven af aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet.

Artikel 30

(…)

(11)

Besluit

Openbare versie

1

1

/1

1

elektriciteit verbruikt en een aansluiting heeft op het landelijk hoogspanningsnet of een net of een directe lijn dat direct of indirect in verbinding staat met dat net.

Wijziging per 1 januari 2014

Artikel 15 (…)

5. De eigenaar van een gesloten distributiesysteem beheert het gesloten distributiesysteem. De houder van de ontheffing factureert en int het tarief voor systeemdiensten, bedoeld in artikel 30, eerste lid, bij de afnemers die op zijn net zijn aangesloten en draagt de te innen tarieven af aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet. Op verzoek van de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet verstrekt de houder van de ontheffing gegevens over het verbruik van de afnemers die op zijn net zijn aangesloten. De houder van de ontheffing kan in afwijking van de tweede volzin het tarief voor systeemdiensten in de plaats van de afnemers die op zijn net zijn aangesloten betalen. In dat geval verstrekt de houder van de ontheffing op verzoek van de netbeheerder van het landelijk

hoogspanningsnet gegevens over het totale verbruik van de afnemers die op zijn net zijn aangesloten.

Artikel 30

(…)

2. Het tarief, bedoeld in het eerste lid, wordt in rekening gebracht bij:

a. iedere afnemer die elektriciteit verbruikt en een aansluiting heeft op het landelijk hoogspanningsnet of een net dat direct of indirect in verbinding staat met dat net; b. een verbruiker van elektriciteit die in verbinding staat met een directe lijn die via de

installatie van een aangeslotene in verbinding staat met het landelijk hoogspanningsnet.

Artikel 91

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

concurrerend handelen van de verkoper, teneinde in staat te zijn de volledige waarde van de overgedragen activiteiten te verwerven. Een non-concurrentie- en relatiebeding kan als

Voor wat betreft die delen van de spelregels, die betrekking hebben op de activiteiten in de C-gebieden, wordt niet voldaan aan de voorwaarden van artikel 17 Mw. VI

NIBC heeft de indirecte kosten voor RTV-pakketten voor het jaar 2000 vastgesteld door de totale indirecte kosten voor de productgroep Video Analog te verminderen met de opbrengsten

Artikel 6.3.2 aanhef en onder b laat voor partijen de ruimte om zelf omstandigheden te identificeren die voldoen aan de criteria in artikel 6.3.2 Netcode waarin de netbeheerder

Voor zover het personeelsadvertenties betreft met een regionaal of lokaal bereik (en dus niet een onderdeel van een landelijke advertentiecampagne) lijkt aannemelijk dat hierdoor

Met deze conclusie komt ACM niet meer toe aan een behandeling van de overige argumenten van de aanvrager ten aanzien van artikel 2.1.2a van de Transportvoorwaarden, zijnde (i) dat de

zijn naar de vraag of buitenlandse afzetkanalen een reëel alternatief vormen, en daarmee een substituut zijn, voor telers en kopers die gebruik maken van de veilingen in Nederland.

(2) The Core Specific Annex sets out specific requirements applicable to the CCR at regional and bidding zone border level pursuant to Article 52(3) of