Vraag nr. 70 van 21 januari 2000
van de heer FILIP DEWINTER
Educatieve werkmap holebi's – We t e n s ch a p p e l i j k e basis
Het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, G e-lijke Kansen in V l a a n d e r e n , verspreidde een edu-catieve werkmap rond homoseksuele en lesbische vorming voor het onderwijzend personeel.
1. Een grootschalige Amerikaanse wetenschappe-lijke studie toont aan dat ongeveer 5 % van de bevolking "holebi" zou zijn. De educatieve werkmap meldt echter : " Wie beweert dat er 15 tot 20 % holebi's zijn, heeft misschien meer ge-lijk dan wie verwijst naar het mythische getal 5 % " (blz. 13).
Kan de minister vertellen op welke grootschali-ge en ernstigrootschali-ge wetenschappelijke studie deze bewering stoelt ?
Zo niet, kan de minister vertellen op basis van welke andere gegevens deze stelling werd gepo-neerd ?
2. De werkmap houdt eveneens een pleidooi voor positieve discriminatie "... bestrijding van discri-minatie kan bevorderd worden door positieve discriminatie " (blz. 31).
Staat de minister zelf ook achter deze vorm van discriminatie ?
Hoe ziet de minister de invulling van deze "po-sitieve" discriminatie concreet verlopen ?
Antwoord
1. De bewering waarnaar de Vlaamse volksverte-genwoordiger verwijst, is gesteund op bevindin-gen die opbevindin-genomen zijn in "Een beleidsgerichte algemene sociale survey van Vlaamse homoseksuele mannen en vrouwen, b a s i s r a p p o r t , 1 9 9 8 -1 9 9 9 " , een recente studie van professor Jo h n Vincke (Universiteit Gent, vakgroep Sociolo-g i e ) , een erkend en Sociolo-gerenommeerd onderzoeker in dit thema.
Professor Vincke legt in het eerste hoofdstuk van zijn onderzoek uit hoe uiteenlopend resul-taten van onderzoeken kunnen zijn door de v r a a g s t e l l i n g. Op het vlak van homoseksualiteit is de belangrijkste vraag hierbij : "wanneer meet
iemand zich een holebi-identiteit toe ?". B i j-voorbeeld : een getrouwde hetero met af en toe homoseksuele contacten zal zich geen holebi-identiteit toe-eigenen en zich op die manier ook niet karakteriseren in een enquête. Iemand die nog in zijn of haar aanvaardingsproces zit, d o e t misschien hetzelfde, terwijl hij of zij zichzelf misschien een jaar later in dezelfde enquête op een andere manier zou omschrijven.
Deze vraagstelling vormt een aanwijzing voor het feit dat exacte cijfers over het aantal hole-bi's erg moeilijk kunnen worden geponeerd. Dit gebeurt ook niet in de educatieve map, w a a r heel duidelijk vermeld staat dat wie de cijfers 15 tot 20 % aanhaalt "... MISSCHIEN meer gelijk heeft dan...".
2. Positieve discriminatie wordt gedefinieerd als "op een specifieke groep gerichte maatregelen met het doel discriminatie uit te bannen en te voorkomen of de nadelen die uit bestaande atti-t u d e s, gedragingen en satti-trucatti-turen vooratti-tvloeien, te ondervangen" (zie voor deze definitie : " G e-lijke kansen in 100 woorden : een woordenlijst", Europese Commissie, 1998).
Positieve discriminatie is noodzakelijk bij elke a c h t e r s t e l l i n g. Zolang holebi's worden achterge-s t e l d , zal ik poachterge-sitieve diachterge-scriminatie aanmoedi-g e n . Jammer aanmoedi-genoeaanmoedi-g is die achterstellinaanmoedi-g noaanmoedi-g steeds het geval : jaarlijks maakt de VZW FWH ( Federatie Werkgroepen Homoseksualiteit) een overzicht van discriminatiemeldingen, onder an-dere in schoolverband. Deze lijst bevat vele tientallen meldingen, en is slechts het topje van de ijsberg.