Vraag nr. 100 van 8 januari 1998
van de heer FILIP DEWINTER Leerplicht – Woonwagenbewoners
Momenteel telt Vlaanderen zo'n 987 gezinnen die hun leven doorbrengen in een woonwagen. H e t gaat in totaal om zo'n 3.000 mensen. Van deze 987 gezinnen zijn er 250 van zigeunerafkomst. V l a a n d e-ren is 27 woonwagenparken rijk, goed voor 387 standplaatsen voor woonwagenbewoners. De reste-rende 600 gezinnen zijn vragende partij voor nog 600 bijkomende standplaatsen.
In meerdere besluiten van de Vlaamse regering betreffende het ontwerpplan tot gedeeltelijke wij-ziging van diverse gewestplannen, wordt voor tal-rijke gemeenten in terreinen voorzien ten behoeve van woonwagenbewoners. Het is een feit dat de meeste kinderen van deze nomaden vertoeven bij de ouders op de woonwagenterreinen. B o v e n d i e n hebben sommige woonwagenbewoners een echt nomadisch bestaan : zij trekken van het ene terrein naar het andere.
1. Op welke wijze moeten de leerplichtige kinde-ren van nomaden aan de leerplicht voldoen, indien zij werkelijk van het ene woonwagenter-rein naar het andere trekken ?
2. Wordt de leerplicht van zo'n kinderen ook gecontroleerd ? Hoe ?
Antwoord
1. Overeenkomstig de wet van 29 juni 1983 betreffende de leerplicht is elke jongere vanaf het begin van het schooljaar van het kalender-jaar waarin de leeftijd van 6 kalender-jaar wordt bereikt tot het einde van het schooljaar van het kalen-derjaar waarin de leeftijd van l8 jaar wordt bereikt, onderworpen aan de leerplicht
Naast het volgen van onderwijs in een onder-wijsinstelling of een in het kader van de deel-tijdse leerplicht erkende vorming, kan aan deze leerplicht ook worden voldaan via huisonder-wijs.
Op de leerplicht kan uitsluitend afwijking wor-den verleend ingevolge beslissing van een "commissie advies buitengewoon onderwijs", gebaseerd op een ernstige lichamelijke en/of geestelijke handicap van de jongere die zich binnen de leerplichtleeftijd bevindt
Het feit dat het betrokken gezin over geen vaste verblijfplaats beschikt, vormt dan ook geen reden om van de leerplicht te worden ontheven 2. Op 16 september 1997 heeft de Vlaamse
rege-ring een besluit uitgevaardigd betreffende de controle van de inschrijvingen van leerlingen in het secundair onderwijs.
Conform artikel 4 van dit besluit, waarin wordt herinnerd aan artikel 12 van het koninklijk besluit van 20 augustus 1957 houdende coördi-natie van de wetten op het lager onderwijs, die-nen ouders die geen vaste verblijfplaats hebben ieder jaar vóór l augustus per brief aan hun ver-plichtingen inzake de leerplicht te worden her-innerd.
Ze worden terzelfder tijd gevraagd binnen een maand na het begin van het schooljaar aan het Onderwijsdepartement mee te delen, hetzij in welke instelling de leerplichtige is ingeschreven, hetzij dat voor huisonderwijs werd geopteerd. De op deze wijze bij de bevoegde administratie verzamelde informatie wordt gevoegd bij de overige inschrijvingsgegevens en vervolgens – vóór het einde van het eerste trimester van het schooljaar – getoetst aan het bestand van leer-plichtige natuurlijke personen geput uit het Rijksregister op grond van de parameter "domi-ciliëring in Vlaanderen".
In geval van niet-teruggevonden inschrijvingen wordt een beroep gedaan op de medewerking van de gemeentebesturen om indien nodig bij-komende informatie te verschaffen ; vervolgens worden de ouders zelf aangeschreven.
Indien finaal blijkt dat de ouders (lees : de per-sonen die het ouderlijk gezag uitoefenen, d a n wel in recht of in feite de minderjarige onder hun bewaring hebben) zich onttrekken aan de l e e r p l i c h t b e s c h i k k i n g e n , dan wordt een verslag opgestuurd aan de procureur des konings. In het kader van het gevoerde onderwijsbeleid ligt de nadruk echter op preventie. Dit betekent dat, onder andere in samenwerking met de wel-zijnssector, wordt getracht de niet zelden sociale oorzaken van het niet vervullen van de leer-plicht op te sporen en terzake adequate maatre-gelen te nemen die niet van bij aanvang van jus-titiële of repressieve aard zijn.
3. Ten aanzien van het basisonderwijs bepaalt arti-kel 25 van het decreet "basisonderwijs" van 25
februari 1997 dat ouders verplicht zijn ervoor te zorgen dat hun leerplichtig kind daadwerkelijk onderwijs volgt. Hetzelfde artikel bepaalt dat die verplichting voor de leerplichtige van vreemde nationaliteit geldt vanaf de zestigste dag na de inschrijving in het vreemdelingen- of in het bevolkingsregister. Met andere woorden, alle leerplichtigen die zich voor langere perio-des op ons grondgebied bevinden, zijn onder-worpen aan onze leerplicht, ook de zogenaamde nomaden. Het feit dat zij van het ene woonwa-genterrein naar het andere trekken, doet niets af aan die verplichting.