• No results found

Verwachtingen en tevredenheid bij totale knieprothese

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Verwachtingen en tevredenheid bij totale knieprothese"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

ONDERZOEK

Het plaatsen van een totale knieprothese is een kostenef- fectieve ingreep voor patiënten met eindstadium gonar- trose.1 De chirurgische techniek en het ontwerp van de prothese zijn de afgelopen jaren flink verbeterd en over het algemeen zijn de meeste patiënten tevreden, maar ondanks alle verbeteringen blijft 5-10% van hen ontevre- den.2-5 De verklaring voor de teleurstelling lijkt niet altijd volledig fysiologisch te zijn, zoals een bijwerking, comor- biditeit of variatie in de operatie. De ontevredenheid lijkt soms ook gerelateerd te zijn aan niet-chirurgische facto- ren, zoals angstklachten, depressieve klachten of onrea- listische verwachtingen.2,3 Ongeveer 95% van de patiën- ten heeft hoge verwachtingen van de prothese.4,5 Maar niet alleen patiënten, ook orthopedisch chirurgen en waarschijnlijk ook huisartsen blijken de resultaten van de ingreep regelmatig te overschatten.5,6 In de voorlichting van de patiënt spelen zij een belangrijke rol.

Invaliderende gonartrose komt door de toename van obesitas op steeds jongere leeftijd voor.7 Hierdoor zullen totale knieprotheses de komende jaren bij steeds jongere en actievere patiënten geplaatst worden.8 Het ligt voor de hand dat de verwachtingen van het resultaat daardoor in de toekomst nog hoger zullen worden.

Onderzoeken bij patiënten die hartchirurgie, abdomi- nale hysterectomie of spinale chirurgie ondergaan, laten Doel Ongeveer 5-10% van de patiënten is niet tevreden na een totale knieprothese. Verscheidene onderzoeken suggereren dat onrealistische verwachtingen daaraan bijdragen, maar een goed systematisch literatuuroverzicht ontbreekt.

Wij zochten naar literatuur over de relatie tussen preoperatieve verwachtingen en patiënttevredenheid na een pri- maire totale knieprothese, uitgaand van de hypothese dat te hoge dan wel niet-vervulde verwachtingen tot meer ontevredenheid leiden.

opzet Systematisch literatuuronderzoek.

MethoDe Met een systematische zoekstrategie werd in PubMed, MEDLINE, Embase, Cochrane, PsycINFO, CINAHL en Web-of-Sci- ence gezocht naar prospectieve en retrospectieve onderzoeken met een follow-up van minimaal 6 maanden. De zoektermen waren ‘total knee arthroplasty’, ‘preoperative expectations’ en ‘patient satisfaction’. De onderzoeken werden door 2 onderzoekers onafhankelijk van elkaar geselecteerd en de kwaliteit werd onafhankelijk beoordeeld door 2 reviewers. Uiteindelijk is een best-evidencesynthese geformuleerd.

Resultaten De search leverde 6802 artikelen op, waarvan er 8 voldeden aan de inclusiecriteria. We vonden beperkt bewijs voor het ontbreken van een relatie tussen verwachtingen en tevredenheid op het gebied van beperkingen tijdens recreatie, loopafstand, gebruik van een hulpmiddel en verwachte tijd tot volledig herstel. Het bewijs voor een relatie tussen ontevredenheid en hoge verwachtingen met betrekking tot algemene vooruitgang, pijnreductie en adl-beperkin- gen was tegenstrijdig. We vonden gemiddeld bewijs voor de hypothese dat niet-vervulde verwachtingen vaker tot ontevredenheid leiden.

ConClusie Er is weinig prospectief onderzoek gedaan naar de relatie tussen verwachtingen en patiënttevredenheid na een totale knieprothese. De uitkomsten zijn zo heterogeen dat men voorzichtig moet zijn met het trekken van conclusies.

Toekomstig onderzoek zal op gestandaardiseerde wijze en met gevalideerde vragenlijsten moeten plaatsvinden.

Erasmus Medisch Centrum, Rotterdam.

Afd. Orthopedie: dr. T. Duivenvoorden, arts-assistent orthopedie;

prof.dr. J.A.N. Verhaar, orthopedisch chirurg;

dr. M. Reijman, fysiotherapeut-onderzoeker.

Afd. Huisartsgeneeskunde: prof.dr. S.M.A. Bierma-Zeinstra, fysiotherapeut-onderzoeker.

Reinier de Graaf Gasthuis, afd. Orthopedie, Delft.

Drs. H. Verburg, orthopedisch chirurg.

Contactpersoon: dr. T. Duivenvoorden (t.duivenvoorden@erasmusmc.nl).

Verwachtingen en tevredenheid bij totale knieprothese

Tijs Duivenvoorden, Hennie Verburg, Jan A.N. Verhaar, Sita M.A. Bierma-Zeinstra en Max Reijman

(2)

ONDERZOEK

zien dat de patiënttevredenheid het grootst was bij diege- nen die vooraf hoge verwachtingen hadden.9 Andere auteurs geven echter aan dat realistische of zelfs lage verwachtingen tot grotere tevredenheid leiden.9

Het doel van dit onderzoek was een samenvatting te geven van de huidige literatuur over de relatie tussen pre- operatieve verwachtingen en patiënttevredenheid na een totale knieprothese. Deze kennis is belangrijk om in de toekomst de preoperatieve verwachtingen zo te kunnen beïnvloeden dat de patiënttevredenheid verder kan toene- men. Onze eerste hypothese was dat hoge verwachtingen tot meer ontevredenheid leiden; onze tweede hypothese was dat niet-vervulde verwachtingen op dit specifieke gebied eveneens tot meer ontevredenheid leiden.

MethoDe

zoekstRategie en seleCtie van Relevant onDeRzoek

We hebben in Embase, PubMed, MEDLINE, de Cochrane Library, PsycINFO, CINAHL, Web-of-Science en Google scholar systematisch gezocht naar alle relevante publica- ties tot en met maart 2015. De zoekopdracht bevatte de termen ‘total knee arthroplasty’, ‘preoperative expectati- ons’ en ‘patient satisfaction’. De volledige zoekstrategie voor Embase staat in tabel 1. Aanvullend hebben we de referentielijsten van de gevonden publicaties gescreend op relevante onderzoeken.

Twee reviewers (TD en HV) bekeken of de onderzoeken voldeden aan de volgende criteria: (a) een prospectieve of retrospectieve opzet; (b) een minimale follow-up van 6 maanden; (c) een populatie van ten minste 20 patiënten (casuïstische artikelen en patiëntenseries werden geëx- cludeerd); (d) patiënten met een primaire totale kniepro- these voor gonartrose; (e) meting van preoperatieve ver- wachtingen of van de vervulling van die verwachtingen, en meting van de patiënttevredenheid; (f) een beschrij- ving van de relatie tussen preoperatieve verwachtingen en patiënttevredenheid; (g) beschikbaarheid van de

gegevens, dus geen systematisch literatuuronderzoek of meta-analyse. Wanneer er een verschil in mening bestond over de inclusiecriteria, werd dit opgelost door discussie. Een extra mening van een derde onderzoeker (JV) was niet nodig.

BeooRDeling en gegevensveRzaMeling

De methodologische kwaliteit van observationeel onder- zoek kan variëren en dat kan invloed hebben op de kwa- liteit van een systematisch literatuuronderzoek. Daarom hebben we de interne en externe validiteit van de geïn- cludeerde onderzoeken gescoord met 8 vragen uit bestaande kwaliteitsbeoordelingsinstrumenten: (a) was er sprake van inclusie van opeenvolgende patiënten?

(b) werden de in- en exclusiecriteria beschreven?

(c) beschreven de auteurs het percentage patiënten dat toestemde in deelname en gaven deze hun ‘informed consent’? (d) was er geen sprake van bias bij de bepaling van uitkomsten en determinanten? (e) was de follow-up voldoende lang? (f) was de ‘loss to follow-up’ < 20%? (g) was er enige informatie over de berekening van de steek- proefgrootte? (h) waren de statistische tests adequaat en werd er gecorrigeerd voor mogelijke confounders?10,11,12 Twee reviewers (TD, MR) bepaalden onafhankelijk van elkaar de kwaliteit. Als er verschil van mening bestond over de inclusiecriteria, losten zij dit op door discussie.

Een extra mening van een derde onderzoeker (SB) was niet nodig. Onderzoeken werden geclassificeerd als ‘van hoge kwaliteit’ wanneer zij positief scoorden op ten minste 5 vragen, waaronder in elk geval de vragen (a), (d) en (h).

Eén reviewer (TD) verzamelde de aanvangsgegevens, de follow-uptijd, de uitkomsten en determinanten en de relatie tussen de uitkomsten en de determinanten.

Best-eviDenCesynthese

Omdat de onderzoeken heterogene uitkomsten en deter- minanten beschreven en ook de methodologische kwali- teit verschilde, besloten we de resultaten niet te samen te voegen, maar een ‘best evidence synthesis’ te formuleren.

Bij een best-evidencesynthese wordt een niveau van bewijskracht oftewel ‘level of evidence’ toegekend aan de conclusies die geformuleerd zijn in verschillende, hetero- gene onderzoeken.13,14

We formuleerden de volgende niveaus van bewijskracht:

(1) sterk bewijs, bij 2 of meer onderzoeken van hoge kwa- liteit en consistente bevindingen in ≥ 75% van de onder- zoeken; (2) gemiddeld bewijs, bij 1 onderzoek van hoge kwaliteit en 2 of meer onderzoeken van lage kwaliteit en consistente bevindingen in ≥ 75% van de onderzoeken;

(3) beperkt bewijs, bij 2 of meer onderzoeken van lage kwaliteit of 1 onderzoek van hoge kwaliteit en consis- tente bevindingen in ≥ 75% van de onderzoeken; (4) tegenstrijdig bewijs, bij consistente bevindingen in < 75%

taBel 1 Zoekopdracht in Embase in het kader van een literatuuronderzoek naar preoperatieve verwachtingen en uiteindelijke tevredenheid bij patiënten met een totale knieprothese

(arthroplasty/exp OR ‘joint prosthesis’/exp OR (((knee* OR joint*) NEAR/3 (arthroplast* OR replac* OR prosthe* OR endoprosthe* OR arthroprosthe*

OR megaprosthe* OR implant*)) OR TKR OR TKA):ab,ti)[AND](‘preoperative period’/exp OR ‘predictor variable’/de OR prediction/de OR (predict*

OR preoperat* OR presurg* OR prearthroplas* OR (pre NEXT/1 (operat*

OR surg* OR arthroplast*)) OR (before NEAR/6 (operat* OR surg* OR arthroplast*))):ab,ti)[AND](‘emotion’/de OR (patient* NEAR/6 (expect* OR concern* OR question* OR prefer* OR emotion*)):ab,ti)

(3)

ONDERZOEK

van de onderzoeken; (5) geen bewijs, wanneer geen onderzoeken gevonden werden.

Resultaten

inClusie en BeooRDeling van De onDeRzoeken

Onze zoekstrategie leverde 6802 artikelen op, waarvan we de samenvattingen screenden (figuur 1). Op basis hiervan selecteerden we 45 artikelen als mogelijk rele- vant en bekeken we het volledige artikel. Na het bestude- ren van het volledige artikel voldeden 5 prospectieve en 3 retrospectieve artikelen aan de inclusiecriteria.

Redenen voor exclusie waren dat niet de juiste uitkomst of determinant gemeten werd (n = 32), dat de relatie tus- sen de uitkomst en determinant niet beschreven werd (n = 2), en dat er geen afzonderlijke gegevens beschikbaar waren voor de patiënten die een totale knieprothese kre- gen, zelfs niet na contact met de auteur (n = 3).

Tabel 2 toont de karakteristieken van de 8 geïncludeerde onderzoeken. Dit waren 5 prospectieve en 3 retrospectieve onderzoeken, alle gepubliceerd in de periode 2006-2012.

Het ging om in totaal 4220 patiënten, 1123 in de 5 prospec- tieve onderzoeken (uitersten: 44-598) en 3097 in de 3 retro- spectieve onderzoeken (uitersten: 253-1703). In 2 prospec- tieve onderzoeken werden de preoperatieve verwachtingen

gemeten op een Likert-schaal, de 3 andere prospectieve onderzoeken gebruikten daarvoor gemodificeerde, niet- gevalideerde vragenlijsten. In de retrospectieve onderzoe- ken werd de patiënten gevraagd of het postoperatieve resultaat voldeed aan de preoperatieve verwachtingen.

Tabel 3 toont de resultaten van onze beoordeling van de interne en externe validiteit aan de hand van de 8 genoemde kwaliteitscriteria. Op een schaal van 0-8 scoorden de geïncludeerde onderzoeken 2-6 punten. Er waren 3 onderzoeken met een score ≥ 5, die we classifi- ceerden als van hoge kwaliteit. Deze onderzoeken inclu- deerden opeenvolgende patiënten, bepaalden op nauw- keurige wijze de uitkomsten en determinanten, en gebruikten adequate statistische testen waarbij gecorri- geerd werd voor confounders.

pReopeRatieve veRwaChtingen

Preoperatieve verwachtingen werden gemeten met vra- genlijsten die gebruik maakten van een visuele analoge schaal (VAS) of van een Likert-schaal waarbij de patiënt uit 4 of 5 antwoorden kon kiezen. In geen van de onder- zoeken werd een gevalideerde vragenlijst gebruikt. De vragen over preoperatieve verwachtingen waren erg heterogeen. In 6 onderzoeken werd gevraagd naar pre- operatieve verwachtingen over het ‘algehele resultaat’,15-20 in 3 onderzoeken kwam de ernst van de pijn ter sprake,15,21,22 in 2 onderzoeken werd gevraagd naar beper- kingen in adl.15,22 Telkens 1 onderzoek informeerde naar beperkingen in recreatieve activiteiten,21 naar loopaf- stand,20 naar het gebruik van een hulpmiddel21 of naar de verwachte tijd tot volledig herstel.22

patiënttevReDenheiD

Patiënttevredenheid werd aangegeven op een VAS of op een Likert-schaal. Ook deze vragen waren erg hetero- geen, maar wel sloten ze altijd aan bij de vragen over de preoperatieve verwachtingen. Gevraagd werd naar de patiënttevredenheid over het algehele resultaat,15-20 naar de ernst van de pijn,15,21,22 naar beperkingen in adl of tij- dens recreatieve activiteiten, 15,21,22 naar de loopafstand,20 naar gebruik van een hulpmiddel,21 en naar de verwachte tijd tot volledig herstel.22

Relatie tussen veRwaChtingen en tevReDenheiD

Voor wat betreft de algehele verbetering presenteerden de onderzoeken de relatie tussen preoperatieve verwach- tingen en patiënttevredenheid op twee manieren: als correlatiecoëfficiënt of als p-waarde. In 2 onderzoeken van hoge kwaliteit werd tegenstrijdig bewijs gevonden voor de relatie tussen verwachtingen en tevredenheid, 1 onderzoek van lage kwaliteit rapporteerde geen signifi- cante relatie en 1 ander onderzoek van lage kwaliteit rapporteerde een positieve relatie. Een positieve correla- FiguuR Stroomschema van een literatuuronderzoek naar preoperatieve

verwachtingen en uiteindelijke tevredenheid bij patiënten met een totale knieprothese, uitgevoerd in Embase, PubMed, MEDLINE, de Cochrane Library, PsycINFO, CINAHL, Web-of-Science en Google scholar. In dit onderzoek werden publicaties meegenomen die tot en met maart 2015 waren verschenen.

37 geëxcludeerd na bestuderen van het volledige onderzoek:

- niet de juiste uitkomstmaat of determinant beschreven (n = 32) - geen relatie beschreven tussen uitkomst en determinant (n= 2) - geen afzonderlijke gegevens over totale knieprothese (n= 3) 8 onderzoeken geïncludeerd

in best-evidencesynthese:

- prospectief (n = 5) - retrospectief (n = 3) 4913 samenvattingen

gescreend

45 onderzoeken volledig bestudeerd

4868 geëxcludeerd op basis van samenvatting aantal onderzoeken na ontdubbeling: n = 4913 6802 onderzoeken

gevonden op basis van de zoekstrategie

250 onderzoeken op andere manieren gevonden

(4)

ONDERZOEK

tiecoëfficiënt betekent dat een hogere verwachting geas- socieerd is met meer ontevredenheid (tabel 4).

In 4 onderzoeken werd aangegeven welk percentage van de patiënten met vervulde verwachtingen tevreden dan wel neutraal of ontevreden was. In deze onderzoeken werd gemiddeld bewijs gevonden voor de hypothese dat patiënten van wie de totale knieprothese aan de verwach- tingen voldoet, vaker tevreden zijn dan patiënten bij wie dat niet het geval is (tabel 5). Anders gezegd: patiënten bij wie de knieprothese niet aan de verwachtingen voldeed, waren vaker ontevreden.

Voor de relatie tussen verwachtingen en tevredenheid ten aanzien van pijn werd tegenstrijdig bewijs gevonden.

Er waren 2 onderzoeken, waarvan 1 van hoge en 1 van lage kwaliteit, die geen significante relatie rapporteerden;

1 onderzoek van hoge kwaliteit rapporteerde een posi- tieve relatie, wat inhoudt dat een hoger verwachtingspa- troon leidt tot meer ontevredenheid.

Voor de relatie tussen verwachtingen en tevredenheid ten aanzien van adl-beperkingen werd tegenstrijdig bewijs gevonden. Tegenover 1 onderzoek van hoge kwali- teit dat geen significante relatie rapporteerde, stond 1 onderzoek van eveneens hoge kwaliteit dat een posi- tieve relatie rapporteerde, wat inhoudt dat een hoger verwachtingspatroon leidt tot meer ontevredenheid.

Ten aanzien van beperkingen tijdens recreatie, loopaf- stand, het gebruik van een hulpmiddel en verwachte tijd tot volledig herstel was er beperkt bewijs dat er geen sig- nificante relatie is tussen verwachtingen en tevredenheid (zie tabel 4).

taBel 2 Kenmerken van de geïncludeerde onderzoeken naar preoperatieve verwachtingen en uiteindelijke tevredenheid bij patiënten met een totale knieprothese, gepubliceerd tot en met maart 2015

eerste auteur, jaar

aantal patiënten

geslacht; % vrouw

leeftijd in jaren

BMi; kg/m2 follow-up in maanden

tevredenheid verwachtingen

schaal gedichotomi- seerde scores||

prospectief

Lingard, 200621 598 58 69 (38-88)* 29,3 (5,8)† 12 4-punts Likert pijn, beperkingen in

recreatie, loopafstand, gebruik van een hulpmiddel

Mannion, 200922 112 70 67 (9)† 24 4-punts Likert erg tevreden-

enigszins tevreden

pijn, adl-beperkingen

Scott, 201217 323 61 70,6 (33-90)* – 12 4-punts Likert erg tevreden-

tevreden

algemeen

Suda, 201018 46 70 67,4 (8,7)† 28,5 (5,3)† 36 VAS en Likert algemeen

Vissers, 201015 44 55 63,5 (42-77)‡ 30,8 (24,2-44,8)‡ 6 5-punts Likert erg tevreden algemeen, pijn, adl- beperkingen retrospectief

Bourne, 200920 1703 60 69 (9)† 32 (6)† 12 5-punts Likert erg tevreden-

tevreden

algemeen

Noble, 200619 253 59 68,1 (23-89)* – 12 5-punts Likert erg tevreden-

tevreden

algemeen

Scott, 201016 1141 61 70,1 (35-91)* – 12 4-punts Likert erg tevreden-

tevreden

algemeen

BMI = ‘body-mass index’; adl = algemene dagelijkse levensverrichtingen; VAS = visuele analoge schaal.

Alle waarden zijn gemiddelden, tenzij anders aangegeven.

* Gemiddelde (uitersten).

† Gemiddelde (SD).

‡ Mediaan (uitersten).

|| Gedichotomiseerde score wil zeggen: er werd onderscheid gemaakt tussen 2 graden van tevredenheid.

(5)

ONDERZOEK

BesChouwing

In dit systematische literatuuronderzoek hebben we samengevat wat de beschikbare literatuur zegt over de relatie tussen preoperatieve verwachtingen en patiëntte- vredenheid na een totale knieprothese. We testten 2 hypothesen: ten eerste dat hoge verwachtingen tot meer ontevredenheid leiden, en ten tweede dat niet-ver- vulde verwachtingen tot meer ontevredenheid leiden.

BevinDingen

We vonden gemiddeld bewijs voor de tweede hypothese.

Het bewijs voor eerste hypothese was tegenstrijdig: hoge verwachtingen met betrekking tot algemene vooruit- gang, pijnreductie en adl-beperkingen leidden niet in alle onderzoeken tot meer ontevredenheid achteraf. Voor wat betreft beperkingen in recreatiemogelijkheden, loopaf- stand, gebruik van een hulpmiddel en verwachte tijd tot volledig herstel vonden we beperkt bewijs dat geen van beide hypothesen opgaat: de onderzoeken toonden geen verband aan tussen de preoperatieve verwachtingen op deze gebieden en de postoperatieve patiënttevredenheid.

Naast deze bevindingen is de belangrijkste boodschap van ons onderzoek dat de relatie tussen verwachtingen en tevredenheid in slechts een beperkt aantal publicaties beschreven wordt en dat er in de weinige onderzoeken die er zijn geen gevalideerde vragenlijsten gebruikt werden.

Het bewijs voor deze frequent veronderstelde relatie is erg mager, daarom is het belangrijk voorzichtig te zijn met het trekken van conclusies op basis van de huidige literatuur.

Er zal meer onderzoek gedaan moeten worden met geva- lideerde vragenlijsten om de veronderstelde relatie tus- sen verwachtingen en tevredenheid bij een totale knie- taBel 3 Beoordeling van de interne en externe validiteit van 8

onderzoeken naar preoperatieve verwachtingen en uiteindelijke tevredenheid bij patiënten met een totale knieprothese onderzoek kwaliteitsbeoordeling*

a b c d e f g h score

hoge kwaliteit

Lingard, 200621 6

Mannion, 200922 6

Scott, 201217 5

lage kwaliteit

Bourne, 200920 4

Scott, 201016 4

Vissers, 201015 4

Noble, 200619 3

Suda, 201018 2

* Criteria voor de kwaliteitsbeoordeling:

a inclusie van opeenvolgende patiënten?

b omschrijving van in- en exclusiecriteria?

c rapporteerden de auteurs het percentage deelnemers en gaven patiënten

‘informed consent’?

d was het bepalen van uitkomsten en determinanten aan bias onderhevig?

e was de follow-up voldoende lang?

f werd een ‘loss to follow-up’ van < 20% gerapporteerd?

g was er enige informatie over de berekening van de steekproefgrootte?

h werden er adequate statistische tests gebruikt en werd er gecorrigeerd voor confounders?

taBel 4 Relatie tussen preoperatieve verwachtingen en patiënttevredenheid bij een totale knieprothese, zoals gepresenteerd in 4 onderzoeken en beoordeeld in een best-evidencesynthese

onderzoek kwaliteit van het onderzoek

correlatiecoëfficiënt*

algemeen pijn adl-beperkin-

gen

beperkingen in recreatie

loopafstand hulpmiddel tijd tot volledig herstel

Lingard, 200621 hoog ns ns ns ns

Mannion, 200922 hoog 0,274 0,262 ns

Scott, 201016 laag 0,773

Vissers, 201015 laag ns ns ns

bewijs tegenstrijdig tegenstrijdig tegenstrijdig beperkt beperkt beperkt beperkt

adl = algemene dagelijkse levensverrichtingen; – = niet gerapporteerd; ns = niet-significant.

* Een positieve correlatiecoëfficiënt betekent dat een hogere verwachting significant geassocieerd is met meer ontevredenheid.

(6)

ONDERZOEK

prothese aan te tonen. Naast gevalideerde vragenlijsten voor patiënttevredenheid komen er ook steeds meer vragenlijsten beschikbaar om het verwachtingspatroon te meten.23 Wellicht kan onderzoek met dergelijke vra- genlijsten helpen een methode te ontwikkelen om beter met preoperatieve verwachtingen om te gaan.

BepeRkingen

Aan ons systematisch literatuuronderzoek kleefde een aantal beperkingen. Een eerste beperking is de inclusie van 3 retrospectieve onderzoeken. Verwachtingen die gerapporteerd worden nadat een procedure is uitgevoerd, worden mogelijk beïnvloed door ‘recall bias’ en de respons is wellicht afhankelijk van de uitkomst van de procedure.

Om dit te voorkomen is het essentieel de verwachtingen vooraf te meten. Maar gezien het beperkte aantal publica- ties besloten wij, ondanks deze grote beperking, retro-

spectieve onderzoeken toch te includeren. De kracht van deze onderzoeken was hun groepsgrootte, en bovendien boden zij de mogelijkheid een compleet overzicht van alle beschikbare literatuur te geven.

Een tweede beperking is dat geen van de onderzoeken een berekening van de groepsgrootte rapporteerde.

Vooral in kleine onderzoeken is moeilijk vast te stellen of een relatie tussen twee determinanten werkelijk niet bestaat of dat zij misschien niet kan worden aangetoond door een gebrek aan ‘power’. Zonder informatie over de berekening van de groepsgrootte is het beter voorzichtig te zijn met de conclusie dat er geen relatie bestaat.

Een derde beperking is dat de heterogeniteit van de onderzochte determinanten en uitkomstmaten afbreuk doet aan de zekerheid van onze conclusie. De uitkomst- maten, determinanten, vragenlijsten en methodologische kwaliteit waren dermate heterogeen dat wij ervan afzagen de resultaten samen te voegen en besloten tot een best- evidencesynthese. De uitgebreide variabiliteit van uit- komstmaten en determinanten maakt het lastig de resul- taten van de verschillende onderzoeken te vergelijken.

Daarom is er meer standaardisatie nodig bij toekomstige analyses van de relatie tussen preoperatieve verwachtin- gen en patiënttevredenheid na totale knieprothese. Om dit te bereiken zal meer gebruik gemaakt moeten worden van gestandaardiseerde en gevalideerde vragenlijsten.

W.M. Bramer (medisch informatiespecialist in het Erasmus MC) hielp bij het ontwerp van de zoekstrategie.

Belangenconflict en financiële ondersteuning: geen gemeld.

Aanvaard op 21 september 2016

Citeer als: Ned Tijdschr Geneeskd. 2017;161:D534

> kijk ook op www.ntvg.nl/D534

leeRpunten

• Zowel patiënten en huisartsen als orthopedisch chirurgen overschatten vaak het resultaat na een totale

knieprothese.

• Verwachtingsmanagement als onderdeel van ‘shared decision making’ draagt bij aan een realistisch verwachtingspatroon.

• Er is gemiddeld bewijs voor de hypothese dat niet-ver- vulde verwachtingen leiden tot meer ontevredenheid.

• Er is slechts beperkt en tegenstrijdig bewijs voor de hypothese dat hoge verwachtingen leiden tot meer ontevredenheid.

• Onderzoek naar de relatie tussen preoperatieve verwachtingen en postoperatieve tevredenheid zou op gestandaardiseerde wijze en met gevalideerde vragenlijsten moeten plaatsvinden.

taBel 5 Verband tussen verwachtingen en tevredenheid bij patiënten die een totale knieprothese hadden gekregen, zoals aangegeven in 4 onderzoeken en beoordeeld in een best-evidencesynthese

onderzoek kwaliteit van het onderzoek ontevreden of neutraal; %* tevreden; %* p-waarde

Scott, 201217 hoog 15 66 < 0,001

Bourne, 200920 laag 49,4 78,5 < 0,001

Noble, 200619 laag 50 86 < 0,001

Suda, 201018 laag 61

bewijs gemiddeld

– = niet gerapporteerd.

* Weergegeven is het percentage patiënten per tevredenheidscategorie bij wie de knieprothese aan de verwachtingen voldeed.

(7)

ONDERZOEK 1 Räsänen P, Paavolainen P, Sintonen H, et al. Effectiveness of hip or knee

replacement surgery in terms of quality-adjusted life years and costs. Acta Orthop. 2007;78:108-15.

2 Wylde V, Dieppe P, Hewlett S, Learmonth ID. Total knee replacement: is it really an effective procedure for all? Knee. 2007;14:417-23.

3 Duivenvoorden T, Vissers MM, Verhaar JA, et al. Anxiety and depressive symptoms before and after total hip and knee arthroplasty: a prospective multicentre study. Osteoarthritis Cartilage. 2013;21:1834-40.

4 Nilsdotter AK, Toksvig-Larsen S, Roos EMA. A 5 year prospective study of patient-relevant outcomes after total knee replacement. Osteoarthritis Cartilage. 2009;17:601-6.

5 Nilsdotter AK, Toksvig-Larsen S, Roos EM. Knee arthroplasty: are patients’ expectations fulfilled? A prospective study of pain and function in 102 patients with 5-year follow-up. Acta Orthop. 2009;80:55-61.

6 Moran M, Khan A, Sochart DH, Andrew G. Expect the best, prepare for the worst: surgeon and patient expectation of the outcome of primary total hip and knee replacement. Ann R Coll Surg Engl. 2003;85:204-6.

7 Felson DT, Anderson JJ, Naimark A, Walker AM, Meenan RF. Obesity and knee osteoarthritis. The Framingham Study. Ann Intern Med.

1988;109:18-24.

8 Litwic A, Edwards MH, Dennison EM, Cooper C. Epidemiology and burden of osteoarthritis. Br Med Bull. 2013;105:185-99.

9 Gandhi R, Davey JR, Mahomed N. Patient expectations predict greater pain relief with joint arthroplasty. J Arthroplasty. 2009;24:716-21.

10 Deeks JJ, Dinnes J, D’Amico R, et al; International Stroke Trial Collaborative Group; European Carotid Surgery Trial Collaborative Group. Evaluating non-randomised intervention studies. Health Technol Assess. 2003;7:iii-x, 1-173.

11 Slim K, Nini E, Forestier D, Kwiatkowski F, Panis Y, Chipponi J.

Methodological index for non-randomized studies (minors): development and validation of a new instrument. ANZ J Surg. 2003;73:712-6.

12 Downs SH, Black N. The feasibility of creating a checklist for the assessment of the methodological quality both of randomised and non- randomised studies of health care interventions. J Epidemiol Community Health. 1998;52:377-84.

13 Guyatt GH, Sackett DL, Sinclair JC, Hayward R, Cook DJ, Cook RJ;

Evidence-Based Medicine Working Group. Users’ guides to the medical literature. IX. A method for grading health care recommendations.

JAMA. 1995;274:1800-4.

14 Slavin RE. Best evidence synthesis: an intelligent alternative to meta- analysis. J Clin Epidemiol. 1995;48:9-18.

15 Vissers MM, de Groot IB, Reijman M, Bussmann JB, Stam HJ, Verhaar JA. Functional capacity and actual daily activity do not contribute to patient satisfaction after total knee arthroplasty. BMC Musculoskelet Disord. 2010;11:121.

16 Scott CE, Howie CR, MacDonald D, Biant LC. Predicting dissatisfaction following total knee replacement: a prospective study of 1217 patients. J Bone Joint Surg Br. 2010;92:1253-8.

17 Scott CE, Bugler KE, Clement ND, MacDonald D, Howie CR, Biant LC.

Patient expectations of arthroplasty of the hip and knee. J Bone Joint Surg Br. 2012;94:974-81.

18 Suda AJ, Seeger JB, Bitsch RG, Krueger M, Clarius M. Are patients’

expectations of hip and knee arthroplasty fulfilled? A prospective study of 130 patients. Orthopedics. 2010;33:76-80.

19 Noble PC, Conditt MA, Cook KF, Mathis KB. The John Insall Award:

Patient expectations affect satisfaction with total knee arthroplasty. Clin Orthop Relat Res. 2006;452:35-43.

20 Bourne RB, Chesworth BM, Davis AM, Mahomed NN, Charron KD.

Patient satisfaction after total knee arthroplasty: who is satisfied and who is not? Clin Orthop Relat Res. 2010;468:57-63.

21 Lingard EA, Sledge CB, Learmonth ID; Kinemax Outcomes Group.

Patient expectations regarding total knee arthroplasty: differences among the United States, United Kingdom, and Australia. J Bone Joint Surg Am.

2006;88:1201-7.

22 Mannion AF, Kämpfen S, Munzinger U, Kramers-de Quervain I. The role of patient expectations in predicting outcome after total knee

arthroplasty. Arthritis Res Ther. 2009;11:R139.

23 Zywiel MG, Mahomed A, Gandhi R, Perruccio AV, Mahomed NN.

Measuring expectations in orthopaedic surgery: a systematic review. Clin Orthop Relat Res. 2013;471:3446-56.

liteRatuuR

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De resultaten van een Totale Knie Prothese zijn goed, meer dan 90 procent is de pijn van voor de operatie kwijt.. Wel geeft 1/3 van alle mensen met een knieprothese aan dat er nog

In deze folder vindt u daarom uitleg over wat u voor, tijdens en na de operatie kunt verwachten.. ʔ Waarom is een totale

Deze exclusieve samenhang van psychologische controle enerzijds met omgevingsdruk en anderzijds met OCZW kunnen we begrijpen gezien dergelijke vormen van ouderlijke

Naar het effect op normatieve betrokkenheid bij het werk en de afdeling is geen onderzoek gedaan, maar vanwege de vooral positieve effecten op andere combinaties

[r]

Verder onderzoek naar deze categorieën zal moeten uitwijzen in welke mate elk van de dimensies invloed heeft op de tevredenheid onder franchisenemers.. Uit

operatie verwijdert de chirurg meestal de kruisbanden, omdat de knie van zichzelf stabiel is en deze kruisbanden dus niet meer nodig zijn.. Tijdens de operatie en de dag erna krijgt

Als men op de dag van de opname nog alle onderzoeken moet doen of de bloedverdunnende medicij- nen nog moet stoppen, houdt dit onvermijdelijk in dat de operatie naar een