• No results found

Interventie IRun2BFit

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Interventie IRun2BFit"

Copied!
26
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Interventie IRun2BFit

Interventie

Druk in de klas

Interventie VRIENDEN

Interventie

Druk in de klas

Interventie VRIENDEN

Interventie

(2)

Erkenning

Erkend door deelcommissie Gezondheidsbevordering en preventie voor volwassenen en ouderen

Datum: 23 februari 2018 Oordeel: Goed onderbouwd

De referentie naar dit document is: Licht (29 januari 2018).

Databank effectieve jeugdinterventies: beschrijving ‘IRun2BFit’. Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut. Gedownload van www.nji.nl/jeugdinterventies.

(3)

Inhoud

Inhoud... 3

Samenvatting ... 4

Doelgroep ... 4

Doel ………4

Aanpak ... 4

Materiaal ... 4

Onderbouwing ... 4

Onderzoek ... 5

1. Uitgebreide beschrijving ... 6

1.1 Doelgroep ... 6

1.2 Doel ... 6

1.3 Aanpak ... 7

2. Uitvoering ... 10

3. Onderbouwing ... 14

4. Onderzoek ... 18

4.1 Onderzoek naar de uitvoering... 18

4.2 Onderzoek naar de behaalde effecten ... 18

5. Samenvatting Werkzame elementen ... 21

6. Aangehaalde literatuur ... 22

(4)

Samenvatting

IRun2BFit is een beweeg- en leefstijlprogramma van acht weken. De verschillende thema’s worden vakoverstijgend uitgevoerd bij biologie, lichamelijke opvoeding en tijdens de mentorles. Voor jongeren vormt dit programma een leerproces en een belevingstocht, met een fit lijf en bewustwording van een gezonde leefstijl als einddoel.

Door een leefwijze met aandacht voor beweging en gezonde voeding uit te proberen, te ervaren en te delen met anderen wordt de eigen keuze nog meer bekrachtigd. Het programma krijgt een energieke afsluiting met deelname aan een 5 kilometer bij een sfeervol hardloopevenement. Om het programma nog meer kracht bij te zetten zijn er drie feestelijke 2B-momenten (kick-off, testloop en eindevenement) en worden de ouders ook betrokken bij het programma. IRun2BFit stimuleert daarmee ook de

vakoverstijgende samenwerking en interne teamgeest van docenten. Daarnaast zorgt het voor een positieve profilering naar (toekomstige) ouders en leerlingen en zorgt het voor verbinding met lokale verenigingen, evenementen, gemeenten en partners.

Doelgroep

IRun2BFit richt zich op jongeren in de onderbouw (eerste, tweede of derde klas) van het Voorgezet Onderwijs in het VMBO, HAVO en VWO in de leeftijd van 12-16 jaar.

Doel

IRun2BFit maakt jongeren (12-16 jaar) op een plezierige manier bewust van het effect van bewegen en een gezonde leefstijl, wat leidt tot duurzame gedragsverandering.

Jongeren die meedoen aan het programma van IRun2BFit voldoen aan de Beweegnorm*.

* Beweegnorm – In de beweegnorm ligt naast dagelijkse beweging, nadruk op intensief bewegen en spier- en botversterkende oefeningen zoals hardlopen en die zijn geïmplementeerd in het programma.

Aanpak

De verschillende thema’s worden in basis vakoverstijgend uitgevoerd bij biologie, lichamelijke opvoeding en tijdens de mentorles. Gedurende de 8 weken wordt er circa 1 uur biologie, 1 uur mentorles en 2 uur bewegingsonderwijs gegeven. Met de

looptrainingen zijn leerlingen in staat, ongeacht de startconditie, om bij het afsluitende hardloopevenement een vijf kilometer succesvol te volbrengen.

Materiaal

Een belangrijk deel van de materialen is beschikbaar via de website www.irun2bfit.nl.

Scholen die meedoen, krijgen een inlogcode voor de website waarop zij de syllabi voor de docenten lichamelijke opvoeding en biologie, de mentoren en andere ondersteunende materialen kunnen downloaden. Daarnaast kunnen leerlingen via de website hun eigen digitale ‘lijfstijl-visual’ maken en prikkelmomenten bekijken die tijdens de mentorles worden besproken. De interventiedatabase is verder zo ingericht dat de aangewezen IRun2BFit-Coördinatoren ook toegang hebben tot beeldmateriaal voor interne en externe promotie.

Onderbouwing

IRun2BFit kenmerkt zich door de focus op duurzame gedragsverandering. Leerlingen worden zich door de looptijd van het programma steeds bewuster van het eigen gedrag en de veranderingen die plaats moeten vinden om een gezondere leefstijl aan te kunnen nemen. Ook worden leerlingen aangemoedigd te reflecteren op het eigen gedrag om

(5)

uiteindelijk aan de beweegnorm te kunnen voldoen. Dit alles wordt omlijst door een combinatie van bewustwording van het belang van een gezonde leefstijl (focus) en het zelf ervaren van plezier van een gezonde leefstijl (fun). De plezier-factor is erg belangrijk binnen het programma, omdat leerlingen gemotiveerder zullen zijn als ze plezier beleven aan de uitvoering.

Naast bewustwording en ‘ervaring’ richt de interventie zich op determinanten waarvan is aangetoond dat deze een belangrijke invloed hebben op het beweeggedrag van jongeren (attitude, sociale norm en eigeneffectiviteit).

Onderzoek

In 2009 is in een afstudeeronderzoek het effect en rendement van IRun2BFit onderzocht.

Voor dit onderzoek zijn gegevens verzameld onder 78 eersteklassers uit Steenwijk die deelnamen aan IRun2BFit (Wijlens, 2009). Fysieke fitheid werd onderzocht met conditietesten die standaard in het bewegingsprogramma waren opgenomen (Shuttle Run Test, Hartslagloop). Er werd een significante toename in fysieke fitheid gevonden voor beide testen. De plezierbeleving bij bewegen/sport daalde van 66 punten bij

aanvang naar 61 punten aan het einde van het programma op een schaal van 16 tot 80.

Naar aanleiding van dit onderzoek is het beweegprogramma aangepast.

(6)

1. Uitgebreide beschrijving

1.1 Doelgroep

Uiteindelijke doelgroep

IRun2BFit richt zich op jongeren in de onderbouw (eerste, tweede of derde klas) van het Voorgezet Onderwijs in het VMBO, HAVO en VWO in de leeftijd van 12-16 jaar.

Secundaire doelgroep:

IRun2BFit richt eveneens het programma met nevenactiviteiten op de ouders .Door middel van voorlichting tijdens een ouderbijeenkomst en het aanbieden van een Start2BFit programma in samenwerking met de school en lokale atletiekvereniging stimuleren wij het beweeggedrag in de thuissituatie.

Selectie van doelgroepen

IRun2BFit is voor alle leerlingen van de deelnemende scholen. Mochten er leerlingen zijn die niet kunnen meedoen aan de beweegonderdelen, dan is voor hen een alternatief programma beschikbaar.

Betrokkenheid doelgroep

IRun2BFit zet structureel een online enquête uit onder docenten en leerlingen van de school. Het aanspreekpunt voor IRun2BFit (IRun2BFit-coördinator) zorgt ervoor dat zijn collega’s, na afsluiting van het eindevenement, de online enquête (evaluatie) invullen. De IRun2BFit-coördinator verspreid deze enquête onder de mentoren, zodat de leerlingen ook bij de evaluatie worden betrokken. De uitslagen worden binnen vier weken na het eindevenement besproken en beoordeeld op gewenste vervolgstappen door IRun2BFit met het aanspreekpunt en eventueel de schoolleiding. Behalve feedback over het programma en lesmateriaal, geeft de enquête ook inzicht in wat jongeren en docenten geleerd hebben. De uitkomsten gebruikt IRun2BFit tevens voor doorontwikkeling van het programma.

1.2 Doel

Hoofddoel

IRun2BFit maakt jongeren (12-16 jaar) op een plezierige manier bewust van het effect van bewegen en een gezonde leefstijl, wat leidt tot duurzame gedragsverandering.

Jongeren die meedoen aan het programma van IRun2BFit voldoen aan de Beweegnorm*.

IRun2BFit zorgt voor een verandering in het beweeggedrag in de thuissituatie.

*Beweegnorm - In de beweegnorm ligt naast dagelijkse beweging, nadruk op intensief bewegen en spier- en botversterkende oefeningen zoals hardlopen en die zijn geïmplementeerd in het programma.

Subdoelen

De interventie kent de volgende subdoelen:

1. IRun2BFit laat jongeren meer bewegen.

2. IRun2BFit maakt jongeren meer bewust van een gezondere leefstijl.

3. IRun2BFit streeft ernaar de basis te leggen voor duurzame gedragsverandering.

4. IRun2BFit voorziet jongeren van meer kennis over het lichaam, gezondheid

(7)

en de invloed van bewegen.

5. De gemiddelde fitheid van leerlingen neemt toe door het deelnemen aan IRun2BFit.

6. Gedurende de looptijd van het programma voldoen leerlingen aan de Beweegnorm

7. Na deelname aan IRun2BFit is praktisch elke deelnemer in staat een afstand van 5 km in hardlooptempo af te leggen.

8. IRun2BFit draagt bij aan een plezierige en positieve sportervaring.

9. IRun2BFit maakt ouders bewust van de voordelen van sporten en bewegen en zorgt op deze manier voor een verandering in het beweeggedrag in de thuissituatie.

1.3 Aanpak

Opzet van de interventie

De opzet van de interventie ziet er in basis als volgt uit:

Opzet lokale organisatie

Samenstellen van een team met daarin de IRun2BFit-Coördinator als aanspreekpunt voor de uitvoering en implementatie van de interventie op school. Het aanspreekpunt is de spin in het web voor lokale actoren zoals gemeente, evenement, atletiekvereniging en eventueel de lokale GGD en wordt ondersteund door medewerkers van IRun2BFit.

Voorlichting en instructiebijeenkomsten

In samenwerking met de IRun2BFit-Coördinator plannen en organiseren we twee

instructiebijeenkomsten en een workshop hartslagloop voor het trainen van de docenten om ze kennis te laten maken met programma en het digitale lesmateriaal.

Ouderavond

Een voorlichtingsbijeenkomst voor ouders/verzorgers over het beweeg- en

leefstijlprogramma van IRun2BFit verzorgd door Gerard Nijboer in samenwerking met de betreffende school.

Kick-off

Feestelijke aftrap met alle betrokkenen en deelnemers als officieel startsein van het programma.

Het 8 weken programma

Het 8 weken lesprogramma dat in basis per week bestaat uit 1 lesuur biologie, 2 lesuren looptrainingen, 1 uur mentorles en een wekelijkse zelfstandige training, soms met ondersteuning van de lokale atletiekvereniging of sportaanbieder.

Testloop

In week 7 vindt er een testloop plaats.

Eindevenement

Aan het eind van week 8 neemt men deel aan een 5 kilometer hardlopen tijdens een hardloopevenement.

Landelijke IRun2BFit-Menu-Finale

Additioneel kunnen alle IRun2BFit-scholen jaarlijks meestrijden in de landelijke

kookwedstrijd, dit in navolging op het beweeg- en leefstijlprogramma. Jaarlijks vindt de culinaire finale van IRun2BFit plaats in het Kookatelier van toprestaurant De Librije te Zwolle. Elke school mag via een interne verkiezing haar eigen schoolwinnaar selecteren

(8)

en het recept doorsturen naar IRun2BFit. Het recept is elk jaar een ander thema. Uit de inzendingen selecteren de koks van De Librije welke schoolwinnaars in Librije's Atelier hun gerecht mogen komen bereiden. De menu’s worden beoordeeld op het culinaire aspect en of het sportersvriendelijk is.

Evaluatie

Een week na het eindevenement vindt er een online evaluatie plaats onder docenten en leerlingen. De uitkomsten worden binnen vier weken besproken met de IRun2BFit- Coördinator en andere betrokkenen. De resultaten worden eveneens gebruikt voor doorontwikkeling. Gedurende het programma vindt er eveneens een tussentijdse evaluatie plaats met de IRun2BFit-Coördinator. Zie bijlage A voor een schematisch overzicht met het aantal contactmomenten en tijdsduur voor implementatie van het programma.

Inhoud van de interventie Inhoud 8 weken programma

IRun2BFit is een programma dat ontwikkeld is voor jongeren van 12 tot 16 jaar. Het programma bestaat uit acht wekelijkse lessen biologie, gekoppeld aan lessen lichamelijke opvoeding. Elke week staat in het teken van een thema over persoonlijke leefstijl

(lijfstijl) en fitheid. De lessen zijn zo opgebouwd dat leerlingen algemene kennis krijgen over een bepaald thema waarbij zoveel mogelijk een ‘vertaalslag’ wordt gemaakt naar het belang van de deze kennis voor de leerling zelf. Het weekthema is gekoppeld aan de lessen lichamelijke opvoeding, waardoor leerlingen de theorie uit de les biologie in de praktijk kunnen ervaren. Hierdoor wordt een koppeling gemaakt tussen bewustwording en ervaring.

De verschillende weekthema’s zijn:

• Lijfstijl en jouw keuze

• Hart en jouw hartslag

• Longen en jouw ademhaling.

• Voeding en jouw energie (2 weken)

• Voeten en jouw loopstijl/huid en jouw zintuigen/zenuwstelsel en jouw hormonen (keuze-thema)

• Wedstrijd en jouw voorbereiding

• Finish en jouw resultaten

Voor leerlingen die om een goede reden niet het beweeggedeelte kunnen volgen wordt een aangepast schema opgesteld.

Looptrainingen

Gedurende de 8 weken wordt bij het vak L.O. 2 keer per week een looptraining gegeven.

Elke training is uitvoerbaar in een zaal of sportveld. De looptrainingen met loopschema’s zijn er op gericht dat leerlingen, ongeacht hun startconditie, in staat zijn om bij het afsluitende evenement 5 kilometer uit te lopen. Leerlingen trainen wekelijks drie keer:

1. In de focus-training leren leerlingen meer over hun lichaam en de gerealiseerde fysieke progressie. De nadruk ligt hierbij op de verdieping van de theorie van het weekthema.

2. In de wekelijkse fun-training staat plezier voorop. Het samen lopen en/of de speelse loopvorm zorgt voor een groepsgevoel en plezier in het lopen.

3. De wekelijkse individuele training lopen de leerlingen op eigen gelegenheid aan de hand van hun loopschema. Soms gebeurt dit in samenwerking met de lokale

(9)

atletiekvereniging of lokale sportaanbieder om de zelfstandige trainingen te ondersteunen.

Ouderavond

Naast docenten en trainers vervullen ouders/verzorgers een belangrijke taak in de bewustwording van hun kind. Om hen te betrekken en te informeren wordt er een speciale bijeenkomst georganiseerd. De ouderbijeenkomst is een coproductie tussen de school en IRun2BFit. IRun2BFit biedt ouders de mogelijkheid om mee te doen aan het Start2BFit-programma dat gelijk kan lopen met deelname aan het programma op school.

Docentenbetrokkenheid

Docenten worden intensief betrokken bij het project. Gedurende het programma worden de docenten intensief begeleid door Stichting IRun2BFit met als doel dat ze het

programma na twee jaar zelfstandig kunnen uitvoeren. Het eerste jaar biedt IRun2BFit een introductieprogramma op maat. Hierin zijn de begeleiding en uitvoering opgenomen van:

✓ 3 docenteninstructies ter kennismaking met het programma en digitaal lesmateriaal.

o Instructie lesmateriaal 1 (1,5u) o Instructie lesmateriaal 2 (1u)

o Tussentijdse evaluatie met docenten LO, Biologie en Mentoren (1u)

✓ 1 workshop hartslagloop (theorie + praktijk) voor docenten

✓ 1 presentatie op ouderavond

✓ (online) evaluatie van het programma voor docenten en leerlingen

✓ Evaluatiebijeenkomst met docenten en directie op basis van online resultaten.

✓ Netwerkontwikkeling: contact met lokale actoren als gemeente, sportvereniging, sportwinkel en loopevenement.

✓ Promotioneel pakket met o.a. beachflags, spandoeken, kleding etc.

✓ Optioneel: aanschaf van gecodeerde hartslagmeters en functionele T- shirts.

In het tweede jaar van deelname kunnen scholen een keuze maken uit ons aanbod. Ze krijgen een inhoudelijke instructie óf presentatie op de ouderavond en aanwezigheid bij het eindevenement van Gerard Nijboer. Als ze meer ondersteuning willen kan dit aanvullend aangeschaft worden.

Vanaf het derde jaar van deelname vindt afname van instructie plaats op basis van behoefte.

Na afloop van het programma

IRun2BFit probeert op verschillende manieren er voor te zorgen dat jongeren ook na afloop van het programma blijven bewegen. Doordat het programma steeds terugkeert op school, worden ook de ouderejaars weer getriggerd rondom het thema lijfstijl.

Scholen nodigen ouderejaars ook uit om deel te nemen aan het evenement. Indien er een atletiekvereniging bij kan worden betrokken, dan wordt gekeken of deze in de vorm van clinics geïnteresseerde jongeren begeleiden. Ouderejaars worden vaak ook in de organisatie betrokken (maatschappelijke stage).

(10)

2. Uitvoering

Materialen

Uitvoering

Om de docenten digitaal te ondersteunen is op de website van IRun2BFit een digitale omgeving gecreëerd waar via een inlogcode diverse ondersteunende materialen verkrijgbaar zijn:

- Verschillende (digitale) handboeken voor docenten lichamelijke opvoeding/biologie/verzorging/mentor.

- Digitale werkboeken voor leerlingen, waarin leerlingen al hun les-, trainings-, en practicumactiviteiten worden beschreven.

- Formulieren voor de uitvoering van de hartslagloop.

- Diverse lesmateriaal per weekthema in Powerpoint-formaat.

- Prikkelmomenten bestaande uit foto’s en filmpjes uit de beelddatabank van IRun2BFit.

Verder bestaat de website uit een Jongerenomgeving waar leerlingen filmpjes kunnen bekijken en hun eigen ‘IRun2BFit lijfstijl visual’ kunnen aanmaken en ontwerpen. Ouders kunnen zich eveneens zelf voorlichten via de website en over de mogelijkheden met betrekking tot het Start2BFit programma.

Hartslagmeters

Scholen die niet in de mogelijkheid zijn om zelf hartslagmeters aan te schaffen kunnen gebruikmaken van de hartslagmeters die eigendom zijn van IRun2BFit.

Werving

- Communicatiemiddelen van IRun2BFit voor interne en externe communicatie (logo’s, persberichten, uitnodigingen, draaiboeken etc.)

- Hulp- en communicatiemiddelen bij het organiseren van een kick-off en ouderbijeenkomst.

- De scholen ontvangen een promotioneel pakket met spandoeken, posters en beachflags voor de aankleding, Asics Running Jacks, hartslagmeters

(kortingsregeling Polar), schoenen (kortingsregeling Asics) van IRun2bFit.

Buiten het lesprogramma is er een draaiboek beschikbaar over alle organisatorische zaken rondom het programma. Dit wordt afgestemd door de coördinator van IRun2BFit met de coördinator binnen de school.

Locatie en type organisatie

Rol IRun2BFit

Stichting IRun2BFit is verantwoordelijk voor het trainen van docenten en wegwijs te maken in het educatieprogramma en vertrouwd te maken met de verschillende thematieken. IRun2BFit traint docenten om zelfstandig uitvoering te geven aan het

programma. IRun2BFit voorziet de scholen van de (online) materialen en tools. IRun2BFit speelt verder een adviserende rol zoals tijdens de instructiebijeenkomsten,

ouderavond(en), communicatie & pr, kick-off, implementatie educatieprogramma en bemiddeling met organisaties van hardloopevenementen en lokale atletiekverenigingen en sportaanbieders.

School

De scholen voeren, met ondersteuning van IRun2BFit, het beweeg- en

leefstijlprogramma zelfstandig uit en zorgen zelf voor implementatie en inbedding in het curriculum.

(11)

Lokale actoren

Stichting IRun2BFit adviseert bij het vormgeven van een netwerk met lokale actoren zoals gemeentelijke instanties, lokale atletiekvereniging en sportaanbieders om ze te betrekken bij het beweeg- en leefstijlprogramma. Vaak streven lokale actoren dezelfde ambities na met betrekking tot het vitaliseren van de burgers van de betreffende gemeente.

Evenementen

Evenementen vinden het belangrijk dat scholen meedoen aan een hardloopevenement en daarom is hen er alles aan gelegen om specifieke wensen in vervulling te brengen,

bijvoorbeeld een eigen startvak, meetingpoints etc.

Rol Atletiekvereniging

Waar mogelijk wordt de plaatselijke atletiekvereniging betrokken bij IRun2BFit op de school door de inzet van looptrainers bij enkele lessen LO. Daarnaast kan er doorstroom plaatsvinden naar de atletiekvereniging. IRun2BFit werkt samen met de Atletiekunie om looptrainers hierin te stimuleren.

Opleiding en competenties van de uitvoerders

Er zijn geen specifieke opleidingsvoorwaarden. Docenten en trainers zijn vakbekwaam.

Door middel van een instructiebijeenkomsten en onlinebegeleiding worden docenten en trainers voorbereid en ondersteund in de uitvoering van het programma. De

instructiebijeenkomsten helpen docenten wegwijs te maken in het lesmateriaal. Elke bijeenkomst heeft zijn eigen thematiek, bedoeld om docenten vertrouwd te maken met het materiaal en op onderdelen ook kennis/ samenwerking te verdiepen. Ook ervaren de docenten zelf wat het betekent om met de hartslagmeter te werken. Belangrijk

uitgangspunt is dat aangestuurd wordt op het creëren van enthousiaste docenten, die op hun beurt gaan aan de slag om de jongeren enthousiast te maken.

De looptrainingen worden op sommige scholen verzorgd door een trainer van de atletiekvereniging. In samenwerking met de Atletiekunie wordt een bijscholing looptrainer jeugdgroepen opgezet om looptrainers meer kennis en vaardigheid bij te brengen hoe om te gaan met deze doelgroep.

Kwaliteitsbewaking

Het uitzetten van een (online) evaluatie onder docenten en leerlingen levert de input voor het bewaken van de kwaliteit en doorontwikkeling van het programma aan het eind van het programma. Een tussentijdse evaluatie met de IRun2BFit-coördinator levert de benodigde informatie om, voor bijvoorbeeld individuele gevallen, waar nodig bij te sturen.

Randvoorwaarden

Voor een goede uitvoering van de interventie stellen we volgende randvoorwaarden die bijdragen aan een succesvolle uitvoering:

- Scholen, atletiekverenigingen , en in sommige gevallen gemeenten, verbinden zich voor meerdere jaren, bij voorkeur drie jaar, aan IRun2BFit.

- Jaarlijks organiseren van een ouderavond en een kick-off.

- Scholen implementeren de interventie in het reguliere lesprogramma van het betreffende leerjaar.

- De scholen wijzen een IRun2BFit-Coördinator (aanspreekpunt school) aan die het proces begeleidt voor collega-docenten en/of schoolbestuur.

- Het lesprogramma wordt in basis aangeboden tijdens de volgende lessen;

biologie, LO en mentorles.

(12)

- Leerlingen krijgen tweemaal per week bewegingsonderwijs aangeboden van de sectie LO die in het teken staat van IRun2BFit.

- Leerlingen trainen 1 x per week zelfstandig of krijgen hierbij ondersteuning van de lokale atletiekvereniging.

- Leerlingen sluiten het programma af met vier resultaatgebieden: training is alles (fitheidscijfer), voeding is energie (do’s en dont’s), dit ben ik (mijn lijfstijl in beeld), dit kan ik (persoonlijke prestatie).

- Leerlingen sluiten het programma met deelname aan een 5 kilometer tijdens een sfeervol regionaal hardloopevenement.

- Leerlingen kunnen additioneel meedoen aan de landelijke IRun2BFit-Menu-Finale in het Kookatelier van de Librije te Zwolle.

Implementatie

De coördinator (projectmanager en educatiemedewerker) van IRun2BFit ondersteunt de organisatorische kant rondom data, T-Shirts, het promotiepakket en met het leggen van contacten tussen school en atletiekverenigingen, gemeente, evenement. Samen met andere betrokken binnen de Stichting IRun2BFit begeleidt de coördinator de school ook lesinhoudelijk. Daarnaast zijn er afstemmingen om te zorgen dat alle organisatorische aangelegenheden zijn geregeld rondom bijvoorbeeld instructiebijeenkomsten,

ouderavond, kick-off en eindevenenement.

De overdracht van de interventie wordt gewaarborgd doordat iedere deelnemende school aan IRun2BFit ondersteuning krijgt van een IRun2BFit coördinator. Gedurende het 8 weken traject is hij/zij een vraagbaak, inspirator en/of procesbegeleider voor docenten en/of schoolbestuur. De IRun2BFit coördinator kan helpen bij de afstemming en

onderlinge versterking van het L.O. en biologie/biozorg/verzorging gedeelte. Voor een schematisch overzicht van de implementatie en organisatorische begeleiding verwijs ik naar bijlage A.

Kosten

Jaar 1 Jaar 2 Jaar 3 e.v.

Vaste kosten

Project- en procesbegeleiding €2500,- €500,- In overleg

Licentiekosten per leerling €10,- €10,- €10,-

T-shirts facultatief (incl. BTW en bedrukking)

€6,65 €6,65 €6,65

Deelname eindevenement (streven)

€5,- €5,- €5,-

In deze prijs zijn inbegrepen projectbegeleiding, materialen, inschrijfgeld, pr-materiaal en clinics. Na de twee jaar vervallen de kosten voor projectbegeleiding. De kosten per leerling voor inschrijfgeld, shirt, licentie en inzet looptrainers komen elk jaar terug. Deze kosten bedragen ca. € 20,00 per leerling. De inzet van looptrainers wordt lokaal bepaald.

Het is geen verplichting dat bij elke training van elke klas een looptrainer beschikbaar moet zijn. De tijdsinvestering voor het projectteam is afhankelijk van het aantal deelnemende scholen. De instructies aan alle docenten blijven binnen de vijf uur.

De ervaring leert dat het voor de scholen niet mogelijk is de bijbehorende kosten volledig zelfstandig te dragen. Naast de school dragen vooral ook gemeenten bij en lokale

sportaanbieders bij aan de financiering van het programma. De school moet uiteindelijk zelf de financiering regelen, maar soms gaat dit met ondersteuning van de medewerkers van Stichting IRun2BFit.

(13)

Tijdsbesteding docenten

De tijdsinzet van docenten vindt plaats tijdens de reguliere lessen. Een L.O. docent besteedt per klas twee lesuren per week, een docent biologie besteedt per week een lesuur. Extra uren voor de docenten zijn de instructie voor het lesprogramma,

aanwezigheid bij de kick off, de testloop en het afsluitende evenement. Deze aanvullende tijdinzet wordt geschat op circa 10 uur.

De IRun2BFit-coördinator van de school is naar schatting aanvullend 30 uur kwijt voor zijn of haar rol.

(14)

3. Onderbouwing

Probleem

Probleemanalyse en beïnvloedbare factoren

72,5% van de Nederlandse jongeren voldoet niet aan de combinorm voor voldoende beweging (CBS, 2015). De combinorm is een combinatie van de Nederlandse Norm Gezond Bewegen en de fitnorm (Hildebrandt et al., 2012). De Nederlandse Norm Gezond Bewegen houdt voor jongeren onder de 18 in dat ze dagelijks een uur matig intensieve lichamelijke activiteit uitvoeren, met minimaal twee keer per week activiteit die gericht is op het verbeteren of handhaven van de lichamelijke fitheid (Hildebrandt et al., 2012). De fitnorm betekent dat je minstens drie keer per week minstens 20 minuten zwaar

intensieve activiteit uitvoert (Hildebrandt et al., 2012). Om aan de combinorm te voldoen moet je aan minstens een van bovenstaande normen voldoen (Hildebrandt et al., 2012).

Uit onderzoek is gebleken dat 50% van de jongeren weet dat zij minstens een uur per dag moeten bewegen (Keulen et al., 2011). De meest recente cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (2016) laten zien dat van de jongeren van 12-16 jaar 28,2%

voldoet aan de combinorm. 35,5% van de jongeren van 12-16 is inactief. Dat wil zeggen dat de combinorm op geen enkele dag in de week gehaald wordt (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2016). Ook is een afname van de mate van intensief sporten te

constateren naarmate de jongeren ouder worden. Op 12-jarige leeftijd sport 88% van de jongeren minstens twee keer per week. Dit neemt af naar 70% op 16-jarige leeftijd (HBSC, 2013). Deze onderzoeken zijn representatief voor Nederlandse jongeren en kunnen daarom als uitgangspunt worden genomen (HBSC, 2013). De school blijkt een belangrijke rol te spelen in het beweegpatroon van jongeren (Vedder, 2010). Jongeren bewegen veel tijdens de gym- of sportles, maar blijken daarbuiten ook open te staan voor andere, creatieve manieren van bewegen onder schooltijd (Vedder, 2010). Op deze manier kunnen de school en externe programma’s die onder schooltijd worden

uitgevoerd bijdragen aan het activeren van jongeren (Vedder, 2010). Jongeren zullen door deze beweeglessen eerder de combinorm halen (HBSC, 2013).

In het licht van de nieuwe wetenschappelijke ontwikkelingen heeft de Gezondheidsraad besloten de fitnorm, norm gezond bewegen en de combinorm te vervangen door één beweegnorm, waarbij het verschil in normering te vinden is in het advies over minder zitten. De nieuwe beweegnorm raadt ook aan jongeren aan om meer spierversterkende oefeningen te doen met eigen lichaamsgewicht, zoals hardlopen en springen.

(Gezondsheidsraad, beweegrichtlijnen, 2017). Er is een sterke positieve relatie tussen sporten en bewegen en het activiteitsniveau. Eerder onderzoek heeft al aangetoond dat wanneer mensen bewegen en sporten vanwege het plezier (en andere intrinsieke motieven), zij dit langer volhouden wanneer ze alleen sporten vanwege een extrinsiek motief, zoals lichamelijke effecten. (Ryan et al.,1997). Het is dus belangrijk dat

leerlingen in de lessen lichamelijke opvoeding ‘geleerd’ wordt plezier te hebben in bewegen. Daarnaast kan er een gevoel van plezier (fun-factor) ontstaan door de sociale impact van hardloopevenementen. Dat gevoel kan sociale drempels opheffen en betere sociale verhoudingen creëren zoals bezoek als deelname aan het evenement. Dat was ook in het geval bij verschillende hardloopevenementen in Nederland waar 80% van de bezoekers en 60% van de deelnemers aangeven dat het een prima manier is om vrienden te ontmoeten. Tijdens diezelfde evenementen geven 75% van de deelnemers als bezoekers blijk van erkenning als het gaat om solidariteit (Mulier Instituut, Paul Hover et.al., juli 2017).

Oorzaken

Het feit dat Nederlandse jongeren niet genoeg bewegen is te verklaren aan de hand van het Precaution Adoption Process Model van Weinstein (1998). Dit model bevat drie verschillende stadia van bewustzijn, aan de hand van welke het gedrag van jongeren verklaard kan worden. Deze stadia houden in:

(15)

1. In dit stadium is er geen bewustzijn van het gezondheidsissue. Jongeren weten niet dat een inactieve leefstijl ongezond is.

2. Men is zich bewust van het risicogedrag als zodanig; er wordt in het algemeen te weinig bewogen in Nederland. Jongeren betrekken die kennis echter nog niet op zichzelf.

3. Het derde stadium toont bewustzijn van het eigen risicogedrag. Jongeren beseffen zich dat ze zelf te weinig bewegen. In deze fase wordt bepaald of het gedrag wel of niet gaat veranderen.

Het besproken model van Weinstein (1998) stelt dat alleen mensen die het derde stadium van bewustzijn bereiken gemotiveerd kunnen worden om het risicogedrag te veranderen of aan te passen. Jongeren moeten het derde stadium bereiken om bereid te zijn hun gedrag op het gebied van beweging te veranderen. Na het bereiken van dit stadium zullen beïnvloedbare factoren relevant worden om te bepalen of het gedrag daadwerkelijk wordt veranderd. Deze factoren kunnen in kaart gebracht worden met het ASE-model van De Vries (1988). Dit model onderscheidt drie primaire

gedragsdeterminanten:

a) attitude ten aanzien van het gedrag

b) sociale invloed: subjectieve norm, sociale steun of sociale druk, en mondeling of voorbeeldgedrag

c) eigen effectiviteit: vertrouwen in eigen kunnen ten aanzien van het gedrag (mogelijkheden, vaardigheden en ervaren barrières).

Het ASE-model (De Vries, 1988) is gebruikt om aan te tonen dat het beweeggedrag van jongeren tussen 13-18 jaar samenhangt met eigen attitude, sociale invloed en eigen effectiviteit (Craggs et al., 2011; Van der Horst, 2007; Van Stralen et al., 2011). Dit blijkt een wisselwerking te zijn. Jongeren krijgen een betere attitude en zijn effectiever als ze meer bewegen (Jimenez-Pavon et al., 2010). Ook het zelfbeeld wordt positief beïnvloed door meer beweging (McGavok et al., 2009).

Daarnaast leidt het ASE-model, gericht op beweging, ertoe dat jongeren op lange termijn minder risico lopen op ziekten (Wendel-Vos, 2010). Door de invloed van het ASE-model zullen jongeren eerder geneigd zijn te bewegen en alle positieve invloeden daarvan ondervinden (Wendel-Vos, 2010). Daarom is het aan te raden jongeren op middelbare scholen te stimuleren meer en vaker in beweging te komen (Tiessen-Raaphorst et al., 2010). Hierbij is het belangrijk de nadruk te leggen op het plezier in bewegen, omdat jongeren daardoor meer en vaker zullen bewegen (Belanger-Gravel & Godin, 2010;

Dilorenzo et al., 1998).

Aan te pakken factoren

IRun2BFit kenmerkt zich door de focus op duurzame gedragsverandering en ernaar te streven hier de basis voor te leggen door het programma. Jongeren worden

aangemoedigd meer te bewegen. Leerlingen worden zich door de looptijd van het programma steeds bewuster van het eigen gedrag en de veranderingen die plaats moeten vinden om een gezondere leefstijl aan te kunnen nemen. Ook worden leerlingen aangemoedigd te reflecteren op het eigen gedrag om uiteindelijk aan de beweegnorm te kunnen voldoen. Dit alles wordt omlijst door een combinatie van bewustwording van het belang van een gezonde leefstijl (focus) en het zelf ervaren van plezier van een gezonde leefstijl (fun). De plezier-factor is erg belangrijk binnen het programma, omdat leerlingen gemotiveerder zullen zijn als ze plezier beleven aan de uitvoering. Ouders worden

betrokken door het creëren van bewustwording bij deze groep. Hierdoor streeft IRun2BFit naar een verandering in het beweeggedrag in de thuissituatie.

(16)

Verantwoording

Het educatieve programma IRun2BFit kenmerkt zich door de combinatie van

bewustwording van het belang van een gezonde leefstijl (focus) en het zelf ervaren van plezier van een gezonde leefstijl (fun). Binnen het programma zijn een aantal elementen te herkennen waarmee de interventie de subdoelen beoogt te behalen. Het eerste

element, bewustwording, legt de nadruk op het vergroten van de bewustwording van het persoonlijk belang van een gezonde leefstijl. De lessen zijn persoonlijk en

ervaringsgericht van opzet, gericht op de leerling, met als belangrijkste vraag: ‘hoe zit het bij jou?’. Deze vraag wordt gedurende het programma behandeld door persoonlijke feedback te geven. Deze persoonlijke feedback is te herkennen in de resultaten van de hartslagmetingen en die van de testloop. Deze resultaten worden teruggekoppeld naar de leerling. Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat het geven van

persoonlijke feedback een belangrijke bijdrage levert aan het vergroten van bewustwording over het eigen gedrag (Proper et al., 2003).

Het leer- en beweegprogramma van IRun2BFit is opgezet op een wijze die ervoor zorgt dat leerlingen in de praktijk kunnen ervaren hoe het is om aan de Beweegnorm te voldoen. Het programma heeft als uitgangspunt dat alle leerlingen in staat worden gesteld om het gewenste gedrag op het eigen niveau uit te voeren. De sociaal-cognitieve leertheorie van Bandura (1986) verklaart dat het zelf uitproberen en ervaren van de voordelen van het gewenste gedrag leidt tot gedragsverandering. Daarnaast is het uitvoeren van gewenst gedrag een optimale methodiek om de eigen effectiviteit te verhogen (Bandura, 1986). IRun2BFit gebruikt de sociaal-cognitieve leertheorie van Bandura (1986) door aandacht te besteden aan het concreet aanleren van vaardigheden (de techniek van hardlopen, lopen op eigen tempo), en dit te combineren met het

beleven van plezier aan hardlopen. Door deze combinatie is de kans op duurzame gedragsverandering groter. De werking van deze theorie wordt bevestigd door een onderzoek van Dishman en collega’s (2005) naar de effecten van een beweegprogramma voor meisjes op de middelbare school. Uit dit onderzoek is gebleken dat plezier in

bewegen een belangrijke intermediërende factor is voor de effectiviteit van de interventie (Dishman et al., 2005).

Het eerder besproken model van Weinstein (1998) wordt in het programma van IRun2BFit gebruikt om jongeren aan te moedigen hun gedrag op het gebied van beweging te veranderen. Door de jongeren de drie stadia van bewustzijn te laten doorlopen en daarbij een programma aan te bieden waar jongeren plezier aan beleven, wordt ernaar gestreefd de jongeren aan te moedigen tot duurzame gedragsverandering (Weinstein, 1998).

Het educatieve programma IRun2BFit combineert een educatieve kant met een beweegprogramma. Deze programma’s zijn gericht op zowel jongeren als op hun

omgeving (docenten, ouders etc.). Onderzoek van Van Sluijs en collega’s (2007) en van De Bourdeaudhuij en collega’s (2011) toont aan dat interventies die bestaan uit

verschillende componenten, met een programma voor de primaire doelgroep en aandacht voor de omgevingsfactoren, de grootste kans van slagen hebben (De Bourdeaudhuij et al., 2011; Van Sluijs et al., 2007).

Het programma IRun2BFit wordt uitgevoerd in een schoolse setting. De ouders van de leerlingen die deelnemen aan het educatieve programma worden betrokken bij

IRun2BFit. Dit gebeurt door het geven van ouderavonden en het aanbieden van een additioneel ouderprogramma (Start2BFit). Diverse literatuurstudies hebben aangetoond

(17)

dat effectief bevonden preventieve interventies regelmatig vanuit de schoolsetting

worden uitgevoerd (Dobbins et al., 2009; Sluijs et al., 2007). Een onderzoek van Meester en collega’s uit 2009 toont aan dat ouderbetrokkenheid bij interventies vanuit de

schoolsetting bijdraagt aan de effectiviteit van de interventie.

(18)

4. Onderzoek

4.1 Onderzoek naar de uitvoering

Studie 1:

Auteurs: Wijlens

Jaar: 2009

Onderzoekstype: Veranderingsonderzoek: voor en nameting bij experimentele groep in praktijksituatie

Belangrijkste resultaten: Toename in fysieke fitheid (shuttle run test en hartslagloop) Bewijskracht van het onderzoek: Zwak

Resultaten effectiviteit: Positieve resultaten

In 2009 is in het kader van een afstudeeronderzoek onder begeleiding van de Radboud Universiteit uit Nijmegen het effect en rendement van IRun2BFit onderzocht (Wijlens, 2009) . Alle eersteklassers (lichting 2008-2009) van twee middelbare scholen in Steenwijk namen deel aan het IRun2BFit programma (n= ± 430). Om te onderzoeken wat de mogelijke effecten zijn van het IRun2BFit zijn gegevens verzameld van 78 van de deelnemende eersteklassers uit Steenwijk (48 HAVO/VWO, 30 VMBO). Fysieke fitheid werd onderzocht door gebruik te maken van conditietesten die standaard in het

bewegingsprogramma waren opgenomen (Shuttle Run Test, Hartslagloop). In week 0 en 7 werd de shuttle run test (SRT) afgenomen en in week 4 en 10 een hart-slagloop.

Verder werden bij deze groep bij aanvang en aan het eind van het programma de lichaamskarakteristieken gemeten (Body Mass Index en buikomvang) en een vragenlijst afgenomen om onder andere de plezierbeleving bij sport/bewegen te meten. De data zijn verzameld tijdens reguliere lessen. Aangezien niet altijd iedereen aanwezig was,

bedraagt het aantal personen per uitkomstmaat minder dan 78 leerlingen. Zo hebben de gegevens over BMI betrekking op 68 leerlingen, de Shuttle Run Test op 59 leerlingen en gegevens uit de vragenlijsten op 70 leerlingen. De gegevens over de Hartslagloop zijn alleen afgenomen bij leerlingen van het HAVO/VWO en hebben betrekking op 39 leerlingen. Daarnaast werd bij 76 tweedeklassers die vorig jaar aan het

leefstijlprogramma deelnamen dezelfde vragenlijst afgenomen. Uit dit onderzoek blijkt dat IRun2BFit eenvoudig te implementeren is in het normale lesprogramma van een school. Er kan geconcludeerd worden dat het volledige IRun2BFit-programma werd doorlopen, omdat het de relevante docenten weinig extra werk oplevert. Hierdoor is de stap naar de implementatie van het programma IRun2BFit op middelbare scholen voor de betrokkenen klein. Een uitgebreid onderzoek naar de implementatie van IRun2BFit op scholen staat voor de komende tijd op het programma.

4.2 Onderzoek naar de behaalde effecten

Studie 1:

Auteurs: Wijlens

Jaar: 2009

Onderzoekstype: Veranderingsonderzoek: voor en nameting bij experimentele groep in praktijksituatie

Belangrijkste resultaten: Toename in fysieke fitheid (shuttle run test en hartslagloop) Bewijskracht van het onderzoek: Zwak

Resultaten effectiviteit: Positieve resultaten

(19)

Er werd een significante toename in fysieke fitheid gevonden voor beide conditietesten.

Het aantal behaalde treden in de Shuttle Run Test voor de gehele groep significant is toegenomen na het programma van gemiddeld 2,6 treden naar 4 treden (P <0,05).

De HSL is een loop waarbij de leerlingen eerst gedurende zes minuten hun hartslag rond de 140 moesten houden. Na deze zes minuten was er 2 minuten rust waarin de

leerlingen de gelopen afstand noteerden. Deze 2 minuten rust werden gevolgd door weer zes minuten lopen, nu met hun hartslag rond de 150 slagen per minuut. Weer volgde 2 minuten rust met afstand noteren. Hierna volgen nog 2 series van zes minuten rennen en 2 minuten rust, respectievelijk met hartslag rond de 160 en 170. Alle deelnemende klassen participeerden aan twee hartslaglopen, rond week 4 en week 10. Voor de

analyses zijn alleen de uitkomsten van de HAVO/VWO groep bekend. De resultaten voor de Hartslagloop staan in onderstaande tabel weergegeven.

Afgelegde meters bij de HSL voor de vier verschillende hartslagen voor alle HAVO/VWO leerlingen (N=39)

Week 4

Gemiddeld (SD)

Week 10

Gemiddeld (SD)

Hartslag 150 (n=39) 910 (203) 926 (129)

Hartslag 160 (n=35) 944 (183) 987 (167)*

Hartslag 170 (n=34) 943 (181) 988 (173)*

Hartslag 180 (n=19) 898 (147) 1001 (130)*

* significant verschil tussen week 4 en week 10

Uit de tabel is af te lezen dat het aantal afgelegde meters op week 10 significant toegenomen bij hartslag 160, 170 en 180.

Onderstaande tabel laat de resultaten van de lichaamskarakteristieken zien.

Lichaamskarakteristieken voor en na afloop van het programma (N=68) Voor

Gemiddeld (SD)

Na

Gemiddeld (SD)

Lengte (m) 1,62 (0,06) 1,63 (0,06)*

Gewicht (kg) 49,9 (7,6) 51,2 (7,8)*

BMI (kg/m2) 19,0 (2,7) 19,2 (2,8)*

Middelomtrek (cm) 69,0 (7,2) 68,6 (6,7)*

* verschilt significant met de aanvangsmeting; p < 0,05

Uit de tabel is af te lezen dat na het programma een toename in lengte, gewicht en BMI werd gevonden bij een gelijkblijvende of zelfs licht dalende buikomvang.

De plezierbeleving bij bewegen/sport zoals gemeten met de vragenlijst daalde significant van 66 punten bij aanvang naar 61 punten na (score kan variëren van 16 tot 80). Van de huidige deelnemers denkt 35 % meer te gaan bewegen door het programma. Van de oud-deelnemers gaf 35 % aan meer te bewegen in vergelijking met vorig jaar; 53%

geeft aan ongeveer evenveel te bewegen en slechts 10% geeft aan minder te bewegen.

Naar aanleiding van deze bevinding en de evaluatie op de scholen, is het programma nadien aangepast zodat het beter aansluit op de beleving van de jongeren. Het programma is opgesplitst in een fun-opdracht en een focusopdracht, waarbij er spelelementen (fun-opdrachten) zijn toegevoegd aan het beweegprogramma.

(20)

In samenwerking met de IRun2BFit-scholen is er een handboek loopoefeningen

ontwikkeld en die kent nu invloeden van bootcamp, survival en obstaclerunning, dit om het beweegplezier en variatie in bewegen te vergroten. Centraal staan niet alleen meer het verbeteren van het uithoudingsvermogen, maar ook samenwerking, competitie en kracht.

(21)

5. Samenvatting Werkzame elementen

IRun2BFit is een beweeg- en leefstijlprogramma van acht weken. De verschillende thema’s worden vakoverstijgend uitgevoerd bij biologie (biozorg/verzorging/mens en natuur), lichamelijke opvoeding en tijdens de mentorles. Voor jongeren vormt dit programma een leerproces en een belevingstocht met een fit lijf en bewustwording van een gezonde leefstijl als einddoel.

Inhoudelijke elementen:

▪ Het educatieve programma IRun2BFit kenmerkt zich door de combinatie van bewustwording van het belang van een gezonde leefstijl (focus) en het ervaren van plezier van een gezonde leefstijl (fun).

▪ 7 verschillende thema’s aangeboden in 8 weken die vakoverstijgend worden aangeboden bij Biologie, Lichamelijke Opvoeding en Mentorlessen.

▪ Het leer- en beweegprogramma is opgezet op een wijze die ervoor zorgt dat leerlingen in de praktijk ervaren hoe het is om aan de Beweegnorm te voldoen.

▪ Leerlingen worden aangemoedigd om te reflecteren op eigen gedrag en om uiteindelijk aan de Beweegnorm te voldoen.

▪ Gezonde voeding is meegenomen in het lesprogramma. Additioneel kunnen leerlingen meedoen aan een landelijke kookfinale bij de Librije in Zwolle.

▪ Leerlingen zijn in staat om aan het eind van het lesprogramma een 5km hardlopen succesvol te volbrengen.

▪ In het programma streven we er naar om duurzame gedragsverandering te realiseren.

Praktische elementen:

▪ Scholen als primaire uitvoerder van het beweeg- en leefstijlprogramma.

▪ Het uitvoeren van de interventie in de schoolsituatie.

▪ Het organiseren van instructies en workshops voor docenten.

▪ Een interventiedatabase met alle tools en (digitale) materialen voor het zelfstandig kunnen uitvoeren van het beweeg- en leefstijlprogramma.

▪ Het organiseren van de 2B-momenten, kick-off, ouderavond, hartslagloop voor docenten, testloop en deelname aan het eindevenement.

▪ Het (online) evalueren van het programma om jaarlijks verbetering in het programma te kunnen doorvoeren.

(22)

6. Aangehaalde literatuur

Bakel A., & Zantinge, E. (2010). Neemt het aantal mensen met overgewicht of

ondergewicht toe of af? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM.

Bandura, A. (1986). Social Foundations of Thought and Action: A Social Cognitive Theory. Englewood Cliffs, NJ: Prentice-Hal.

Bélanger-Gravel, A. & Godin, D. (2010) Key Beliefs for Targeted Interventions to Increase Physical Activity in Children: Analyzing Data from an Extended Version of the Theory of Planned Behaviour. International Journal of Pediatrics 10.

Bourdeaudhuij, I. de, Cauwenberghe, E. van, Spittaels, H., Oppert, J.M., Rostami, C., Brug, J., Lenthe, F. van, Lobstein, T. & Maes, L. (2011). Schoolbased interventions

promoting both physical activity and healthy eating in Europe: a systematic review within the HOPE project. Obesity Reviews 12, 205– 216.

Craggs C., Corder K., Sluijs, E.M. van, Griffin, S.J. (2011). Determinants of change in physical activity in children and adolescents a systematic review. Am J Prev Med 40(6), 645-58.

DiLorenzo, T.M., Stucky-Ropp, R.C., Vander Wal J.S., Gotham HJ.(1998). Determinants of exercise among children. II. A longitudinal analysis. Prev med 27(3), 470-7.

Dobbins M, de Corby K, Robeson P, Husson H, Tirilis D. (2009). School-based physical activity programs for promoting physical activity and fitness in children and adolescents aged 6-18. Cochrane Database Syst Rev.

Ebbeling C.B., Pawlak D.B., & Ludwig D.S. (2002). Childhood obesity: publichealth crisis, common sense cure. Lancet,10, 473-82.

Gezondheidsraad. Beweegrichtlijnen (2017), Den Haag: Gezondheidsraad, 2017;

publicatienr. 2017/08

Hamberg-van Reenen, H.H., et al. (2010). Kosteneffectiviteit van lokaal gezondheidsbeleid: Overzicht van preventieve interventies uit de leeflijnen

Tabakspreventie, Integraal alcoholbeleid, Overgewicht en Depressiepreventie. Bilthoven:

RIVM.

Hildebrandt e.a. (2012). Trendrapport Bewegen en Gezondheid 2010/2011.

Horst, K. van der, Chin A Paw, M.J., Twisk J.W.R., Mechelen, W. (2007). A Brief Review on Correlates of Physical Activity and Sedentariness in Youth. Medicine &Science in Sports & Erxercise, 39, 1241-1250.

Jansen, W. (2009). Prevention of Childhood Obesity in a Municipal Setting. Department of Public Health, Erasmus Medical Centre. Rotterdam, Erasmus University.

(23)

Jiménez-Pavón, D., Kelly, J., Reilly, J.J. (2010). Associations between objectively

measured habitual physical activity and adiposity in children and adolescents: Systematic review. International Journal of Pediatric Obesity, 5 (1), 3-18.

Kindblom, J.M., Lorentzon, M., Hellqvist, A., Lönn, L., Brandberg. J., Nilsson ,S.,

Norjavaara E., & Ohlsson, C. (2009). BMI changes during childhood and adolescence as predictors of amount of adult subcutaneous and visceral adipose tissue in men: the GOOD Study. Diabetes, 58 (4), 867-74.

Klijn, P.H.C., van der Baan-Slootweg, O.H., van Stel, H.F. (2007). Aerobic exercise in adolescents with obesity: Preliminary evaluation of a modular training program and the modified shuttle test . BMC Pediatrics, 7.

Lechner, L., Bolman, C., Dijke, M. van. (2006). Factors related to misperception of physical activity in The Netherlands and implications for health promotion programmes . Health Promotion International, 21; 2.

Mäkinen, T.E., Borodulin, K., Tammelin, T.H., Rahkonen, O., Laatikainen, T., & Prättälä, R. (2010). The effects of adolescence sports and exercise on adulthood leisure-time physical activity in educational groups. Int J Behav Nutr Phys Act.12 (7), 27.

McGavok,, J., Torrance, B.D., Ashlee McGuire, K., Wozny, P. D. & Lewanczuk R.Z.

(2009). Cardiorespiratory Fitness and the Risk of Overweight in Youth: The Healthy Hearts Longitudinal Study of Cardiometabolic Health . Obesity (17), 1802–1807 Meester, F. van, Lenthe, F.J. van, Spittaels, H., Lien, N., Bourdeaudhuij, I. de (2009).

Interventions for promoting physical activity among European teenagers: a systematic review. Int J Behav Nutr Phys Act. 6(6), 82.

Meima, A., Joosten - van Zwanenburg, E., Jansen, W. (2008). Effectevaluatie van Lekker Fit! in Rotterdam. Een project voor basisscholieren ter bevordering van een gezonde leefstijl. Rotterdam: GGD Rotterdam-Rijnmond.

Ministerie VWS en OCW (2008). Beleidskader Sport en Bewegen. ‘s Gravenhage:

Ministeries van VWS en OCW.

Paul Hover et.al Mulier Institute & Utrecht University Utrecht, July 2016. Creating social impact with sport events.

NASB. Good practice van de maand januari: Be-InterACTive.

www.nasb.nl/beweegprojecten/goodpractice, 2011.

Ooijendijk ,W.T.M., Hildebrandt, V.H., Hopman-Rock M. (2007). Bewegen in Nederland 2000-2005. In: Hildebrandt, V.H., Ooijendijk, W.T.M., HopmanRock M. (Red.).

Trendrapport Bewegen en gezondheid 2004/2005. Hoofddorp/Leiden: TNO.

Proper KI, Beek AJ van der, Hildebrandt VH, Twisk JW, van Mechelen W. Short term effect of feedback on fitness and health measurements on self reported appraisal of the stage of change. Br J Sports Med. 2003;37(6):529–534. doi: 10.1136/bjsm.37.6.529.

Ronda, G., Assema, P. van & Brug, J. (2001). Stages of change, psychological factors and awareness of physical activity levels in the Netherlands. Health promotion

international 16 (4), 305-314.

(24)

Ryan, R.M., C.M. Frederick, D. Lepes, N. Rubio & K.M. Sheldon (1997). ‘Intrisic

motivation and excersise adherence’. International Journal of Sport Psychology, 28:335- 354.

Serdula, M. K., Ivery, D., Coates, R. J., Freedman, D. S., Williamson, D. F., & Byers, T.

(1993). Do obese children become obese adults? A review of the literature. Prev Med, 22 (2), 167-177.

Singh S.A., Chin A. Paw M.J.M.,, Brug, J., Mechelen W van. (2009). Dutch Obesity

Intervention in Teenagers Effectiveness of a School-Based Program on Body Composition and Behavior . Arch Pediatr Adolesc Med.163(4):309-317.

Sluijs, E.M.F. van , McMinn A.M. & Griffin, S.J., (2007a). Effectiveness of interventions to promote physical activity in children and adolescents: systematic review of controlled trials. BMJ 335.

Sluijs, E.M.F. van, Griffin, S.J., Poppel M.J.M., van. (2007b). A cross-sectional study of awareness of physical activity: associations with personal, behavioral and psychosocial factors. International Journal of Behavioral Nutrition and Physical Activity 4:53.

Stralen, M.M. van, Yildirim, M., Velde, S.T., Brug, J., Mechelen, W. van, Chinapaw M.J.

(2011). What works in school-based energy balance behaviour interventions and what does not? A systematic review of mediating mechanisms. Int j of obes 12.

Struij, M., Wisse, E., Mossel, G. van, Lucassen, J, Dool, R. van den (2011). School, Bewegen en Sport: Onderzoek naar relaties tussen de school(omgeving) en het beweeg- en sportgedrag van leerlingen. Den Bosch: W.J.H. Mulierinstituut.

Tammelin, T. (2005). A review of longitudinal studies on youth predictors of adulthood physical activity. Int J Adolesc Med Health 17 (1), 3-12.

Telama, R., Yang, X., Viikari, J., Välimäki, I., Wanne, O., Raitakari, O. (2005). Physical activity from childhood to adulthood: a 21-year tracking study. Am J Prev Med 28 (3), 267-73.

Tiessen-Raaphorst, A. (red.) Rapportage Sport (2014), Sociaal en Cultureel Planbureau Den Haag, januari 2015.

Tiessen-Raaphorst, A., Verbeek, D., Haan, D. de, Breedveld K. (2010) . Sport: een leven lang. Den Haag: Sociaal Cultureel Planbureau

TNO: Leiden. Vedder, J. (2010). Creatieve beweegoplossingen brengen jongeren meer in beweging. Lichamelijke Opvoeding.

Vries, H. de, Dijkstra, M., Kuhlman, P. (1988). Self-efficacy: the third factor besides attitude and subjective norm as a predictor of behavioural intentions. Health education research 3, nr.3, pp. 273-282.

Volksgezondheid en Zorg, 2015, Beleidskader Sport en Bewegen. ‘s Gravenhage:

Ministeries van VWS en OCW.

(25)

Vollenbergh, W. et. al. Gezondheid, welzijn en opvoeding van jongeren in Nederland (HSBC, 2013): Universiteit Utrecht, fac. Sociale Wetenschappen, Trimbos Instituut, Sociaal Cultureel Planbureau (SCP).

Vries, S. de , Chorus, A., Verheijden, M. (2010). Bewegen in Nederland: Jeugdigen van 4-17 jaar. Hildebrandt, V.H.,Chorus, A.M.J., Stubbe J.H. (Red.). Trendrapport Bewegen en gezondheid 2008/2009. Leiden: TNO

Weinstein, N.D., Sutton, S.R. & Rothman, A.J. (1998). Stage Theories of Health Behavior: Conceptual and Methodological Issues. Health Psychology 17 ( 3), 290-299 Wendel-Vos GCW. Wat zijn de mogelijke gezondheidsgevolgen van lichamelijke activiteit?

In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid.

Bilthoven: RIVM, 2010

Wijlens, A.(2009). Effectiviteit van leefstijlprogramma IRun2BFit; Pilot effectevaluatie bij brugklassers in Steenwijk, Radboud Universiteit Nijmegen.

(26)

Samenwerking erkenningstraject

Het erkenningstraject wordt in samenwerking uitgevoerd door het Nederlands

Jeugdinstituut (NJi), het RIVM Centrum Gezond Leven (CGL), het Nederlands Centrum Jeugdgezondheid (NCJ), het Kenniscentrum Sport, Vilans, het Trimbos Instituut en

MOVISIE. Door samen te werken aan het beoordelen van interventies volgens eenduidige criteria streven wij naar kwaliteitsverbetering in de betrokken werkvelden.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Een samenleving dus waarin er een toe- nemende spanning bestaat tussen de institutionele ordening van het arbeidsbestel aan de ene kant en aan de andere kant de wensen en

Tiny habits- blijvende verandering begint heel klein. • Anchor: als ik door de voordeur

Omdat de mens geheel afkerig is van het goede, de dienstknecht is van de zonde en de dood, verkocht onder de zonde, Satans gevangene en dood in de zonde, is hij niet

Van der Hart: ‘Als het scherm te dicht bij de boom wordt geplaatst, blijven de wortels door het gladde materiaal in cirkels groeien terwijl ze naar beneden zouden moeten groeien..

Voor veel mensen zijn het adembenemende ervaringen in de natuur: een bergtop na de beklimming, de zee en het geluid van golven, het lege strand bij maanlicht, de geur en het geluid

Figuur 1 Procentueel verschil in leergroei tussen de periode vóór en sinds COVID-19 voor begrijpend lezen, spelling en rekenen-wiskunde, uitgesplitst naar sociaaleconomische

Meer loslaten en minder plannen of controleren is niet onmogelijk, zegt Frissen, maar het vereist wel. Transparantie: last

Dit heeft, in combinatie met tijdgebrek door het wijzigen van het rooster van 4 naar 3 lesuren per week en omdat sprake was van lastige klassen, geleid tot zijn beslissing in