• No results found

NHL-STENDEN TAALDOSSIER 1. G. van Rijn Gerda van Rijn Studentnummer Helen Goudemond Module/l.uitkomst Taal in de flankerende lijn

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "NHL-STENDEN TAALDOSSIER 1. G. van Rijn Gerda van Rijn Studentnummer Helen Goudemond Module/l.uitkomst Taal in de flankerende lijn"

Copied!
45
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

NHL-STENDEN

TAALDOSSIER 1

G. van Rijn - 4786092

Naam Gerda van Rijn

Studentnummer 4786092 Opleiding PABO Deeltijd

Klas 1A

PPI Helen Goudemond

Module/l.uitkomst Taal in de flankerende lijn

(2)

Voorwoord

Voor u ligt het ´taalleesdossier´ van de Taal in de flankerende lijn. Van maart 2020 tot en met mei 2020 ben ik bezig geweest met mijn leesdossier en het maken van deze opdracht. Dit leesdossier ging mij makkelijk af, ik ben een echte boekenwurm. Bij deze wil ik graag mijn docenten Nynke en Annemarieke bedanken voor hun ondersteuning en bemoediging. Taal is nooit mijn sterkste punt geweest en ik sprak tot voor kort geen woord Fries. Toch geniet ik van het leren van de talen, ook al weet ik dat het hard werken is om dit onder de knie te krijgen.

Gerda van Rijn

(3)

Inhoudsopgave

Voorwoord 1

Inhoudsopgave 2

1 Inleiding 4

2 Nederlands 4

2.1 Inleiding 4

2.2 Tentamenvragen kennisbasisdomeinen Nederlandse taal 4

2.3 Taallessen 8

2.3.1 Taalles 1 8

2.3.2 Taalles 2 8

2.4 Leesdossier 9

2.4.1 Alle verhalen van Pieter konijn 9

2.4.2 Spuit elf 9

2.4.3 Onder moeders vleugels uit de serie ´New Classics for Young Children´ 9

2.4.4 Heidi 10

2.4.5 School in gevaar 10

2.4.6 Lampje 11

2.4.7 Lang geleden… De geschiedenis van Nederland in vijftig voorleesverhalen 11

2.4.8 Oorlog en vriendschap 12

2.4.9 In de schaduw van Loevestein 12

2.4.10 De strijd van Grutte Pier 13

2.5 Opdrachten kinderboeken 13

2.5.1 Leesautobiografie schrijven 13

2.5.2 Lees een artikel op het gebied van leesbevordering 14

2.5.3 Onderzoek leesmotivatie 15

2.5.4 Literaire prijzen 16

2.6 Hogeschooltaal summatieve toets 18

3. Frysk 19

3.1 Ynlieding 19

3.2 Begjinsituaasje Frysk 19

3.3 Frisia toets 20

3.4 Refleksje 20

3.5 In les Frysk 20

3.6 Lêsdossier 21

3.6.1 Geheimen ut ´e boskberch 21

3.6.2 De aventoeren fan Auke 21

3.6.3 Dweiltrochwiet 21

4 English 22

4.1 My introduction 22

(4)

4.2 Improvement on English 22

4.3 Test scores 22

4.4 Primary school research 23

4.5 Reading file 25

4.5.1 Busy, busy world 25

4.5.2 The rescue party ( a Percy the Park Keeper story) 25

4.5.3 Go well, stay well 25

4.6 Storytelling 26

Bijlage V: Rubric reading aloud: story 26

4.7 A spoken recording about English teaching at Dutch primary schools 26

5. Conclusie 27

6. Literatuurlijst 28

BIJLAGE I: Lesbeschrijvingsformulier 29

BIJLAGE II: Lesbeschrijvingsformulier 34

BIJLAGE III: Lesbeschrijvingsformulier 38

BIJLAGE IV: Rubric foar foarlêzen op de basisskoalle 42

BIJLAGE V: Rubric reading aloud: story 44

(5)

1 Inleiding

In dit taalleesdossier werk ik aan de competenties Nederlandse, Friese en Engelse taal. Dit dossier is een verzameling van bewijsstukken die aantonen dat mijn taalkennis en

-vaardigheden in ontwikkeling zijn en van een bepaald niveau zijn.

2 Nederlands

2.1 Inleiding

In dit gedeelte van het taalleesdossier behandel ik de tentamenvragen van de

kennisbasisdomeinen Nederlandse taal. Ook bevat dit onderdeel twee taallessen, het leesdossier en de verwerkingsopdrachten.

2.2 Tentamenvragen kennisbasisdomeinen Nederlandse taal

Mondelinge taalvaardigheid:

1. Wat verstaan we onder intonatie?

a. Het toonhoogteverloop van woorden en zinnen b. De uitspraak van klanken en klankcombinaties c. Het duidelijk uitspreken van de klanken

2. Wat verstaan we onder modeling?

a​. ​Het lesdoel hardopdenkend, demonstrerend voordoen b. De activering van voorkennis

c. Een diagnostisch gesprek 3. Wat betekent syntaxis?

a. De opbouw van de woorden b. De zinsopbouw

c. De klankleer en de uitspraak van de woorden

4. Welke eigenschappen horen niet bij simultane tweetaligheid?

a​. ​Geen overlappende hersenactiviteit b. Spontaan ontwikkelingsproces c. Twee moedertalen

(6)

5. Wat betekent VVE?

a. Vroegschoolse en verantwoordelijke educatie b. Vereniging van Eigenaars

c​.​ Voor- en vroegschoolse educatie

6. Wat is niet een voorbeeld van een ambulante leraar?

a. Remedial teacher b. NT3-specialist c. Logopodist

Beginnende geletterdheid:

7. Welk doel hoort niet bij een boekoriëntatie?

a. Leerlingen weten dat boeken worden gelezen van voor naar achter, bladzijden van boven naar beneden en regels van links naar rechts

b​. ​Leerlingen begrijpen dat illustraties en tekst samen een verhaal vertellen c. Leerlingen begrijpen de taal van voorleesboeken

8. Wat verstaan we onder visuele synthese?

a.​ ​Het samenvoegen van grafemen

b. De vaardigheid om de afzonderlijke grafemen in een woord te herkennen c. De ordening van letters van links naar rechts

9. Zet de fases van de tussendoelen van beginnende geletterdheid in de juiste volgorde:

a. Fase 1: herkenning van ´bekende woorden´, Fase 2: nieuwe woorden lezen, Fase 3: woordbeelden vergelijken

b​.​ Fase 1: herkennig van ´bekende woorden´, Fase 2: woordbeelden vergelijken, Fase 3: nieuwe woorden lezen

c. Fase 1: nieuwe woorden lezen, Fase 2: herkenning van ´bekende woorden´, Fase 3: woordbeelden vergelijken

10. Vanaf welke klas krijgen leerlingen te maken met een Cito-toets?

a. Groep 3 b. Groep 1/2 c. Groep 4

11. Wat is een ander woord voor spraakklank?

a. Temporeel ordenen b. Grafeem

c. Foneem

12. Wat verstaan we onder logografisch schrift?

a. Elk gesproken woord wordt weergegeven door een plaatje

b. De afzonderlijke spraakklanken van een woord worden met afzonderlijke tekens weergegeven c. De menselijke taal is weergegeven met behulp van tekeningen en afbeeldingen

(7)

Stellen:

13. Wat verstaan we onder coderen?

a. Het toepassen van taalregels

b. Het veranderen en bijstellen van de geschreven tekst c. Het verwoorden van de inhoud

14. Welke tekststructuur is niet juist?

a. Stapelstructuur b. Functionele structuur c. Verhaalstructuur

15. Wat verstaan we onder formatief?

a. Feedback van de leerkracht om de leerling verder te helpen b. Het objectief beoordelen van teksten

c. Het oriënteren

16. Welke schrijfstrategieën zijn er?

a. Vertellend en denkend

b. Vertellend, denkend en communicatief c. Vertellend, denkend en interactief

17. Welke functie hoort niet bij het schrijven van teksten?

a. Expressieve functie

b. Conceptualiserende functie c. Retorische functie

18. Wat verstaan we onder reviseren?

a. Aanpakken binnen het schrijfproces en aanpakken van het gehele schrijfproces b. Nakijken en zonodig onderdelen vervangen

c. Verzamelen, selecteren en ordenen van inhoud Jeugdliteratuur:

19. Waar staat de B voor bij BAVI-lezen?

a. Beeldtaal b. Beschouwing c. Beleving

20. Wat verstaan we onder het pseudolezen?

a. Lezen met behulp van clusters en spellingspatronen b. Het imiteren van leesgedrag van anderen

c. Lezen aan de hand van een context

(8)

21. Wat verstaan we onder de Robinson-leeftijd?

a. Realistische verhalen (9-11/12 jaar) b. Heldenleeftijd (12-15 jaar)

c. Sprookjesleeftijd (4-8/10 jaar) 22. Wat verstaan we onder motief?

a. Terugkerend element in een verhaal b. Dat wat de personages doen

c. De redenen die de personages hebben om te handelen 23. Wat wordt verstaan onder de Woutertje Pieterse Prijs?

a. Driejaarlijkse prijs voor een heel oeuvre

b. Jaarlijkse prijs voor het beste kinder- en jeugdboek c. Prijs voor boeken van 6-9 jaar en van 9-12 jaar 24. Wat betekent AVI?

a. Analyse van Individualiseringsnormen b. Alfabet van Individualiseringsnormen c. Analyse voor inspirerend lezen Spelling:

25. De vier hoofdprincipes van de Nederlandse spelling zijn: Fonologisch, morfologisch, etymologisch en … :

a. Syllabisch principe b. Fonetisch

c. Lexicale semantiek

26. Wat wordt verstaan onder de verdubbelingsregel?

a. Het klinkt hetzelfde, maar je schrijft het anders b. Syllabe eindigt op een lange klank

c. Syllabe eindigt op een korte klank

27. Welke van onderstaande fouten hoort niet in het rijtje van spelfouten?

a. Fonetische fouten b. Analytische fouten c. Regelfouten

28. Wat verstaan we onder een vrij morfeem?

a. Een los woord b. Vorm van woorden c. Spraakklank

(9)

29. Wat is een morfologisch principe?

a. Vorm van woorden b. Klankzuivere woorden

c. Woorden zonder medeklinkers 30. Analogiestrategie is:

a. Een woord wordt geschreven door het te vergelijken met een ander woord b. Een woord wordt geschreven vanuit het woordgeheugen

c. Strategie waarbij gebruik gemaakt wordt van geheugensteuntjes of hulpregel

2.3 Taallessen

2.3.1 Taalles 1

Mijn eerste taalles heb ik gelukkig nog op mijn stageschool kunnen geven. Ik heb een geweldige mentor. De mentor heeft me een eerlijke en duidelijke beoordeling gegeven. Mijn eerste les beschouw ik als een ´slechte´ taalles. Zie bijlage I

2.3.2 Taalles 2

En toen kon ik geen stage meer geven. Wat was ik blij dat ik nog contact had met de meisjes van mijn oude kinderkoor. En gelukkig kreeg ik groen licht van Nynke om online les te geven aan deze meisjes uit groep 7. Zie bijlage II

(10)

2.4 Leesdossier

2.4.1 Alle verhalen van Pieter konijn

Schrijver: Beatrix Potter Leeftijdscategorie:3-5 jaar

Uitgever: Ploegsma Jaar van uitgave: 2013 (1902)

Categorie: prentenboek

Beatrix Potter is bekend geworden met haar boek ´Pieter Konijn´. Haar liefde voor natuur is terug te zien in haar boeken.

Pieter Konijn woont samen met Flopsie, Mopsie, Wipstaart en hun moeder in een diep hol onder de wortels van een grote dikke dennenboom.

Ze wonen naast meneer Verhoef, die een hele grote moestuin heeft. Vader konijn is daar al tijdens kerst verdwenen. Pieter konijn haalt veel kattekwaad uit terwijl Flopsie, Mopsie en Wipstaart gehoorzame konijnenkinderen zijn. Pieter gaat naar de tuin van meneer Verhoef en eet zijn buikje vol. Meneer Verhoef ontdekt hem maar Pieter weet te ontsnappen. Meneer Verhoef krijgt er genoeg van om steeds achter die Pieter aan te jagen en gaat weer aan het werk. Pieter gaat wel met buikpijn naar bed, terwijl Flopsie, Mopsie en Wipstaart

dubbelgebakken bruin brood, melk en bosbessen krijgen.

2.4.2 Spuit elf

Schrijver: Harmen van Straaten, Herman van Straaten Leeftijdscategorie: 4-6 jaar

Uitgever: Kluitman Jaar van uitgave: 2011

Categorie: prentenboek

Spuit elf is een hilarisch, vrolijk prentenboek over een brandweerolifant die grote heldendaden verricht.

Spuit elf is een echt brandweerolifantje. Hij woont samen met de andere brandweerolifanten in de kazerne en hij wil niets lievers dan branden blussen. Helaas komt hij steeds te laat bij een brand: Hij verslaapt zich of hij zit op het toilet met muziek in zijn oren, zodat hij de sirene niet hoort. De brandweerolifanten betreuren dat, want een brandweerolifant kan toch niet te laat komen bij een brand! Spuit elf heeft drie vrienden: Nico, Neil en Bella.

Op een dag is er een groot probleem: er is geen water meer om branden te blussen. Spuit elf en zijn vrienden ontdekken het probleem en Spuit elf wordt de grote held!

2.4.3 Onder moeders vleugels uit de serie ´New Classics for Young Children´

Schrijver: Louisa M. Alcott, Tony Wolf Leeftijdscategorie: vanaf 6 jaar Uitgever: Brilliant Books Jaar van uitgave: 2006 (1868) Categorie: kinderboek

(11)

Dit boek is ´de moeder der meidenboeken´.

Onder Moeders Vleugels vertelt het klassieke verhaal van de gezusters March uit Orchard House, die het tijdens de Amerikaanse burgeroorlog (1861-1865) zonder hun vader moeten stellen. Hij verblijft als veldprediker aan het front.

Moeder March doet ondertussen wat ze kan om financieel het hoofd boven water te houden en het gezin door deze zware jaren heen te loodsen. De meisjes helpen haar daar dapper bij.

De meisjes, dat zijn: Meg (16), de oudste, die van luxe houdt, maar deze moet ontberen. De recalcitrante Jo (15), die liever een jongen zou zijn. Beth (13), die verlegen is en de

kwetsbaarste van de vier, later ook vanwege haar zwakke gezondheid. En de pittige Amy (12) die zich als jongste soms buitengesloten voelt. De armoedige omstandigheden thuis scheppen een hechte band en vormen het karakter van het viertal. In de loop van het verhaal leren ze meer en meer tevreden, dankbaar en dienstbaar te zijn.

2.4.4 Heidi

Schrijver: Johanna Spyri, Geronomi Stilton Leeftijdscategorie: 8-12 jaar

Uitgever: Bakermat Jaar van uitgave: 2011 (1881)

Categorie: kinderboek

Heidi, een weesmeisje (knagermeisje), wordt door haar tante Dete opgevoed. Tante Dete krijgt echter een nieuwe baan in Frankfurt en kan haar nichtje niet meenemen. Ze brengt haar nichtje bij haar opa in de Alpen. Daar is ze enorm gelukkig. Peter, de geitenhoeder, wordt Heidi haar beste vriendje. Maar op een dag komt haar tante haar ophalen. Ze moet mee naar Frankfurt als speelkameraadje voor de zieke Klara, de dochter van de rijke familie waar tante Dete voor werkte. Heidi en Klara worden snel vriendinnen en Heidi leert lezen.

Ondanks het plezier die Heidi en Klara samen beleven, heeft Heidi veel heimwee. Heidi wordt bijna ziek van heimwee naar de bergen, opa en Peter en zijn geitjes. De dokter zegt dat ze zo snel mogelijk naar Zwitserland moet gaan. Heidi keert terug naar haar opa. Heidi herstelt snel en gaat weer met Peter en de geiten de bergen in. Met Klara blijft ze goede penvriendinnen en Klara komt ook nog logeren in de zomer. Zo komt alles weer op z´n pootjes terecht.

2.4.5 School in gevaar

Schrijfster: Vivian den Hollander Leeftijdscategorie: vanaf 7 jaar

Uitgever: Ploegsma Jaar van uitgave: 2015

Categorie: kinderboek AVI 5 Prijs: De Nederlandse Kinderjury 2016 De Kon-Tiki is een kleine school. Juf Marloes is ook de baas van de school. De Kon-Tiki is genoemd naar een beroemd vlot. Het is een geweldige school, ook al zitten er maar weinig kinderen op. De school heeft problemen, te weinig geld en de inspecteur komt ook langs. Dat is niet best. De inspecteur krijgt een grote scheur in zijn broek en alle kinderen zien zijn onderbroek: een baby onderbroek. Guusje komt in opstand. Ze bedenkt een plan en ze

(12)

vraagt de kinderen om te helpen de school te redden. Ze gedragen zich als engeltjes. Toch is juf Marloes niet blij. ´Hij vindt de school te oud´. legt de juf uit. ´Er is te veel kapot´. Guusje smeedt een plan om de school te redden.

2.4.6 Lampje

Schrijfster: Annet Schaap Leeftijdscategorie: 9-12 jaar Uitgever: Singel Uitgeverijen Jaar van uitgave: 2017

Categorie: kinderboek Prijs: Gouden Griffel 2018, Nienke van Hichtum prijs, Woutertje Pietersen prijs en Vlaamse Boekenleeuw

Lampje (Emilia) woont op een schiereiland, een huis naast de vuurtoren. Ze woont daar samen met haar vader, de vuurtorenwachter Augustus. Sinds haar moeder is overleden noemt haar vader haar niet meer Emilia (haar moeder heette ook zo) maar Lampje. Lampje moet elke avond de 61 treden beklimmen om het licht aan te steken. Haar vader kan dat niet meer met één been. Er steekt een storm op en net die avond vergeet ze de lucifers. Een schip met kostbare lading vergaat. Lampje en haar vader worden opgepakt. Ze moeten zeven jaar werken om alles terug te betalen en mogen niet samenblijven. Lampje wordt naar het Zwarte Huis van de Admiraal gestuurd, waarvan ze zeggen dat er een monster woont.

Maar de dochter van de vuurtorenwachter is best dapper en geeft niet op. Ze sluit vriendschap met dit monster: Edward. Edward is half zeemeerman, half mens met een staart. De jongen leert haar lezen en schrijven, ze helpt hem met leren lopen en laat hem de wereld zien buiten het Zwarte Huis, waar hij tot dan toe in de zolderkamer opgesloten zat.

Edward en Lampje ontsnappen van het echte monster: De admiraal!

2.4.7 Lang geleden… De geschiedenis van Nederland in vijftig voorleesverhalen

Schrijver: Arend van Dam & Alex de Wolf Leeftijdscategorie: 6-10 jaar Uitgever: van Holkema & Warendorf Jaar van uitgave: 2007 Categorie: informatief boek Prijs: Zilveren griffel 2008 Dit boek begint met de geschiedenis van jagers en verzamelaars en eindigt met het

slotverhaal: het nu. Lang geleden woonden er jagers in ons land. Ze heetten Jurre en Maren.

Hun kleinkinderen Roem en Ronda werden de eerste boeren. Ons land kreeg graven en gravinnen: graaf Floris van Holland en gravin Jacoba van Beieren. Er kwamen prinsen:

Willem I tot Willem IV. Er kwam een tijd van koningen: Willem I, Willem II en Willem III.

Prinsessen werden koninginnen: Wilhelmina, Juliana en Beatrix. Er kwamen oorlogen waarin gewone mensen helden werden: Kenau Simonsdochter Hasselaer en Anne Frank.

Rembrandt en Van Gogh werden beroemde schilders. Herman Boerhaave en Aletta Jacobs werden bekende dokters.

(13)

2.4.8 Oorlog en vriendschap

Schrijver: Dolf Verroen Leeftijdscategorie: 9-12 jaar

Uitgever: CPNB Jaar van uitgave: 2016

Categorie: Kinderboekenweekgeschenk

Op de omslag van het boek staat een jongetje met een ´jampotjesbril´, net zoals Dolf

Verroen draagt. Joop is elf als de oorlog uitbreekt. Dolf was ook elf toen de oorlog uitbrak. Dit laatste werk van Dolf Verroen bevat duidelijk autobiografische elementen. Het is een

indrukwekkend slotakkoord van een zestigjarige carriëre.

Je leest het boek uit de ogen van Joop. Hij begrijpt dat zijn klasgenootje Irma Joods is, want ze draagt een gele ster op haar jas. Maar Joop snapt niet goed waarom ze naar een andere school moet: ´Leert ze daar dan Joods?´. Hij snapt ook niet waarom zijn vriend Kees niet meer deugt omdat zijn ouders NSB´ers zijn.

Dit boek bestaat uit een reeks korte hoofdstukken. De kern van het verhaal is dat de

jongensvriendschap plots niet meer mag bestaan. De schrijver schrijft het verhaal helder en niet te zwaar.

2.4.9 In de schaduw van Loevestein

Schrijver: N.J.Bosma Leeftijdscategorie: vanaf 10 jaar

Uitgever: Callenbach Jaar van uitgave: 1968

categorie: jeugdliteratuur

Dit verhaal gaat over Klaas Bijsterus, een jongen die ruim driehonderd jaar geleden leefde. In die tijd ontstond er een meningsverschil over een godsdienstig punt tussen twee professoren in Leiden. Al spoedig bemoeide iedereen zich ermee en zo ontstonden er twee partijen: de remonstranten en de contra-remonstranten. In 1619 werd in Dordrecht besloten dat er geen remonstrantse kerkdiensten meer mochten worden gehouden.

De vader van Klaas Bijsterus, een remonstrants predikant, heeft tien jaar opgesloten gezeten in het kasteel Loevestein. In die jaren, toen het gezin niet bij elkaar was, woonde Klaas in Rotterdam, Gorkum en Schoonhoven en zelfs een tijd op het kasteel bij zijn vader.

Na deze tien jaar is het gezin ontsnapt. De regering deed geen poging om de ontsnapten op te sporen en terug te brengen naar Loevestein. De vader en moeder van Klaas gingen in Leiden wonen. Hij heeft beleefd wat in de Nederlanden gelukkig bijna nooit is voorgekomen:

godsdienstvervolging van landgenoten door landgenoten. In de jaren na 1631 heeft hij meegemaakt dat de tegenstelling tussen remonstranten en contra-remonstranten minder fel werd. Hij kon niet weten dat het tot het midden van de twintigste eeuw zou duren eer het oude conflict zou worden opgelost.

(14)

2.4.10 De strijd van Grutte Pier

Schrijver: Richard Bos & Alexander Russchen Leeftijdscategorie: 9-12 Uitgever: Uitgeverij Wijdemeer Jaar van uitgave: 2019 Categorie: historische strip

Het is 1515 en het zijn onrustige tijden in Friesland, dat onder gezag staat van hertog George van Saksen. Er is veel weerstand tegen dit Saksische bestuur. De Saksen hebben moeite het gezag te bewaren en komen hierdoor in geldnood. Saksische soldaten krijgen vaak geen soldij en trekken plunderend door het land.

Zo verwoesten de Saksen ook de boerderij van boer Pier Gerlofs Donia uit Kimswerd. Zijn vrouw komt hierbij om het leven. Door woede en wraakzucht gedreven gaat Pier de strijd aan met de Saksen en later de Hollanders. Zijn grote gestalte, zijn enorme zwaard en zijn brute kracht zorgen ervoor dat hij al snel bij vriend en vijand bekend staat als ´Grutte Pier´. De legeraanvoerder van de Gelderse troepen vraagt of Pier zich aansluit bij het leger van hertog Karel van Gerle om samen tegen Holland ten strijde te trekken en zo Friesland te bevrijden.

Ondanks de overwinningen van Pier is de macht van Karel van Gerle tanende en hij probeert dat overal tegen te gaan. Hij stuurt Pier en zijn troepen naar Emmerik in Duitsland. De tocht mislukt en Pier ontdekt dat de Geldersen een ander plan met Friesland hebben dan hij voor ogen heeft. Pier keert diep teleurgesteld terug naar Sneek waar hij sterft. Karel van Gelres macht is flink gekrompen. Alleen de stad Groningen steunt hem nog. In 1524 laat Groningen Karel van Gelre nu ook vallen. Friesland is nu geheel in bezit van Karel V en is zijn Friese vrijheden voorgoed kwijt.

2.5 Opdrachten kinderboeken

2.5.1 Leesautobiografie schrijven

Ik ben opgegroeid in een christelijk gezin waar iedere dag uit de Bijbel werd voorgelezen.

Voor het slapen gaan kwam de kinderbijbel tevoorschijn en/of boeken van Annie M.G.Smith.

Mijn moeder las veel voor en de hoorspelen van ´Pluk van de Petteflat´, die acht cd´s, hebben we ´grijsgedraaid´. Ik heb fijne herinneringen aan mijn meester van groep 7. Elke vrijdagmiddag, een uur voordat de bel ging, las hij ons voor. Het waren historische verhalen, ik weet niet meer welke boeken. Maar ik zie mezelf daar wel weer zitten. Op het puntje van de stoel, hij nam ons allen mee in het verhaal. Wat vind ik dat inspirerend. Wat zou ik het geweldig vinden om dat ook te kunnen toepassen in mijn toekomstige klas en dan met zo´n effect!

Wat voor lezer was ik? Nu ben ik een enthousiaste lezer, dat staat buiten kijf. Maar helaas kan ik niet zeggen dat ik als kind een enthousaiste lezer was. Ik was wel een intrinsieke lezer, ik las. Maar niet zoals nu: Ik verslind boeken. In mijn tienertijd kreeg ik een smaak naar films en televisie en mijn interesse in lezen nam drastisch af. In mijn tienertijd zijn mij een paar boeken bijgebleven: ´Twee koffers vol´ van Carl Friedman, ´Jane Eyre ´van Charlotte Brontë en ´Trots en vooroordeel´ van Jane Austen. Van die laatste twee boeken zag ik later de serie en ik was helemaal verliefd op Engeland, de Regency-periode en de karakters van het verhaal.

(15)

Nu ben ik dus wel een enthousiaste lezer en mijn moeder heeft daar een enorm positieve invloed op gehad. Zo heeft ze haar liefde voor Engelse boeken en films overgebracht. Waar ik tien jaar geleden nog een groot fan was van ´romantische´ boeken, is onze smaak qua boeken nu hetzelfde. Ik moet niks meer hebben van boeken met een slappe inhoud. Wat hebben de boeken van Jennifer Worth bijvoorbeeld een indruk gemaakt.

Ik ben pas vanaf mijn 19e echt gaan lezen. Zodra ik op kamers ging, besloot ik om geen televisie te kopen. Dat was afkicken, maar ik wilde zo graag ´leren´ lezen. Ik begon met een makkelijke roman en het proces ging steeds een stapje verder. De afgelopen jaren heb ik zoveel gelezen, ik zou het niet eens weten hoeveel boeken. Ik lees genoeg, maar ik zou wel wat meer studieboeken en informatieve boeken willen lezen. Ook lees ik niet veel literatuur, terwijl ik dat wel meer zou willen doen. Een vriendin moedigt mij steeds aan om dat wel te lezen, want dat is goed voor mijn taalontwikkeling. Daarom doe ik ook mee met de

leeschallenge, zie bijlage III.

Ik heb nu een nieuw genre ontdekt: Engelse detectives, o.a. Agatha Chirstie.

De bijbel blijft mijn favoriete boek, ik lees het dagelijks. Daarnaast lees ik graag boeken van C.S. Lewis, Jane Eyre, Trots en vooroordeel en zoveel andere boeken. Mijn dochter (7) leest nu ´op eigen wieken´: een Stiltonversie van Louisa May Alcott en ´Heidi´. Gelukkig vindt ze lezen geweldig en is ze behoorlijk te spreken over de boeken die ik haar aanbied. Ik eindig met het volgende citaat:

No book is really worth reading at the age of ten which is not equally – and often far more – worth reading at the age of fifty and beyond.

C.S. Lewis

2.5.2 Lees een artikel op het gebied van leesbevordering

Gekozen artikel:

http://www.lt-tijdschriften.nl/ojs/index.php/ltt/article/view/1567/1175

Samenvatting:

Lezen in de vrije tijd is ontzettend belangrijk op het gebied van begrijpend lezen, schoolprestaties en de scores op alle onderdelen van de Cito-eindtoets van het

basisonderwijs. Vergeleken met tien jaar geleden, besteden leerkrachten heden meer tijd aan leesonderwijs, lezen veel vaker voor en laten leerlingen vaker stil een boek lezen.

Ook is de deelname van scholen aan de Nationale Voorleeswedstrijd van Stiching Lezen sterk gegroeid. Helaas wordt de leesattitude van Nederlandse leerlingen en hun

leesfrequentie in de vrije tijd ieder decennium minder. Deze zijn ook laag in vergelijking met andere landen. De grote vraag die centraal staat in het artikel van Helge Bonset, luidt: Is de leesbevordering in staat de ´ontlezing´ in ons land te stoppen. Het onderzoek naar

leesbevorderende activiteiten en werkvormen in het kader van PPON (​Periodieke peiling van het onderwijsniveau) ​bestaat uit zelfrapportage door leerkrachten. Misschien geven die leerkrachten wel sociaal wenselijke antwoorden en besteden ze in werkelijkheid veel minder tijd aan leesbevordering dan ze zeggen. Het onderzoek naar dalende leesfrequentie en leesattitude bestaat ook uit zelfrapportage, in dit geval door de leerlingen. Toch is er geen reden om te twijfelen aan de resutaten van het besproken onderzoek. Het kan namelijk niet verklaren dat de leerlingen in iedere peiling een lagere leesfrequentie en leesattitude

(16)

rapporteren dan in de vorige peiling, terwijl er wel steeds meer leesbevorderend gedrag wordt gerapporteerd.

Vragen aan de hand van dit onderwerp, waarover ik graag meer te weten wil komen:

- Is het verplichte ´kwartiertje´ per dag lezen niet een moetivatie in plaats van een motivatie? Ik zou wel meer willen weten over de Achievement Goal Theory (de leergerichte aanpak in combinatie met lezen).

- Kunnen kinderen zich nog wel lang genoeg focussen vawege overmatige

mediaconsumptie? Ik zou wel meer willen weten wat het met de hersenen doet als een kind een overdosis heeft aan mediaconsumptie en wat de link is met het kunnen focussen tijdens het lezen of het maken van huiswerk.

2.5.3 Onderzoek leesmotivatie

De keuze aan kinderboeken is tegenwoordig reuze! Dat was vroeger anders. We gingen als gezin regelmatig naar de bibliotheek en ik herinner me nog goed dat ik daar een boek mocht uitkiezen, maar wel onder toeziend oog van mijn moeder. Zij bepaalde uiteindelijk of het boek wel door de beugel kon. Door velen wordt dit als betuttelend ervaren, maar ik ben dankbaar dat ik als kind niet ben blootgesteld aan enge horrorboeken en dergelijke. Ik doe hetzelfde bij mijn kinderen.

De kinderen geven de voorkeur aan boeken die passen bij hun leeftijd en ik, als toekomstige leerkracht, mag hun dat niet onthouden. Ik heb al eerder aangegeven dat mijn voorkeur uitgaat naar ´klassieke´ kinderboeken. Als ouder blijf ik mijn kinderen censureren met

´klassieke´ boeken, maar in de klas kan dat natuurlijk niet. Op zolder wachten boeken van

´Thea Beckman´, ´Kleine huis op de prairie´, ´Heidi´, boeken van Roald Dahl, boeken van Enid Blyton en nog heel veel andere titels. Maar als juf moet dit anders.

Op ​www.leesbevorderingindeklas.nl/tiplijsten/​ heb ik kennis gemaakt met ´stereotypetjes´.

Elk typetje heeft hun eigen tiplijst: een lijst met boekentips. Dit is prachtig voor in de klas. Ik kan zo kijken op welk van deze typetjes een bepaald kind lijkt. Of ik laat het kind zelf kiezen wie hem of haar het meest aanspreekt. De kinderen horen de voorkeur aan te te geven welke boeken bij ze passen. ´Hoe zorg ik ervoor dat een bepaald kind het juiste boek krijgt?´

Om die vraag te beantwoorden, moet ik het kind en het het boek min of meer kennen.

Uit de literatuur over taalonderwijs kennen we drie functies van taal: communicatieve

functies, expressieve/affectieve functies en conceptualiserende functies. Voor het lezen van fictie kan een aantal specifiekere functies onderscheiden worden (Van Coillie, 1999):

● Om te ontspannen;

● Om de fantasie te prikkelen;

● Om emoties een plek te geven;

● Voor informatie;

● Om te genieten;

● Om een eigen normen- en waardenpatroon op te bouwen Welke functies hebben een rol gespeeld in mijn leeservaringen?

(17)

Ik denk vooral de expressieve functies: ontspannen, fantasie prikkelen en om emoties een plek te geven. In deze tijd is er heel veel aandacht voor het creëren van een rijke

leesomgeving. Het is ongekend wat ze nu allemaal doen om kinderen te motiveren om te gaan lezen. Dat was echt niet zo toen ik nog jong was. Om de leesmotivatie van leerlingen te vergroten, zullen de leerlingen moeten worden aangemoedigd. Ik ben zelf een challenge aangegaan met een paar meisjes uit groep 7. Ik moet zelf het goede voorbeeld geven.

Extra Taalles 3:

#ikleesthuischallenge, ​een les die aansluit bij deze opdracht. Zie bijlage III

2.5.4 Literaire prijzen

- The Astrid Lindgren Memorial Award: De grootste internationale prijs voor kinder- en jeugdliteratuur en wordt ook wel de ´Nobelprijs voor de kinderliteratuur´genoemd.

- Gouden Griffel: Een van de belangrijkste literatuurprijzen voor Nederlandse jeugdliteratuur, waaraan een geldprijs van wisselende hoogte verbonden is.

- Gouden Penseel: Dit is een literatuurprijs die sinds 1973 jaarlijks wordt toegekend aan het best geïllustreerde kinderboek van het afgelopen jaar. De prijs wordt

uitgereikt door de Stichting CPNB. Het Gouden Penseel kan alleen worden uitgereikt aan een kinderboek dat in Nederland is uitgegeven

- Max Velthuijs prijs: De oeuvreprijs bestemd voor Nederlandse illustratoren van kinderboeken, wordt beheerd door de Stichting P.C. Hooftprijs voor Letterkunde. Aan de prijs is een bedrag verbonden van € 60.000, gelijk aan de P.C. Hooft- en de Theo Thijssen-prijs

- Archeon Thea Beckmanprijs: De Thea Beckmanprijs is een prijs voor het beste historische jeugdboek en wordt ieder jaar uitgereikt in het derde weekend van september in Archeon. In de even jaren wordt de Thea Beckmanprijs uitgereikt aan boeken van de leeftijdscategorie tot 12 jaar en in de oneven jaren aan boeken voor 12 jaar en ouder.

- Woutertje Pieterse Prijs: Een prijs voor het beste Nederlandstalige kinderboek van het afgelopen jaar. Er gaat een geldprijs mee gemoeid.

- Zilveren Penseel: De Zilveren Penseel is een literatuurprijs die sinds 1981 jaarlijks wordt toegekend aan de best geïllustreerde kinderboeken van het afgelopen jaar. De prijs wordt uitgereikt door de Stichting CPNB. Tot 2018 werden er ieder jaar twee Zilveren Penselen uitgereikt.

- Gulden en Zilveren Palet: Niet-Nederlandse illustratoren komen jaarlijks in aanmerking voor twee Zilveren Paletten. Het beste werk van een buitenlandse illustrator wordt bekroond met het Gulden Palet.

- Nienke van Hitchumprijs: De Nienke van Hichtum-prijs is een tweejaarlijkse literatuurprijs voor kinderboeken in de leeftijdscategorie dertien jaar en ouder.

- Vlag en wimpel: Vlag en Wimpel is een eervolle vermelding voor Nederlandstalige kinderboeken. De Vlag en Wimpels worden jaarlijks door de CPNB toegekend op voordracht van de jury van de Gouden en Zilveren Griffels en de jury van Gouden en Zilveren Penselen. Deze laatste jury doet ook de voordracht voor de Gouden en Zilveren Paletten.

- Boekensleutel: De Boekensleutel is een literatuurprijs die sinds 1979 onregelmatig wordt toegekend door de Stichting CPNB voor een bijzonder kinderboek. Voor de

(18)

Boekensleutel komen boeken in aanmerking die opvallen door hun genre, de gebruikte techniek of vormgeving, of een anderszins opmerkelijke kwaliteit.

- Hotze de Roos prijs: De Hotze de Roosprijs is een prijs die jaarlijks aan een

debuterende kinderboekenschrijver wordt uitgereikt. Schoolkinderen uit de gemeente Zaanstad kunnen hiervoor hun stem uitbrengen. De prijs is vernoemd naar Hotze de Roos, auteur van onder andere De Kameleon. De prijs werd voor het eerst uitgereikt in 2001.

- Jenny Smelink-IBBY-prijs: De Jenny Smelik-IBBY Prijs is de voortzetting van de Jenny Smelink-Kiggenprijs en wordt toegekend aan schrijvers en illustratoren van kinder- en jeugdboeken. De JSI-prijs heeft tot doel boeken onder de aandacht te brengen waarin culturele diversiteit een vanzelfsprekende rol speelt en waarin het beeld van de verschillende culturen opbouwend in plaats van problematiserend is. Dit uitgangspunt komt overeen met de doelstellingen van IBBY, zoals die zijn

geformuleerd door Jella Lepman in 1952 bij de oprichting van de organisatie:

International understanding through children’s books.

- Kinderboekwinkelprijs: De Kinderboekwinkelprijs is een ​literatuurprijs​ die sinds 1993 elk jaar door de Samenwerkende Kinderboekwinkels wordt toegekend aan een in het Nederlands​ geschreven of vertaald ​kinderboek​, dat bestemd voor een boek dat "(...) ten onrechte is 'vergeten' door de jury's van de Gouden en Zilveren Griffels en Penselen en de Woutertje Pieterse-prijs."Van 1993 t/m 2013 werd de prijs jaarlijks uitgereikt. Na een pauze van 6 jaar, is deze traditie in 2019 opnieuw opgepakt en de prijs weer uitgereikt.

- Kinder- en Jeugdjury Vlaanderen: De Kinder- en Jeugdjury Vlaanderen is een jury voor jeugdliteratuur in Vlaanderen. De jury bestaat uit kinderen en jongeren tussen 4 en 16 jaar. Juryleden krijgen een lijst van boeken om te beoordelen. Hiervoor komen ze soms samen in leesgroepen waar ze praten over de boeken.

- Prijs van de Nederlandse Kinderjury: De Prijs van de Nederlandse Kinderjury is een literatuurprijs die sind 1988 jaarlijks door de Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek wordt toegekend aan de beste in het Nederlands verschenen kinderboeken.

- Theo Thijssenprijs: De Theo Thijssenprijs is een ​Nederlandse​ ​literatuurprijs​ die wordt toegekend aan een ​schrijver​ van oorspronkelijk ​Nederlandstalige​ jeugd- of

kinderliteratuur. De prijs is genoemd naar de Nederlandse auteur ​Theo Thijssen​ en is een driejaarlijkse ​literatuurprijs​ die in ​1988​ is ingesteld. De prijs wordt niet verbonden aan een specifiek werk, maar betreft het complete ​oeuvre​ van de auteur.

- De Vlaamse Boekenleeuw: ​Een jaarlijkse ​Vlaamse​​literatuurprijs​ voor het beste Nederlandstalige jeugdboek van een Vlaamse jeugdauteur uit het voorbije jaar. De organisatie is in handen van ​Boek.be​ die de prijzen uitreikt in het kader van de jeugdboekenweek.

Het boek ´Lampje´ heeft in 2018 vier prijzen gewonnen:

- De Nienke van Hitchum prijs - De Woutertje Pietersen prijs - De Gouden Griffel

- De Vlaamse Boekenleeuw

(19)

Het decor van het boek is een vuurtoren op een schiereiland aan zee. Dit bracht mij direct naar het dorp waar ik ben geboren en getogen: Katwijk aan Zee. Mijn opa had een

kotterbedrijf en we zijn opgegroeid met de verhalen over ´de gevaren op zee´. Ook de stille pijn van ´Lampje´ trekt mijn aandacht. Je wordt meegenomen in het lijden van dit meisje.

Wat zijn de beoordelingen?

- Annet Schaap neemt de lezer mee naar een realistische wereld en een kleurrijk, avontuurlijk universum waar Lampje, Edward en anderen zich moeten zien te redden en aan elkaar overgeleverd zijn.

- Gebeurtenissen wisselen elkaar in hoog tempo af en maken het tot een spannend en uitdagend verhaal waarvan je de afloop niet kunt voorspellen.

- Karaktereigenschappen die goud waard zijn in de literatuur en in het echte leven.

- Prachtig beschreven in prikkelende dialogen.

- Beeldrijke zinnen.

- Ze wisselt het vertelperspectief af, zodat je niet alleen volgt wat er in Lampje omgaat, maar je ook andere personages beter leert kennen. Zo krijgt ieder zijn of haar verhaal en dat zorgt voor verbazing en spanning, van de eerste tot de laatste letter.

- De gebeurtenissen volgen elkaar in snel tempo op zodat de lezer geprikkeld blijft om steeds verder te lezen. Pas als op het einde alles in zijn plooi valt en is zoals het moet zijn, kan de lezer het boek glimlachend en nagenietend dicht doen.

Ik koester dit boek. Zo mooi!

2.6 Hogeschooltaal summatieve toets

DATU

NIVEAU  TITEL  RESULT

AAT 

20-04-2 020 

Formatieve  toetsen 3F 

20-4-2020 (9.00) T/M 26-4-2020 (17.00) 3F-FT  NHL OLB DT LEE 

 

21:23  Formatieve  toetsen 3F 

Werkwoordspelling  90% 

21:27  Formatieve 

toetsen 3F  Spelling algemeen  60% 

21:32  Formatieve 

toetsen 3F  Zinsstructuur  80% 

21:36  Formatieve 

toetsen 3F  Algemeen taalgebruik  80% 

21:36  Formatieve  toetsen 3F 

Totaalresultaat  78% 

(20)

3. Frysk

3.1 Ynlieding

"Wa't gjin frjemde talen ken, wit neat oer har eigen taal," skreau de grutte Dútske skriuwer Johann Wolfgang von Goethe oan'e ein fan syn libben. Goethe bedoelde dêrmei te sizzen dat jo allinich jo eigen taal kenne, as jo fernimme dat dingen oars binne yn in oare taal. Dat is in wichtige ûntdekking yn in libben. Mar troch in oare taal te learen, krije jo josels ek better te kennen en de wrâld om jo hinne. In oare taal is de kaai foar oare lannen en oare minsken, en soms sels foar oare gedachten en in oare takomst.

As Net-Frysktalige studint learde ik ienris in sprekwurd: ´Ik fiel my as in mosk yn it sân´. Wat in prachtig sprekwurd. Ik hoopje dit yn 'e takomst sa te fielen as ik Frysk praat mei myn skoanheit en myn freondin. Wat in prachtich foarútsjoch.

3.2 Begjinsituaasje Frysk

Oant koartlyn spriek ik gjin Frysk. Ik wenje no 10 jier yn Fryslan. Myn man is in Fries, mar hy sprekt it net. Google oersetter is no myn freon, oars soe hjir gjin wurd Frysk west hawwe. Ik hâld fan Fryslân. Myn hiele libben bin ik mei fekânsjes nei Fryslân kaam. Myn âlden hawwe in hûs yn Gaastmeer (op’e Gaastmer). It fernuvere harren net dat ik mei in Fries troude.

Neffens myn âlders woe ik as bern altyd al in frou fan in boer wêze. Dizze wurden binne min ofte mear korrekt. De folgjende stap is no om de taal te behearskjen. Myn famylje laket om myn Fryske petear. Se begripe it net. Dat makket net út, se tinke dat it hiel Frysk klinkt. Dat de kompliminten fleane om myn earen. Fansels sprek ik it noch net goed út, mar ik hear al genôch fan 'e Friezen. Ik genietsje fan it kweken fan Frysk. Ik bin der bliid oer, om't ik noch in lange wei gean moat. (of: te gean haw.)

Maatjesprojekt

Ik haw myn skoanheit en in bêste freondin opdroegen om mar Frysk tsjin my te praten. In omke en muoike sille ek meidwaan. Fanwegen it coronavirus hie ik allinich kontakt per tillefoan. Se holpen my om in Frysk berneboek te lêzen en de folgjende stap is dat se Frysk tsjin my prate en ik praat Nederlânsk werom. Stap foar stap in nije útdaging.

Observearje in les Frysk op dyn wurkplaklearenskoalle

Ik ha dizze observearje nog net ûndersocht, fanwegen it sluten fan myn wurkplaklearenskoalle.

(21)

3.3 Frisia toets

Midden-Frisiatoets NHL Stenden

Your score: 32% (16/50)

3.4 Refleksje

Jo sille it net leauwe, mar ik wie frij grutsk op de skoare. As Net-Frysktalige studint soe ik minder ferwachte hawwe. Ik realisearje my dat ik wurkje moat om in minimale skoare fan 70% te krijen. Ik haw my oanmeld mei Edufrysk en Spoar8. Ik lês berneboeken en genietsje fan harkjen nei audioboeken. Jo leare it measte fan it praten, dat sil ik dwaan. En hoe grutsk oft dit wyfke sil wêze sil as se it nivo fan B1 berikt hat.

3.5 In les Frysk

Ik heb helaas nog geen Friese les kunnen geven in verband met het coronavirus.

Nivo persintaazje

< A2 0 - 29 A2 30 - 69 B1.1 70 - 79 B1.2 80 - 90 B2 91- 100

(22)

3.6 Lêsdossier

3.6.1 Geheimen ut ´e boskberch

Skriuwer: Janneke de Boer Leeftiidsyn: 4-8 jier

Útjouwer: De Boekebei Jier fan publikaasje: 2018 Kategory: berneboek

De Boskberg, dêre yn it Drintsk-Fryske Wâld, draacht al iuwenlang in grut geheim yn him.

Nimmen dy’t it wit. Yn ‘Geheimen út ’e Boskberch’ nimme de trije slakken Bearend, Sofy en frou D. dy mei de berch yn. Do leaust dyn eagen én dyn earen net, ast ûntdekst wat him dêre, yn dy berch, allegear ôfspilet. De karakters en aksessoires yn Geheimen út `e Boskberch binne makke fan recycled materiaal sa as âlde sjirts, tafellekkens, fearkes út

‘Rôversguod’, plakbaltsjes, strykkralen, rommellaadfynsten, fûgeltsjesân, brânhout, rommelmerkeskatten, klaai en stiennen.

3.6.2 De aventoeren fan Auke

Skriuwer: Jacques Vriens Leeftiidsyn: 10-12 jier

Útjouwer: Afuk Jier fan publikaasje: 2013

Kategory: berneboek

Auke is trijefâldich Nederlânsk reedriderskampioen allround en wûn mei in nij wrâldrecord de 5 kilometer tidens de Olympyske Winterspullen fan Turijn. Auke hat no noch mar ién winsk: it riden fan de tocht der tochten. Mar wat gjinien wit: Auke hat in geheim. Slagget it him de Alvestêdetocht út te riden? Auke krijt it hieltiten dreger. Hy hat noch altiten pineholle fan de fal yn Dokkun en de fuotten fiele him as issklompen. It geheim is dat hy net kin leze en skriuwe. ´Dat is hartstikke lestich!´ Sven seit. ´Wat silsto in drege dei han. Hoe wistest wer´tst hinne moastet? Oeral stean buorden, mar ast dy net leze kinst, dan wurdt it lestich om alle te begripen.´ Auke kin dan wol net sa goed leze, hy skoot as de beste.

3.6.3 Dweiltrochwiet

Skriuwer: Lida Dykstra Leeftiidsyn: 10-12 jier

Útjouwer: Afuk Jier fan publikaasje: 2018

Kategory: berneboek

Dweiltrochwiet / Kleddernat is in twatalich boekje.. It is in temaboekje oer de rein mei koarte teksten op rym.

(23)

4 English

4.1 My introduction

I have to be honest: English was my worst subject at school. I passed the exam with a five.

At the age of 19 I became more interested in English. I started to visit an international

christian fellowship and I met a lot of people from foreign countries. My sister lived in India for a while. I visited her and I was confronted with my poor English skills. I thought: ´ I have to improve my English skills´.

I started to listen to a lot of English broadcasts and English sermons. I really improved my listening skills, but my speaking skills didn´t improve that much. I know why:I didn´t practice a lot, because I was feeling embarrassed.

4.2 Improvement on English

I have a lot of English speaking friends. So I asked (in April) them to speak English to me and I told them that I am feeling ashamed. They laughed and told me: ´Now you know how we feel all the time when we try to speak Dutch! Also, I registered myself at

www.hogeschooltaal.nl​. I can use this to practice for the next five years. In the past I read sometimes English books. I´m going to start to do this again. I have already started the Hunger Games. This is a beginning to help me with my grammar. And once a week I am now obliged to speak English. I do this while out running, so you can understand sometimes I just freak out. But I won´t give up!

How to improve my writing skills?

Every Monday I give piano lessons to a friend of my daughter. Her first language is English.

As a reward for the piano lessons her mother helps me to improve my English.

Every week I have to write an essay on a subject. And it is forbidden to use google translate.

4.3 Test scores

Listening skills: C1 Reading skills : B2 Writing skills : A2

The results from the English Test indicate that you have fallen into the At Risk Stream of students (3.8-4.3). This shows that students coming in with similar Placement Test Scores tend to struggle with English. However, you can be successful in completing all English requirements for the Language & Reading portfolio in Year 1 and passing the Aptis test at the end of Year 2 with additional support. Below is a breakdown of the placement test results.

Your score is 3.5.

(24)

We advise you to work on improving your English language skills outside of classes. We recommend either using self-study material for vocabulary and grammar, a computer assisted language learning programme and/or working with an individual tutor.

4.4 Primary school research

Ever since 1983 English has been obligatory at the Dutch Primary School and at the Dutch Pedagogical Academy of Primary Education. English is the international language of instruction, that´s why children must have basic English skills before they start their secondary education.

The four variants

In 1986, English was introduced as a compulsory subject from group 7. Schools that teach English in groups 7 and 8 are Eibo schools. Some of the schools decided to offer English earlier, from group 5 or 6. We call this variant early Eibo. In addition, in recent years there have been more and more schools that offer English from group 1. This is called early foreign language education (vvto). Finally, a small group of schools teach 30 to 50 percent of the teaching time in English, from group 1. This variant is called bilingual primary education (tpo) (SLO, 2020).

The English core objectives apply to all variants

In primary education, students start communicating in English. The core objectives of English are therefore about communication skills: listening, speaking, reading, and writing to a lesser extent. In the lower classes the emphasis is on listening and speaking, in the upper classes reading and writing are added ​(SLO, 2020).

Primary schools are free to start with English in groups 2 and 3, in groups 5 and 6 or groups 7 and 8. ​The Netherlands scores below average because most students only start English after the age of ten (group 7) (Herder en de Bot, 2005).

5.5 + = Regular + stream 4.4 – 5.4 = Regular stream 3.8 – 4.3 = ‘at risk’

≤3.7 = ‘severely at risk’

14

(25)

What competences do I need to be able to teach good English in primary education?

Teachers should be able to interact naturally in English with their students, with sufficient attention to pronunciation and intonation. Indeed, learning sounds in a foreign language is especially important at an early age. A B1 skill level is probably not enough to realize this.

At the Dutch Pedagogical Academy of Primary Education a knowledge base has been established. Which is part of a teacher´s basic knowledge and skills. Important criteria’s are proper English language skills and a positive attitude. At the end of the Pabo study the students need to have obtained a minimum level of B2 and higher for speaking, listening, grammar and vocabulary skills (Bodde-Alderlieste & Schokkenbroek, 2011).

ERK

The European Framework of Reference for Languages ​​(ERK) has been implemented in Dutch language education since 2007. The ER​K works in 6 (A1,A2, B1,B2,C1,C2 ) lev​els for the skills of listening, reading, speaking (interaction), speaking (production) and writing (Europees referentiekader talen, z.d.).

What about the connection with secondary education?

The range of English is wide, therefore there are different levels of English starting in secondary education. This is not efficient.

Teachers in secondary education often do not or insufficiently take into account the knowledge and skills that pupils in primary education have already acquired, research has often shown ​(zie Oostdam, 2010; SLO, 2003).

The core objectives also provide few concrete indications for the target level of command of English at the end of primary education. Which makes it difficult for schools to determine whether students have a sufficient basis for a good start in secondary education. Now English in secondary education is a core subject (and a sufficient performance in the profession determines the school career of pupils), it is important to gain a better understanding of the connection between primary education with secondary education​(Onderwijsraad & Raad voor Cultuur, z.d.).

Dutch primary school’s tomorrow

Platform Onderwijs 2032 ​proposes that the subject of English also become a compulsory core subject​ in primary education.

The emphasis remains on speaking skills and work is done from the didactics for ​vvto (​vroeg vreemdetalenonderwijs) ​: ​in a playfull manner and from the communicative approach. The platform also proposes to improve the connection with the secondary education to set clear goals for both primary and the secondary education.

The platform notes: "Students learning early English are more positive about learning and using a foreign language." That is why the advice is to intensify the range of English in primary education a​nd start early. However, the platform wants to leave it to the school to choose the start time. The question is whether that is wise (Boddle - Alderlieste 2016a).

(26)

4.5 Reading file

4.5.1 Busy, busy world

Author: Richard Scarry Age category: 3-6 year

Publisher: Dean Year of publication: 2015

Category: picture book

This funny book collect stories about the international adventures of a variety of animal characters, inlcuding CousCous the Algerien detective, Pierre the Paris policeman, Rajah of India and smokey the New York fireman. With 33 stories this worldwide adventure of discory you can pack your bags and visit those international Busytowns. The author is very popular.

More than 100 millions copies are solved. Amazing!

4.5.2 The rescue party ( a Percy the Park Keeper story)

Author: Nick Butterworth Age category: 2-6 year Publisher: HarperCollins Children's Books Year of publication: 2019 Category: picture book

Percy the park kepper works hard looking afterthe park and his animal friends who live there.

Percy is having a day off. It is a perfect day for doing nothing. But Percy’s peaceful picnic is disturbed. A little rabbit crashed right through the rotten cover of an old well. The other rabbits ran straight to Percy and told him what had happened. Togheter they solved the problem.

4.5.3 Go well, stay well

Author: Toeckey Jones Age category: 10+

Publisher: Heineman Educational Books Year of publication: 1979 Category: children´s literature

Candy is a white girl who lives in Johannesburg in South Africa. She has a very good life.

They have a black man (Tom) who serves the family for years. Becky is a black African girl who lives in Soweto in South Afrika. She has no father and her mother and her familiy are very poor, they lives in a small room all toghether.

Those two opposed girls met each other bij accident. They want to be friends, but Candy knows that they are not supposed to be. So Candy plans that Becky can be her teacher, to teach Zulu lessons and that she´ll pay her. The parents are not happy with that idea. What shall the neighbours say about that. They could have trouble with the police. Becky comes every Sunday to give Candy Zulu lessons and they talk a lot about ´apartheid´. Candy feels so guilty, because Becky has such a miserable life. Why can´t they treat them as equals?

Candy really start to feel guilty for being white. Something awful happens in Soweto, a white man shot her uncle and Becky just couldn´t handle it anymore. Finally they meet each other again.

(27)

4.6 Storytelling

On the 15th of April Bianca, Gerda, Henriëtte and I gathered together in Microsoft Teams.

We all read an English story to each other and gave each other feedback:

Bijlage V: Rubric reading aloud: story

4.7 A spoken recording about English teaching at Dutch primary schools

This was our first recording and we were all very nervous. Out of the blue I started to speak. I know this was not very professional. But this was our first expericience. I promise I will do my best, the next time.

The spoken evidence you can find in this link:

https://newuniversity.sharepoint.com/sites/Group-Pabodeeltijdleergroep/Shared%20Docume nts/General/Engels/English-primary-school-Juffen.mp4

(28)

5. Conclusie

Ik ben blij met de ervaring die ik op heb gedaan tijdens het maken van dit taalleesdossier.

Van tevoren dacht ik dat de huidige generatie kinderboeken te wensen over liet. Bij het lezen van enkele hiervan ben ik positief verrast.

Lezen op zich vo

nd ik al leuk, maar het heeft weer nieuwe dimensies gekregen nu ik ook Friese en meer Engelse boeken heb gelezen.

Ik ben erg blij om te ontdekken dat ik het ontzettend leuk vind om mezelf te ontwikkelen op het gebied van de talen Nederlands, Fries en Engels.

Er zijn genoeg puntjes van aandacht: Het leren van de Friese taal en de Engelse grammatica. Ik zie de toekomst met vertrouwen tegemoet.

Wat me aan het hart gaat, is dat het leesgedrag van kinderen afneemt terwijl er zoveel wordt gedaan aan leesbevordering. Als toekomstige leerkracht hoop ik dat ik mijn liefde voor het lezen over kan brengen op kinderen! Zowel in het Nederlands, het Fries als het Engels.

(29)

6. Literatuurlijst

Boddle-Alderlieste, M. (2005a).​Engels.Vakspecifieke competenties voor studenten aan de lerarenopleiding primair onderwijs. Een proeve. ​Enschede: SLO.

Bodde-Alderlieste, M. (2018). ​Engels in het basisonderwijs.​ Noordhoff.

Boer, J. D. (2018). ​Geheimen út ’e Boskberch​. Weidum: De boekenbei.

Bonset, H., Kan leesbevordering de ontlezing stoppen?, in: ​Levende Talen Tijdschrift, jrg. 17 nr 2, pp. 30-36,2016.

Bos, R., A. Russchen. (2019).​In de strijd van Grutte Pier​. Dokkum: Wijde eer.

Bosma, N.J.(1968). ​In de schaduw van Loevestein.​ Callenbach.

Butterworth, N. (2019). ​The rescue party.​ HarperCollins Children´s Books.

Dam, A. van, A. de Wolf, (2007).​ Lang geleden. ​Van Holkema & Warendorf.

Dykstra,L. (2018).​ Dweiltrochwiet.​Ljouwert:Afuk.

Europees referentiekader talen. (z.d.). ​De niveaubeschrijvingen​. Geraadpleegd op 10 juni 2020, van https://erk.nl/docent/niveaubeschrijvingen/v

Hollander,V. den, (2015). ​De Kon-Tiki's-School in gevaar. Ploegsma.

Jones, T. (1979). ​Go well, stay well. ​Heineman Educational Books.

Ministerie van OCW (2011). Actieplan beter presteren: opbrengstgericht en ambitieus. Den Haag: Ministerie van OCW.

Moonen, M. (2011). ​Engels in het basisonderwijs. Vakdossier​. Geraadpleegd op 9 juni 2020, van ​https://slo.nl/zoeken/@4810/engels-0/

Nikken, P. (2013). ​Media-risico´s voor kinderen - Een verkenning.​ Nederlands Jeugdinstituut.

Potter, B. (2013). ​Alle verhalen van Pieter Konijn.​ Ploegsma.

Scarry, R. (2015). ​Busy, busy world. Dean.

Schaap, A. (2017).​ Lampje​. Querido.

SLO. (2020, 9 juni). ​Engels in het primair onderwijs​. Geraadpleegd op 10 september 2020, van ​https://slo.nl/thema/vakspecifieke-thema/mvt/engels/

Stilton, G. (2011). ​Heidi.​ Bakermat.

Straat, H. van, (2011). ​Spuit Elf. Kluitman.

Verroen, D. (2016). ​Oorlog en vriendschap.​ Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek.

van der Velden, M. (2015, 6 september). ​Are you ready?​ Geraadpleegd op 9 juni 2020, van https://surfsharekit.nl/publiek/NHLStenden/79d68f3a-6d89-41a6-8ccf-b8c54a7d71db Vriens,J. (2013). ​De aventoeren fan Auke.​ Ljouwert: Afuk.

Wolf, T. (2006). ​Onder moeders vleugels - Uit de serie 'New classics for young children'.

Brilliant books.

(30)

BIJLAGE I: Lesbeschrijvingsformulier

Lesbeschrijvingsformulier

Stageschool:

Katholieke bassischool De Sprong te Leeuwarden

Student:

Gerda van Rijn

Moduleperiode:1&2

Mentor: Nelleke de Boer Groep:3 Aantal kinderen:16

Korte omschrijving van de activiteit:

taalles Spelling/Nederland

s Datum: 18-03-2020

Betekenissen Beginsituatie Doel en activiteit(en)

De aan te bieden activiteiten hebben naar mijn idee de volgende betekenis voor kinderen.

Beschrijf zo nauwkeurig mogelijk wat de kinderen al weten en kunnen. Leg hierbij de relatie met het doel van de activiteit. Raadpleeg je

mentor.

Geef concreet aan wat de kinderen aan het eind van de activiteit beheersen

Formuleer het doel SMART

Betekenis:

De kinderen bekend maken met het lezen van eenlettergrepige woorden die eindigen op ´aai´, ´ooi´ of ´oei´. Ook maak ik duidelijk dat je achteraan bij deze woorden de letter ´i´ ziet, maar dat je ´j´ zegt.

Beginsituatie:

Ik gebruik de methode van ´veilig lezen´. De kinderen gebruiken deze methode en ik borduur daarop verder. Ik start met een filmpje van een haai die een boei mooi vindt.

Tijdens dit filmpje geef ik de instructie.

Doel:

De kinderen hebben geoefend met woorden die eindigen met ´aai´ ´ooi´ en ´oei´

door mideel van een tweedictee en tweespraak. Ze hebben meerdere malen gehoord dat je het niet schrijft met een ´j´ maar met een ´i´.

(31)

Persoonlijk leerdoel:

Bekwaamheidseisen:

3.12 ‘Doelen stellen, leefstof selecteren en ordenen´

4.16 ´Hij kan zijn eigen grenzen bewaken´

Eigen doelen:

Rust behoden in de klas en bij mezelf Fouten maken mag, vooral blijven lachen.

Gebruikte bronnen: (boeken, naslagwerken, methoden) Methode veilig lezen

Filmpje van youtube: aai ooi oei

Ontwerp

Tijd Ontwerp van de activiteit Didactisc

he werkvor men en leerling-a ctiviteite n

Organisatie en middelen

10 M Inleiding:

Ik start met een filmpje met het onderwerp aai, ooi, oei. Daar zie je een haai die een boei mooi vindt.

Daarna pak ik het bordje met deze woorden en leg goed uit dat het eindigt met een ´j´ maar je schrijft een ´i´. Ik leg ook uit wat we gaan doen. We starten met een tweedictee, ze mogen zelf kiezen bij wie ze gaan zitten.

Na de tweedictee doen we een tweespraak en daarna mogen de maankinderen werken in de werkmap van

´veilig lezen´.

kinderen pakken hun wisbordje, doekje en stift.

Ze pakken ook hun veilig envlot boekje

na de tweedictee en tweespraak pakken de zonkinderen een boekje en de maankinderen werken in hun werkmap wat bij dit thema past.

(32)

20 M Kern:

De kinderen gaan in groepjes van twee starten met een tweedictee.

Eerst 8 minuten een tweedictee, dan 8 minuten een tweespraak. Daarna mogen de zonkinderen lezen en de maankinderen werken in hun werkmapje.

timetimer zet ik aan voor 8 minuten per onderdeel.

Afsluiting:

Ik schrijf de drie woorden aai ooi en oei op het grote wisbord. Daarna pak ik een stokje uit het bekertje en vraag welke woorden zij bedacht hebben en schrijf dat eronder.

wisbord stift bakje met ijscostokjes met namen van de kinderen

Feedback mentor/begeleider en gesprekspunten met student

Tops:

- Je bleef je blijdschap houden en je bleef ontspannen - Je had goed door dat Marco heel snel is afgeleid

- Je gebruikte de methode voor-koor-door en dat is goed - je hebt een goede intonatie

- Bij de instructie gaf je duidelijk aan welke stappen je ging nemen Tips:

- Tijdens het lezen met Marco, Deon en Rixt hield je de andere kinderen niet in de gaten - Al bij de instructie gaf ik opdracht om de benodigde spulletjes te pakken, dit gaf veel

afleiding. Kan beter bij de uitwerking

- Herhaal bij de instructie nog een paar keer de woorden aai, ooi, oei - Zet pas de timer aan als alle kinderen daadwerkelijk klaar zijn - Loop rond om te checken of iedereen het snapt

- Geef ze complimenten en moedig ze aan

- Help Otis en Stijn met het opstarten van de opdracht - Ze mogen niet naar de wc tijdens de taalles

- Leg uit bij een tweespraak dat je de vorm gebruikt en wat je gaat doen

- Zet Marco dicht bij je tijdens het lezen, zodat je kan controleren of hij niet afdwaalt - Deon mag je commanderen als een puppy en als hij dan nog niet luistert dan mag je hem

apart zetten

- Zeg dat iedereen naar zijn eigen plek mag gaan als ze klaar zijn - En geef ook aan wat het volgende onderdeel is na taal

Paraaf mentor/ stagebegeleider:

(33)

Evaluatie en reflectie door student Evaluatie van de activiteit

1. Heb je het doel van de activiteit wel/niet bereikt? Licht dit toe.

Niet helemaal. Het was wat rommelig, omdat ik de werkvormen tweespraak en tweedictee door elkaar heb gehaald. Ook testte Deon mij vreselijk uit en ik wist niet precies hoe ik dit kon aanpakken. Wel bleef ik mijn plezier behouden. Ondanks dat ik wel op een blaadje een planning heb gemaakt, zat de planning nog niet goed in mijn hoofd. Dus in het vervolg wil ik dit beter voorbereiden en helder hebben in mijn hoofd. Misschien zelf even oefenen thuis voordat ik de les geef.

Reflectie op de activiteit

1. Terugblik: wat is er gebeurd?

2. Bewustwording: wat vond ik hierin belangrijk?

3. Besluit: wat zijn alternatieven voor een vervolgactiviteit​? 1. Wat is er gebeurd?

Deon tesste mij erg uit en ik wist niet precies hoe ik dit goed kon aanpakken. Ik merkte dat ik snel irritatie kreeg naar hem toe. Dit heb ik ook eerlijk tegen Nelleke gezegd. Ik liet dit niet merken, maar ik merkte het wel bij mezelf. En dat vind ik jammer. Ik wist niet hoe ik met hem om moest gaan en het resultaat was niet zo prettig. Ik vind het belangrijk dat ik consequent en duidelijk ben, strakke grenzen heb maar wel vriendelijk blijf. Daarom baalde ik van mezelf, dat ik naar hem geïrriteerd was.

In het vervolg ga ik de tips van Nelleke toepassen: commandeer hem als een kleine puppy. En als hij dan nog niet luistert, gaat hij apart zitten. Dit doe ik met een rustige en blije stem. Want het zegt ook niks over hem als persoon maar over zijn gedrag op dat moment.

Reflectie op het persoonlijk leerdoel

1. Wat is er gebeurd?

2. Wat vond ik hierin belangrijk?

3. Wat betekent dit voor je (volgend) persoonlijke leerdoel?

1. een leerdoel is: Fouten maken mag, vooral blijven lachen.

Ik stel hoge eisen aan mezelf. Ik vind het moeilijk om mezelf complimenten te geven en te leven met de les: drie stappen vooruit, twee terug. Toch wil ik hier aan werken, omdat het veel leuker is om te genieten tijdens het leren dan het allemaal perfect te doen. Vandaar dit doel.

2. Ik merkte tijdens de uitwerking dat er iets mis ging. Bij de eerste uitwerking stond ik stil en een beetje te lachen. Ik dacht: ´er gaat hier iets fout maar ik weet niet wat´. Het was chaotisch en ik had een

(34)

gezonde zelfspot. Net voor de tweede uitwerking kwam ik hier achter en ik liet de kinderen weten dat ´juf´ ook nog veel moet leren en dat ze de twee werkvormen door elkaar heeft gehaald en of ze dat wel doorhadden.

Wat heerlijk om dat gewoon eerlijk toe te geven, kinderen zijn mega loyaal. Ondanks dat mijn taalles niet goed ging, ben ik erg tevreden dat ik dit wel goed deed.

3. Ik wil dit leerdoel blijven meenemen, want ik kan het zomaar vergeten.

En leren van deze heerlijke ervaring: fouten toegeven is niet zwak, maar menselijk en heel verfrissend.

(35)

BIJLAGE II: Lesbeschrijvingsformulier

Lesbeschrijvingsformulier

Stageschool: Student:Gerda van

Rijn Moduleperiode:1&2

Mentor: Groep:7 Aantal kinderen:4

Korte omschrijving van de activiteit:

Maak van toneelstuk aan de hand van een boek.

Stellen/Nederlands Datum: 30-04-2020

Betekenissen Beginsituatie Doel en activiteit(en)

De aan te bieden activiteiten hebben naar mijn idee de volgende betekenis voor kinderen.

Beschrijf zo nauwkeurig mogelijk wat de kinderen al weten en kunnen. Leg hierbij de relatie met het doel van de activiteit. Raadpleeg je

mentor.

Geef concreet aan wat de kinderen aan het eind van de activiteit beheersen

Formuleer het doel SMART

Betekenis:

Mijn oude koorleden zijn dol op toneelstukjes! Ik heb ze uitgedaagd tot deze opdracht: maak van een boek een toneelstuk en gebruik je eigen fantasie! De meisjes wilden een boek over 4 zussen, dus de keuze tot het boek ´onder moeders vleugels´ was snel gemaakt. Het verhaal speelt zich af in het nu: de coronatijd. Dus het slaat geheel aan bij de belevingswereld van de kinderen.

Beginsituatie:

Amy (één van de vier meisjes) heeft moeite met het bedenken van ideeën. Ik heb apart met haar gesproken en aangegeven dat iedereen een talent heeft. Ik heb Amy uitgelegd dat de vier rollen van het boek goed aansluiten bij het karakter van de meisjes. Karlijn is als Meg, erg zelfstandig en verantwoordelijk. Lisanne is rustig en heel behulpzaam, net als Beth. Nynke onze rouwdouwer is Jo en Amy is Amy: een en al humor. Ik vertel Amy dat humor zo belangrijk is in een toneelstuk, anders wordt het veel te serieus. Na dit gesprek is Amy zeker van haarzelf en haar kracht.

(36)

Doel:

Met dit groepje een verhaal in elkaar zetten. De docent is de secretaresse.

Persoonlijk leerdoel:

Bekwaamheidseisen:

3.21 ´Samenwerking, zelfwerkzaamheid en zelfstandigheid stimuleren´

3.20 ´De leerlingen begeleiden bij die verwerking, stimulerende vragen stellen en opbouwende gerichte feedback geven op taak en aanpak´

Gebruikte bronnen:

Alcott,L, M, (1868).​Onder moeders vleugels.

https://www.metjeverhaalopstap.nl/stappenplannen/een-verhaaltje-schrijven-deel -ii-stappenplan-voor-10-12-jarigen/

Ontwerp

Tijd Ontwerp van de activiteit Didactisc

he werkvor men en leerling-a ctiviteite n

Organisatie en middelen

Inleiding:

Ik introduceer de volgende stappen:

1. Onderwerp bedenken 2. Doelgroep

3. Doel van het verhaal 4. Bedenken van verhaallijn 5. schrijven van het verhaal

Ik vertel kort iets over het boek ´onder moeders vleugels´. De meisjes worden ingedeeld als de vier zussen uit het boek. Ik geef aan dat ze zelf het verhaal mogen verzinnen, maar dat dit het verhaal is van het boek.

Ik geef aan dat een grote opdracht is, vanwege de coronacrisis. Het is een mooie thuiswerkopdracht. Ze mogen hulp inschakelen. Twee ouders zijn redacteur van beroep, dus ik daag ze uit om bij hun ouders te rade te gaan. Ik geef aan dat ik de rol aanneem als

We

communicere n via Skype.

Ze kunnen hier gebruik maken van een woordspin.

Laptop en internet

boek van ´Onder moeders

vleugels´

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Klassenmanagement is echt effectief als kinderen gedurende hun hele schoolperiode continuïteit ervaren. Het is nodig dat het team met elkaar samenwerkt, afspreekt welke regels

- kan kritisch denken en redeneren over informatie die in tabellen, grafieken en diagrammen wordt gepresenteerd (bv.: In het weerrapport over Vlieland zie je de temperatuur,

Dit rapport bevat de resultaten van een studie door de RIWA-Werkgroep Kerncentrales naar de mogelijke gevolgen van een kernsmeltingsongeval voor de openbare drinkwatervoorziening

Coupe Romanoff seizoen 7,50 Verse aardbeiencoupe met vanille roomijs, aardbeienijs en verse slagroom. Coupe kersen-ijs

Voor de revitalisering van de levensgemeenschap van de Rijn moeten er maatregelen worden genomen voor de verbetering van de morfologie (bijvoorbeeld waar mogelijk

Tevens heb ik bij de werkbladen kijkvragen toegevoegd, waardoor de kinderen beter zouden waarnemen en er zo meer ruimte voor conceptontwikkeling bij de kinderen zou zijn, aangezien de

kelijk gebleken het programma aan de Markermeer-situatie aan te pas- sen. Bovendien is het op een AP-computer draaiende programma aangepast voor gebruik op een Sperry. De

Mede als gevolg van de eisen die vanuit de Wvo worden gesteld aan de kwaliteit van het oppervlaktewater en de waarborgen die middels voorschriften in de Wvo ver- gunning zijn