• No results found

2 Sport en verkeer Bewegingen | havo

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "2 Sport en verkeer Bewegingen | havo"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

s (cm) 0 25 50 75

heen: t(s) 0 terug: t(s) 0

2 Sport en verkeer

Bewegingen | havo

Benodigdheden

Voor dit experiment heb je nodig:

• knikkerbaan (zie figuur 1) met afstandsmarkeringen

• enkele stopwatches

Figuur 2

Experiment 4b

EXPERIMENT: KNIKKERBAAN

In dit experiment maak je een s,t-diagram van een knikker op een baan die een klein beetje schuin loopt. Het linker uiteinde van de rail is omhoog gebogen (zie figuur 1). De kogel wordt op het linker uiteinde gelegd en losgelaten. De kogel rolt eerst naar rechts, en daarna weer terug naar links. Je onderzoekt de beweging van de kogel op het rechte stuk.

Figuur 1 Knikkerbaan

Onderzoeksvraag

Welke vorm heeft het s,t-diagram van een vertraagde en beweging?

Hypothese

Leg uit wat volgens jou het antwoord op de onderzoeksvraag zal zijn.

Meetopstelling

Plaats de knikkerbaan zodanig dat de knikker net niet van

baan afrolt. Zorg dat de knikker steeds vanaf hetzelfde punt op de knikkerbaan losgelaten wordt.

Uitvoering

a Verdeel de stopwatches over leerlingen.

b Verdeel de afstandsmarkeringen op de rail onder deze leerlingen (twee leerlingen per markering).

c Iedereen start de stopwatch als de knikker langs de nul

stopt hem als de knikker op de heenweg langs de toegewezen markering rolt. Oefen dit eerst een paar keer.

d Noteer de resultaten in de tabel van figuur 2.

e Herhaal de meting en stop de tijd als de knikker op de terugweg langs jouw markeringspunt rolt.

f Meet ook de positie en de tijd bij het omkeerpunt.

g Noteer de resultaten in de tabel van figuur 2.

75 100 125 150 175 200 225 250

diagram van een knikker op een baan die een uiteinde van de rail is omhoog gebogen (zie uiteinde gelegd en losgelaten. De kogel rolt eerst naar rechts, en daarna weer terug naar links. Je onderzoekt de

diagram van een vertraagde en van een versnelde

Leg uit wat volgens jou het antwoord op de onderzoeksvraag zal zijn.

van het uiteinde van de Zorg dat de knikker steeds vanaf hetzelfde punt op de knikkerbaan

de rail onder deze leerlingen (twee

langs de nul-markering rolt en langs de toegewezen markering

Herhaal de meting en stop de tijd als de knikker op de terugweg langs jouw

275 omkeerpunt s = . . .

t = . . .

(2)

Verwerking

h Maak een s,t-diagram van de hele beweging.

i Welke vorm heeft het s,t-diagram?

j Hoe kun je aan deze grafiek zien wanneer de knikker versnelt of vertraagt?

k Hoe kun je aan deze grafiek zien waar de snelheid van de knikker nul is?

Conclusie

l Wat is volgens jou het antwoord op de vraag: ‘Welke vorm heeft het s,t-diagram van een vertraagde en van een versnelde beweging?’

Extra

m Schets het v,t-diagram. Bepaal daarvoor eerst zo goed mogelijk de begin- en de eindsnelheid.

n Hoe groot is de versnelling/vertraging van de knikker?

o Voer de gegevens van de metingen (tijd en plaats) in een grafische rekenmachine in of in Excel.

p Zoek een zo passend mogelijke formule bij de grafiek. Past die formule bij de conclusie van het onderzoek?

q Wat heeft de versnelling te maken met de formule voor de plaats?

Figuur 3

Figuur 4

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

b Vijf personen leggen het traject af, steeds op een andere manier (zie van figuur 2). c Alle tijdwaarnemers starten op dat moment hun stopwatch iedereen dat op hetzelfde

m Wat is volgens jou het antwoord op de vraag: ‘Wat is het verband tussen de massa van het projectiel en de (gemiddelde) versnelling tijdens het afschieten?’. n Wat is volgens

e Wanneer is de nettokracht (de totale samengestelde kracht) het grootst: als je wegfietst bij het stoplicht of als je met een constante snelheid rijdt?. f In welke richting werkt

m Probeer nu zo goed mogelijk een antwoord te geven op de vraag: ‘Hoe

Maak een grote en een kleine kegel waarbij de massa evenredig is met het frontale oppervlak. j Laat beide kegels vallen van een flinke hoogte en meet

Dat weegt daardoor zwaarder mee waardoor de gemiddelde snelheid iets lager uitkomt dan het gemiddelde van 18 en 24

a Niet waar: De gemiddelde snelheid is altijd gelijk aan de afstand gedeeld door de tijd. Een hardloper zal dit niet zo lang vol kunnen houden, een

d Niet waar: Is de nettokracht klein, dan wordt de snelheid langzaam steeds groter e Niet waar: Er hoeft geen grote kracht op je te werken om met grote snelheid te