• No results found

Opbrengst van de consultatie In totaal waren er zeventwintig respondenten

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Opbrengst van de consultatie In totaal waren er zeventwintig respondenten"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Verslag internetconsultatie wetsvoorstel modernisering tuchtrecht Wet BIG Onderwerp van de consultatie

Ter consultatie was voorgelegd een ontwerp van een Wet tot wijziging van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) in verband met de verbeteringen die worden

doorgevoerd in het tuchtrecht alsmede verbeteringen ten aanzien van het functioneren van de wet.

De beoogde wetswijziging geeft onder meer invulling aan de tweede evaluatie van de Wet BIG. Deze tweede evaluatie diende ertoe om te bezien of de Wet BIG voldoende aansluit op

ontwikkelingen in de zorg en de samenleving. Dit wetsontwerp bevat een oplossing voor problematiek rondom de herkenbaarheid van de zorgverlener, voorbehouden handelingen, de cosmetische sector en het tuchtrecht.

Looptijd van de consultatie

De internetconsultatie stond open van 23 september tot en met 5 november 2015.

Doel van de internetconsultatie

Het doel van de consultatie was om belanghebbenden te informeren over het wetsontwerp en hun de mogelijkheid te bieden hierop te reageren. Hiermee kan worden nagegaan of het wetsvoorstel tegemoet komt aan de wensen uit de praktijk.

Opbrengst van de consultatie

In totaal waren er zeventwintig respondenten. Het betrof beroepsverenigingen, leden van tuchtcolleges, wetenschappers en particulieren. Zeven respondenten gaven aan hun reacties niet openbaar te willen maken.

Wat is op hoofdlijnen met de opbrengst gedaan?

Op basis van de inbreng is het ontwerp op onderdelen aangepast. Die aanpassingen zagen op de verduidelijking van (de memorie van toelichting bij) het wetsvoorstel en de verbetering van de uitvoerbaarheid van de wet. Hieronder worden enkele onderwerpen uit de reacties gelicht.

Uit de consultatie zijn suggesties naar voren gekomen over het gebruik van het BIG-nummer, bijvoorbeeld om het BIG-nummer te gebruiken op visite kaartjes, briefpapier en de (praktijk) website van de beroepsbeoefenaar. Dat gebruik zal worden geregeld bij algemene maategel van bestuur. Die suggesties zullen daarin terugkomen. Het algemene beeld is dat het door de beroepsbeoefenaar verplicht vermelden van het BIG-nummer, niet lijkt te leiden tot een substantiële lastenverzwaring.

Verder werd in de reacties gevraagd hoe bij algemene maatregel van bestuur wordt uitgewerkt wat precies wordt verstaan onder de nieuwe voorbehouden handeling van het met behulp van licht, ultrasoon geluid of hoogfrequente elektrische stroom behandelen van lichaamsweefsel (onder andere het zg. laseren). Er bleek behoefte aan verduidelijking van de norm. Mede aan de hand van een inmiddels door het RIVM uitgebracht rapport, is die verduidelijking in het wetsontwerp

aangebracht. Ook werd in verschillende reacties beschreven wat de gevolgen voor verschillende beroepsgroepen zijn om deze handeling voortaan voor te behouden aan een beperkt aantal beroepsbeoefenaren. Bij algemene maatregel van bestuur zal worden uitgewerkt wie bevoegd zullen worden om de hier bedoelde handelingen te verrichten.

Uit de reacties kwamen verschillende kritische kanttekeningen bij het griffierecht en de

kostenveroordeling naar voren. Heffing van griffierecht zou de toegankelijkheid van het tuchtrecht belemmeren en het past niet bij het karakter van het tuchtrecht. De kostenveroordeling zou leiden tot een te grote (administratieve) last voor de zorgverlener. Het doel van heffing van het

griffierecht is een drempel opwerpen voor bagatelklachten, gezien het – zoals hiervoor aangegeven – grote aantal klachten dat in raadkamer wordt afgehandeld. In de uitwerking is aangesloten bij de Advocatenwet. Juist bij ernstige klachten kan het voorkomen dat een klager kosten moet maken om een goed gefundeerde klacht in te kunnen dienen. Dat kan een drempel vormen. Door de mogelijkheid van de kostenveroordeling wordt die drempel verlaagd. Een alternatief voor het griffierecht of de kostenveroordeling waarmee hetzelfde resultaat wordt bewerkstelligd, is niet uit de consultatie naar voren gekomen.

(2)

Tot slot hebben partijen vraagtekens gezet bij de reikwijdte van het tuchtrecht. Zij menen veelal dat de reikwijdte van het tuchtrecht niet verder moet worden opgerekt, dat het te ver gaat om allerlei privé-gedragingen onder het tuchtrecht te laten vallen en dat een LOB alleen mag worden ingezet als ultimum remedium. De hier bedoelde wijzigingen hebben tot doel om in het kader van de patiëntveiligheid beter op te kunnen treden tegen disfunctionerende beroepsbeoefenaren. In de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel is ten aanzien van de verruimde tuchtnorm en de LOB het een en ander verduidelijkt, dan wel aangepast.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

(…) Daarom brengt een redelijke uitleg van de tweede tuchtnorm en met name van de woorden “in die hoedanigheid” mee dat deze norm in dit geval waarin niet in de uitoefening van

Het medisch tuchtrecht staat een aantal middelen ten dienste om zijn doel, het bewaken en bevorderen van de kwaliteit van de beroepsuitoefening, te bereiken.. Deze zijn niet

Nog een enkel woord over de hier niet gedeelde opvatting van Taat, waarin het individu telkens zozeer achtergesteld wordt bij de belangen van de `gemeenschap'." Wellicht is het

Denken in kansen vraagt om nieuwe oplossingen voor struc- turen die nog geen ruimte bieden voor deze nieuwe benade- ring van ons werk.. Het vraagt ook om een nieuwe stijl van

Heeft u een klacht over het gedrag of handelen van de arts dan kunt u een tuchtklacht [interne link naar onderdeel in deze folder] indienen... Klachtprocedures tegen

Daarbij worden het tuchtrecht en het professioneel handelen van onder meer accountants, advocaten, artsen en notarissen vergeleken met als doel de consequenties voor de prestaties

3) In de tuchtrechtspraak voor advocaten heeft de tuchtrechter dit uitdrukkelijk erkend.. Een aantal vrije beroepen, welker beoefenaren zich met een speciale

Dat in een strafproces de focus ligt op de vraag of de individuele politieambtenaar een strafbaar feit heeft gepleegd en vervolgens of er sprake is van een straf­