• No results found

Bijlage V: Rubric reading aloud: story

4.7 A spoken recording about English teaching at Dutch primary schools

4.7 A spoken recording about English teaching at Dutch primary schools

This was our first recording and we were all very nervous. Out of the blue I started to speak. I know this was not very professional. But this was our first expericience. I promise I will do my best, the next time.

The spoken evidence you can find in this link:

https://newuniversity.sharepoint.com/sites/Group-Pabodeeltijdleergroep/Shared%20Docume nts/General/Engels/English-primary-school-Juffen.mp4

5. Conclusie

Ik ben blij met de ervaring die ik op heb gedaan tijdens het maken van dit taalleesdossier.

Van tevoren dacht ik dat de huidige generatie kinderboeken te wensen over liet. Bij het lezen van enkele hiervan ben ik positief verrast.

Lezen op zich vo

nd ik al leuk, maar het heeft weer nieuwe dimensies gekregen nu ik ook Friese en meer Engelse boeken heb gelezen.

Ik ben erg blij om te ontdekken dat ik het ontzettend leuk vind om mezelf te ontwikkelen op het gebied van de talen Nederlands, Fries en Engels.

Er zijn genoeg puntjes van aandacht: Het leren van de Friese taal en de Engelse grammatica. Ik zie de toekomst met vertrouwen tegemoet.

Wat me aan het hart gaat, is dat het leesgedrag van kinderen afneemt terwijl er zoveel wordt gedaan aan leesbevordering. Als toekomstige leerkracht hoop ik dat ik mijn liefde voor het lezen over kan brengen op kinderen! Zowel in het Nederlands, het Fries als het Engels.

6. Literatuurlijst

Boddle-Alderlieste, M. (2005a).​Engels.Vakspecifieke competenties voor studenten aan de lerarenopleiding primair onderwijs. Een proeve. ​Enschede: SLO.

Bodde-Alderlieste, M. (2018). ​Engels in het basisonderwijs.​ Noordhoff.

Boer, J. D. (2018). ​Geheimen út ’e Boskberch​. Weidum: De boekenbei.

Bonset, H., Kan leesbevordering de ontlezing stoppen?, in: ​Levende Talen Tijdschrift, jrg. 17 nr 2, pp. 30-36,2016.

Bos, R., A. Russchen. (2019).​In de strijd van Grutte Pier​. Dokkum: Wijde eer.

Bosma, N.J.(1968). ​In de schaduw van Loevestein.​ Callenbach.

Butterworth, N. (2019). ​The rescue party.​ HarperCollins Children´s Books.

Dam, A. van, A. de Wolf, (2007).​ Lang geleden. ​Van Holkema & Warendorf.

Dykstra,L. (2018).​ Dweiltrochwiet.​Ljouwert:Afuk.

Europees referentiekader talen. (z.d.). ​De niveaubeschrijvingen​. Geraadpleegd op 10 juni 2020, van https://erk.nl/docent/niveaubeschrijvingen/v

Hollander,V. den, (2015). ​De Kon-Tiki's-School in gevaar. Ploegsma.

Jones, T. (1979). ​Go well, stay well. ​Heineman Educational Books.

Ministerie van OCW (2011). Actieplan beter presteren: opbrengstgericht en ambitieus. Den Haag: Ministerie van OCW.

Moonen, M. (2011). ​Engels in het basisonderwijs. Vakdossier​. Geraadpleegd op 9 juni 2020, van ​https://slo.nl/zoeken/@4810/engels-0/

Nikken, P. (2013). ​Media-risico´s voor kinderen - Een verkenning.​ Nederlands Jeugdinstituut.

Potter, B. (2013). ​Alle verhalen van Pieter Konijn.​ Ploegsma.

Scarry, R. (2015). ​Busy, busy world. Dean.

Schaap, A. (2017).​ Lampje​. Querido.

SLO. (2020, 9 juni). ​Engels in het primair onderwijs​. Geraadpleegd op 10 september 2020, van ​https://slo.nl/thema/vakspecifieke-thema/mvt/engels/

Stilton, G. (2011). ​Heidi.​ Bakermat.

Straat, H. van, (2011). ​Spuit Elf. Kluitman.

Verroen, D. (2016). ​Oorlog en vriendschap.​ Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek.

van der Velden, M. (2015, 6 september). ​Are you ready?​ Geraadpleegd op 9 juni 2020, van https://surfsharekit.nl/publiek/NHLStenden/79d68f3a-6d89-41a6-8ccf-b8c54a7d71db Vriens,J. (2013). ​De aventoeren fan Auke.​ Ljouwert: Afuk.

Wolf, T. (2006). ​Onder moeders vleugels - Uit de serie 'New classics for young children'.

Brilliant books.

BIJLAGE I: Lesbeschrijvingsformulier

Lesbeschrijvingsformulier

Stageschool:

Katholieke bassischool De Sprong te Leeuwarden

Student:

Gerda van Rijn

Moduleperiode:1&2

Mentor: Nelleke de Boer Groep:3 Aantal kinderen:16

Korte omschrijving van de activiteit:

taalles Spelling/Nederland

s Datum: 18-03-2020

Betekenissen Beginsituatie Doel en activiteit(en)

De aan te bieden activiteiten hebben naar mijn idee de volgende betekenis voor kinderen.

Beschrijf zo nauwkeurig mogelijk wat de kinderen al weten en kunnen. Leg hierbij de relatie met het doel van de activiteit. Raadpleeg je

mentor.

Geef concreet aan wat de kinderen aan het eind van de activiteit beheersen

Formuleer het doel SMART

Betekenis:

De kinderen bekend maken met het lezen van eenlettergrepige woorden die eindigen op ´aai´, ´ooi´ of ´oei´. Ook maak ik duidelijk dat je achteraan bij deze woorden de letter ´i´ ziet, maar dat je ´j´ zegt.

Beginsituatie:

Ik gebruik de methode van ´veilig lezen´. De kinderen gebruiken deze methode en ik borduur daarop verder. Ik start met een filmpje van een haai die een boei mooi vindt.

Tijdens dit filmpje geef ik de instructie.

Doel:

De kinderen hebben geoefend met woorden die eindigen met ´aai´ ´ooi´ en ´oei´

door mideel van een tweedictee en tweespraak. Ze hebben meerdere malen gehoord dat je het niet schrijft met een ´j´ maar met een ´i´.

Persoonlijk leerdoel:

Bekwaamheidseisen:

3.12 ‘Doelen stellen, leefstof selecteren en ordenen´

4.16 ´Hij kan zijn eigen grenzen bewaken´

Eigen doelen:

Rust behoden in de klas en bij mezelf Fouten maken mag, vooral blijven lachen.

Gebruikte bronnen: (boeken, naslagwerken, methoden) Methode veilig lezen

Filmpje van youtube: aai ooi oei

Ontwerp

Tijd Ontwerp van de activiteit Didactisc

he

Ik start met een filmpje met het onderwerp aai, ooi, oei. Daar zie je een haai die een boei mooi vindt.

Daarna pak ik het bordje met deze woorden en leg goed uit dat het eindigt met een ´j´ maar je schrijft een ´i´. Ik leg ook uit wat we gaan doen. We starten met een tweedictee, ze mogen zelf kiezen bij wie ze gaan zitten.

Na de tweedictee doen we een tweespraak en daarna mogen de maankinderen werken in de werkmap van

´veilig lezen´.

20 M Kern:

De kinderen gaan in groepjes van twee starten met een tweedictee.

Eerst 8 minuten een tweedictee, dan 8 minuten een tweespraak. Daarna mogen de zonkinderen lezen en de maankinderen werken in hun werkmapje.

timetimer zet ik aan voor 8 minuten per onderdeel.

Afsluiting:

Ik schrijf de drie woorden aai ooi en oei op het grote wisbord. Daarna pak ik een stokje uit het bekertje en vraag welke woorden zij bedacht hebben en schrijf dat eronder.

Feedback mentor/begeleider en gesprekspunten met student

Tops:

- Je bleef je blijdschap houden en je bleef ontspannen - Je had goed door dat Marco heel snel is afgeleid

- Je gebruikte de methode voor-koor-door en dat is goed - je hebt een goede intonatie

- Bij de instructie gaf je duidelijk aan welke stappen je ging nemen Tips:

- Tijdens het lezen met Marco, Deon en Rixt hield je de andere kinderen niet in de gaten - Al bij de instructie gaf ik opdracht om de benodigde spulletjes te pakken, dit gaf veel

afleiding. Kan beter bij de uitwerking

- Herhaal bij de instructie nog een paar keer de woorden aai, ooi, oei - Zet pas de timer aan als alle kinderen daadwerkelijk klaar zijn - Loop rond om te checken of iedereen het snapt

- Geef ze complimenten en moedig ze aan

- Help Otis en Stijn met het opstarten van de opdracht - Ze mogen niet naar de wc tijdens de taalles

- Leg uit bij een tweespraak dat je de vorm gebruikt en wat je gaat doen

- Zet Marco dicht bij je tijdens het lezen, zodat je kan controleren of hij niet afdwaalt - Deon mag je commanderen als een puppy en als hij dan nog niet luistert dan mag je hem

apart zetten

- Zeg dat iedereen naar zijn eigen plek mag gaan als ze klaar zijn - En geef ook aan wat het volgende onderdeel is na taal

Paraaf mentor/ stagebegeleider:

Evaluatie en reflectie door student Evaluatie van de activiteit

1. Heb je het doel van de activiteit wel/niet bereikt? Licht dit toe.

Niet helemaal. Het was wat rommelig, omdat ik de werkvormen tweespraak en tweedictee door elkaar heb gehaald. Ook testte Deon mij vreselijk uit en ik wist niet precies hoe ik dit kon aanpakken. Wel bleef ik mijn plezier behouden. Ondanks dat ik wel op een blaadje een planning heb gemaakt, zat de planning nog niet goed in mijn hoofd. Dus in het vervolg wil ik dit beter voorbereiden en helder hebben in mijn hoofd. Misschien zelf even oefenen thuis voordat ik de les geef.

Reflectie op de activiteit

1. Terugblik: wat is er gebeurd?

2. Bewustwording: wat vond ik hierin belangrijk?

3. Besluit: wat zijn alternatieven voor een vervolgactiviteit​? 1. Wat is er gebeurd?

Deon tesste mij erg uit en ik wist niet precies hoe ik dit goed kon aanpakken. Ik merkte dat ik snel irritatie kreeg naar hem toe. Dit heb ik ook eerlijk tegen Nelleke gezegd. Ik liet dit niet merken, maar ik merkte het wel bij mezelf. En dat vind ik jammer. Ik wist niet hoe ik met hem om moest gaan en het resultaat was niet zo prettig. Ik vind het belangrijk dat ik consequent en duidelijk ben, strakke grenzen heb maar wel vriendelijk blijf. Daarom baalde ik van mezelf, dat ik naar hem geïrriteerd was.

In het vervolg ga ik de tips van Nelleke toepassen: commandeer hem als een kleine puppy. En als hij dan nog niet luistert, gaat hij apart zitten. Dit doe ik met een rustige en blije stem. Want het zegt ook niks over hem als persoon maar over zijn gedrag op dat moment.

Reflectie op het persoonlijk leerdoel

1. Wat is er gebeurd?

2. Wat vond ik hierin belangrijk?

3. Wat betekent dit voor je (volgend) persoonlijke leerdoel?

1. een leerdoel is: Fouten maken mag, vooral blijven lachen.

Ik stel hoge eisen aan mezelf. Ik vind het moeilijk om mezelf complimenten te geven en te leven met de les: drie stappen vooruit, twee terug. Toch wil ik hier aan werken, omdat het veel leuker is om te genieten tijdens het leren dan het allemaal perfect te doen. Vandaar dit doel.

2. Ik merkte tijdens de uitwerking dat er iets mis ging. Bij de eerste uitwerking stond ik stil en een beetje te lachen. Ik dacht: ´er gaat hier iets fout maar ik weet niet wat´. Het was chaotisch en ik had een

gezonde zelfspot. Net voor de tweede uitwerking kwam ik hier achter en ik liet de kinderen weten dat ´juf´ ook nog veel moet leren en dat ze de twee werkvormen door elkaar heeft gehaald en of ze dat wel doorhadden.

Wat heerlijk om dat gewoon eerlijk toe te geven, kinderen zijn mega loyaal. Ondanks dat mijn taalles niet goed ging, ben ik erg tevreden dat ik dit wel goed deed.

3. Ik wil dit leerdoel blijven meenemen, want ik kan het zomaar vergeten.

En leren van deze heerlijke ervaring: fouten toegeven is niet zwak, maar menselijk en heel verfrissend.

BIJLAGE II: Lesbeschrijvingsformulier

Lesbeschrijvingsformulier

Stageschool: Student:Gerda van

Rijn Moduleperiode:1&2

Mentor: Groep:7 Aantal kinderen:4

Korte omschrijving van de activiteit:

Maak van toneelstuk aan de hand van een boek.

Stellen/Nederlands Datum: 30-04-2020

Betekenissen Beginsituatie Doel en activiteit(en)

De aan te bieden activiteiten hebben naar mijn idee de volgende betekenis voor kinderen.

Beschrijf zo nauwkeurig mogelijk wat de kinderen al weten en kunnen. Leg hierbij de relatie met het doel van de activiteit. Raadpleeg je

mentor.

Geef concreet aan wat de kinderen aan het eind van de activiteit beheersen

Formuleer het doel SMART

Betekenis:

Mijn oude koorleden zijn dol op toneelstukjes! Ik heb ze uitgedaagd tot deze opdracht: maak van een boek een toneelstuk en gebruik je eigen fantasie! De meisjes wilden een boek over 4 zussen, dus de keuze tot het boek ´onder moeders vleugels´ was snel gemaakt. Het verhaal speelt zich af in het nu: de coronatijd. Dus het slaat geheel aan bij de belevingswereld van de kinderen.

Beginsituatie:

Amy (één van de vier meisjes) heeft moeite met het bedenken van ideeën. Ik heb apart met haar gesproken en aangegeven dat iedereen een talent heeft. Ik heb Amy uitgelegd dat de vier rollen van het boek goed aansluiten bij het karakter van de meisjes. Karlijn is als Meg, erg zelfstandig en verantwoordelijk. Lisanne is rustig en heel behulpzaam, net als Beth. Nynke onze rouwdouwer is Jo en Amy is Amy: een en al humor. Ik vertel Amy dat humor zo belangrijk is in een toneelstuk, anders wordt het veel te serieus. Na dit gesprek is Amy zeker van haarzelf en haar kracht.

Doel:

Met dit groepje een verhaal in elkaar zetten. De docent is de secretaresse.

Persoonlijk leerdoel:

Bekwaamheidseisen:

3.21 ´Samenwerking, zelfwerkzaamheid en zelfstandigheid stimuleren´

3.20 ´De leerlingen begeleiden bij die verwerking, stimulerende vragen stellen en opbouwende gerichte feedback geven op taak en aanpak´

Gebruikte bronnen:

Alcott,L, M, (1868).​Onder moeders vleugels.

https://www.metjeverhaalopstap.nl/stappenplannen/een-verhaaltje-schrijven-deel -ii-stappenplan-voor-10-12-jarigen/

Ontwerp

Tijd Ontwerp van de activiteit Didactisc

he

Ik introduceer de volgende stappen:

1. Onderwerp bedenken 2. Doelgroep

3. Doel van het verhaal 4. Bedenken van verhaallijn 5. schrijven van het verhaal

Ik vertel kort iets over het boek ´onder moeders vleugels´. De meisjes worden ingedeeld als de vier zussen uit het boek. Ik geef aan dat ze zelf het verhaal mogen verzinnen, maar dat dit het verhaal is van het boek.

Ik geef aan dat een grote opdracht is, vanwege de coronacrisis. Het is een mooie thuiswerkopdracht. Ze mogen hulp inschakelen. Twee ouders zijn redacteur van beroep, dus ik daag ze uit om bij hun ouders te rade te gaan. Ik geef aan dat ik de rol aanneem als

We

secretaresse en dat ze me zeker mogen vragen.

Maar dat het doel is om zoveel mogelijk zelf een verhaal te verzinnen.

Ik maak een

De kinderen gaan aan de slag met de bovenstaande punten. De vier meisjes krijgen ook de opdracht om een lijstje te maken met punten die ze graag willen hebben in het verhaal. Ik kies van elk lijstje 1 punt uit dat ze gaan toevoegen aan het verhaal. Zo heeft ieder kind het gevoel dat ze gehoord worden.

Ik organiseer een nieuwe meeting om de punten te bespreken. Ik begeleid dit en geef ideeën hoe ze van de verschillende ideeën één verhaal kunnen maken.

Ik verwacht

Het is een grote opdracht. Als ze het verhaal hebben geschreven dan komt er een reflectie of ze blij zijn met het resultaat en hoe de samenwerking ging. Dan geef ik ze de opdracht om het om te zetten in een toneelstuk. Dit gaat we filmen!

Camera om het verhaal op te nemen.

Feedback mentor/begeleider en gesprekspunten met student

Paraaf mentor/ stagebegeleider:

Evaluatie en reflectie door student Evaluatie van de activiteit

Reflectie op de activiteit

1. Terugblik: wat is er gebeurd?

2. Bewustwording: wat vond ik hierin belangrijk?

3. Besluit: wat zijn alternatieven voor een vervolgactiviteit​? 1. Wat is er gebeurd?

Reflectie op het persoonlijk leerdoel

1. Wat is er gebeurd?

2. Wat vond ik hierin belangrijk?

3. Wat betekent dit voor je (volgend) persoonlijke leerdoel?

BIJLAGE III: Lesbeschrijvingsformulier

Lesbeschrijvingsformulier

Stageschool:

Katholieke bassischool De Sprong te Leeuwarden

Student:

Gerda van Rijn

Moduleperiode:1&2

Mentor: Groep:7 Aantal kinderen:

Korte omschrijving van de activiteit:

#Ikleesthuischallenge Jeugdliteratuur/Ned

erlands Datum: 7-5-2020

Betekenissen Beginsituatie Doel en activiteit(en)

De aan te bieden activiteiten hebben naar mijn idee de volgende betekenis voor kinderen.

Beschrijf zo nauwkeurig mogelijk wat de kinderen al weten en kunnen. Leg hierbij de relatie met het doel van de activiteit. Raadpleeg je

mentor.

Geef concreet aan wat de kinderen aan het eind van de activiteit beheersen

Formuleer het doel SMART

Betekenis:

Kinderen zijn al bekend met de leesbingo: het lezen van 15 minuten per dag. Ik vind dat de leesbingo tekort schiet bij het volgende doel: ´Even lekker

wegdromen´. Want in 15 minuten heb je jezelf nog niet verloren in een verhaal.

Maar is het nog van deze tijd om uren te lezen? Om jezelf te verliezen in een boek? Ja! Alleen is er momenteel zoveel dat om aandacht schreeuwt: TV, games, tablet! Ik heb iets gezocht wat een kind kan triggeren om toch te kiezen voor het lezen van boeken: de leeschallenge. Gelukkig is er op het internet genoeg te vinden over dit onderwerp. Ik doe zelf ook mee en ik ga samen met de leerlingen de strijd aan!

Beginsituatie:

Er zijn kinderen die moeite hebben met taal en met het zich concentreren bij het lezen. Ik wil hier rekening mee houden. Een challenge kan sommige kinderen afschrikken: Het kind kan denken dat hij/zij nu ook dezelfde boeken moet lezen als die andere leerling(en). Ik geef duidelijk aan dat ieder op zijn eigen niveau leest. Het doel is niet welk boek en hoeveel bladzijden maar dát ze lezen en dat ze hier ook een bepaalde passie voor ontwikkelen, want lezen kun leren. Wel daag ik de kinderen uit om ook jeugdliteratuur te lezen en niet alleen maar boeken als ´dagboek van een muts´ en ´het leven van een loser´. Ik heb onderzoek gedaan naar jeugdliteratuur voor elk niveau.

De kinderen kunnen ook een foto maken van zichzelf als ze aan het lezen zijn en deze via ​https://kinderboekenambassadeur.nl/2020/03/17/ikleesthuis/​ opsturen.

Hierbij kunnen ze ook kans maken op het winnen van een boek.

Doel:

Ik hoop dat de kinderen een passie en een smaak krijgen voor het lezen en dat ze andere mensen (ook volwassenen) aanzetten tot lezen. Het lezen van boeken verrijkt de wereld van ieder persoon. Lezen opent een deur naar een andere wereld, het stimuleert de fantasie en daarnaast is het fantastisch voor zowel de taal-, als de sociale ontwikkeling van de leerling.

Persoonlijk leerdoel:

Bekwaamheidseisen:

3.18 ´Doelmatig gebruik maken van beschikbare digitale leermaterialen en -middelen

4.7 ´Hij kan vertrouwen wekken bij zijn leerlingen en een veilig pedagogisch klimaat scheppen

Gebruikte bronnen: (boeken, naslagwerken, methoden) https://yoleo.nl/

https://www.hebban.nl/

https://kinderboekenambassadeur.nl/2020/03/17/ikleesthuis https://www.lezen.nl/nl/publicaties/ouders-betrekken-bij-lezen

Ontwerp

Tijd Ontwerp van de activiteit Didactisc

he werkvor men en leerling-a ctiviteite n

Organisatie en middelen

10 M Inleiding:

Allereerst daag ik de kinderen uit om mee te doen met de thuisleeschallenge. De kinderen zijn niet verplicht om mee te doen. Ook daag ik de kinderen uit om hun ouders mee te krijgen. Het is bewezen dat als ouders lezen, kinderen ook vaker gaan lezen.

Ik geef uitleg over het doel van de challenge: Het doel is dat je boeken lezen leuk gaat vinden. Je verdient geen punten door de meeste boeken te lezen of het moeilijkste boek te lezen, want ieder kind leest op zijn niveau. Dus je kan jezelf niet vergelijken met een ander kind. Ik beoordeel dat!

Ik noteer de namen van de kinderen en de ouders die meedoen.

20 M Kern:

De leerlingen melden zich aan op de voleo-website en de hebban-website. Ik zorg ervoor dat de leerlingen elkaar kunnen volgen.

Ik geef aan dat de ouders het boek ook mogen voorlezen, dat is ook prima!

Afsluiting:

Tijd voor reflectie:

Wat vonden jullie van de challenge?

Wat heeft het gedaan tot je leesgedrag?

Wil je weer een leeschallenge aangaan?

Merk je dat je lezen leuker bent gaan vinden?

Feedback mentor/begeleider en gesprekspunten met student

Paraaf mentor/ stagebegeleider:

Evaluatie en reflectie door student Evaluatie van de activiteit

1. Heb je het doel van de activiteit wel/niet bereikt? Licht dit toe.

Reflectie op de activiteit

1. Terugblik: wat is er gebeurd?

2. Bewustwording: wat vond ik hierin belangrijk?

3. Besluit: wat zijn alternatieven voor een vervolgactiviteit​?

3. Besluit: wat zijn alternatieven voor een vervolgactiviteit​?