• No results found

BANTAMSCHE OPSTAND

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "BANTAMSCHE OPSTAND"

Copied!
116
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

DE GROOTE

BANTAMSCHE OPSTAND

~

- -

IN HET MIDDEN DER VORIGE EEUW,

BEWERKT

llaaI' IIlccl'cllIlcel s onuitgcgcvell

~cschci(lcll

uit hct oui/-kolollialtl al'chier

liKT DRIF. OFFlCIEËr,E OOCU!!F.Nl'EN ALS lllJl.,IOF.N.

nOOI:

P. J. B. O. ROBIDÉ VAN DEr. AA.

on:nOF.DRUKT UIT DF.

BTJnnAG~:N voon DE TAAr..-, r,ANO- F.N YOI.laJNKUNIHJ VAN

NEIH:B LA NDSCH-JlI,'01~":.

IS GnAVE~IlAGE,

MAR T IN U S N l.f HOF P.

1881.

(2)
(3)

3

noodzakelijkheid heriunerd, om de opvolging in ,,ijn rijk te regelen J hem ah Kroonprins aan de 11ll1ische Regeering voor- droeg J welke toen den Raad van Indië Michiel ~Vestpnlm jJl

biJzondere zending llaar Bant::lm afvaardigde, om haar hU de plechtigheid iler installatie te vertegcnwoordigp.Jl. lteeds voor zijne verhrffiug tot deze hooge waardigheid moet de prins 1 die destijds Rana Mn.ugala gcuoemd werd, zijn levenslot verbonden heb hen aan de merkwaardige vrouw, die nIs ltatoe Sjariefa }' .. üima iu de geschiedenis bekend staat. Uit Gollellcsses Memorie leert mon - cn ·dit bevestigt t.en volle de veruuftige gissing, uio Prol'. Veth (Java, D. lJ, bl. 494) uit haar l1a"m nf- leidtic - dat zij de dochter was van een Arabisch priester, die zich met :11 zijne kinderen door het vocreu van dell titel va" Sjarief als een af,tammeling van den Profeet deed gelden.

Door dezen in het oog van den geloovigeu M uzelmnn bijna goddelljkeu oorsprong, door hare Arabische afkomst, door haar vorig verblijf te Batavia I niet minder door haren daar, naar het schijnt, zcer vertrouwelijkell omgang met hooggeplantste

~u]'opcnncu, en vooral door hare diCllteugevolge ver boven de meeste inlulldsehe vrouwen uitblinkende bescllavillg en wereld~

wijsheid I verkreeg Ratoe Sjllriefa in Bantam, lIog bij het leven

Vfm den ouden ~ultau, een iuvloed. dien men slechts bij dien harer schoone tijdgenoote anu het Hof Van Versailles, de Markiezin de :l?ompadour J kan vergelijken. Wisteu wij slechts met "ekerheid, of zij reed, in 1723 nall het J3nntamsche Hof verbouden was, dau zoude het ons zelfs niet verbazen, dat de moordaanslag op dell vorigen Kroonprins cu diens bl'ocder door hilar was h~werkt. :M:et levendige kleul'ClI schildert 0115 Golle-

llt'~S(' I ht)(~zcel' hnar invloed gestegeIl was, recd~ gcdul(!IIdc het c!'rste jaar del' J'cgcering van haar gemaal, liie in 17~3 zijll vader 0llvulgde, en hoe zij, welke vrouwen de VOI':-l ook lH'yeliS haal' ilJ zijn harern opnam, tien titei V:llt l{aLoe Sultan of KOllingin uitsluitend voor ûch behield. 1'r:lchUe zij destijds cliens voorzoon Pangéran AI'ief, den eeiligcil mallnclijken telg uil. <,cn vorstelijk huweliJk, te koppelclI aan dc dochtcl' V:lIl

eCH harel' bl'Ocdcrs, elf jaar later wist lI.iJ dot)!' h:ll'r inlrigucs vader CII 7.0011 zoozeer van elkander le verwijderen, Jat de.

la:1t~t(' !Of't andere jlrillSf'1I V311 zijn aanhalig JI":lr Batavi:t elf'

vlur:hL !lam en eindelijk naar Ceiloll verbannen werd, rrl'\'l'1I8 haalde zij den zwakken Sult:11I ~eilloe'l Arifirll over, in dieus plaAs tot troon up volger te kiezeu haal' neef I deu met zijlIe

(4)

4

dochter uit eeu andere vrouw gehuwdeu Sjarief Abdoella Mo- hammed Sjafeï, door welke schikking de kroon uit het aloud geslacht der Bantamsche vorsten in de familie van Ratoe Sja- riefa zou overgaan I.

Het moet erkend worden, dat de IDdische Regeerillg eerst na zeer langdurige aarzeling hare goedkeuring hechtte aan zulk eeD gewelddadig6l1 ommekeer, zoo geheel in s!1'ijd met den aard en de begrippen der gemeenlijk zeer aan hare oude vorstenhuizen gehechte illiandsche bevolkiDg. Hóezeer de Sultan van Bantam reeds in den loop van 1745, toen zijn zoon naar .Bat. via vluchtte, op de erkenning vaD den Sjarie! als troons- opvolger aandrong, vertrok de 'Directeur-Generaal Mossel eerst in bet begin van 1747 naar Bantam, om de installatie van den nieuwen Kroonprins bij te wonen, terwijl de IJRar Batavia uitgeweken prinsen niet voor bet laatst van dat jaar en niet dan op den herhaalden aandrang des Sultans naar Ceiloll ver- zonden werdeD. 'rroostte Mossel, die in den Raad van Indi;;

het langst de rechten ,der legitimiteit verdedigd had, zich bij het stellen van zijn Rapport IDet de overweging. 'dat Ratoe Sjariefa IJsoolang" zij leeft, .p],.rent wel all., na hare geneygd-

IJ heyt .. I schicken, als politie genoeg besittende, om haren ,man in te nemen en sig wel te doen bedienen ," reeds in den loop van het volgende jaar ontstond er nieuwe verwarring aan het Banlamsche Hof, doordat zich bij den Sultan Zeinoe']

Arifien de begimelen openbaarden eener, naar het schijnt, vau zijn vader overgeërfde hersellkwaa.l, die dezen Oostersehen des~

poot tot de grootste gruwelen en wreedheden dreef. Minder gegrond schijnt mij het somtijds uitgesproken vermoeden, dat d. waanzin des Sultans zou voortspruiten nit eenig toegediend vergif, dat dau moest geschied zijn door Ratoe Sjariefa, om na deu dood haar gemaals voor zich alleen de oppermacht in Bantam te verwerven. Veeleer houd ik met de Indische Regeering den zonderlingen geestestoestand van den vorst ontstaan nit de wet der erfelijkheid, terwijl het zeer verklaarhaar is, dat

I J. de Rovere van Breugel noemt ten onreohte in zijne belangrijke Bedenkingen over den daat van Bantam in 1786 (zie deze Bijdraflen, N. R. , D. 11 bI. 112 en 316) PsngéraD Sja.rief een eigen voorzoon van Ratoe Sja·

riefa, welke vorstin, evenala vele vrouwen van haal' slag. waarschijnlijk afecdi.

kinderloos bleef. Ook de JongIl vergistte zich in dit opzicht (D. X, bI. XLIX).

De ware verhouding van dezen prins tot den Sultan eu diena gemalin blijkt duidelijk uit bet !tapport vau M 0 8 S e 1 (aldaar bI. lHI) en uit andere oJticiëele belcheiden van wen tijd.

(5)

regelen, hem als Kroonprins aau de Tudische Regeel'Îng voor- droeg, welke toen den Raad va11 Indië Michiel Westpalm in

biJzondere zending uaar Bnl1tnm afvnardigde, om haar bU de plechtighaid der installatie te vertegenwoordigp.Jl. Reeds voor zijne verhpffillg tot deze hooge waardigheid moet de prins, die destijds H.ana Mallgala genoemd werd, zi,in levenslot verbonden hebben aan de merkwaardige vrouw, die als Ratoe Sjariefa }'atima in de geschiedenis bekend staat. Uit Gollenesses Memorie leert mCJI - en ,dit bevestigt t.en volle de vcruuftige gissing, die Prof. Veth (Java, D. lJ, bI. 494) uit ha.r nR"m af- leidde - dat zij de dochter was vun een Arabisch priester, die zich met al zijne kinderen door het voeren van den titel van Sjarief als een aftltammeling van den Profeet deed gelden.

Dool' dezen in het oog van den geloov-igen M uzelmau bijna goddelijken oorsprong, door hare Arabische afkomst, door hRar vorig verblijf te Bat.avia, niet minder door haren daar, Ilaal'

het schijnt, zeel' vertrouwelijken omgang met hooggeplantstc Europeanen, en vooral door hare dientengevolge ver boven de mee:ite inlaudsche vrouwen uitblinkende beschaving en wereld- wijsheid, verkreeg Eatoe SjarÎefa in Bantam, nog bij het leven wm den ouden Sultan, ecn invloed 1 dien men slechts bij dien harer schoone tijdgenoote arm het Hof van Versailles, de Markieziu de Pompadour, kan vergelijken. Wisten

w0

,lechts met ~ekerheid, of zij reeds iu 1723 llall het Balltamsche Hof verbandtlIl was, dan zoude het ons zelf:; niet verbazen, dat de moordaanslag op dell vorigen Kroonprins cu diens broeder doOi' h,., was bewerkt. Met levendige kleuren schildert ous Golle- nesse, hoez;eer h"ar invloed gestegeu was, reed:; gedurende het eerste jaar der I'cgecl'ing van haar gemaal, die iu 1733 ûjn vtlder opvolgde, en hoe zij, welke Vl'ouwell de vorst ook nevens haar in zijn harem opnalll, den titel van Uutoe Sultan of Koningin uitsluitend voor zich behield. Trachtte zij destijds diens voorzoon Pangéran .ArÎef, den eenigell mannelijken telg uit reil vorstelijk huwelijk J te koppelen aan de dochtcr van een harer broeders, c]f' jaar later wist ziJ tloor hare lnLrigues v3der en zoon zoozeer van elk.md,>r te verwijdercn, dat Je laafste m~t :lIld(~r(' 1)1'1I1S('1I val! zijn aanhang naaf Batavi:1 de vIl1c:ht Balll CII eindeJijk naar Ceiloll verbannen WC1'f1. 'l'e\'t'lls haa.I(Je zij dell zwakkcu Sultnll ~eilloell Arifjcn over, in dieufiI plu.,ts tot trool1(lpvolger te kiezen haal' ueef J den met zijue

(6)

4

dochter uit eeu andere vrouw gehuwden Sjarief Abdoella Mo- hammed Sjafeï, door welke schikking de kroon uit het aloud geslacht der Bantamsche vorslen in de familie van Ratoe Sja- riefa zou overgaan I,

Het moet erkend worden, dat de Indische Regeeriug eerst na zeer langdurige aarzeling hare goedkeuring hechtte aan zulk een gewelddadigen ommekeer, zoo geheel iu strijd met den oard en de begrippen der gemeenl~k zeer aan hare oude vorstenhuizen gehechte inlandsche bevolking, Hoezeer de Sultan van Bantam reeds in den loop van 1745, toen zijn zoon naar Batavia vluchtte, op de erkenning van den Sjarief als troons- opvolger aandrong, vertrok de 'Directeur-Generaal Mossel eerst in bet begin van 1747 naar Bantam, om de installatie van den nieuwen Kroonprins bij te wonen, terwijl de naar Batavia uitgeweken prinsen niet voor het laatst van dat jam en niet dan op den herhaalden aandrang des Sultans naar Oeiion ver-

?onden werden, Troostte Mossel, die in den Raad van Indië het langst de rechten ,der legitimiteit verdedigd had, zich bij het stellen vau zijn Rapport met de overweging, 'dat Ratoe Sjariefa IJsoolange zij leeft, apparent wel alle. na hare geneygd-

"heyt .. I schickeu, als politie genoeg besitteude, om haren

"man in te nE'men en sig wel te doen bedienen,,, reeds in den loop van het volgende jaar ontstond er nieuwe verwarring aan het Bantamsche Hof, doordat zich bij den Sultan Zeinoe']

Arifien de begimelen openbaarden eener, naar het schijnt, V"n zijn vader overgeërfde hersenkwa"l, die dezen Oosterschen des- poot tot de grootste gruwelen en wreedheden dreef, Minder gegrond schijnt mij het somtijds uitgesproken vermoeden, dat d. waanzin des Sultaus zou voortspruiten uit eenig toegediend vergif, dat dan moest geschied zijn door Ratoe Sjariefa, om na den dood haar gemaals voor zich alleen de oppermacht in Bantam te verwerven. Veeleer houd ik met de Indische Regeering den .onderlingeu geestestoe,tand van den vorst ontstaan uit de wet der erfelijkheid, terwijl het zeer verklaarbaar is, dat

I J. de Rovere van Breugel noemt ten onrechte iu zijne belangrijke Bedtmkin!lelJ over den &taat van Bantam in 1786 (zie deze Bijdragen, N. R"

D. I, bI. 1]2 en 316) Pangéran Sjarief een eigen voorzoon van Ratoe Sja- riefa. welke vorstin, eveuala vele vrouwen vsn haal alag. waarschijnlijk sfecd&

kinderloos bleef. Ook de Jong~ vergi9tte zich in dit opzicht (D. X, bI. XLIX).

De WUB verhouding van dezeu prins tot den Sultan eu diens gemalin blijkt duidelijk uit het Rapport van Mossel (aldaar bI. 119) en uit andere otficiëele bescheiden van dien tijd.

(7)

iemaud van zijll zwak 011 griJlig karakter) hoezeer aanvankelijk niet bestand tegen de inblazingen zijner woveel op hem "e1'- mogende gemalin. um zijn wettigen erfgennam te verstootcll J gepijnigd door te laat naberouw over dien stap, aan het malen raakte. Dit zij hoe het zij, de buitensporigheden van den Su1tan namen zoo toe, dat niemand aan het Bantamsche Hof zijn Icvr.u zeker was en de Koningin met Pangéran Sjarief en de voornaamste rijksgrooten te Batavia haar toevlucht zocht. Om groote beroering te voorkomen. moest de lildische Regeering IlU wel tot krachtige maatregelen overgaan. De Com- mandeur te Bantam, Grorge 'rammo Falck J nam op haar Jast deu Sultan gevangen, die eerst Haar het eiland Edam en daarna lIaar Ambon werd opgezonden. 'revons nam de Compagnie bij plechtige akte vall 28 November 1748 het geheele Bantamschc rijk tot den dood of het herstel des Sultans onder haar beheer, wllnr voortaan Ratoe Sjariefa uit haar Haam als negentos het bewind zou voeren '.

Schijnbaar waren dool' drr.e staatswis~e1illg de rust ell vrede in Bantam geheel hersteld, en nog op Ue11 batgten dag de::- jaal's 1749 kou de Gouverueur·Gencraal \':lll lmhufl' met bijzondere hevrediging aan Bewindhebbers melden. dat dit rijk ,eder! jaren

"iet zulk eene hoeveelheid peper geleverd had. Ratoe Sjorief.

was toch scherpzinnig genoeg, om in te 7.1ell, dat haar macht uit··

sluitend op den steun der Indische Regeering beru,tte; met de uiterste wrg behartigde zij derhalve ue belangen der aan (le Compagnie zoo dierbare peperteelt. Daarentegen achtte zij zich 'verre verhevrll hovelJ de illlandsche hC'\folkillg , die zij met den

g\'t1Otsten ovennoed hehandeltle en door buitensporige gierigJwid geheel van zich vervreemdde; j:l. z~ ont;":lg zich zelfs niet J in strijd met het bij olie oosterseh. hove" bestaande gchl'Uik, cl"

bijwijven haar~ gemaals uit den Dalem te zetten en de aall;"iCli-

lijken op schamperen tONI voor lnfnfll'd!l- uittemaken I omdat ",ij zonlcr spoor van verzet hun wettigen vorst uit hUil n~iddell

hadden latell oplichtell. EindeJ~jk liep de tot den rand gevulde beker over I en ontstond er onder de Hantamsche 1al1clbcvolking een algemeen ver;"et tegen de grlliltc vreemde indrillgster. Kort voor van Imhofl"'"d overlijden w<ml in het l(latst vnH October 1750 de vaan des opstallds olltroltl cloor den priester Ki Ta.pn,

1 Deze akte is nfgedrukt bij de Jonge, D. X, bI. 148- 162, welk werk

°11 bI. 137- 140 (le ofliciëele berichten over de krankzinnigheid en wegvoering van Sultan Zeinoc'l Arifieu mededeelt.

(8)

6

een kluizenaar, die in de weinig toegankelijke hol.n van deu berg Moenara door het landvolk als heilige vereerd werd I. Op dezen berg, die zich in het toen nog tot Bantam behoorende wester- deel van Buitenzorg tot nabij de grensrivier Tjidani uitstrekte, verzamelde hij al de ontevredenen om zich: onder anderen Ratoe Sit;, een der zoo smadelijk van het hoC verjaagde vrouwen des verbannen Sultans, en Ratoe Bagoe, BoeaDg, onechten zoon vaD den kort te voren te Batavia overleden Panembahan Pangéran Poetra , die blijkens de Memorie van Gollenesso reeds in het begin der regeering van Sultan Zeinoe'] Arifien derwaarts was uitgeweken.

Daar de berg Moenara slechts tien uur van 's Compagnie3 post Tangeran verwijderd was, zond de Indische Regeering, zoodra zij van deze gebeurtenissen kennis droeg, eenige troe- pen derwaarts, waarop de opstandelingen westwaarts trokken eu een kleine door de Koningin tegen hen uitgezonden krijgs- macht versloegen. Onbegrijpelijk snel verspreidde de opstand zich nu door geheel Bantam, waartoe veel bijdroeg het gerucht, dat de bij de bovenlanders zoo beminde Panembahan niet ge- .torven wa" maar aan het hoofd van het verzet stond. Weldra verscheen Ki Tap. met een groote macht in de ollmiddellyke nabijheid der hoofdstad eil versloeg daar den 9d•u November het legertje der Koningin, versterkt door een ger!ng aant,al militairen der Compagnie, zood at de bevelvoerende officier Phi- lippe ell twaalf soldaten het leven lieten en de beide medege- nomen veldstukjes veroverd werden. Algemeen werd nu de afval

I Ki of Kini is bij de Java.nen ecn zeer gebruikelijke cercHtel voor 110r-

Bonen van leeftijd, geestelijken, enz.; U p A de gewone JaV81lllSche uitdrukking voor een Huizenaar. Ki Tapa ia dUB 8lechts een titel, dien wij echter be·

houden moeten, omdat de naam en afkomst van dit energieke hoofd des opstands ODB niet bekend zijn. In den .4.tlal vaD Melvill zoekt men deo Moeoa.ra te vergecCs j het is een der toppen vao den Goenong Mcntjerreh I want de ligging tegenover Koeripo.n blijkt uit Radermachers reis door Jakatra (Tijd8cht-.

Ned. Indië, 1866, D. n, bl. 175). Volgens !)rof. "etb (Java, D. Hl, bI. 97) is daar /log heden een heilige grot, waarschijnlijk dezelfde, die oan lli Tallo teu verblijf strekte. Niet zonder reden kooe deze zijn toevlucht in dit oord, vol sporen

VOD den ouden Hindoe-godsdienst I waartoe ook het bedrijf der op Java zoo dik- wijls voorkomende tapa'e behoort. Iu hetzelfde jaar 1750 brncht een andere Ki Tapa geheel Oost-M adoera in rep en roer, en in 1756 schreef de kundige Bartinglt als Gouverneur van Java'g Noordoostkuet van de tapa's: .. dat dit ... gespuis Java van ouds eygen is, inaond.erheit bij troubelc trden en telkens

"di'lersie baart in on96 desseynenj" (verg. de Jonge, D. X, bl. LXVII, 177 en 312).

(9)

in de omgeving van Ratoc Sjn-riefa j niet alleeu voegden 7.Ïch vele aanzienlijken en ambtenaren bij de rebellen, maar ook een broeder vall den Sultan J Radeen Derma! eu dieJ1 broeders zoon, Pangéran MaJoera. Wel had de Indische Regeerillg terstond na de eersLe nederlaag aanzienlijke versterking naar Bantam gezonden, maar toen hare krijgsmacht, groot 460 kOPIJen, op 21 November tegcn het meer dan 7000 man bedragen de leger der opstandelingen uittrok, moest deze na een hevig gevecht met verlies van 6 gesneuvelde officieren en 27 mindere mili- tairen en met opoH'ering van 3 stukken en veel ammunitie opnieuw afdeinzen. Binnen Bantam werd thans de toestand inderdaad hachelijk J en het scheen zelfs twijfelachtig, Df de daar 110g aanwezige troepen, ter sterkte van 278 Europeanen cI1153 inlandsche soldaten, voldoende waren tot hehoorlijke verdediging der drie versterkingen, die de Compagnie in de hoofdstad be- zette, wan,rvnn het fort Diamant den Dalem omsloot, terwijl Speelwijk den hoofdmo!1d der rivier en de post Karang Tlantoe de oo,telijke monding verdedigde. Hoewel het gelukte, deu vijand te verdrijven uit een steenell gebouw, dat den Dalem bestreek, waren de rebellen doOl' de hehaalde voordeelen zou overmoedig geworden, dllt zij een poging waagden, om de laatstgenoemde sterkte te overrompelen. Gelukkig had de Com- mandeur, door zijne verspieders van dit plan onderricht, de bezetting van den post versterkt en de nadering door friesche ruiters en gebroken glas bemoeielijkt. Toen dan ook de vijand op een donkeren nacht de wallen wilde beklilDmen, werd hij door den bevelhebber te Kal'ang [-Îantoe) luitenant Wassen- berg , zoo warm ontvangen, dat hij met groot verEes terug- geslageu werd.

Op het eerste bericht del' nederlaag van 21 November zond de Illllische H.egeeJ"il1g niet alleen onmiddelliJk een compagnie lufantcrie en 250 matl"ozell tot versterking van het zwakke llalltamsche garnizoen, terwijl zij voor ane eventualiteiten 70 mali naaI" rL'angeran afzond J lTI:lnr zij begreep ook, dat men erustig moest overwegell, welke politieke maatregelen genomen konden wordell? om de l"Ui't te hersteliel1. De PilS opgetredell, Illet de zaken van Hautam zoo vertL'Otlwdc Gouvcrnellr·Generaal Mossel kon zich lliet ontveiuzen, dat de door hem in 1747 tot stand gebl'llehte regeling der troonsopvolging niet gehand-

haafd kon wurdel]' Duidelijk bleek het, dat de ontevredenheid der inlandscile bevolking over de vervanging der oude dynastie

(10)

8

door ("en geheel vreemd geslacht nan don opstand de groote kracht schonk. Bovendien had Ratoe Sjari.!. door hare toomeloo?e heerschzucht elk recht op de regeering verbeurd, terwijl Pan- géran Sjarie(, die zich steeds in zijn ""rail ophield, geheel ongescl:ikt was, om krachtig als vo .. t op te treden. Hoezeer teu volle overtuigd, dat beide ten spoedigste uit Rantam moesten verwijderd worden, ging de Indische Regeering aarzelend tot dien gewichtigcn stap over. Wel was ~ij daflrtoe gerechtigd I nadat zij in ) 748 bij de bovengenoemde acte het Bantam,che rijk onder haar beheer had genomen, terwijl Ratoe Sjarief.

slechts als Regell!es namens de Compagnie het bewind voerde en in belangrijke zaken niet zonder voorkenJlis van den, haar toegevocgdcn regl"Cring8raad van den Kroonprius en eenige rijks- grootf'll mocht handelen j muar om den schijn te vermijdoll) als had men deo Sul!an alleen uit eigenbaat onttroond, was het bedoelde staatsstuk nooit publiek gemaakt, en had men het oogluikend toegelaten, dat Ratoe Sjarier. in hel openbaar als soever('ine vorstin optrad. In weerwil dezer bezwal'en waren be- slissende maatregelen dringend noodzakelijk. Dientengevolge werd na rijpe overweging bij Resolutie van 23 November 1750 ele Balltamschc Comm~ndeur gelast, de Koningin en den Kroon- prins goed- of kwnad~chiks naar het eiland Edam te vervoerellJ waar 7.ij met de aan hun rang verschuldigde eerhewijzingell zouden verhlijven, totdat er nader over hun toekomstig lot be- echikt werd. Voorts werd het opzicht over den Dalem toever- trouwd aan Paugéran Aria Adi Santika, den ouelste der nog in de hoofd,tad ,aanwezige broeders des Sultans. Gelukte het dezen prins IIn de af7.etling der wo algemeen gehate Ratoe Sjnrief, de bevolking tot zich te trekken, dan zou hij tot Prin,- Regent verheveu worden. Daar het echter der Corupngllie op zich ze.lf vrij onverschillig was, wie den lJalltamschen ri.lkszctel heklt'cdde, als er maar goed voor de peper gezorgd wrrd, w:\s het gecnszins hanr helaug ) tegen de meerderheid der inJalld~cllc bevolking de keuze VUll den toekolDstigen vorst met geweld door te zettei!. De Commaudeur werd dus tevens gemachtigd. md

den hoofdrehel Ratoe Bagoe. Boe.ng in onderhandeling a"n t.e treden, zoo deze daartoe de eerste stappen deed 1.

1 Het moet hier opgemerkt worden. dat de aard van dezen in de gcvolgen zoo gewichtigen opstand door vele schrijvers over de geschiedenis van den Archillcl gellee! vcrkeerJ wordt voorgesteld. De dikwijls goed onderriohte gezautschap- eeeretaru Elie du Bois nam in zijne Pï~, del GOJifJertleNrl-glnlratlz (Hut.

(11)

]i"'alck vl,lbracht dell h::,m gegeven last met belrid; slechts het laatste gedeelte daarvan kon niet uitgevoerd worden, daar de rebellen geene toenadering tot de Compagnie wilden. Weldra bleek het zelfs, dat zij verbindingen hadden nnngeknoopt met de Engelsehen in Benkoelen en de hoop koesterden, met hunne hulp de Hollanders voor goed uit Bantam te verdrijven. In den aanvang van 1751 kon die hoop zoo ongegrond uiet schijnen.

Hoewel toch de lndische Regeering het Bantamsehe garnizoen tot 1000 Europeanen en 350 inlanders versterkt had eo het bevel daarover toevertrouwd had aau deu luiteJlant-kolonel l!'er- diuaud Anton Graaf van Ranzow J door een vurig verblijf te Bautam lllet de 'l.:l,kml :-J,lrlaar gor.d hekenrl, kon de dool' ziekte geteisterde bezetting zich lIict buiten de hoofclstad wagen, om

généralc del voyagel, 'I' . XV

n.

la Hayc 17G3, p. 255- 257) ter kwader ure eenige brieven over uit den Et'TOpeeschen ~rercurius van 1752, 0. Il, St. 2, waarin de opstand wordt toegeschreven aan de over Ratol'l Sjariilfu.'s afzetting ontevreden aanhangers dezer vorstin. Dit onjuist bericht is overgenomen uoor v a u Kam I' e ti (Nederlanders huiten Europa, D. Ill, bI. 80-82), ),oewe1 dele schrijver voor dit deel vau :djn werk. veel ofliciëele stukken raadpleegde, door den onkritischen L a. u ts (Nederla1,ders i" Indië, D. JU, bI. 87) cu laatstelijk nog {loor l)rof. de H 0 Ilo. n der (La"d- 1!1l Yol#enkunde vall Ned. O. [ndie I eente druk, D. I, bI. 33) cn door Prof, M' e ins m a (Gesch.ied, der Ned. Oolt-Indische hezitt" D. T. bI. 152). De ware oorzaken van den opstand kenden reeda de met de Dautamsche papieren vertrouwde van 13 re u gel (ter boven aangehaa.lde plaats, bI. Jl2 en 316), llo.gemnu (Java, D. I, bI. 214) en op hun voet- sl,oor Prof, Vcth (Java D. Hl bI. 495-497), hoewellaatstgclIoemdc, evenals Hagemu.n, de opstandelingen later weder tot de part.ij der koningin rekent.

Al dezen schrijvers was het ontgalUl, dat aall de Hollandsehe vertaling vat\

Ju Bois (llül. Beschrijvi"fJ der Reizt'". D. XX, Am st. 1765, bI. 389- 397) is toegevoegd ceu Nader JJericht over dcn Bantamlcncn oorlofJ I hetgeen niet l1.11ccn over (Ie krallkziouigheid des Sultans, de willekeurige maatl'cgelen van Uatoe Sjariefn en over het ontstaan vun den opstand gOOtt was ingelicht, maar zelfs nu nog Daast de olliciëele bescheiden Illet vrucht kan worden geraadlJleegd.

lJ e Jou g u, de eenige onzer geschiedschrijvers. die van dit verhaal kennis nBIll, geeft in het laatste deel van zijn groot werk (D. X, bi: ) 66- 176) de voor het begin van den opstand zoo merkwaardige Secrete Resolutiën der Indische Regeering van November 1750; het verdere verloop van deu opstaud behalldelt hij echter korter en bepaalt zich hoofdzakeliJk tot de beknopte rnedecleelingen der Algemeene Brieven aan Bewindhebbers. Daar Prof. Veth terecht klaagt, dat de berichten over deze gebeurtenissen in "Bantam verward en onderling in strijd zijn, en daar de wisselvallige loop van dien oorlog inderdaad opzettelijker be- handeling verdient. dan daaraan tot dU8ver te beurt viel, scheen het mij gecn overbodige arbeid. daaf\'oor op het Rijksarchief de Secreta Resolutiëu en de geheime Indische Brletboeken over Je jaren 17~1 en 17~2 te raa(lple~eD. naaraall is Illccreudecls untleend, wat bier verdcr over dezen laatsten oorlog der Com- llaguie met Bantam wordt mcdcgedechl, wanr voorzouvernot,dig uaar de ge- bruikte ollieiëelc stukken verwezen wordt.

(12)

10

de in de onmiddell~ke nabijheid verschanste opstandelingen aau te tasten. 're Markasana I hadden deze met behulp van Hol- land.ehe overloopers een uitgestrekt versterkt legerkamp opge·

richt, dat door verschillende met geschut bewapende bentings verdedigd werd en Bantam van de la!ldzijde geheel insloot.

Bedenkt men, dat deze stad in 1747 volgens Mossel 10,000 inwoners telde (de Jonge, D. X, bl. 118) en dat, hoevele dier ingezetenen zich ook bij de rebellen mogen gevoegd hebben, het meerendeel toch wel in hunne oude woonplaat. zal ge- bleven z~n, dan begr~pt men, hoeveel zorg er vereischt werd, om te voorkomen, dat de toevoer van levensmiddelen voor de bevolking en het talrijke garnizoen ook te water werd afgesneden. De Bali van Bantam werd daarom voortdurend door gewapende sloepeu der Compagnie open gehouden, en toen de vijand io Februari 1751 een dier pantjallangs op een donkeren nacht overviel en al de opvarenden afmaakte, werd deze zeemacht door een fregat en bark uit Batavia versterkt.

Bij den zegevierenden 100) van den opstand kon zelfs niet belet worden, dat die oversloeg naar de sinds lang tot het rijk: van Bantam behoorende L.mpongsche Districten, >on wier behoud der Compagnie te meer gelegen was, dewijl zij het meeste der te Bantam geleverde peper voortbrachten, en omdat de Engelsehen , die b~ den vrede tusschen Groot·Brittanje eu Nederland bezwaarl~k den op,tand opeJll~k over zee konden steuuell, dien van Bellkoelen uit in Zuid·Sumatra op allerlei bedekte wijzel} zouden schragen J om het uitsluitend bezit der peper voor zich te verkrijgen. De Indische Regeering w., echter, evenals in den geheelen loop der achttiende eeuw, zoo seinanI uit het moederland van de noodige mon,chaj'pell voorzien, dat

z~, die terzelfder tijd h_aar vas;al, den jeugdigen So~soehoenall

P.koeboewaua lIl, tegen zljn oom Mangkoeboemi met hare troepenmacht moest beschermen en reeds zoovee! soldaleu uaaf Banlam bad moeten zenden, niet bij tijd. kon .orgen voor den kleinen po.t, dien zij sedert 1737 aan de bovenrivier Toel.ng Bawang te Boemi Agong bezet had. Toen dan ook de slechts door paalwerk omringde ,terkte Valkenoog door de BanLam,che rebellell en vele Lnmpongers onder aanvoering van den peralla- kan-Chinees Sib.li was ingesloten, werd de zwakke bezetting weldta zoo afgemat door gedurige nachtelijke aanvallen, dat de

I Misschien dezelfde pla.ats, die op d.e kaart van Melvill Kartaa8U8 heet.

(13)

vaandrig Hendrik Groenendijk met de zijneu heimelijk den post verliet en iu een onzeewaardig schuitje de rivier afzakte. Aan den mOlld stuitte mell op een Balltamsch vaartuig, dat gcëu- tel'cl werd, zood at cIe bezetting wel met verlies van haar bevel- hebber, die bij deze gelegenheid cleu heldeudood stierf, behouden Bantam bereikte, maar het gC7.ag der Compagnie voorshands in de J.Jumpougs vrl'1l1etigd was.

Waar alles zoo voor den wind ging, konden de hoofdop·

standelingen zonder schroom hunne ware bedoelingen doen blijken. Openl\ik vcrkondigdeu zij, dat zij de Nededallders niet langer als slaven wilden dienen. Ratoe Bagoes llocang liet zich zelfs tot Sultan uitroepen en uam als zoodanig den titel Aboe'll Nalsr Mohammed Joesoef Achmat Adil Arraliek Fiddien aan, terwijl hij, om aan z~ue verheffing een schijn van legitimiteit te verleen en , met Ratoe Siti in den echt trad, onbekommerd.

dat haar wettige gemaal, de naar Ambon verbannen Sultan J

nug iu leven was. I Ki Tapa, die terecht of teonrecht :dch voor een ars I ammelÎllg der oude vorsten van Jakatl'a uitgaf, beweerde zelf::;, dat hij de Compagnie uit zijn erHaud zou vel'drijven. Was het duidelijk, dat het Nederlandseh gezag on del' deze omstandigheden niet met de rebeilen kon onderhandelen, en dit evenmjn raadzaam, daar Ratoe Bagocs Boeallg J bij eeu gehuwde vrouw iu overspel verwekt en door zijn vader den

I Daar bij onze moderno 0IJvoediog de bijbelsche gescbiedenis zeer iu het vergeet- boek raakt, mag hier wel heriunerd worden aan den listigen rnnd van Achitopbel , den j1'ouché onder dc staatslieden van het oude rijk van Israël, toen Absalom zijn vader DavitI wilde Ollttroueu cu dien gl'ijzen vorst uit Jeruzalem verdreven had. lu deu uBieven stijl onzer Stlltell·vertaling luidt die raad aldus (2 Suu.uel XVI, 21-23): .. Achitopbel zeicle tot Absalom: ,."Ga in tot de bijwijven IIW9

.l'/l'vaders I die bij gelaten beeft, om bet huis te bewaren; zoo zal gansch Israël ItNhooren. dnt gij bij uwen vader stinkende zijt geworden, en de handen van .. "allen, die met 1\ zijn, zullen gesterkt worden.~" .. Zoo spanden zij Absalom

"eene tent op het dak 1 en Absalom ging in tot de bijwijven zij DS vaders voor

... de (Jogen van het gansche hraël. En in die dagen was Achitophels raad, dien hij

"randde, alsor men naai' Gods woord gevrnagd llnd; nlzoo was alle Talid

~van .'\dtitophcl, zoo bij David als bij Ahsalolll.~ TreDend bewijs voorwaar ltel' slaLilitciL van uustersche zeden en gewoonten gedlLl'cudt:; een tijdsver·

1001) vau aeht en twintig ceUWetl, lllaar niet minder merkwaardige overeen- komst, als men let op he!. verschil in hemelstreek tusschen 1'.J.\cstillll cu ,lava en op deIl onderscheideneJl aard tier bewoners van beide tuudell. In (\c I:jeschiedeuis vau I3autams kOlliugen, die uit Arabië afkomstig, in strijd met het gebruik aau het hof van Mataram, steeds zuiver A rabische no.~en

dragen, stant mell echter veelal meel' Ol' Scmictischcn dUll op Indischeu of Polynesischen bodem.

(14)

12

Pallcmhahan IIlmmer als 7.oon erkend, op de,n Bantamschen troon geen de minste aanspraak had! ook aan Pangérall Salltika was het tot dusver niet gelukt, onder de bevolking eenigen noemenswaardigen aanhaJlg te verkrijgen, waarschijnlijk omdat deze gebrekkige, bejaarde en hoogst zninige prins voor de vor- telijke waardigheid minder geschikt was. Falck en de hem omringende raad der vnornaaoo8te arnbtcnarcu in Bantam meenden echter, dat de uit hun aard achterdocht.ige inlanders huiverig waren, zich openlijk voor den Pangéran te verklaren, uit vrees dat het der Compagnie met zijne verheffing geen ernst . wa" en dat er spoedig weer nien we veranderingen op til zonden zijn; zij stelden dus voor, den Prins ten spoedigste tot Sultan te verheffen. Zoo ver wilde de Indische Regeering echter nog niet gaan; daar de op Ambon verblijvende Snltan nimmer officiëel was afgezet J kon er volgeus hare meening bij zijn leven slecht.s een Pangéran Ratoe of Regent belloemrl worden.

Zelfs achtte Mossel het wenschel~k, den naar Ceilou verbannen weHigen Kroonprins Pal1gérall Arief met diens uom Pallgéran B:mtam J voor wier verwijdering thans geel) reden meer bestond J t.erug te roepen, om zich zoo noodig van hem te bedienl'll.

Dit werd bij geheime Resolntie van 18 J annari 17 51 be- sloten en Falck tevens gelast, in Bant1m een rijksra,d der ]Jrin,en van den bloede en rijbgrooten te beleggen, waar hij de afzel.ting van Raloo Sj.riefa on Vlm den door haar op- gedrongen Kroonprins en de verkiezing van Santika tot . Prins-Regent ?ou voorstellen. Tevens werd overwogen, hoe te handelen met de ontzette Koningin en baar neef. Mossel meende, dat Ratoe Sjnriefa, aan wie de Compagllie zooveel ve"chuldigd was - had hij wellicht ook vroeger te diep in hare donkere Dogen gestaard - daar zjj nu van alle macht beroofd was J zondel' gevaar te Batavin. kon blijven. Behalve J-olmn Gideon J-,oten, die, eerst onlangs als Gouverneur uit Mabssar teruggekeerd, zitting in den Raad van Iudië geno- men had, vonden al de overige leden van dit hooge ,taats- licbaam zulks ten hoogste bedenkelijk, daar men met geen moge- I~kheid beletten kOll, dat deze in listige knepen zoo doortrapte feeks van uit Bat.via in het naburige Bantam opnieuw allerlei onheilen aanrichtte. Bij meerderheid van stemmen werd zij der- halve naar Saparoea, de Kroonprins naar Banda verbannen. De trotsehe, eerzuchtige vrouw zou echter ha:\T val e1l vernedcrit)g

(15)

13

niet lang overleven j weldra werd zij door een zware ziekte aan- getast, die eerst halt! vervoer belette, eu waaraan zij reeds den 10d,n Maart bezweek. De van den a.nvang af hoogst onbedui·

dende J'angéran Sjarief bereikte daarentegen een ja.r I.ter het oord zijner bestemming, waar hij meer dan dertig jaar het brood der ballingscha p in vrede en rust genoot. 1

Voorshands konden al deze maatregelen weinig uitwerken, zoolang de Compagnie en haar beschermeling, de nieuwe Regent, alleen in de hoofdstad geboden en daar door de rebellen ble,en ingesloten. Voor het einde van den regentijd in Mei viel er aan geen operaties in het open veld te denken, en ook toen moest wegens den ,erzwakten toestand van het Indische leger de komst der uit Europa reikhalzend verbeide troepen worden afgewacht.

Zelfs toen de macht der opstandelingen zich verdeelde, en Ki Tapa in Juni lnet ecn deel yan hUll leger uaar de rljidaui optrok, om ter uHvoerillg zijner bedreiging de Compagnie op haar eigen erf te bestoken, achtte Falck zich buiten staat J de te Batavia zoo gewenschte afleiding uit Bantam te beproeven en den Rebellen·Sultan iIJ het kamp van Mark.sana aan te tasten.

Wegens de vele zieken onder Bantarns bezetting kon hij ter nauwer- nood 700 man onder de wapens brengen, terwijl Ralee Bagoes, door op de gong te slaan, in weinig tijds beschikken kon over 10,000 krijgers, waaronder vele door de dweepzieke leeringen van Ki '['apa lot de grootste doodsverachting wuren opgehitst. , Deze priester, aan wiell men noch politieke bekwaamheden noch krijgsbeleid ontzeggen kan, viel inmiddels met zoo veel kracht in de J akalr.sehe Benedenlanden , dat men een oogenblik voor het behoud van het van troepen ontbloote Batavia bezorgd kon zijn, waarom wij omtrent het verloop van dezen wel beraamuen aanval eeni~e meerdere bijzonderheden moeten mededeelec.

Nadal de Indische Regeering reeds in Mei vemomen had, dat Ki Tap. met kracht van volk den weg vaD Bantam naar Dj.singa voor geschut Eet in orde brengen, berichtte de kapitein-luitenant Johannes Vertholen , bevelhebber der veldsch.ns Tanger.n, dat dit hoofd des opstands in den n.cht van 12 op 18 Juni mei 800 mali, 30 paarut:ll ell t3 uranibasscll deu berg Moenara

1 Zie de Secretc Resolutiën van 18 Januari en 2 April 1751 en va n 13 reu gel, t. a. pI., bI. 316. Voor bet vermoeden in de Hut. Belc!r. der reizen, dat llatoe Sjnriera hrt.ar einde door vergif veruaastte, voud ill hl de oUiciëele stukken geen 61'0or.

') Zie Faleka brief aan de Indische Regeering van 15 Juni IUd.

(16)

14

opnieuw bezet had, terwijl de opstandelingen de nabij de

l~jida"i gelegen dorpen Kalipaten, Kadimongan,. Djamp"ng en Koerip.n in den brand staken. Daar het nu duidelijk bleek, dat de Indische Regeerillg op de vercledi!(ing van haar eigen grondgebied bedacht moest zijn, zond ,ij, die reed, de com- pagnie infanterie van den luitenant-kolonel van de Poll te Meester-Cornelis geplaatst had, met den meesten spoed een af- deeling van 200 infanteristen, 150 dragonders en 300 inlanders llaal' de bovenrivier Tjidalli. Hierover werd het bevel toever- trouwd aan den majoor van de dragonders der lijfwacht, den luitenant·kolonel Willem Hendrik van O"enberch, die in den vorigen herfst grooten moed betoond had bij het verdrijven der

I

benden van Mangkoeboemi nit de Bageleen en reeds in December.

toen de Rantamsche opstand hoe langer hoe meer een dreigend aanzien verkreeg I met zijn dragonders uit Java Doar Batavia was opgeroepen. Deze kleine kri.ig~macht ondervond aanvankfllijk vertmglng in baar opmarsoh. daar de manscha.ppen en paarden niet van voldoenden leeftocht voorzien waren. Nauwelijks had 7.ij hare bestemming bereikt, of z~i werd deu 20sten Juni dOOf

den vijand overvallen, die met 6000 man op den berg Moemaro en in de aan den voet gelegen negorij Katimagonan gekam- peerd was en geheel onverwacht beneden Djampang de rivier overtrok. Van Ossenherch, die met zijne cavalerie in de holle modden.egen niets kon uitrichten 1 moeet, toen h~j JJa een hard- nekkig gevecht van anderhalf uur al zijne ammunitie verdchoten , had, met verlies van 16 dragonders, waaronder de luitemlJlt Christiaan Schulenburg , voor de overmacht wijken en trok op Buitenzorg terug. Onmiddelliik zond de Indische Regeering hem de Doodige ammunitie, maar tevens, om hare troepenmacht meer te concentreeren, den last na.r Drechterland (Serinsing) terug te trekken, waar van de Foll ?leh uit Meester-OorneJis met hem zou vereenigen. Ook werd voor de bezetting der forten aan de rivier Angkee, aan de Kwal of mond der Tjid.ni, te Tangerau en te We,tergo of Tj.mpea de Iloodige zorg ge,lragen, terwijl de verste post der Compagnie in de Bovenlanden, het aan de Tjikaniki, den linker zijt.,k der Tjidani, gelegen Pellja- boengan ret>ds op last van van Ossenberch was ontruimd. 1

Intus~chen aarzelde Ki 'rn.pa niet, van 7.tjne overwinning de meeste Vluchten te trekken. In het begin van Juli .tl'Ok

I Zie brief van v. Osseoberch dd. 30 Juni en de Secrete Uesolntiën van 21, 22 en 24 Juni 1751.

(17)

15

hi,i met graatc macht te Salabantal' de iJidani over eu marcheerde van daar naar het OVCl' de Angkee gelegen Poudok RoentaJ en verder lang! dien stroom naar '1~jilidoek, terwîjl zijne troepen de tusschen beide rivieren gelegen suikermolcus en de weinige jaren te voreu aan Nededalldsche boeren uit·

gemeten erven te vuur en te zwaard verwoestten, waardoor de eenige krachtige pogil1g der Compagnie tot Europeesche kolo- nisatie op Java iJl de geboorte gesmoord werd. 1 De toestand werd nu inderdaad hachelijk, vooral daar de door Vertholeu uit rl'angerull tot bescherming der boeren afgezonden kapitein- 1uitenant der infanterie Voltz ua,llvn.nkelijk wegens onwil zijner illland,che ,oldaten naar het fort moest terugkeeren. De

In-

dische Regeerillg liet echter den moed niet zakken. Het hoofd van 's Compagnies militie in lndi~, de brigadier J au Cornelis Couvert, moe~t volgens Resolutie van 4 Juli met al de nog te Batavia beschikbare troepen, de marine der werf en 360 matrozen te Tanah Aballg een legerkamp betrekken, waar van Osseuberch zich uit l'anjoug bij hem vervoegen zou. net be- trekken der wachten ill de stad en de bezetting van het kasteel en de wallcll werd inmiddels aan de compagnieën der burger- schutterij en der gewapende pennÎsteu toevertrouwd.

De nood was boog gerezen j sedert ruim eeu eeuw had de hoofdstad van J:'eerlandsch-Indië geen inlandsehen vijand dus in ilare onmiJdell\jke nabijheid gezien. Nu echter keerde de krijgskaus ten gunste der Compagnie, vooral daar de lang uit het moederland verwachte schepen met recruten thans achter- eenvolgens binnenvielen. Nog voal· de aankomst dezer vel·ster- kiJlg had de onvermoeidp. Voltz de orde onder zijne hoepen hersteld en was mei zjjne zwakke compagnie eH f'Cll drieholl- derdtal inlanders naar Tjllidoek gema,·cheenl, waar ],i rl\lpa mp,cr clan 2000 man ouder zijlIe bevf'leJl telde. Onderweg tus- scheil Je suikermolens van Babakan en 'l'jikokol werd hij den 6Jcu Juli door de rebellen aangetast, die na een hf'vig gevecht met 40 dooden eu 80 gf'kwetstcn moesten afdeinzen;

ook van ollze zijde leeu men groot verlies, vooral door het SHcuve]en van Jcn tl·ouwcn frallge('atl~chen llegcllt Aria Sneb

I Zie OVC1' dczc kolonisatie vau 1743 de stuJie van Jhr. J. K. J. Uil JOlige achter het verslag uer Staatscommissie van IG Juni 1857; ook Lel jOllf\laal vau den GOILV. Gen. v n n 1 m h 0 ff over diens reis uallr de JnkatrasclJC Boveulmu.leJl iu 1744 (Bijdr. lu8t., H. 2, 0, VII, bI. 229) cn Je Ollstcllell der beereu llagemall cn Schiff iu 'l'ijdlchr. ]Jat. Gen., D. XVII.

(18)

16

di J,aga en van den luitenant der Boetonders , hetgeen onder de inl.nelsehe troepen zoo groote verslagenheid verwekte, dat Yoltz van elke poging tot vervolging van den v~and moest afzien. 'l'en spoedigste zond IlU de Indische Regeering een deel der verseh aangekomen soldaten, zoowel naar Tangeran als naar de beide ,ololllles van Convert en van Ossen bereh , die tu",ehen Batavia en de Angkee ageerden. Daardoor werd Ki Tapa reeds den 13de. Juli te 'l)ilidoek van twee zijden door Yoltz en van Ossenberch op zoo krachtige w~ze aangetast, dat men eeDe beslissende overwinning behaalde, waarbIj de laatstgenoemde aan de onversaagdheid der dragonders en der infanterie van Voltz hoogen lof toezwaaide. Bij deze gelegeIlheid verloor Ki Tapa 2 veldstukken , 3 droaibassen en ruim 150 dooden, .meest amokspuwersfI j hij vluchtte met zoo groote overhaasting naar de Tjid.ni, dat van Ossenbereh de hoop koesterde, dat h~ het gebied der Compagnie geheel ontruimen en zich op den Moe- nara terugtrekken zou. De Raad vall Indië, die in deze benarde dagen met evenveel vourtvarendheid als staatsmansbeleid te werk ging, nam op den dag zelf dier overwinning, hel kloek besluit:

680 Europeanen en 900 inlande" onder Convert, van Ossen- berch eu van de Poll over zee naar Bantam te "enden, om die stad te ontzetten, terwijl de reeds van daar opgeroepen van Ranzow met Voltz. een duizendtal Europeanen en 1200 inlan- ders de grenzen van Jakatra tegen Ki Tap. zoude bewaken.

Hoe verstandig dit besluit was, bleek wemra uit een brie{van Falck, die door spiounen uit het kamp te Markasana vernomen had. dat Ki Tapa terstond na zijne nederlaag bij den Rebel- len-Sultan op de spoedige toezending van 1000 man met geschut had aangedrongen. I

Binnen het zoo lang ingesloten Bantnm was nu weldra een aanzienlijke troepenmacht bijeen, vooral daar een aantal der lDet de Patriasche schepen overgekomen soldatell, zonder te Batavia te landen, rechtstreeks nual Bantam gezonden waren.

Daar Falck door zijne verspieders nauwkeurig onderricht was van den staat der door de rebellen om en bij Markasana op- gerichtte beuting. en verdedigingsliniën. kon Convert reeds op 23 Juli den aanval 'op het door de vele troepeuzendingeu aan Ki Ta pa verzwakte leger van Ratoe Bagoes olldernclIlcil. In weerwil van eene hardnekkige verdediging vermeesterue hij

I Secrete Rcsolutiën vno 4. en 13 Juli j Brieven van Ver tbo 1 e 11 dd. 41 7 eu 9 Juli. van v. Ossenberch dd. 13 eu 14 Ju.li, Y!l.U .l!~alck dd.15Juli171S1.

(19)

ef'rst. eene bp.nt,ing en dan aclücreeuvolgens de zeven overige ver- sterkingen der op~tandelin~en, die ijlings [laar het gebergte terugweken. In het daarop door zjjne troepen bezett.e kamp vond men een dertigtal stukken gr.schut, waaronder de in November te Grobejak I verloren kanonnen; voorts Wflt niet mindPT merk- wanrdig was, een brief van flen Engelsehen hevelhebbp,r te Benkoelen, waaruit ten duidplijkste bleek, hoe?eer deze onze Europee"che mederlillgel's het slagen van den opshl1ld genegen WAren. Ruiten- gemeen g-root wnren de gevolgfm dezer schitterende overwinning.

Uit eigen beweging onrferwlflrp 7.ich de hevolking der oostelijke kustdistricten Pontang en rr:luara, terwijl Volb: van TflJlg'erull uit op den zelfdcn 23sten Juli de Chjnerzen der noor de Ban~

tamsche SLlltsns verpachte suikerplantage te Kramat OlJtzet had.

ZeJf~ in de herg~trekell begrl1l men iu onderwprping te komen;

van daar werd de hlijkbaar als een vorstelijk poesaka beschouwde oJifnnt vsu dm1 Rehellen-Sultan naar Bantam gehrflcht en op bevel del' Hooge Regerring mm den J?rins-Rpgent uit.geleverd.

rrl'lr aanmof'rlif'illg werd de op het hoofd van den kl'ujtmokcr

<lpr opshnclelingcu ge~telcle prij~ V:lll 500 rijksrlaaIdf'I's terstond uitbet:lald, zood ra deze clool' de inlallders was uitgeleverd, Ook z011cl Con ver! reed. den 26,1<" .T uli op uitdrukkelijke11 la.!l:t der Indische Re~eef'ing van Ossenber'ch met de Boodige troepen over '1,ee Ilaar ':rjiringin, welks bewOllers voornamelijk den opst'lnd 1Ja:lr de Lampong~ overgebracht en deswegClls eellp.

afzonderlijke tuchtiging verdiend hndden, noor tegenwind in Straat 8unda kwam van Ossenherch eerst in het begin v~n Augustus voor 1.'jiringin; onderwijl had de Pangéran van rlit

di~trict zich geheel vl'~jwil1i~ over hlUcl llaflr Bantam beg-cvf'l1, om daar het oppergezag der Compagnie te p.rkfmIlell, 1):1:1.1' de hl'lvolking van TjiringilJ zich eveneens ter;;:tond :wn vall O~~e'l­

berch onderwierp, kon de voor de7.e pl.'13ts bestemde straf worde"

kwijtgescholden en laatstgenoemd legerhoofd de terugreit'l naar Bantam aanvaardell. 2-

\I\"elk een gunstigen keer de stand van 7.flken te Bantam in een groote week door deze gebeurtenissen verkregen had, weldrfL bleek het, dat de bevrediging van het gehcele rijk meer tijd

1 Deze herhaaldelijk 111 de stnkken van dien tUd vermelde plaats is ollgetw(j- fe\d ue aan de oostelijke nitloopers van het Anjersche Gebergte liggcutle deS.~.1

KrapÎak.

~ Brieveu van COllvert aan tic luJ. Regeerillg dd. 23, 2(j en 29 Jlll'i, 2, 4 eu 5 Aug.; Seer. Uesol. VUil 25 Juli 1751.

2

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De legers die aan het eind van de 1000 jaar vernietigd worden, zullen slechts korte tijd in het doden- rijk vertoeven, want onmiddellijk daarna volgt het oordeel voor de grote

[r]

Om ons heen gebroken levens en God, die ieder musje kent, vraagt ons van harte hulp te bieden in liefde voor de minste mens.. De Here daalde uit de hemel en toonde

wei as die verandering daarvan 1 begryp moet word in terme van die funksies wat hul le vervul en dat1 namate die motiverende prosesse verski I, die tegnieke

aangevoerde feiten en omstandigheden in dit geval niet rechtvaardigen dat de aanvullende of beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid ertoe leiden dat de waarde van

Wanneer  die  acceptatie  er  niet  is,  zal  de  kwaliteit  van  het  bestuurlijk  handelen  verminderen..  Voor  vertrouwen  in  de  overheid  en  het  ervaren

Volgens Miedema werkt het huidige systeem te- gen mensen die heel goed onderzoek doen en excellent zijn in hun vak, maar die vanwege de nadruk op meer basaal onderzoek niet meetellen

Doordat bij het continu verbeteren zelf een verbetering wordt aangedragen (en dus niet wordt opgelegd door het Lean team) zullen de respondenten in deze fase geen angst voor