• No results found

2^FEB 2019

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "2^FEB 2019"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Drs. S.A. Sprengers Pnnses Beatrixlaan 18 3972 AN Driebergen bassprengers@casema.nl

Aan de gemeenteraad van de Utrechtse Heuvelrug Postbus 200

3940 AE Doom

Gemeente Utrechtse Heuvelrug

2^FEB 2019

Nr.

Betreft: reactie op rapporten Broekbergen; in aansluiting op mijn zienswijze Driebergen, 26 februari 2019

Geachte leden van de raad,

Met dank voor de toegezonden stukken maak ik graag gebruik van de door u geboden

gelegenheid om mijn zienswijze op de geplande ontwikkelingen in en rond landgoed Broekbergen nader uiteen te zetten. De in opdracht van de landgoedeigenaar opgestelde rapporten bieden daarvoor een kapstok.

Om te beginnen wil ik nogmaals benadrukken dat ik van harte toejuich dat vanuit particulier initiatief plannen ontwikkeld worden om de schoonheid van Driebergen met haar lommerrijke karakter te behouden en te benadrukken! Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat de

landgoedeigenaar in kwestie destijds juist vanwege deze lommer’ in Driebergen is neergestreken.

Wanneer ik echter in detail de plannen voor Broekbergen in ogenschouw neem, moet ik helaas in een notendop concluderen dat op alle fronten de proportionaliteit volkomen zoek is, waarbij de leidraad1 ‘behoud door ontwikkeling’ voor duurzame exploitatie van een landgoed eerder als dekmantel voor creatief boekhouden gebruikt lijkt te zijn dan waar deze werkelijk voor bedoeld is: het zodanig vormgeven van ontwikkeling in het buitengebied dat cultuurhistorische waarde, landschap en natuur versterkt worden en dat alle overige relevante aspecten m.b.t. de ruimtelijke ordening (zoals toename mobiliteit, uitstraling op de omgeving, etc.) gerespecteerd worden. De genoemde provinciale leidraad ademt van A tot Z de sfeer van terughoudendheid. De laatste trede van de ladder die hierin wordt belopen is die van ‘ontwikkeling’, wanneer alle andere opties voor een sluitende exploitatie zijn uitgeput, en dan bovendien nog zo beperkt mogelijk. Op Broekbergen gebeurt het tegenovergestelde: ontwikkeling is bij de huidige eigenaar van meet af aan het uitgangspunt geweest en er wordt gezocht naar het maximaal haalbare.

Niemand zal betwisten dat een bestemingsverandering naar Svonen’ en ‘kantoor’ noodzakelijk is om Broekbergen als landgoed vitaal te houden. Zo ook zal niemand een traan laten bij het slopen van de carrés, die zowel bouwkundig als architectonisch niet bepaald als pareltjes gekenmerkt kunnen worden. En dat er vervolgens binnen de bestaande bebouwde ruimte gezocht wordt naar aantrekkelijke alternatieven, getuigt van gezond verstand. Ik maak echter op de volgende punten bezwaar bij de het ontwerp bestemmingsplan voor Broekbergen:

1. De omvang van de voorgestelde ontwikkeling

' Zie Provincie Utrecht (2014): Leidraad behoud door ontwikkeling op historische buitenplaatsen. Een handreiking voor proces en realisatie.

119.02618

(2)

2. De parkeerplaatsen ‘buiten de muren’

3. De waardering en classificatie van de natuur ‘binnen de muren’

4. De onderbouwing van de verkeerseffecten

Ad 1. De omvang van de voorgestelde ontwikkeling

Vanwege het ontbreken van inzichtelijke parameters voor de duurzame exploitatie van het landgoed Broekbergen blijft nut en noodzaak van het realiseren van 12 — 20 wooneenheden en tot 1500 m2 kantoor voor de buitenstander onaangetoond. Wel mag duidelijk zijn dat het realiseren van plannen van een dergelijke omvang ver af staan van wat in bovengenoemde leidraad wordt benadrukt met versterken van cultuurhistorische waarde, landschap en natuur.

Integendeel, uit de plannen komt een beeld naar voren van een compleet en exclusief woon- en werkwijkje, op een plek in het landelijke buitengebied die de facto gekarakteriseerd is door

ingetogen rust. Hoe deze ingetogen rust zich binnen de muren zal ontwikkelen is één ding, buiten de muren zal blijken dat het gedaan is met de stilte op het Kloosterlaantje en de Engweg. Twaalf tot 20 wooneenheden en 1500 m2 kantoor staan in schril contrast met de oorspronkelijke idee van een landgoed (en waar de provinciale leidraad op gestoeld is), bewoond door een familie met eventueel personeel en een of meer bijbehorende agrarisch bedrijven

Ad 2. De parkeerplaatsen ‘buiten de muren’

Het rapport van BügelHajema en het ontwerp bestemmingsplan spreken van 15 bestaande parkeerplaatsen langs het Broekbergenpad (Aderwinkelpad) richting Langbroekerwetering.

Gesuggereerd wordt dat voor deze 15 parkeerplaatsen een vergunning is verleend in 1996. De vraag rijst hier op welke gronden die vergunning destijds verleend is, midden in een gebied dat gekenmerkt is als Agrarisch gebied met Landschappelijke waarden. Tot mijn grote spijt heb ik enkele járen geleden moeten constateren dat een groot deel van de ter plekke aanwezige stinseflora verdwenen was onder puin en grind. Was er een aanlegvergunning voor deze

verharding? Missen we in dit nieuwe bestemmingsplan een kans om een ondeugdelijke beslissing uit het verleden te herstellen en een historische laan in ere te restaureren? Of erger, zou het kunnen zijn dat met het nieuwe bestemmingsplan een illegale activiteit uit het verleden wordt gelegitimeerd?

Ad 3. De waardering en classificatie van de natuur ‘binnen de muren’

Bureau BügelHajema-2 doet zijn best om zeer uitvoerig te onderbouwen dat de ecologische waarde van landgoed Broekbergen betrekkelijk genng is. De analogie met ‘praten als Brugman’

dringt zich op: pagina na pagina wordt uiteengezet dat de toetsingsaspecten voor de Ecologische Hoofdstructuur (EHS)

I

Natuumetwerk Nederland (NNN) volgens de regels doorlopen zijn, dat de luchtkwaliteit hooguit tijdens de bouwfase enigszins onder druk staat (Aerius-berekemngen), dat het resterende EHS-deel van het landgoed slechts droog produktieloofbos betreft en dat per saldo de natuur op het landgoed zo algemeen is, dat een stukje meer of minder nauwelijks uitmaakt.

De werkelijkheid laat helaas een heel ander beeld zien. Om te beginnen gaat BügelHajema nauwelijks in op de potentiële natuurwaarde van het landgoed. Het ontwikkelen van potentiële

2 Notitie actualisatie ecologisch onderzoek

(3)

natuur is nou net één van de uitgangspunten geweest bij de vaststelling van het natuurbeleid.

Voorts is het zeer opmerkelijk dat de oorspronkelijke EHS begrenzing binnen het landgoed aanzienlijk ruimer was dan de huidige: in plaats van het gehele landgoed als één integrale eenheid te beschouwen is de provinciale bestuurder er in geslaagd een flinke hap te nemen uit die EHS:

en wel precies dat stuk waar de landgoedeigenaar zijn Bouwhuis wil realiseren. Dat geeft te denken: gaat het hier nog steeds over de versterking van de natuur en de cultuurhistorische waarde? Moestuin en parkbos hebben altijd tezamen het landgoedkarakter bepaald.

In plaats van juist de cultuurhistorie te willen herstellen, worden er een Koetshuis en Orangerie voorgesteld die ter plekke nooit hebben gestaan. Om van het "Bouwhuis’ nog maar met te spreken ...

Vervolgens karakteriseert BügelHajema de EHS binnen het landgoed als ‘droog’ (en daarmee minder waardevol dan ‘vochtige natuur’ of ‘natte natuur’). Er valt wel wat af te dingen op die classificatie. De naam Broekbergen doet veronderstellen dat het oorspronkelijke huis gebouwd is op een heuveltje, omringd door drijfnatte gronden. Omliggende weilanden zijn ook in het ontwerp-bestemmingsplan aangeduid met kwel-gevoelige gronden. Zou deze kwel niet ook voor het landgoed zelf gelden? Waar moeten de geplande vijvers hun water dan vandaan halen? Zelfs in de extreem droge zomer van 2018 was de gracht aan de Noord-Westzijde van het huis nog watervoerend. Zo droog is dit landgoed dus niet. Bovendien is het afdoen van een oud parkbos, waar inderdaad jarenlang weinig onderhoud aan is gepleegd, als droog produktìebos nogal geringschattend.

Tenslotte, het (gesubsidieerde) herstel van de historische muur rond het landgoed met een glazen venster voor een vermeende zichtas is het icoon voor de opportuniteit waarmee het adagium

‘behoud door ontwikkeling’ zich in deze Broekbergerplannen heeft post gevat: het anachronisme van vermeend landgoedherstel wordt straks voor de letterlijke buitenstaander (buiten-de-muren- staander) potsierlijk extramuraal ten toon gespreid.

Ad 4. De onderbouwing van de verkeerseffecten

De memo van Fransen betreffende de afwikkeling van het verkeer via de Engweg doet mij als dagelijkse gebruiker van deze weg de moed in de schoenen zakken. Om te beginnen is er in de memo weinig consistentie in de opgave van het aantal verkeersbewegingen, maar dit terzijde.

Ernstiger vind ik het redeneren naar een vooraf gewenste conclusie. De memo begint met de constatering dat er momenteel nog weinig landelijke concensus bestaat omtrent veiligheid, effectiviteit, benutting en beleving van zg. fietsstraten. Vervolgens waardeert men de status quo van deze verkeersader met een 6,5. Met een aantal quasi-wetenschappelijk ogende grafieken wordt recht evenredig geëxtrapoleerd dat in de toekomst de Engweg nog steeds het rapportcijfer 6 verdient. Proficiat!!! Het mag duidelijk zijn dat Fransen zelf nooit op de Engweg fietst, waar je nu regelmatig met gevaar voor eigen leven je tussen de auto’s moet manoeuvreren, omdat het merendeel van de automobilisten geen blijk geeft van voorrang verlenen aan fietsers. Wanneer ik

’s morgens rond 06:00 op de Engweg fiets waardeer ik deze weg met een dikke 8: lekker vlak asfalt, mooi breed fietspad, prachtige omgeving. Overdag is dit rapportcijfer gereduceerd tot een 3 of minder: deze weg is nu al niet geschikt als veilige route voor fietsers.

Het mag duidelijk zijn dat iedere toename van gemotoriseerd verkeer de Engweg nóg onveiliger maakt dan hii al is. zeker wanneer het om het extra dagelijkse woon- en werkverkeer van de nieuw aan te leggen woon- en werkwiik Broekbergen, nog af te zien van een aantal járen zwaar bouwverkeer.

(4)

Vanzelfsprekend ben ik van harte bereid een en ander mondeling nader toe te lichten in een van uw raadsvergaderingen)

Hoogachtend,

iprengei

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Met andere woorden, inzicht geven in de betekenis van ontwikkelingen binnen ons vakgebied, inclusief handvatten en voor­ en nadelen voor het vak van internal auditor.. Zo was

„Dit is dé plek waar ik de opge- stane Heer en zijn barmhartige moeder ontmoet, elke week op- nieuw met de krop in de keel”, vertelt Luc Verreycken (49), die

En met name de Oranjerie en ook het Bouwhuis, die beiden gewoon pal tegen de grens van het parkbos/het NNN worden gebouwd, met dus verstoring door licht en geluid als gevolg, maar

zogenaamde oplevervolume van nieuwe kantoorruimte is toegenomen, mede vanwege de vraag op bepaalde locaties, maar dus juist niet in andere gemeenten, waaronder dus ook de

Conclusie: de uitkomst van de marktverkenning dat er behoefte is aan deze kantoorruimte en dat zich geen onaanvaardbare effecten voor leegstand elders voordoen, typeren wij als

Er wordt op grove wijze inbreuk gemaakt op het karakteristieke beeld van de muur en van de karakteristieke en historische bosschage van de groene entree van Driebergen.. Een

Zoals u bekend heeft de eigenaar van het voormalige kloostercomplex op de laatste dag dat dat mogelijk was een pro forma zienswijze ingediend aangaande zijn eigen deel in het

Met dat laatste doelt hij op Paulownia fortunei ‘Fast Blue’, een cultivar die volgens hem op alle fronten geschikter is voor ons land dan de gangbare soorten.. ‘Tot een paar