• No results found

Subcommissie van de Adviescommissie bezwaarschriften Mededingingswet bestaande uit: mr

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Subcommissie van de Adviescommissie bezwaarschriften Mededingingswet bestaande uit: mr"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Openbaar

Openbaar 1

Advies in de zaak 5416, Tuin- en Plantsoenaanleg Van Ginkel Veenendaal B.V.

Subcommissie van de Adviescommissie bezwaarschriften Mededingingswet bestaande uit:

mr. R.E. Bakker (voorzitter), mr R.J. Hekket en prof. dr J.A.H. Maks. De subcommissie werd bijgestaan door dr J.F. Appeldoorn (secretaris).

1. Inleiding en procedure

1. Bij besluit van 30 mei 2006 in zaaknummer 5416 (hierna: het besluit) stelde de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) vast dat Tuin- en Plantsoenaanleg Van Ginkel Veenendaal B.V. (hierna: Van Ginkel) inbreuk heeft gemaakt op artikel 6, eerste lid, Mededingingswet (hierna: Mw) en artikel 81, eerste lid, EG.1

2. Op grond van de vastgestelde overtreding van artikel 6, eerste lid, Mw en artikel 81, eerste lid, EG heeft de Raad een boete opgelegd aan Van Ginkel.

3. Op 9 februari 2006 heeft Van Ginkel aangegeven te willen deelnemen aan de versnelde procedure.2

4. Tegen het besluit werd op 10 juli 2006 een bezwaarschrift ingediend.3

5. Bij brief van 26 oktober 2006 werd aan de partijen en de zaakbehandelaars bij de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: NMa) medegedeeld dat op 23 november 2006 een hoorzitting zou plaatsvinden door de Adviescommissie bezwaarschriften Mededingingswet (hierna: Adviescommissie). Op 23 november 2006 vond deze hoorzitting plaats waarbij de partijen en vertegenwoordigers van de NMa werden gehoord door de subcommissie van de Adviescommissie bestaande uit: mr R.E.

Bakker (voorzitter), mr R.J. Hekket en prof. dr J.A.H. Maks. De subcommissie werd bijgestaan door dr J.F. Appeldoorn (secretaris).

6. Het verslag van de hoorzitting werd op 1 februari 2007 aan partijen rondgestuurd.

2. Besluit

7. Het besluit is als bijlage aan dit advies gehecht.

3. Bezwaren en beoordeling Korting kleine ondernemingen

8. Van Ginkel heeft in december 2001 twee ondernemingen gekocht, waarbij is overeengekomen dat de omzet over 2001 van beide vennootschappen voor rekening van Van Ginkel komt. Door de aankoop overstijgt de concernomzet in 2001 de grens voor toekenning van de Korting kleine ondernemingen. Van Ginkel eist thans alsnog die korting.

9. In het besluit stelt de Raad dat er geen individuele omstandigheden zijn aangevoerd.

Ter hoorzitting heeft de Raad toegelicht dat hij geen aanleiding ziet om in dit geval van toepassing van de beleidsregel aangaande de Korting kleine ondernemingen af te zien.

1 Prismanummer 5416/12.

2 Prismanummer 5416/4.

3 Prismanummer 5416/17.

(2)

Openbaar

Openbaar 2

Beoordeling

10. Met de Raad is de Adviescommissie van mening dat Van Ginkel geen bijzondere omstandigheden aannemelijk heeft gemaakt op grond waarvan in haar geval, in afwijking van de desbetreffende beleidsregel, de omzet van de twee gekochte ondernemingen niet bij de concernomzet in 2001 zou moeten worden betrokken. De omstandigheid dat de concernomzet in 2001 door aankoop van ondernemingen is geschied in plaats van autonome omzetgroei, acht de Adviescommissie niet van belang, te meer niet nu Van Ginkel over het gehele jaar 2001 ook reeds het economische voordeel van de aankoop heeft genoten.

11. Ter hoorzitting is gebleken dat Van Ginkel en de Raad vóór het nemen van het besluit hierover reeds van gedachten hadden gewisseld en dat Van Ginkel zijn geval als individuele omstandigheid interpreteerde.4 Derhalve adviseert de Adviescommissie de Raad om in het besluit op bezwaar de bovenstaande motivering aangaan de toepassing van de beleidsregel omtrent de Korting kleine ondernemingen op te nemen.

12. Het bezwaar dient voor het overige te worden verworpen.

Slotoverweging

13. Voor zover bezwaren van Van Ginkel niet aan de orde zijn gekomen ontberen zij zelfstandige betekenis dan wel acht de Adviescommissie deze onvoldoende geadstrueerd.

4. Slotsom en Advies

14. Naar het oordeel van de Adviescommissie dienen de bezwaren te worden verworpen.

W.g.

mr R.E. Bakker

Adviescommissie bezwaarschriften Mededingingswet – subcommissie zaak 5416 Voorzitter

W.g.

dr J.F. Appeldoorn

Adviescommissie bezwaarschriften Mededingingswet – subcommissie zaak 5416 Secretaris

-/-

4 Prismanummer 5416/9.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Voor het slagen van dit bezwaar dient Heembouw aan te tonen dat de Raad bij het vaststellen van de Aanbestedingsomzet 2001 zijn beleidsruimte zou hebben overschreden.. Ten aanzien

Daarnaast stelt Higler niet aan verboden vooroverleg te hebben deelgenomen en maakt Higler bezwaar tegen de omstandigheid dat de Raad in het besluit niet ingaat op haar bezwaren

Deze overwegingen en de zienswijze versterken, naar het oordeel van de Adviescommissie, de aannemelijkheid dat de onderneming heeft deelgenomen aan de algemene structuur van

Nu de onderneming ten tijde van de inbreuk 100% van de aandelen hield in de onderneming die betrokken was bij de inbreuk en niet heeft aangetoond dat zij geen feitelijke en

Van Oord is van mening dat het meerwerk niet in de aanbestedingsomzet dient te worden betrokken, daar dit steeds één-op-één met de opdrachtgever zou zijn overeengekomen en

Kindeg stelt dat zij wordt geschaad door de omstandigheid dat de Raad het Ondernemingsbegrip in de Installatie-sector anders heeft gedefinieerd dan in de GWW-sector, met als

8 december 2005, waarin de Raad Hollander in de gelegenheid heeft gesteld redenen te vermelden voor een eventuele verschoonbaarheid van de overschrijding van de bezwaartermijn,

Bij brief van 23 oktober 2006 werd aan de partijen en de zaakbehandelaars bij de Nederlandse Mededingingsautoriteit medegedeeld dat op 16 november 2006 een hoorzitting