• No results found

2 Sport en verkeer Bewegingen | havo

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "2 Sport en verkeer Bewegingen | havo"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

2 Sport en verkeer

Bewegingen | havo

Benodigdheden

Voor dit experiment heb je nodig:

• luchtkussenbaan met glijder (of licht lopend karretje)

• twee katrollen

• gewichtjes Figuur 1

Figuur 2

Experiment 2

EXPERIMENT: LUCHTKUSSENBAAN

Bij een luchtkussenbaan is nauwelijks sprake van wrijvingskrachten. Daardoor kun je een luchtkussenbaan prima gebruiken om te onderzoeken wat een kracht met een beweging doet (zie figuur 1). Maar ook met een licht karretje op een vlakke tafel gaat dit experiment goed.

Onderzoeksvraag

Wat doet een nettokracht met de beweging van een voorwerp?

Hypothese

Leg uit wat volgens jou het antwoord op de onderzoeksvraag zal zijn.

Meetopstelling

a Bouw de opstelling van figuur 2 met een glijder (of kar) glijder, twee katrollen en twee gewichten die via touwtje de glijder.

Uitvoering

De twee gewichten aan de katrollen zorgen voor twee krachten op de glijder.

b Zorg dat de twee krachten even groot zijn. Hoe kun je met de glijder controleren of de krachten in evenwicht zijn?

c Geef daarna de glijder een klein zetje. Wat voor soort beweging krijg je dan?

d Zorg dat de ene kracht iets groter is dan de andere kracht. Wat gebeurt er als je de glijder loslaat? Wat voor soort beweging is dat?

e Geef nu de glijder een kleine snelheid de andere kant dan? Wat voor soort beweging is dat?

f Het zwaardere gewicht komt op een bepaald moment op de grond. De voortstuwende kracht valt dan weg. Staat de glijder dan ook direct stil?

Verwerking

g In dit experiment komen drie verschillende soorten bewegingen voor. Welke drie soorten bewegingen zijn dat?

h Noteer bij elke beweging wat daarbij geldt voor de nettokracht.

Conclusie

i Wat is volgens jou het antwoord op de vraag: ‘Wat doet een de beweging van een voorwerp?’.

j Wat voor soort beweging voert een voorwerp uit als de nettokracht nul is?

En als de nettokracht niet nul is?

Bij een luchtkussenbaan is nauwelijks sprake van wrijvingskrachten. Daardoor kun je een luchtkussenbaan prima gebruiken om te onderzoeken wat een enkele

Maar ook met een licht lopend

Wat doet een nettokracht met de beweging van een voorwerp?

Leg uit wat volgens jou het antwoord op de onderzoeksvraag zal zijn.

(of kar), gewichten op de glijder, twee katrollen en twee gewichten die via touwtjes verbonden zijn met

De twee gewichten aan de katrollen zorgen voor twee krachten op de glijder.

Zorg dat de twee krachten even groot zijn. Hoe kun je met de glijder

de glijder een klein zetje. Wat voor soort beweging krijg je dan?

Zorg dat de ene kracht iets groter is dan de andere kracht. Wat gebeurt er als je de glijder loslaat? Wat voor soort beweging is dat?

Geef nu de glijder een kleine snelheid de andere kant op. Wat gebeurt er

komt op een bepaald moment op de grond. De voortstuwende kracht valt dan weg. Staat de glijder dan ook direct stil?

bewegingen voor. Welke

Noteer bij elke beweging wat daarbij geldt voor de nettokracht.

Wat doet een nettokracht met

als de nettokracht nul is?

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

d Vertel over alle drie de ritten A, B en C een verhaaltje waarin je de volgende woorden gebruikt: afstand, tijd, snelheid, kracht(en), versnelling

Aan de startlijn voor een wedstrijdje ultrasprint staan een scooter, een racefiets en een hardloper. De ultrasprint gaat over een afstand van

Maak een opstelling waarbij een karretje vanuit rust versneld wordt door een naast de baan van het karretje een liniaal. een filmpje van een karretje dat versneld wordt door

De kogel rolt eerst naar rechts, en daarna weer terug naar links.. Je onderzoekt de beweging van de kogel op het

b Vijf personen leggen het traject af, steeds op een andere manier (zie van figuur 2). c Alle tijdwaarnemers starten op dat moment hun stopwatch iedereen dat op hetzelfde

m Wat is volgens jou het antwoord op de vraag: ‘Wat is het verband tussen de massa van het projectiel en de (gemiddelde) versnelling tijdens het afschieten?’. n Wat is volgens

e Wanneer is de nettokracht (de totale samengestelde kracht) het grootst: als je wegfietst bij het stoplicht of als je met een constante snelheid rijdt?. f In welke richting werkt

[r]