• No results found

Bijlage 4: organogram dienst Sociale Zaken GGZ Drenthe

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Bijlage 4: organogram dienst Sociale Zaken GGZ Drenthe "

Copied!
25
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Bijlagen

-

Bijlage 1: organisatiestructuur GGz Groningen

-

Bijlage 2: organisatiestructuur GGZ Drenthe

-

Bijlage 3: organogram dienst PO&O GGz Groningen

-

Bijlage 4: organogram dienst Sociale Zaken GGZ Drenthe

-

Bijlage 5: interviewvragen

-

Bijlage 6: interviewresultaten GGz Groningen

-

Bijlage 7: interviewresultaten GGZ Drenthe

-

Bijlage 8: vragenlijstresultaten GGZ Drenthe

(2)

Bijlage 1: Organisatiestructuur GGz Groningen

Raad van Toezicht

Raad van Bestuur

Ondernemings- raad

Medische en paramedische

dienst

Dienst Personeel Opleiding en

Organisatie

Dienst Informatie Bedrijfseconomie en Administratie

Facilitaire dienst

Centrale stafgroep

Geestelijke verzorging

Divisie Psychosociale

Rehabilitatie

Divisie Bijzondere Zorgfuncties

Divisie Ouderenzorg

Academisc h GGz Groningen

Noord

GGz Groningen

Zuid

GGz Delfzijl GGz Winschoten

GGz

Stadskanaal

(3)

Bijlage 2: Organisatiestructuur GGZ Drenthe

Raad van Bestuur Raad van Toezicht

Bureau Preventie Diensten - Sociale Zaken

- Economisch Administratieve Dienst - Facilitair Bedrijf

- Behandelondersteunende Dienst

Divisie Noord Divisie Zuidwest Divisie Zuidoost

Divisie Forensische

Psychiatrie

Verpleging en

Verzorging

(4)

Bijlage 3: Organogram Dienst PO&O (GGz Groningen)

Directeur PO&O

Arbodienst BMW Secr. Dir. PO&O

Personeelszaken

Hoofd PZ P&O-adviseurs Mdw. PZ

Arbo,BHV-coordinatie Mdw.subsidies, beheer, mobiliteit en fin. A-opl.

Mdw. Arb.recht en rechtspositie Secr. ondersteuning

Deskundigheidsbevordering en organisatieontwikkeling

Hoofd (coördin. & beheer) (Directeur PO&O is ‘vakbaas’)

Deskundigheidsbevordering:

Opl. Adviseurs Adv. Verpleegkunde

Assistenten Organisatieontwikkeling:

Adviseurs (projecten) Adv. Verpleegkunde

Arbeidszaken Secr. ondersteuning

Praktijkopleiding

Hoofd Praktijkopleiding

Praktijkopleiders

Secr. ondersteuning

(5)

Bijlage 4: Organogram Dienst Sociale Zaken GGZ Drenthe

Directeur Sociale Zaken Arbodienst

BMW Secr. Dir.

Sociale Zaken

Arbo Personeels- Zaken

Bij- en nascholing

Praktijk- begeleiding

Werkwinkel Mobiliteit-

bureau

(6)

Bijlage 5: Interviewvragen

1) Algemene interviewvragen voor directie en leidinggevenden Vragen algemeen:

-

Kunt u kort iets vertellen over uw divisie/dienst/afdeling en uw functie, mede in relatie tot arbo- en verzuim?

-

Hoe wilt u de verzuimcultuur binnen de divisie/dienst/afdeling beschrijven?

(normen en waarden, binding, verzuimdrempel)

-

Hoe wordt leiding gegeven ten aanzien van arbo- en verzuim binnen de

divisie/dienst/afdeling? (overlegklimaat, verzuimgesprekken, opleiding nieuwe wn’s, aanspreekbaarheid, zakelijk-mensgericht)

-

Welke doelstellingen worden nagestreefd met betrekking tot arbo- en verzuim?

-

In hoeverre wordt er aan integrale verzuimbeheersing gedaan?

(evaluatie en bijstelling, duidelijkheid van doelen, werkwijze en resultaat)

-

Is het beleid in uw ogen voldoende eenduidig en helder?

-

Hoe verloopt de onderlinge communicatie en afstemming met betrekking tot verzuim?

-

Wordt er in uw ogen voldoende samengewerkt en overlegd ten aanzien van arbobeleid?

-

Hoe wordt het arbobeleid concreet vormgegeven?

-

Bent u tevreden over de mate waarin preventieve activiteiten worden ondernomen?

-

Kunt u aangeven of u tevreden bent over het verloop van de RI&E?

-

Vindt u dat u voldoende wordt ondersteund op het gebied van verzuimbegeleiding?

-

Vindt u dat er voldoende verzuiminformatie wordt aangeleverd en dat deze overzichtelijk en bruikbaar is? (tijdigheid, inhoud en volledigheid)

-

Is er voldoende stuurinformatie voorhanden?

-

Wordt u voldoende ondersteund op het gebied van reïntegratie?

-

Kunt u omschrijven hoe de reïntegratie verloopt?

-

Verloopt de invulling van de Wet verbetering Poortwachter naar wens?

-

Hoe worden arbo- en verzuimkosten gebudgetteerd?

-

Wat is uw mening over de decentralisering van het arbobeleid?

-

Worden voldoende mogelijkheden tot trainingen en opleidingen m.b.t. arbo- en verzuim aangeboden?

Vragen arbodienstverlening:

-

Wat is uw ervaring met de ondersteuning door de arbodienst?

-

Hoe wilt u de volgende aspecten in het contact met de arbodienst beoordelen:

communicatie/terugkoppeling/ mate van initiatief/ klantgerichtheid/ advisering/

kostenaspecten/ toegankelijkheid/ medicalisering

(7)

-

Vindt u dat de arbodienst een voldoende pro-actieve houding aanneemt naar u toe?

-

Heeft u het idee dat de arbodienst voldoende betrokken is bij het beleid en de werkwijze en dat zij haar werkzaamheden daar op afstemt?

-

Is er voldoende samenspel in het bepalen van beleid en adviezen?

-

Heeft u het gevoel dat u zelf voldoende invloed kunt uitoefenen op de arbodeskundigen ten aanzien van hun werkzaamheden?

-

Hoe ervaart u de uitvoering van de diensten door de arbodienst?

-

Bent u tevreden over de begeleiding naar u toe?

- Hoe wilt u de cijfermatige terugkoppeling beoordelen?

-

In hoeverre levert de arbodienst in uw ogen daadwerkelijk een toegevoegde waarde aan het arbobeleid?

-

Welke activiteiten zouden in uw ogen intern beter zelf gedaan kunnen worden?

-

Hoe beoordeelt u de bijdrage van BMW en andere externe hulpverleners?

- Waar ervaart u de meeste knelpunten in het huidige beleid en waar zijn deze volgens u op terug te voeren?

- Wat zou u graag veranderd of toegevoegd willen zien in het huidige arbobeleid en/of de arbodienstverlening?

2) Algemene interviewvragen voor OR

Vragen:

-

Kunt u kort iets vertellen over uw werkzaamheden als lid van de OR?

-

Hoe vindt het overleg met de organisatie plaats?

-

Welke onderwerpen komen daarbij (herhaaldelijk) aan de orde?

-

Wordt voldoende overleg gepleegd in kader van het arboconvenant?

-

Hoe wordt het overleg binnen de organisatie ervaren?

-

Wordt er voldoende, volledig en tijdig gerapporteerd vanuit de organisatie?

-

Heeft u voldoende inzicht in de verzuimgegevens en zijn deze voldoende helder?

-

Heeft u het idee dat het arbobeleid voldoende bekend en duidelijk is bij de werknemers?

-

Welke aspecten zijn minder bekend en waar ligt dat aan?

-

Kunt u iets zeggen over de stijl van leiding geven en de verzuimcultuur? Werken deze verstorend in het huidige beleid of juist niet?

-

Hoe wilt u de uitvoering van de RI&E beoordelen en bijbehorende plannen van aanpak?

-

Vindt u dat er voldoende preventieve activiteiten worden ondernomen in de organisatie?

-

Bent u tevreden over de wijze van ziekmelden, verzuimregistratie, reïntegratie?

-

Wat is uw mening over de decentralisering van het arbobeleid?

(8)

-

Wat ervaart u als positief en wat als negatief in het huidige arbobeleid?

Arbodienstverlening:

-

Op welke manier en hoe vaak staat u in contact met de arbodienst?

-

Zijn er afspraken gemaakt over contacten met en informatie aan de OR?

-

In hoeverre worden de afspraken nagekomen?

-

Hoe ervaart u de advisering en ondersteuning door de arbodienst?

-

Worden er ongevraagde adviezen van de arbodienst op VGW-gebied verwacht?

-

Hoe beoordeelt u de informatievoorziening die wordt geleverd door de arbodienst?

-

Informeert de arbodienst de OR ten minste voor wat betreft de wettelijke verplichte informaties?

-

Worden adviezen aan de werkgever in afschrift aan de OR toegekomen door de arbodienst?

-

Hoe beoordeelt u het huidige pakket aan dienstverlening?

-

Wordt er voldoende tegemoet gekomen aan behoeften van de werknemers?

-

Hoe is de relatie tussen de arbodienst en de OR?

-

In hoeverre bestaat er vertrouwen in de arbodienst?

-

Hoe denkt u over het optreden van de arbodeskundigen?

-

Heeft u het idee dat de arbodienst voldoende betrokken is bij het beleid en de doelstellingen van de organisatie?

-

Heeft u naar uw mening voldoende invloed op het beleid gevoerd door de arbodienst?

-

Staat de arbodienst voldoende open voor klachten en handelt zij deze goed af?

-

Heeft u voldoende zicht op de prestaties van de arbodienst?

-

In hoeverre levert de arbodienst in uw ogen toegevoegde waarde aan het beleid?

-

Bent u tevreden over het huidige contract met de arbodienst?

- Wat zou u graag veranderd of toegevoegd willen zien in het huidige

arbobeleid/dienstverlening?

(9)

Bijlage 6: Resultaten interviews GGz Groningen

Gebruikte afkortingen:

-

BMW: Bedrijfsmaatschappelijk werk

-

SMT: Sociaal Medisch Team

-

LG: Leidinggevenden

-

OR: Ondernemingsraad

-

BA: Bedrijfsarts

-

A&O: Arbeids- en organisatiedeskundige 1. Beleidsvorming (intern/extern)

Knelpunten: Beleidsvorming (intern) Discipline

Het arbobeleid wordt (nog) te centraal ingevuld. Hierdoor is men zich onvoldoende bewust van de financiële consequenties van het beleid en worden de

verantwoordelijkheden van de LG onvoldoende benadrukt.

Directie

Er wordt te veel dienstverlening door de arbodienst en BMW afgenomen waardoor de verantwoordelijkheid van de LG onvoldoende wordt benadrukt.

Directie De deelcontracten met de arbodienst zijn veelal te uitgebreid qua dienstverlening

waarbij te veel wordt berekend. Men moet kritischer kijken naar wat er echt nodig is.

Directie Er is geen sprake van een eenduidig arbobeleid. Dit komt mede door de grootte van

de organisatie. Het arbobeleid wordt te centraal vormgegeven en opgelegd waardoor meer algemene maatregelen ontstaan en accenten binnen afdelingen onvoldoende worden benadrukt.

Directie

Het arbobeleid wordt in onvoldoende mate gefaciliteert. Directie Een eenduidige stijl van leiding geven ten aanzien van arbo ontbreekt binnen de

organisatie.

Directie De rollen van de LG zijn onvoldoende duidelijk evenals duidelijkheid over het

arbobeleid.

Directie Een grote span of control maakt het lastig om dicht op de mensen te zitten. Directie Het beleid wordt te veel centraal opgelegd en wordt niet eenduidig gevolgd.

Decentraal wordt een eigen, afwijkende werkwijze gehanteerd.

LG Er is geen structureel of eenduidig arbobeleid. Plannen worden niet regelmatig

geëvalueerd of bijgesteld en het streefcijfer is niet voorhanden. Er is sprake van een sterk ad hoc beleid.

LG

De duidelijkheid van de rollen en verantwoordelijkheden is niet hoog. Hierover worden onderling afspraken gemaakt.

LG Er is geen strategisch arbobeleidsplan. Beleidsmatig wordt weinig gedaan. Hierdoor staan onderdelen te veel los van elkaar. Een integraal en samenhangend beleid ontbreekt. (Centrale) coördinatie van het arbobeleid ontbreekt. Er is onvoldoende aandacht voor preventie als wezenlijk onderdeel. Het arbobeleid is sterk ad hoc;

procedures en overlegorganen worden ingesteld zonder de betrokkenheid van en verduidelijking hiervan naar de OR.

OR

De deelcontracten geven onvoldoende weer welke specifieke diensten van de arbodienst gevraagd worden tegen welk bedrag. De diensten van de BA nemen af, terwijl we mensen niet zonder deze diensten kunnen laten zitten.

OR

Er wordt onvoldoende prioriteit aan het arbobeleid gegeven. Er wordt onvoldoende geïnvesteerd en te weinig formaties zijn belast met arbobeleid. Men moet durven investeren.

OR

Er wordt onvoldoende gebruik gemaakt van (externe) deskundigheid die al

voorhanden is wat veel tijd en energie kost. Men moet meer deskundigheid durven inhuren.

OR

De uitvoering en toepassing van regels en procedures is slecht. OR Het beleid dat centraal wordt bepaald wordt niet goed uitgedragen en ingepast in de organisatie (door bijvoorbeeld training).

OR De organisatieonderdelen werken erg individualistisch en voor zichzelf. OR

Knelpunten: Beleidsvorming (extern) Discipline

(10)

De kosten van de arbodienst zijn te hoog. De kosten van het deelcontract zijn hoog. Directie Commerciële basis van arbodienst wordt als storend ervaren. Zij is er op uit om

zoveel mogelijk geld binnen te halen.

Directie De dienstverlening door de arbodienst is mager; slechte informatievoorziening en

terugkoppeling (statistieken en individuele informatie).

Directie De positie en bijdrage van BMW is onduidelijk en marginaal en wordt betwijfeld. Er

wordt weinig gebruik van gemaakt.

Directie

Het BMW is veel te duur. Directie

Samenwerking met overige externe hulpverleners heeft niet altijd het beoogde effect (reïntegratie).

Directie De arbodienst en BMW vormen een externe factor in het beleid dat onder

verantwoordelijkheid van de LG valt. Zij zijn niet geïntegreerd, maar voeren slechts de spreekuren uit.

Directie

De arbodienst levert weinig bijdrage aan het arbobeleid; haar resultaten zijn mager/marginaal. Het beleid moet daarom niet geïntensiveerd worden.

LG De arbodienst houdt zich alleen bezig met verzuimbegeleiding en minder met

beleidsmatige activiteiten.

LG De arbodienst is niet nodig voor enkel de spreekuren die zij nu uitvoert. Die

activiteiten kunnen we zelf ook wel.

De arbodienst verschuilt zich achter de verantwoordelijkheid van de LG. Zij is alleen maar uit op geld en het voldoen aan een wettelijke verplichting.

LG

Reïntegratiebedrijven leveren niet zoveel op. LG

De ondersteuning door de arbodienst van de OR voldoet niet aan de verwachtingen van onder andere tijdigheid en (inhoudelijke) volledigheid.

OR De cijfermatige terugkoppeling is onvoldoende (tijdigheid, inhoud, analyse van cijfers) PO&O De arbodienst verwijst nauwelijks door naar andere dienstverlening. PO&O 2. Communicatie en afstemming

Knelpunten: communicatie en afstemming (intern) Discipline Het verantwoordelijkheidsgevoel en noodzaak van gestructureerd bij elkaar komen en

integraal afstemmen is niet overal even hoog is.

Directie Integrale afstemming tussen de PA, BMW, BA, LG en directie is voor (verdere)

verbetering vatbaar.

Directie De integrale afstemming en samenwerking met de arbodeskundigen verloopt

moeizaam.

Directie

Kritisch overleg tijdens het SMT ontbreekt. Directie

Overleg met collega’s over arbobeleid ontbreekt. LG

Er is geen eenduidige vorm en frequentie van het SMT. LG Het arbobeleid wordt onvoldoende ingepast in de organisatie. Centraal worden regels en procedures opgesteld die vervolgens onvoldoende worden uitgedragen naar de werknemers, door bijvoorbeeld training en publicatie. Hierdoor zijn de werknemers onvoldoende op de hoogte van het arbobeleid.

OR

Er wordt onvoldoende aandacht besteedt aan de instelling, persoonlijke contacten en motivatie van de werknemers.

OR Tijdige rapportages vanuit de organisatie aan de OR ontbreken, evenals tijdige

afspraken.

OR Inhoudelijke besluitvorming op beleidsmatig niveau is onvoldoende. OR

Knelpunten: communicatie en afstemming (extern) Discipline Vroegtijdige communicatie met de BA ontbreekt waardoor de adviezen niet

afgestemd zijn op de specifieke situatie binnen de organisatie

Directie

Communicatie van de BA met de LG is onvoldoende. Directie

Er is minimaal overleg en communicatie tussen de arbodeskundigen en de directie. Directie De BA is communicatief slecht. De terugkoppeling door de BA is onvoldoende;

minimale informatie.

Directie Advisering door de arbodienst laat te wensen over. Adviezen zijn vaak kort en op

een ‘vodje’ geschreven. De BA levert minimale adviezen waar geen duidelijke richting wordt aangegeven.

Directie

(11)

Houding van de BA is niet zakelijk; er wordt te veel gekeken naar het individuele belang en onvoldoende naar het organisatiebelang. De resterende mogelijkheden van de a.g.werknemer worden onvoldoende benoemd.

Directie

Arbodienst stelt zich niet pro-actief op. PA is belangrijke gesprekspartner in plaats van BA. De arbodienst ondersteunt niet actief het probleem van de organisatie, maar voert slechts de standaardwerkzaamheden uit (spreekuren). Sneller en adequater kunnen interventies ingezet worden bij specifieke klachten.

Directie

Er wordt weinig initiatief getoond door de arbodienst (BA). De sturing en oplossings- gerichtheid komen in hoge mate vanuit de organisatie zelf; men moet zelf initiatief nemen om informatie los te krijgen van de BA en om de gewenste richting en afspraken te realiseren.

Directie

Het aanbod van pakketten en diensten door de arbodienst is voldoende, maar bij de uitvoering stokt het.

Directie Er is geen efficiënt contact met de BA. Directe communicatie en afstemming met de

BA ontbreekt. De terugkoppeling (advisering) is te laat waardoor geen invloed uitgeoefend kan worden.

LG

Toegankelijkheid van de BA is slecht. De eigen mensen zijn sneller aanspreekbaar en hebben een beter signaleringsfunctie.

LG De terugkoppeling door de BA is niet helder (vaag). Er is onvoldoende dialoog, uitleg en overleg.

LG BA pleegt geen overleg met de LG voordat een advies aan een werknemer wordt

verstrekt.

LG Er is weinig onderlinge, tussentijdse afstemming met de BA. LG De arbodeskundigen (BA, BMW) zijn niet zakelijk ten aanzien van verzuim. BA streeft onvoldoende de organisatiebelangen na. De BA kijkt te veel naar de

arbeidsongeschiktheid van een werknemer en niet naar de resterende mogelijkheden. Zij moet meer alternatieven en mogelijkheden aanbieden.

LG

BMW heeft een verkeerde insteek; te beschermend naar de individuele werknemer. LG De BA is niet pro-actief (naar de LG) en neemt weinig initiatief, meer curatief. Zij

neemt geen initiatieven ten aanzien van spreekuren en individuele gevallen. Zij is niet oplossingsgericht.

LG

De adviezen en spreekuurrapportages zijn minimaal en worden op dun/geel papier weergegeven.

LG

De toegevoegde waarde van de BA in SMT is laag. LG

PA is belangrijke gesprekspartner voor problemen op gebied van verzuim en niet de BA.

LG Er vindt geen onderlinge afstemming tussen de BA en huisarts plaats waardoor de

advisering onduidelijk is.

LG Communicatie en afstemming over arbobeleid is minimaal. Er is nauwelijks contact

en inhoudelijke besluitvorming ontbreekt. De arbodienst neemt geen initiatieven naar de OR. Tijdige rapportages vanuit de arbodienst aan de OR ontbreken.

OR

3. Preventie

Knelpunten: Preventie Discipline

Binnen het werkoverleg wordt onvoldoende aandacht besteedt aan signalering en bespreking van risico’s.

Directie

De arbodienst houdt zich niet preventief bezig. Directie

De RI&E is te veel opgelegd en overbodig. Men moet meer het arbeidsomstandighedenbeleid naar eigen inzicht kunnen vormgeven.

Directie Het SMT is voldoende preventief en curatief omdat de directie hier in hoge mate zelf

op aanstuurt en niet door initiatief van de arbodeskundigen (BA).

Directie Preventief wordt weinig gedaan, behalve bespreking in het SMT en informeel. LG Het SMT is niet preventief, wel curatief. Arbodeskundigen geven te laat aan waar de LG aandacht aan moet besteden om ziekte te voorkomen.

LG De RI&E stokt als het op de uitvoering van plannen en daarmee kosten aan komt. LG

RI&E is niet bekend. LG

Herhalingscursussen worden centraal opgelegd, maar zijn erg duur en tijdrovend.

Bovendien wordt de toegevoegde waarde betwijfeld.

LG

(12)

Het arbobeleid wordt te veel in relatie gebracht met verzuimcijfers en te weinig met preventie. Gerichte investeringen in preventie ontbreken en de training in en toepassing van preventie is onvoldoende.

OR

De kwaliteit van de RI&E is slecht. Het betreft een overwegend technisch verhaal waarbij de veiligheid onvoldoende aandacht krijgt. De uitvoering door de ‘eigen’

mensen is slecht, omdat deze onvoldoende deskundig en ervaren zijn ten opzichte van externe deskundigen. Bovendien wordt de uitvoering van de RI&E beperkt door financiële overwegingen. Men geeft die prioriteiten die passen binnen het budget.

OR

4. Verzuimbegeleiding

Knelpunten: Verzuimbegeleiding Discipline

Sneller en adequater kunnen interventies ingezet worden bij specifieke klachten door de arbodienst.

Directie De verzuiminformatie (Diba) is te veel en te onoverzichtelijk. Er wordt te breed

gekeken naar de gegevens van de verschillende organisatieonderdelen waardoor niet duidelijk is welke accenten voor welk onderdeel gelden en welke specifieke aanpak deze behoeven. Het bijgeleverde commentaar is storend.

Directie

Er wordt te veel conclusies getrokken op basis van cijfers in plaats van sturing op accenten.

Directie Door de arbodienst wordt slechte informatie geleverd; individuele statistieken en

informatie ontbreken en cijfermatige terugkoppeling is slecht. Onduidelijk is welke oorzaken ten grondslag liggen aan het verzuim.

Directie

Verzuimgesprekken zijn bekend maar worden niet door iedereen gevoerd. Directie Verzuimgesprekken worden niet structureel volgens een bepaalde methode gevoerd,

maar meer op eigen intuïtie en gevoel.

LG

Er is onvoldoende scholing over verzuimgesprekken. LG

De tijdigheid van kwartaalrapportages is slecht. LG

De verzuiminformatie is te veel. LG

Er is onvoldoende inzicht in de cijfers en consequenties. Er wordt onvoldoende in gegaan op de cijfers van een afdeling/unit.

LG Er wordt te veel gekeken naar verzuimcijfers en onvoldoende naar specifieke

aandachtsgebieden.

OR

5. Reïntegratie

Knelpunten: Reïntegratie Discipline

Herplaatsingbeleid moet beter vormgegeven worden. Er wordt nu zelf collegiaal contact onderhouden, waarbij de reïntegratiemogelijkheid meer een toevalskwestie is dan iets structureels.

Directie

Men richt zich te veel op een plan of systeem voor reïntegratie, terwijl juist de bereidwilligheid van de medewerkers om met elkaar samen te werken en te communiceren op gebied van reïntegratie verbeterd moet worden.

Directie

Het bewaken van de WAO-stromen verloopt star, door onduidelijkheid over de rollen van partijen (BA,WG,Cadans,WN) en gebrek aan samenspel hiertussen.

Directie Systematische ondersteuning van de LG op gebied van verzuim en reïntegratie

ontbreekt.

Directie De technische ondersteuning van Poortwachter is slecht. De verantwoordelijkheid en

bewaking hiervan ligt te centraal (bij PO&O).

Directie De rollen van betrokkenen zijn onduidelijk en de termijnen worden in geringe mate

(op)gevolgd.

Directie Het belang van de verschillende aspecten van Poortwachter (snelheid/volledigheid) is

onduidelijk.

Directie De invulling van Poortwachter door de arbodienst is tijdrovend, onpersoonlijk en

bureaucratisch. De probleemanalyse is dubbelzinnig en een bevat een minimale toegevoegde waarde door de arbodienst. Het betreft standaardbrieven met minimale uitleg. Termijnen worden overschreden door veelvuldig heen en weer sturen van papieren en controles tussen arbodienst en organisatie.

LG

De reïntegratieplannen worden erg langzaam verstrekt. LG

(13)

Goede technische ondersteuning vanuit de organisatie bij herplaatsing ontbreekt. LG

Mobiliteit is niet helder. LG

De reïntegratie-inspanning is laag waarin onvoldoende verbetering optreedt. Er is weinig specifieke reïntegratie.

OR

6. Samenvatting

Knelpunten Discipline(s)

Beleidsvorming (intern)

Het arbobeleid wordt te centraal opgelegd en vormgegeven. Hierdoor is het arbobeleid onvoldoende bekend en duidelijk bij de werknemers en worden de verantwoordelijkheden van de LG onvoldoende benadrukt. Accenten binnen afdelingen worden niet benadrukt. Decentraal wordt een afwijkende werkwijze gevolgd.

Directie/LG/OR

Er is geen eenduidig arbobeleid. Het arbobeleid is sterk ad hoc. Rollen en verantwoordelijkheden zijn niet duidelijk.

Directie/LG/OR Er worden onvoldoende (financiële) middelen door de organisatie ter beschikking

gesteld voor arbobeleid.

Directie/OR Decentrale contracten zijn te uitgebreid en onduidelijk; er wordt niet specifiek

aangegeven wat er nu echt nodig is/gevraagd wordt van de arbodienst.

Directie/OR Beleidsvorming (extern)

De ondersteuning van het management door BMW is onvoldoende. Haar positie en bijdrage zijn onduidelijk en marginaal.

Directie De dienstverlening en ondersteuning door de arbodienst is mager. Haar

informatievoorziening en terugkoppeling is onvoldoende en zij levert slechts een minimale bijdrage aan beleidsmatige activiteiten. Haar commerciële basis is storend (kosten). Het aanbod van diensten is voldoende, maar de uitvoering onvoldoende.

Directie/LG/OR

Externe samenwerking op gebied van reïntegratie heeft niet het beoogde effect. LG/Directie Communicatie en afstemming (intern)

Integrale afstemming tussen betrokkenen op het gebied van arbobeleid ontbreekt. Directie/LG/OR Het SMT is niet eenduidig qua vorm en frequentie en kritisch overleg ontbreekt. Directie/LG De inhoudelijke besluitvorming op beleidsmatig niveau is onvoldoende en wordt

slecht uitgedragen binnen de organisatie.

OR Communicatie en afstemming (extern)

Houding van de BA is niet zakelijk; de resterende mogelijkheden van arbeidsgehandicapte werknemers worden onvoldoende benoemd en het organisatiebelang wordt onvoldoende nagestreefd.

Directie/LG

De arbodienst is onvoldoende pro-actief en neemt weinig initiatief. De BA is in lage mate gesprekspartner op gebied van arbo.

Directie/LG/OR Het contact met de arbodienst is minimaal en niet efficiënt. Tussentijdse en

onderlinge afstemming ontbreekt.

Directie/LG/OR De advisering en terugkoppeling door de arbodienst is onvoldoende qua tijdigheid,

inhoud en vorm. Vroegtijdige communicatie met de BA ontbreekt. Inhoudelijke communicatie en besluitvorming ontbreekt en de informatie is minimaal waarbij geen duidelijke richting wordt aangegeven. De adviezen worden geleverd op dun, geel papier (niet professioneel).

Directie/LG/OR

Preventie

De uitvoering van de RI&E wordt beperkt door financiële overwegingen. LG/OR Op preventief gebied wordt onvoldoende gedaan binnen de organisatie

(werkoverleg, training, investeringen) en door de arbodienst.

Directie/LG/OR Verzuimbegeleiding

De verzuiminformatie is te veel en te onoverzichtelijk. De eigen specifieke verzuiminformatie en aanpak is niet direct af te leiden en onvoldoende gespecificeerd.

Directie/LG

Verzuiminformatie door de arbodienst is slecht. Individuele statistieken ontbreken en cijfermatige terugkoppeling is slecht.

Directie Er wordt binnen de organisatie te veel gekeken naar verzuimcijfers en onvoldoende

naar specifieke aandachtsgebieden van een organisatieonderdeel/afdeling.

Directie/OR

Verzuimgesprekken worden niet structureel en niet volgens een bepaalde methode Directie, LG

(14)

gevoerd.

Reïntegratie

Het herplaatsingbeleid is slecht vormgegeven qua uitvoering en ondersteuning. De reïntegratie mogelijkheid is in hoge mate afhankelijk van de bereidwilligheid van en samenwerking met collega’s en is niet structureel en systematisch bepaald.

Technische ondersteuning ontbreekt. Er is weinig specifieke reïntegratie.

Directie/LG/OR

Systematische en technische ondersteuning bij de uitvoering van Poortwachter ontbreekt. De toegevoegde waarde van de arbodienst bij de invulling van

Poortwachter is minimaal en zij werkt in hoge mate vertragend op de procedures.

Directie/LG

(15)

Bijlage 7: Resultaten interviews GGZ Drenthe

Gebruikte afkortingen:

-

BMW: Bedrijfsmaatschappelijk werk

-

SMT: Sociaal Medisch Team

-

LG: Leidinggevenden

-

OR: Ondernemingsraad

-

BA: Bedrijfsarts

-

A&O: Arbeids- en organisatiedeskundige

-

G.Z.: De Gezonde Zaak (reïntegratiebedrijf) 1. Beleidsvorming

Knelpunten: Beleidsvorming (intern) Discipline

Er is geen eenduidig integraal arbobeleid. Het ontbreekt aan duidelijkheid over een aantal gebieden van het integrale beleid. Er is geen duidelijk centraal richtinggevend beleid.

Directie

Er bestaat onduidelijkheid over de rollen van de interne arbodeskundigen. Directie Een voorwaardenscheppend systeem ontbreekt. Het beleid wordt centraal opgelegd

waarbij geen voorwaarden worden gecreëerd.

Directie Er is te veel overhead in de vorm van administratie en het voeren van gesprekken.

Hierdoor komt men minder tot de daadwerkelijke uitvoering van de werkzaamheden toe.

Directie

De terugkoppeling en begeleiding door BMW zijn afdoende. Directie Er is geen structureel/eenduidig beleid of visie ten aanzien van arbobeleid. Het

arbobeleid wordt sterk ad-hoc ingevuld; per situatie worden oplossingen gezocht. De invulling van beleid/centrale kaders is sterk afhankelijk van de persoonlijkheid en houding van LG (vaak wordt het individu de dupe als het geld gaat kosten).

LG

Het verzuimprotocol is niet afgestemd op afdelingen waar 24-uurs diensten

plaatsvinden. Hier geldt dat de eerste werkdag eerder is dan na het weekend, en niet de eerste dag na het weekend zoals opgenomen in het protocol. Dit kan problemen opleveren voor de planning en roostering (bezetting). De directie wil op een

aanpassing van het protocol niet in gaan.

LG

Het verzuimprotocol wordt niet gestructureerd vormgegeven en gevolgd. Zieke werknemers moeten zich bijvoorbeeld 4 keer ziekmelden binnen de organisatie.

LG Er zijn geen duidelijke procedures ten aanzien van arbobeleid.

Functioneringsgesprekken bijvoorbeeld verschillen sterk van elkaar qua vorm en frequentie. Ook de waarde die hieraan wordt toegekend verschilt.

LG

De doelstellingen en het beleid worden niet regelmatig geëvalueerd en bijgesteld. Er is geen link naar vervolgplannen (plannen blijven steken en wordt verder geen aandacht aan besteedt).

LG

De span of control is te groot waardoor frequente verzuimgesprekken ontbreken en gesprekken vaak onrustig en methodisch slecht verlopen.

LG Er is geen eenduidige manier van leiding geven ten aanzien van arbobeleid. Er wordt vooral situationeel leiding gegeven.

LG BMW zit te veel in de cultuur van de organisatie en is te veel betrokken bij de

organisatie waardoor de objectief van de adviezen in het gedrang komt. BMW zou meer buiten de deur gehouden moeten worden.

LG

De ondersteuning door BMW is slecht. De rollen van BMW en haar registratie (statistieken) binnen de organisatie zijn onduidelijk.

LG Er is geen eenduidig en integraal arbobeleid. Het beleid is sterk ad hoc, bestaande uit een grote hoeveelheid losse, niet samenhangende onderdelen. Integraal en regulier overleg over arbobeleid en afstemming hiervan ontbreekt. De contacten zijn niet doelmatig. Belangentegenstellingen en gebrek aan een actieve houding op dit gebied spelen een rol.

OR

De OR en VGWM-commissie zijn nog niet echt van de grond gekomen. De rollen, taken en verantwoordelijkheden van de OR op gebied van arbobeleid zijn onvoldoende duidelijk. Zij heeft geen concreet en eenduidig beeld van wat zij voorstaat op het gebied van arbobeleid en wat zij verwacht van de arbodienst. Dit als

OR

(16)

gevolg van tijdsgebrek en het slecht samenhangende beleid.

Het centrale arbobeleid wordt onvoldoende uitgedragen naar het divisiemanagement.

Het arbobeleid ‘leeft’ hierdoor te weinig bij de werknemers, maar ook omdat zij zelf weinig lezen. De werknemer staat onvoldoende centraal in het beleid.

OR

Aan het arbobeleid wordt door de RvB geen prioriteit wordt toegekend. Hierdoor is de bekendheid en ontwikkeling van het arbobeleid onvoldoende.

OR Het arbobeleid is te vrijblijvend. De leidinggevende volgt niet altijd het advies van de bedrijfsarts op. Het hangt van de leidinggevende af of zijn/haar arbeidsomstandigheden aangepast worden. Er zou meer een verplichtend element in moeten komen.

OR

Knelpunten: Beleidsvorming (extern) Discipline

De inzet van de bedrijfsverpleegkundige en de A&O-deskundige van de arbodienst is onvoldoende. Door specialisatie van de interne arbodeskundigen kunnen deze functies intern overgenomen worden.

Directie

De kosten van de arbodienst zijn erg hoog. Zij schrijft erg dure therapieën voor. Directie De rollen van de arbodeskundigen zijn niet geheel duidelijk LG De kosten van interventies door de arbodienst zijn erg hoog. LG De arbodienst werkt vertragend op de procedures. Bijvoorbeeld door het veelvuldig heen en weer sturen van formulieren.

LG Het functioneren van de arbodienst staat vaak ter discussie. OR Ondersteuning en advisering door de arbodienst is slecht. OR De afstand van de arbodienst tot de organisatie is te groot. Zij streeft in hoge mate

haar eigen commerciële belang na door verlaging van het verzuimcijfer, binnenhalen van geld en verwijzing naar de G.Z. Zij wil mensen zo snel mogelijk weer aan het werk te sturen en besteedt onvoldoende aandacht aan de werkelijke

arbeidsomstandigheden van de werknemers. Ook wordt er onvoldoende afgestemd met de LG en te weinig preventief gehandeld.

OR

De kosten van de arbodienst zijn erg hoog. OR

2. Communicatie en afstemming

Knelpunten: communicatie en afstemming (intern) Discipline De PA heeft een breed pakket en is niet altijd op de hoogte van specifieke vragen. LG

Contact en communicatie over arbobeleid is niet structureel en eenduidig. Er zijn geen duidelijke overlegvormen ten aanzien van arbobeleid. Afhankelijk van de situatie wordt contact opgenomen en gereageerd.

LG

Er wordt vooral onderling afgestemd met de BA en PA in plaats van structureel in het SMT.

LG

Werkoverleg is moeilijk te organiseren. LG

Er wordt geen overleg gepleegd in kader van het arboconvenant en de RI&E. OR Er wordt niet tijdig gerapporteerd aan de OR door de organisatie. Hierdoor heeft zij onvoldoende tijd om verzoeken te behandelen en overleg voor te bereiden.

OR

Knelpunten: communicatie en afstemming (extern) Discipline De BA staat onvoldoende open voor de visie en mening van de organisatie. Zij is

eigenwijs in haar handelen, hanteert een negatieve, zakelijke insteek en neemt een defensieve houding aan. Zij vertegenwoordigt sterk haar eigen beleid en houdt hier aan vast. Hierdoor is het moeilijk om zeggenschap uit te oefenen.

Directie

De arbodienst is onvoldoende pro-actief. Initiatieven worden in onvoldoende mate ontplooid en standaardoplossingen worden gehanteerd.

Directie De LG heeft onvoldoende invloed op het advies van de BA. Directie In het SMT ontbreekt een duidelijke rol van de arbodienst. Diagnoses en

oplossingsrichtingen worden niet aangegeven.

Directie De arbodienst benadrukt in onvoldoende mate de afstemming van het interne beleid. LG Er is geen samenspel met de BA in het bepalen en afstemmen van het beleid. De BA overlegt niet met de LG voordat een advies aan de werknemer wordt gegeven.

Hierdoor kan de LG geen invloed uitoefenen en wordt het advies opgelegd.

LG

De BA is eigenwijs in haar houding en handelen en staat onvoldoende open voor de LG

(17)

mening, opvatting en visie van de LG.

Spanningsveld bestaat tussen de economische insteek van de arbodienst (restwaarde van mensen/’dingen’) en de meer mensgerichte insteek van LG. Van de kant van de BA is geen discussie hierover mogelijk.

LG

Werknemers voelen zich vaak niet begrepen en bejegend door BMW. LG Er wordt niet tijdig gerapporteerd aan de OR door de arbodienst. Hierdoor heeft zij onvoldoende tijd om verzoeken te behandelen en overleg voor te bereiden.

OR Klachten vanuit de organisatie richten zich op onheuse bejegening door de arbodienst.

OR Arbodienst promoot sterk haar eigen beleid en staat in geringe mate open voor vragen en klachten van de OR over het daadwerkelijke functioneren. Kritische vragen worden afgewimpeld.

OR

De arbodienst neemt weinig initiatief; zij zal uit zichzelf geen afspraken maken. De arbodienst is niet actief en oplossingsgericht in de ondersteuning van de OR.

OR De relatie met de arbodienst is versnipperd. Er wordt vrijwel geen overleg gepleegd.

Afspraken over contacten met en informatie aan de OR zijn onvoldoende vastgelegd.

OR De arbodienst verschuilt zich achter haar adviesrol om op die manier geen extra

verantwoordelijkheden toegeschoven te krijgen.

OR De externe arbodeskundigen koesteren te commerciële belangen en hebben een

verkeerde toonzetting (werknemers blijven in hoge mate expres thuis).

OR

3. Preventie

Knelpunten: Preventie Discipline

Er wordt niet structureel en dwingend aandacht besteedt aan preventief beleid, zoals de evaluatie van protocollen en inzet van sancties. De werknemers zijn zich

onvoldoende bewust van het belang, de uitvoering en toepassing van preventie.

Directie

De arbodienst is onvoldoende preventief. Er wordt onvoldoende op basis van heldere diagnoses actie ondernomen. Risico’s moeten vroegtijdig weggenomen worden door meer structurele aandacht voor preventie.

Directie

Het SMT is niet preventief, maar meer een reactie op het jaarplan. Slechts een uitwisseling van gegevens vindt plaats.

Directie De RI&E is niet actueel en moet vernieuwd worden. Plannen van aanpak worden niet

regelmatig geëvalueerd. Hier moet meer aandacht aan besteedt worden.

Directie Op preventief gebied wordt nog weinig ondernomen, bijvoorbeeld

werkplekaanpassing. Dit komt door een spanningsveld tussen de belangen van de afdeling (preventie) en de financiële mogelijkheden.

LG

Er wordt niet structureel en collectief aan preventie gedaan, maar meer ad hoc en individueel. Richtlijnen zijn in hoge mate onbekend en worden niet strikt opgevolgd.

Hier wordt geen structureel beleid op gevoerd.

LG

De nadruk in het handelen van de arbodienst ligt op de begeleiding van zieke werknemers. Zij ondersteunt niet echt op preventief gebied. Door de arbodienst zou meer preventief beleid gevoerd kunnen worden.

LG

De RI&E wordt niet structureel uitgevoerd, geëvalueerd en bijgesteld. Een duidelijke visie op de RI&E ontbreekt. Er wordt meer ad-hoc naar oplossingen gezocht voor specifieke klachten en ingegrepen.

LG

De plannen zijn niet structureel uitgevoerd. Er is geen link naar vervolgplannen. LG De RI&E is verouderd en moet opnieuw uitgevoerd moet worden. Onduidelijk is wie dit gaat doen, met welk systeem en wat de rol is van de arbodienst hierin.

LG

De RI&E is niet bekend. LG

Vaak is er gebrek aan geld voor ergonomische aanpassingen op basis van werkplekonderzoek.

LG Ten aanzien van training en opleiding wordt onvoldoende structureel en educatief

gehandeld. Er is behoefte aan meer cursussen voor werknemers en LG, bijvoorbeeld over rollen van arbodienst en de betekenis van verzuim.

LG

Op preventief gebied wordt weinig ondernomen; er wordt grotendeels achteraf pas wordt ingegrepen.

OR De arbodienst handelt onvoldoende preventief. Zij is niet in staat om signaleringen op preventief gebied te doen en aan te pakken. Zij stelt zich niet flexibel op door

OR

(18)

bijvoorbeeld uren op andere activiteiten hiervoor te verminderen.

4. Verzuimbegeleiding

Knelpunten: Verzuimbegeleiding Discipline

Het SMT is in hoge mate curatief in plaats van preventief. Een uitwisseling van gegevens vindt plaats en een reactie op het jaarplan. Meer suggesties op

preventief gebied zijn wenselijk, waarbij de daadwerkelijke problemen en belangen van de leidinggevenden aan de orde moeten komen.

Directie

De verzuimrapportages door de arbodienst zijn onvoldoende helder. Het verzuim wordt niet duidelijk gedefinieerd.

Directie Duidelijke diagnoses van verzuim en signalering van patronen en trends binnen

een divisie/dienst door de arbodienst ontbreken. Statistieken op basis van cijfermatige informatie ontbreken.

Directie

De behoeften aan training en opleiding worden onvoldoende gediagnosticeerd door de arbodienst

Directie De relatie met de G.Z. is slecht. De kosten van deze dienstverlening zijn te hoog

(vooral lange trajecten) en de adviezen te subjectief.

Directie De arbodienst verwijst enkel, te snel en te vaak naar de G.Z. en overweegt in

onvoldoende mate alternatieven, zoals reïntegratiebureaus en reguliere kanalen.

Directie Er wordt onvoldoende inzage gegeven in de uitkomsten van de G.Z. door de

arbodienst. De terugkoppeling is slecht waarbij de arbodienst zich verschuilt achter het medisch geheim.

Directie

De verzuimoverzichten komen te weinig (< 1 keer per maand) uit. Directie De verzuiminformatie is niet gebruikersvriendelijk. Informatie van andere afdelingen

staat weergegeven wat storend is. De informatie is onvoldoende gespecificeerd per afdeling.

LG

BA geeft geen analyse en diagnose van het verzuim van de afdelingen. LG De tijdigheid van de verzuimoverzichten is slecht; de informatie verschijnt wel eens te laat.

LG Het SMT heeft geen structurele functie. Individuele gevallen worden grotendeels in onderling contact besproken.

LG Integrale afstemming tijdens het SMT ontbreekt. Er is geen goed samenspel tussen de deelnemers en een actieve houding van de LG is vereist om enige afstemming te krijgen.

LG

De adviezen (intern en extern) zijn weinig op maat en slecht te vertalen naar de praktijk.

LG Verzuimgesprekken kosten veel tijd en energie en hebben niet altijd het beoogde effect. Er wordt niet een bepaalde methode gehanteerd

LG Bij verwijzing door de arbodienst worden onvoldoende alternatieven en

keuzemogelijkheden naast de G.Z. aangeboden. Er vindt geen zoektocht plaats naar een goede prijs-kwaliteit verhouding voor de organisatie. Werknemers doorsturen naar GGz Groningen is bijvoorbeeld goedkoper. Ook zou zij meer moeten verwijzen naar reguliere kanalen. De eigen (financiële) belangen moeten minder gevolgd worden.

LG

Klachten vanuit de organisatie richten zich op verwijzing naar de G.Z. OR De informatievoorziening door de arbodienst is slecht qua tijdigheid, inhoud en

vorm. De verzuiminformatie door de arbodienst is onvoldoende duidelijk. Er worden kale cijfers aangeleverd met af en toe een analyse. Er worden geen duidelijke diagnoses per afdeling en organisatieonderdeel gegeven waarin trends worden aangemerkt door de arbodienst. Verbeterpunten uit het jaarverslag van de

arbodienst worden niet vertaald naar de organisatie en blijven liggen. Ook heeft de OR geen zicht op prestaties van de arbodienst.

OR

6. Reïntegratie

Knelpunten: Reïntegratie Discipline

Automatische ondersteuning bij de uitvoering van Poortwachter ontbreekt. Directie

De inhoud van de formulieren van Poortwachter zijn te algemeen en standaard en LG

(19)

moeten meer concreet zijn. Er is onvoldoende ruimte voor de LG om gegevens en informatie in te vullen.

De arbodienst werkt in het geheel van Poortwachter vertragend en aanvullend. Het heen en weer gestuur van papieren kost veel tijd.

LG

6. Samenvatting

Knelpunten: Discipline(s)

Beleidsvorming en voering (intern)

Er is geen eenduidig, structureel en integraal arbobeleid. Het centrale arbobeleid is niet samenhangend en onduidelijk. Zij wordt onvoldoende uitgedragen naar het divisiemanagement en is onvoldoende bekend bij werknemers. De rollen en verantwoordelijkheden van betrokkenen en procedures zijn onvoldoende duidelijk.

De invulling van het beleid is sterk ad hoc.

Directie/LG/OR

Beleidsvorming- en voering (extern)

De commerciële instelling van de arbodienst brengt hoge kosten met zich mee van interventies en therapieën.

Directie/LG/OR De afstand van de arbodienst tot de organisatie is te groot. De organisatiebelangen

worden onvoldoende nagestreefd (arbeidsomstandigheden, afstemming).

OR Communicatie en afstemming (intern)

Het contact en de communicatie over arbobeleid is niet structureel en eenduidig. LG/OR Communicatie en afstemming (extern)

De BA promoot sterk haar eigen beleid en staat onvoldoende open voor de visie en vragen van de organisatie. De BA neemt een eigenwijze en defensieve houding aan en heeft een negatieve, zakelijke insteek.

Directie/LG/OR

Er is onvoldoende samenspel met de BA in de uitvoering, bepaling en afstemming van het arbo- en verzuimbeleid.

Directie/LG/OR De arbodienst neemt onvoldoende initiatief en is niet oplossingsgericht. Directie/OR Preventie

Er wordt geen collectief en structureel preventief beleid gevoerd. Er is onvoldoende dwingend en structurele aandacht voor preventie. (financiële mogelijkheden)

Directie/LG/OR De arbodienst ondersteunt onvoldoende op preventief gebied. Gerichte preventieve

acties ontbreken.

Directie/LG/OR De RI&E wordt niet structureel uitgevoerd, geëvalueerd en bijgesteld en is niet

actueel. Een duidelijke visie hierop ontbreekt.

Directie/LG Training en opleiding wordt onvoldoende structureel en educatief ingezet om het

arbobeleid te verduidelijken.

LG Verzuimbegeleiding

Het SMT is onvoldoende preventief en integrale afstemming ontbreekt. De inbreng van de arbodeskundigen is minimaal en de adviezen te algemeen en standaard.

Directie/LG De terugkoppeling van (verzuim)informatie door de arbodienst is onvoldoende.

Duidelijke analyses en diagnoses van het verzuim per divisie/dienst of afdeling en trends/patronen ontbreken en globale verzuimoorzaken worden niet gedefinieerd.

Directie/LG/OR

De arbodienst biedt onvoldoende alternatieven en keuzemogelijkheden naast verwijzing naar de G.Z. waarvan de kosten erg hoog zijn. De eigen belangen worden te veel gevolgd en er wordt onvoldoende gezocht naar een goede prijs- kwaliteitverhouding van dienstverlening voor de organisatie.

Directie/LG/OR

Reïntegratie

Goede en snelle technische ondersteuning bij de uitvoering van Poortwachter ontbreekt.

Directie/LG

(20)

Bijlage 8: Vragenlijstresultaten GGZ Drenthe

Evaluatie van de arbodienstverlening 2002

1) Beoordeling divisiemanagers/ diensthoofden (2

e

echelon)

1. Dienstverlening algemeen

-

De verschillende aspecten die gemeten worden bij de dienstverlening worden voornamelijk voldoende beoordeeld.

-

De duidelijkheid van de dienstverlening van ArboNed wordt door 31% van de respondenten als onvoldoende beoordeeld. Opgemerkt wordt dat er meer helderheid moet komen over regelgeving (werkgroepen uitkomsten)

-

Het klantgericht (mee)denken wordt door 25% van de respondenten als onvoldoende beoordeeld.

-

Initiatieven worden door 29% van de respondenten als onvoldoende beoordeeld.

-

Onder de respondenten die het informatiemateriaal beoordelen (75%) geeft 33% hiervoor een onvoldoende aan.

-

Opgemerkt wordt dat ArboNed zich met meer bezig zou moeten houden dan alleen verzuim en verzuimbeheersing (breder)

2. Aspecten met betrekking tot deskundigen in dienst van ArboNed

-

Het zwaartepunt bij de beoordeling van de bereikbaarheid van de verschillende deskundigen ligt op de beoordeling voldoende.

-

De bereikbaarheid van de bedrijfsverpleegkundige en de A&O-deskundige worden door enkele respondenten als onvoldoende beoordeeld (respectievelijk 25% en 17%).

-

De houding van/ contact met deskundigen wordt door de respondenten in hoge mate als voldoende beoordeeld. Daarbij geldt dat de houding van/contact met de bedrijfsarts in hogere mate als goed beoordeeld wordt dan bij de andere deskundigen.

-

De terugkoppeling/ communicatie met de verschillende deskundigen wordt positief (goed en voldoende) ervaren, waarbij de terugkoppeling/ communicatie met de A&O-deskundige door één respondent voldoende/ onvoldoende wordt ervaren.

-

Het initiatief van de bedrijfsarts wordt positief ervaren (voldoende) en het initiatief van de bedrijfsverpleegkundige en A&O-deskundige door een klein deel van de respondenten (20- 25%) onvoldoende. Opgemerkt wordt dat er meer initiatief van ArboNed naar de leidinggevenden moet worden genomen.

-

Opgemerkt wordt dat de bekendheid met de A&O-deskundige van ArboNed laag is.

-

Opgemerkt wordt dat er beter overleg moet plaatsvinden tussen de bedrijfsarts en de bedrijfsverpleegkundige (‘ik vraag me af of dit overleg überhaupt plaatsvindt’)

3. Verzuimbegeleiding

Arbo-beleidsoverleg

-

De inbreng van de bedrijfsarts en A&O-deskundige wordt door de meeste respondenten als positief ervaren. Slechts één respondent beoordeelt de inbreng onvoldoende. Dit geldt ook voor de initiatieven tijdens het arbo-beleidsoverleg.

-

De analyses (divisie/dienst, afdelingsgebonden) worden door 56% van de respondenten als negatief beoordeeld (onvoldoende en slecht). Opgemerkt wordt dat er een duidelijker diagnosticering van tekortkomingen van organisatieonderdelen moet plaatsvinden en daaraan gekoppeld advisering ter verbetering-op-maat.

-

De oplossingsrichtingen die worden aangedragen tijdens het arbo-beleidsoverleg worden door 38% van de respondenten als onvoldoende ervaren, evenals de rapportage (50% beoordeelt deze onvoldoende). De vervolgstappen die aangegeven worden zijn door 31% van de respondenten als onvoldoende aangemerkt.

-

Opgemerkt wordt dat er betere bewaking van de verzuimprocessen van individuele medewerkers en communicatie naar leidinggevenden moet plaatsvinden.

Aanvullende dienstverlening

-

De verwijzing naar het Rugadviescentrum door ArboNed wordt door 40% van de

respondenten die hiermee ervaring hebben (63%) negatief beoordeeld (onvoldoende en

(21)

slecht). Opgemerkt wordt dat de kwaliteit van verwijzen slecht is; er is behoefte aan meer onpartijdig advies bijv. Rug.

-

De verwijzing naar De Gezonde Zaak wordt door 33% van de respondenten die hiermee ervaring hebben (75%) als slecht beoordeeld. Opgemerkt wordt dat ArboNed een uiterst storende commerciële binding heeft met De Gezonde Zaak, wat hun aanvullende dienstverlening verstoort. Deze binding is aantoonbaar subjectief en sturend.

-

De verwijzing naar overige hulpverleners wordt door 40% van de respondenten die hiermee te maken hebben gehad (63%) onvoldoende en slecht beoordeeld.

-

Rapportage en nazorg naar aanleiding van verwijzingen worden door enkele respondenten negatief beoordeeld.

-

De totaalindruk van de aanvullende dienstverlening is onder 33% van de respondenten die hun mening hierover geven negatief (slecht).

Arbeidsgezondheidskundig spreekuur (AGS)

-

Van de respondenten die een mening hebben over het AGS (63%) beoordeelt 30% de bekendheid hiervan onvoldoende en 40% slecht.

-

De helft van de respondenten heeft geen mening over/ niet te maken gehad met het AGS (niet van toepassing). Van de andere helft van de respondenten beoordeelt 75% de uitvoering, rapportage, nazorg en adviezen ter verbetering voldoende en 25% slecht.

Periodiek Medisch Onderzoek 40+

-

De initiatieven/advisering, uitvoering, rapportage, adviezen ter verbetering en nazorg worden door het merendeel van de respondenten positief beoordeeld en slechts door één respondent als slecht beoordeeld.

Cijfermatige terugkoppeling

-

De inhoud en duidelijkheid van de kwartaalrapportages wordt door het merendeel van de respondenten (respectievelijk 75% en 64%) negatief beoordeeld (onvoldoende en slecht).

-

De analyse van cijfers wordt door het merendeel van de respondenten (56%) negatief beoordeeld. Opgemerkt wordt dat er een betere analyse van cijfers moet worden gemaakt.

-

Opgemerkt wordt dat betere informatie per zorgafdeling gegeven moet worden; ‘de gegevens gaan nu over te grote werkeenheden zodat analysemogelijkheden beperkt zijn’.

4. Arbeidsomstandigheden

Risico inventarisatie en evaluatie (RI&E)

-

De helft van de respondenten heeft geen mening over/ niet te maken gehad met RI&E.

Initiatieven en advisering, toetsing, (ondersteuning bij) uitvoering, rapportage, adviezen ter verbetering en nazorg worden door andere helft van de respondenten overwegend negatief (onvoldoende en slecht) beoordeeld.

Ergonomische adviezen

-

Van de respondenten die hun mening geven over de ergonomische adviezen (63%) hebben de meeste (70-80%) een positieve beoordeling. De aspecten die door 30% van de respondenten als onvoldoende worden beoordeeld zijn initiatieven en advisering, adviezen ter verbetering en nazorg.

Workshops en trainingen

-

Het merendeel van de respondenten geeft een positieve beoordeling aan de workshops en trainingen. Slechts door één respondent wordt de aansluiting bij specifieke (organisatie) behoeften, de locatie en de kosten van de workshops en trainingen als onvoldoende beoordeeld.

5. Ondersteuning

-

De mate van ondersteuning door de bedrijfsarts bij de werkzaamheden van de respondenten

op het gebied van arbo-beleid wordt door 86% van de respondenten als voldoende

beoordeeld in tegenstelling tot de ondersteuning door de bedrijfsverpleegkundige die door

40% van de respondenten als voldoende wordt beoordeeld. Het merendeel van de

respondenten die contact hebben (gehad) met de A&O-deskundige beoordelen deze

ondersteuning als voldoende.

(22)

-

Opgemerkt wordt dat er met betrekking tot de Wet verbetering Poortwachter betere ondersteuning voor leidinggevenden ten aanzien van het administratief proces (automatisering) moet komen. ‘Koppeling aan Beaufort administratief systeem ter ondersteuning van leidinggevenden’.

6. Effect op verzuimbeheersing

-

Het merendeel van de respondenten geeft aan dat de aanpak van ArboNed een positief effect heeft op de verzuimbeheersing. Een opmerking die hierbij gemaakt wordt is dat de aanpak altijd enig effect zal hebben, maar of dit nou positief of negatief is kan worden betwijfeld.

7. Effect op arbeidsomstandigheden

-

Het merendeel geeft aan dat de aanpak van ArboNed een positief effect heeft op de arbeidsomstandigheden.

8. Rapportcijfer dienstverlening ArboNed

-

De bedrijfsarts, A&O-deskundige en de totale dienstverlening worden door het merendeel van de respondenten met een rapportcijfer 7 of hoger beoordeeld. De bedrijfsverpleegkundige wordt beoordeeld met een gemiddeld rapportcijfer van 6.6.

Samenvatting

Wat opvalt is dat de divisiemanagers/ diensthoofden vooral de aspecten m.b.t. de bedrijfsarts (bereikbaarheid etc.) als positief hebben ervaren. Ook voelen zij zich door de bedrijfsarts in hogere mate ondersteund dan door de bedrijfsverpleegkundige en A&O-deskundige. Er zijn een aantal aspecten naar voren gekomen die eventuele verbetering behoeven. Het gaat hier als eerste om de duidelijkheid van de dienstverlening, het klantgericht (mee)denken, initiatieven en informatiemateriaal van ArboNed. Als tweede geldt dat de analyses, oplossingsrichtingen, vervolgstappen en rapportages van ArboNed ten aanzien van het arbo- beleidsoverleg enkele onvoloendes scoren. Wat betreft de aanvullende dienstverlening scoren de verwijzingen naar het Rugadviescentrum en overige hulpverleners, maar vooral de verwijzing naar De Gezonde Zaak onvoldoende. De bekendheid van het AGS is onvoldoende en slecht en ook de cijfermatige terugkoppeling door ArboNed wordt door de respondenten als onvoldoende beoordeeld. Als laatste geldt dat de RI&E door de helft van de respondenten negatief wordt beoordeeld.

2) Beoordeling leidinggevenden (3

e

echelon)

1. Dienstverlening algemeen

- De dienstverlening van ArboNed in haar algemeenheid wordt door de respondenten als voldoende en goed beoordeeld. Op een aantal aspecten wordt de dienstverlening van ArboNed onvoldoende beoordeeld. Het gaat dan om de duidelijkheid van de dienstverlening, klantgericht (mee)denken, kwaliteit van adviezen, initiatieven, openstaan voor klachten en informatiemateriaal van ArboNed.

Opgemerkt wordt dat de deskundigen van ArboNed zich meer klantgericht moeten opstellen en minder star moeten zijn.

2. Aspecten m.b.t. deskundigen in dienst van ArboNed

- De bereikbaarheid van de bedrijfsarts, bedrijfsverpleegkundige en teamsecretaresse wordt als voldoende en goed beoordeeld. Vooral de bereikbaarheid van de teamsecretaresse wordt als goed beoordeeld. Slechts één respondent beoordeelt de bereikbaarheid van de bedrijfsarts als onvoldoende.

- De houding van/ contact met de bedrijfsarts/ bedrijfsverpleegkundige/ teamsecretaresse wordt als voldoende en goed ervaren. Wat wel wordt genoemd is dat de bedrijfsarts vaak gehaast is.

- De terugkoppeling en communicatie met de bedrijfsarts en bedrijfsverpleegkundige wordt door het merendeel van de respondenten als voldoende beoordeeld. Enkele respondenten beoordelen de terugkoppeling en communicatie met de bedrijfsarts als onvoldoende (9,0%).

- Het initiatief van de bedrijfsarts en bedrijfsverpleegkundige wordt in hoge mate voldoende beoordeeld en slechts door enkelen wordt het initiatief van de bedrijfsarts als onvoldoende ervaren (10,0%). Opgemerkt wordt daarbij dat de bedrijfsarts meer initiatieven moet nemen en dat de bedrijfsarts onvoldoende zicht heeft op de praktijk.

- Uit de beoordelingslijst komt naar voren dat 1/3 a 1/4 van de respondenten geen mening heeft

over de bereikbaarheid, communicatie en initiatief van de bedrijfsverpleegkundige

(23)

3. Verzuimbegeleiding

Spreekuur

- De tijdigheid van oproepen wordt over het algemeen als goed/ voldoende beoordeeld, maar wordt door twee respondenten (12,5%) als onvoldoende beoordeeld. Opgemerkt wordt dat het oproepen te lang duurt.

- Rapportages naar aanleiding van het spreekuur worden voornamelijk als voldoende beoordeeld, maar door enkele respondenten (9,0%) ook als onvoldoende. Opgemerkt wordt dat de bedrijfsarts vaak kort in het taalgebruik is en ‘cryptische mail’ stuurt. Er zou betere uitleg moeten plaatsvinden over medische termen die gebruikt worden in het advies en duidelijker adviezen omtrent het opstellen van een plan van aanpak. Op beleidsniveau en in de advisering zou de bedrijfsarts minder abstract kunnen zijn (meer de dingen bij de naam noemen). Ook in de cijfers zou zij minder abstract kunnen zijn en deze vormgeven in een meer concretere vertaling die bruikbaar is naar de werkvloer.

- De adviezen met betrekking tot werkhervatting/ behandeling worden door 15.6% van de respondenten als onvoldoende beoordeeld. Opgemerkt wordt dat er meer deskundige, ter zake doende, adviezen met betrekking tot werkhervatting moeten worden gegeven. Ook wordt opgemerkt dat in sommige situaties aan de leidinggevenden meer toelichting op een bepaald advies moet worden gegeven (te veel organisatiegericht; teveel kijkend naar fysieke toestand en niet naar overige omstandigheden).

- Van de respondenten die te maken hebben gehad met het sociaal medisch overleg (81%) beoordeelt 65% deze positief (goed en voldoende) en 35% negatief (onvoldoende en slecht). Er zouden meer initiatieven van de bedrijfsarts moeten zijn en duidelijker en concretere uitleg.

Aanvullende dienstverlening

- Het verrichten van werkplekonderzoek door de bedrijfsverpleegkundige wordt goed en voldoende beoordeeld. Wat wordt opgemerkt is dat bij het werkplekonderzoek de adviezen te oppervlakkig zijn en dat dieper moet worden ingegaan op de problemen. Verder wordt opgemerkt dat behoefte is aan structureel werkplekonderzoek, volgens arbo-normen, passend bij specifieke dienstverleningscentra.

- Van de respondenten die ervaring hebben met de verwijzing naar De Gezonde Zaak (81%) beoordeelt 58% dit als positief (voldoende) en 42% als negatief (onvoldoende/slecht). Opgemerkt wordt dat de verwijzing naar De Gezonde Zaak te snel als oplossing wordt aangedragen en dat de verwachtingen van De Gezonde Zaak te hoog gesteld zijn.

- De rapportage naar aanleiding van verwijzingen wordt door 75% van de respondenten voldoende beoordeeld en door 25% onvoldoende.

- De verwijzing naar het Rugadviescentrum en de training verzuimbegeleiding door ArboNed zijn voor de meeste respondenten niet van toepassing geweest (respectievelijk 88% en 69%)

- Opgemerkt wordt dat in trainingen te weinig aandacht wordt gegeven aan de veranderende rol van de leidinggevende en coaching daarin.

Arbeidsgezondheidskundig spreekuur (AGS)

- De uitvoering, rapportage, adviezen en nazorg van het arbeidsgezondheidkundig spreekuur (open spreekuur) worden door de respondenten die hier ervaring mee hebben gehad (25,0%) als goed en voldoende beoordeeld. Slechts één respondent beoordeelt het maken van afspraken voor dit spreekuur als onvoldoende.

- Het AGS is in hoge mate (ongeveer 63,0 %) niet bekend bij respondenten en hun medewerkers.

Dit wordt ook opgemerkt door een respondent: ‘het AGS is niet bekend bij werknemers’.

Beleids-SMT (Arbo-beleidsoverleg)

- In tegenstelling tot bovenstaande beoordelingen worden bij het beleids-SMT de verschillende aspecten in hogere mate als onvoldoende aangemerkt. De inbreng van de A&O-deskundige wordt door 29,0% van de respondenten (die hiermee te maken hebben gehad) als onvoldoende beoordeeld.

- De analyses (sector/ afdelingsgebonden) worden door 37,5% van de respondenten als

onvoldoende beoordeeld. Hierbij wordt opgemerkt dat de deskundigen minder abstract moeten

zijn in hun cijfers en een concretere vertaling hiervan maken die bruikbaar is voor de werkvloer.

(24)

- De oplossingsrichtingen worden door 43% van de respondenten als negatief beoordeeld.

Aangegeven wordt dat meer ter zake doende adviezen moeten worden gegeven en ook uitleg hierbij. Ook wordt opgemerkt dat meer inhoudelijk meegedacht moet worden over reïntegratieprojecten met betrekking tot de (on)mogelijkheden van de werkplek (‘het zoeken van vervangend werk wordt aan de leidinggevende overgelaten die hier niet altijd een oplossing op weet’)

- De rapportage naar aanleiding van het spreekuur en de vervolgstappen scoren onvoldoende en kunnen worden verbeterd volgens respectievelijk 20% en 33% van de respondenten.

4. Ondersteuning van ArboNed

- Het merendeel van de respondenten (90%) vindt dat zij voldoende wordt ondersteund door ArboNed bij hun werkzaamheden op het gebied van arbobeleid. De overige 10% vindt van niet.

Opgemerkt wordt dat behoefte is aan enige ondersteuning vanuit het perspectief en de mogelijkheden van de leidinggevende bij langdurig of frequent verzuim.

- Door meerdere respondenten worden opmerkingen gemaakt over overleg:

- meer overleg(momenten) met de bedrijfsarts

- meer overleg tussen bedrijfsarts, leidinggevende en medewerker

- minder ingewikkelde communicatie tussen leidinggevende, ArboNed, Cadans en Sociale Zaken (‘Cadans rapporteert niet aan bedrijfsarts waardoor betrokkenen niet dezelfde informatie hebben, wat de communicatie over adviezen verstoort’)

5. Verwachtingen van ArboNed

- Het merendeel van de respondenten (90%) vindt dat de dienstverlening van ArboNed voldoet aan de verwachtingen. 10% van de respondenten vindt van niet.

6. Effect op verzuimbeheersing

- Van de respondenten geeft 56% aan dat de aanpak van ArboNed een positief effect heeft op de beheersing van het verzuim. Eén respondent (6%) vindt dat het effect negatief is en 38% geeft aan hier geen mening over te hebben.

7. Effect op arbeidsomstandigheden

- Van de respondenten geeft 47% aan dat de aanpak van ArboNed een positief effect heeft op de arbeidsomstandigheden. 9% geeft aan dat het effect negatief is en 44% geeft aan hier geen mening over te hebben.

8. Overig:

- Opgemerkt wordt dat er meer middelen en geld voor arbo en aanpassingen in de clusterbegroting moeten worden geregeld, omdat activiteiten vaak niet voorzien en begroot zijn en je op dit moment niks kunt aanpassen.

Samenvatting

Uit de beoordelingslijsten zijn een aantal punten naar voren gekomen die verbetering behoeven. Dit zijn als eerste de duidelijkheid van de dienstverlening, klantgericht (mee)denken, initiatieven, openstaan voor klachten en informatiemateriaal van ArboNed. Als tweede worden de terugkoppeling/

communicatie en initiatieven van de bedrijfsarts door enkele respondenten als onvoldoende beoordeeld. Er is behoefte aan meer en gestructureerder overleg. Ten aanzien van het spreekuur scoren de tijdigheid van oproepen, de rapportages, de adviezen m.b.t. werkhervatting en het sociaal medisch overleg enkele onvoldoendes. De verwijzing naar De Gezonde Zaak wordt door het merendeel van de respondenten negatief beoordeeld. Ook de rapportage naar aanleiding van verwijzingen scoort onvoldoendes. Wat betreft het AGS geldt dat de bekendheid zeer laag is. Bij het beleids-SMT worden vooral de analyses, de oplossingsrichtingen, rapportages en vervolgstappen als onvoldoende ervaren.

3) Beoordeling OR GGZ Drenthe

1. Dienstverlening ArboNed algemeen

-

tijdig ontvangen van informatie is onvoldoende. Opgemerkt wordt dat ArboNed rapportages

(tijdig) moet toezenden aan de OR en dat zij de OR meer moet betrekken in de uitvoering.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Zij menen veelal dat de reikwijdte van het tuchtrecht niet verder moet worden opgerekt, dat het te ver gaat om allerlei privé-gedragingen onder het tuchtrecht te laten vallen en

De Highlifebeurs en mijn eigen netwerk waren de twee belangrijkste ingangen voor de rekrutering van respondenten.. Dit eve- nement met de nieuwste technieken en materialen voor

Met het vinden van de recente dakkapel op één huis in een rij in de Spicastraat is sprake van een vergelijkbaar geval in een vergelijkbare wijk en een vergelijkbare straat op

Nu een kerntaak van het bestuur is het in kaart brengen en systematisch beheren van de risico’s, dient de RvC zich ervan te vergewissen dat het bestuur deze taak zorgvuldig

Humor die niet categorie gebonden is aan het product: humor die los staat van het product, bijvoorbeeld een jongen die een glas water leeg moet drinken met een kunstgebit erin

Uit het onderzoek van Huber blijkt dat beleidsmakers, onderzoekers en artsen doorgaans vooral naar de lichamelijke functies kijken, terwijl patiënten doorgaans alle dimensies

Werkdruk: door de hectiek van de dag en veel aanloop van mensen met vragen moet er nog wel eens werk mee naar huis genomen worden, omdat daar binnen de kantoorwerkuren niet

Welke behoeften vervult u hiermee Heeft u nog andere redenen om deze databanken te raadplegen (bijvoorbeeld tijdverdrijf, ontspanning,algemene kennis