• No results found

2 6 FEB 2019

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "2 6 FEB 2019"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Gemeente Utrechtse Heuvelrug

Driebergen, 25 februari 2019.

Aan de raad van de gemeente Utrechtse Heuvelrug Postbus 200

3940 AE Doorn

Betreft: Ontwerp-bestemmingsplan Broekbergen; reactie op nadere onderzoeken.

Geachte raad,

Bij brief van 30 januari 2019 stelt het college van B&W de indieners van een zienswijze in de gelegenheid om te reageren op een aantal onderzoeken die zijn gedaan naar aanleiding van de zienswijzen op het ontwerp-bestemmingsplan Driebergen Buitengebied, onderdeel Broekbergen.

Wij nemen kennis van de uitspraak van het college dat op een aantal punten door de eigenaar nader onderzoek is gedaan. De onderzoeken zijn dus niet onder

verantwoordelijkheid van het college verricht ("wie betaalt, bepaalt"?). De

onderzoeksopdracht is mij niet bekend, waardoor de context van de uitkomsten van de onderzoeken ontbreekt.

Graag gaan we onderstaand in op de ons toegezonden onderzoeken. Wij behouden ons het recht voor in een later stadium nog met nadere opmerkingen te komen. Uiteraard blijft de in mei 2018 ingediende zienswijze onverminderd van kracht

a. advies verkeerssituatie Engweg.

De Engweg is circa zeven jaar geleden gereconstrueerd tot een zgn. fietsstraat. Een weg waar de auto te gast is. In de praktijk blijkt het zo te zijn dat de fietser gedoogd wordt. Voor fietsers is de Engweg geen doorgaande fietsroute die fietsers faciliteert. Om de haverklap moet worden afgeremd voor passerende auto's; auto's duwen de fietser de kant in, terwijl de zgn. rammelrand bestemd is voor de auto om uit te wijken; auto's parkeren buiten de parkeervakken, zodat lastige inhaal capriolen moeten worden uitgevoerd. Kortom, de

fietsstraat is in dit geval niet de geplande "snelle fietsroute, waarop ook in beperkte mate en in ondergeschiktheid auto verkeer voorkomt". Deze fietsstraat krijgt van fietsers zeker geen voldoende. Bij navraag aan gebruikers geven zij deze fietsstraat gemiddeld een 4 i.p.v. 6,5.

Maar ook van automobilisten krijgt de fietsstraat lang geen voldoende. Er ontstaat veel irritatie, er sneuvelen regelmatig spiegels, de houten paaltjes langs landgoed Dennenburg hebben menige buts in een auto opgeleverd. En door de vele verkeerslichten op de

Hoofdstraat is de Engweg inmiddels een sluiproute voor auto- en vrachtverkeer, waardoor de overlast voor fietsers verder is toegenomen. En daarmee de doelstelling van de fietsstraat is afgenomen.

2 6 FEB 2019

Nr.

.J

119.02479

(2)

Het is hierdoor onbegrijpelijk dat het zgn. onderzoek leidt tot de conclusie dat de Engweg nog steeds een voldoende scoort als fietsstraat, terwijl die zonder onderzochte

verkeerstoename al als onvoldoende wordt ervaren. Bovendien hoeven we als bewoners en gemeente geen genoegen te nemen met een zesjes-cultuur. Uitgangspunt voor het gebruik van elke straat is het behalen van een rapportcijfer 7 en dus geen 6.5 of 6. Het

gemeentelijke beleid zou moeten worden afgestemd op het halen van een 7 i.p.v. een zuinige 6, d.w.z. op nog verder terugdringen van auto's i.p.v. het realiseren van een woon- en werkwijk met veel extra verkeer. Uit onderzoek ( www.fietsberaad.nl) blijkt dat de intensiteit van het autoverkeer het rapportcijfer voor de fietsstraat bepaalt voor fietsers in combinatie met de breedte van de straat en de verhouding fietsers-automobilisten. Voor de breedte van de fietsstraat zou de zwarte rafelrand van de Engweg voor auto's volgens CROW-Fietsberaad niet meegerekend mogen worden. De Engweg is dan als fietstraat 3.00 meter breed en dan ziet de grafiek in het onderzoek er nog veel ongunstiger uit.

Het valt op dat bij het onderzoek verkeer op blz. 1 wordt gezegd dat de vraag rijst of de Engweg in de uitvoering als fietsstraat de toename van 159 tot 175 ritten verkeer per etmaal aankan. We merken op dat in de onderzoeken genoemd in de Memo van 11-10-2018 van BügelHajema op blz. 2 een generatie van 221 ritten per etmaal wordt genoemd (dit aantal is gebaseerd op de Ruimtelijke onderbouwing van het Masterplan Broekbergen). Als we hiermee rekenen wordt de waardering eveneens onvoldoende.

Voorts tekenen we aan dat wordt uitgegaan van ÏC^ spitsuurverkeer. Dit percentage is aanmerkelijk hoger als in aanmerking wordt genomen dat de scholen, de IVA, woon­

werkverkeer juist in de spits de Engweg intensief gebruiken. De werkelijke spitsdruk lijkt een veelvoud te zijn.

Ons inziens is de conclusie van het onderzoek gebaseerd op een theoretisch kader en niet getoetst aan de praktijk van alle dag. Onduidelijk is ook op welke dagen en tijdstippen metingen hebben plaats gevonden. De gebruikers, met name de fietsers, zijn niet actief betrokken bij het onderzoek. Kortom, de fietsstraat is nu al een lastige/gevaarlijke weg en beantwoordt niet aan de doelstellingen van een fietsstraat. Toename van het autoverkeer zoals de voorgenomen ontwikkeling op Broekbergen met zich meebrengt, zal de score alleen maar verder verslechteren.

Conclusie: wij wijzen het advies over de verkeerssituatie Engweg af. Het is pretentieus dat het rapport begint met de constatering dat er nog weinig bekend is over fietsstraten in het algemeen en vervolgens met stelligheid poneert dat het op de Engweg allemaal wel meevalt en dat illustreert met quasi-feitelijke grafieken.

b. marktverkenning kantoorruimte Broekbergen.

De marktverkenning die is uitgevoerd via de zgn. ladder voor duurzame verstedelijking wekt de indruk toegesneden te zijn op de gewenste uitkomst. Er wordt geconcludeerd dat er kwantitatief en kwalitatief behoefte is aan kantoorruimte binnen het verzorgingsgebied.

(3)

Er zouden zich geen onaanvaardbare effecten (leegstand) elders voordoen.

Ook deze conclusie is weer gebaseerd op een theoretisch kader dat geen rekening houdt met de specifieke situatie van het geval. Niet alles wat theoretisch kan, moet ook kunnen!

Als er behoefte is op Broekbergen aan kantoorruimte dan is deze behoefte er op grond van deze analyse op vele plaatsen in Driebergen.

Het gaat met name om de aanvaardbaarheid ter plaatse van het voormalig kloostercomplex.

De realisatie van kantoorruimte in het buitengebied is strijdig met de landschappelijke waarden in dit gebied. Wij constateren dat met de restauratieontwikkeling van Broekbergen een nieuwe stedelijke ontwikkeling in het landelijk gebied wordt mogelijk gemaakt,

waarmee een toename van de woning- en kantorenmarkt wordt uitgelokt. Dit is strijdig met het kloostercomplex dat hier al ruim honderd jaar bestond, strijdig met de landschappelijke uitstraling van het huidige complex en strijdig met het zgn. ensemble-waarde op grond waarvan het complex destijds de monumentenstatus heeft verkregen.

De onderzoekers taxeren het plangebied als 'bestaand stedelijk gebied'. Wij achten deze conclusie niet op zijn plaats voor een buitenplaats die aan de rand van het stiltegebied ligt.

Broekbergen is niet voor niets onderdeel van het bestemmingsplan Buitengebied

Driebergen. De zgn. rode contour ligt midden in de Akkerweg en Engweg en sluit aan op de Rodenbergsedreef. Op de in de Atlas Leefomgeving opgenomen kaart is dit duidelijk

weergegeven. De kaart toont met de rode contour de vastgestelde begrenzing van het stedelijk gebied in de provincie Utrecht aan, aldus de toelichting in de Atlas (situatie 2016).

O.a. Dennenburg en Broekbergen vallen daar dus buiten.

Net als bij het onderzoek naar de Fietsstraat staat ook dit onderzoek mijlenver af van de ervaring van gebruikers. Niemand zal de omgeving van Broekbergen ervaren als een stedelijk gebied, maar juist als een landelijk stiltegebied met natuurwaarden als groen, rust en stilte.

Bekend is dat recent door de Provincie Utrecht het 'Inpassingsplan Kantoren' is

aangenomen, juist om enorme overschot (leegstaande kantoren) te reduceren. Verder is recent de 'Monitor kantorenmarkt Utrecht' uitgebracht, waarnaar in het rapport ook wordt verwezen. Daaruit komt naar voren dat nog steeds ondanks reductie van het aantal m2, o.a.

door transitie naar o.a. wonen, er nog steeds een overschot is van 1696, ruim boven de gewenste frictieleegstand van 596. Alhoewel de vraag naar kantoorruimte vanwege de

economische groei is toegenomen, zie je dat juist voor de gemeente Utrechtse Heuvelrug -in tegenstelling tot bepaalde andere gemeenten - de leegstand vanaf 2014 naar 2017 juist van 596 naar meer dan 10 96 is toegenomen (zie ook figuur op pag. 6). Verder blijkt uit analyse dat met name in grotere kernen en dan in het bijzonder de gemeente Utrecht het

zogenaamde oplevervolume van nieuwe kantoorruimte is toegenomen, mede vanwege de vraag op bepaalde locaties, maar dus juist niet in andere gemeenten, waaronder dus ook de gemeente Utrechtse Heuvelrug.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

neer het werkzaamheden geldt, waarvan niet vaststaat, dat Zij een blijvend karakter dragen.. geval voor zorgen, dat dit personeel althans een behoorlijke

Dit is een 100 o 7o gemeentelijke collectie, waarvan de uiteindelijke beslissing over afstoting niet door de directie of raad van toezicht kan worden genomen, maar aan de

• publicatie in Woerdense Courant en internetsite gemeente, waarna het ontwerp bestemmingsplan (inclusief bijlagen) 6 weken ter inzage ligt (tot medio april 2020).. • gedurende

En met name de Oranjerie en ook het Bouwhuis, die beiden gewoon pal tegen de grens van het parkbos/het NNN worden gebouwd, met dus verstoring door licht en geluid als gevolg, maar

Wanneer ik echter in detail de plannen voor Broekbergen in ogenschouw neem, moet ik helaas in een notendop concluderen dat op alle fronten de proportionaliteit volkomen zoek

Conclusie: de uitkomst van de marktverkenning dat er behoefte is aan deze kantoorruimte en dat zich geen onaanvaardbare effecten voor leegstand elders voordoen, typeren wij als

Er wordt op grove wijze inbreuk gemaakt op het karakteristieke beeld van de muur en van de karakteristieke en historische bosschage van de groene entree van Driebergen.. Een

Zoals u bekend heeft de eigenaar van het voormalige kloostercomplex op de laatste dag dat dat mogelijk was een pro forma zienswijze ingediend aangaande zijn eigen deel in het