© ThiemeMeulenhoff bv Pagina 1 van 27
Uitwerkingen basisboek
2.1 INTRODUCTIE
1 [W] Introductie op kracht en beweging 2 [W] Spelen met krachten
3 [W] Experiment: Autootje op een helling
4 Waar of niet waar?
a Niet waar: De gemiddelde snelheid is altijd gelijk aan de afstand gedeeld door de tijd.
b Niet waar: 100 km/h = 27,8 m/s.
c Waar d Waar
5
a Traject 1: 101 km in 8 uur is 12,6 km/h Traject 2: 90 km in 8 uur is 11,3 km/h Traject 3: 33 km in 3 uur is 11 km/h
De gemiddelde snelheid is het grootst op het eerste traject.
b Traject 1:
12,6/3,6 = 3,5 m/s
Traject 2:11,3/3,6 = 3,1 m/s
Traject 3:11/3,6 = 3,1 m/s
c Een hardloper loopt ongeveer 10 km/h, een fietser rijdt ongeveer 20 km/h. Een hardloper zal dit niet zo lang vol kunnen houden, een fietser wel.
6
a
=
=
= 0,625 h = 37,5 min
b
=
=
= 0,83 h = 50 min
c =
= ∙
,!" ,#= 20,6 km/h
d Over de terugweg doet hij langer. Dat weegt daardoor zwaarder mee waardoor de gemiddelde snelheid iets lager uitkomt dan het gemiddelde van 18 en 24 (21 km/h).
7 [W] Voorkennistest 8 [W] Extra opgaven