• No results found

Lessons and Carols. Kerstavond 2021

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Lessons and Carols. Kerstavond 2021"

Copied!
11
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Lessons and Carols

Kerstavond 2021

22.00 uur Ontmoetingskerk Dordrecht-Sterrenburg

Zingen Lied 506 : 1, 2, 4

Openingswoord

Gebed, geopend en afgesloten met Lied 458

OOIT IS HET BEGONNEN Ooit is het begonnen.

Van alles.

Het heelal.

De wereld.

Het licht.

De dingen.

Alles waar nog een woord voor moest komen.

Ooit ben ik begonnen.

Kom maar, roept een stem.

Dit is jouw dag.

Jij hebt nog geen idee.

Maar ik wel.

Jij lijkt op mij.

Jij komt terecht.

Op je plek die Ik je wijzen zal.

Daar ben je.

(2)

Hier.

Kom er bij.

Kom bij.

Geniet er van.

Zo is het goed.

Ooit ben ik begonnen.

Niets om het lijf.

Alles te zien.

Naakt.

Maar niet alleen.

uit: Beeldspraak – de bijbel naverteld voor jonge mensen, pg.9v.

Lezing van Genesis 3 : 8-13, 23-24

Toen de mens en zijn vrouw de HEER God in de koelte van de avondwind door de tuin hoorden wandelen, verborgen zij zich voor Hem tussen de bomen. Maar de HEER God riep de mens: ‘Waar ben je?’ Hij antwoordde: ‘Ik hoorde U in de tuin en werd bang omdat ik naakt ben; daarom verborg ik me.’ ‘Wie heeft je verteld dat je naakt bent? Heb je soms gegeten van de boom waarvan Ik je verboden had te eten?’

De mens antwoordde: ‘De vrouw die U mij hebt gegeven om mij terzijde te staan, gaf mij vruchten van de boom en toen heb ik ervan gegeten.’ ‘Waarom heb je dat

gedaan?’ vroeg de HEER God aan de vrouw. En zij antwoordde: ‘De slang heeft me misleid en toen heb ik ervan gegeten.’

Daarom stuurde Hij de mens weg uit de tuin van Eden om de aarde waaruit hij was genomen te gaan bewerken. En nadat Hij hem had weggejaagd, plaatste Hij ten oosten van de tuin van Eden de cherubs en het heen en weer flitsende, vlammende zwaard. Zij moesten de weg naar de levensboom bewaken.

Zingen Lied 479

Lezing van Jesaja 9 : 1, 5-6 Het volk dat in duisternis ronddoolt ziet een schitterend licht.

Zij die in het donker wonen

worden door een helder licht beschenen.

Een kind is ons geboren, een zoon is ons gegeven;

de heerschappij rust op zijn schouders.

Deze namen zal hij dragen: Wonderbare raadsman, Sterke God, Eeuwige vader, Vredevorst.

Groot is de heerschappij en zonder einde de vrede voor de troon van David en voor zijn koninkrijk;

(3)

ze zijn gegrondvest op recht en gerechtigheid en staan vast voor altijd en eeuwig.

De HEER van de hemelse machten brengt dit in zijn vurige liefde tot stand.

DE DROOM

Ik koester een droom dat de mensen eens zullen opstaan

en zullen inzien dat ze geschapen zijn om als broeders en zusters te leven met elkaar.

Ik heb een droom dat op een dag de rechtvaardigheid neerstroomt als water en dat gerechtigheid vloeit als een stroom.

Ik draag een droom in me dat in elk wetgevend lichaam

en dat in alle gemeenteraden mensen zullen worden gekozen,

die rechtvaardig zijn, die de barmhartigheid liefhebben

en Gods wegen gaan.

Ik koester een droom

dat eens op een dag de oorlogen eindigen, dat mensen hun zwaarden omsmeden tot ploegijzer

en hun speren tot snoeimes, dat volkeren niet meer tegen elkaar opstaan

en dat niemand meer aan oorlog denkt.

Ik heb een droom dat we met dit geloof in staat zijn

de wanhoop te verdragen en nieuw licht te brengen

in de duistere momenten van pessimisme.

Ik draag een droom in me dat we de dag naderbij kunnen brengen

waarop er vrede zal zijn op aarde en goede wil in alle mensen.

Die dag zal een gloriedag zijn

en de kinderen Gods zullen er zich over verheugen.

Kees Harte, vrij naar Martin Luther King.

(4)

Zingen Lied 448

Lezing van Micha 5 : 1-4a Uit jou, Betlehem in Efrata,

te klein om tot Juda’s geslachten te behoren,

uit jou komt iemand voort die voor Mij over Israël zal heersen.

Zijn oorsprong ligt in lang vervlogen tijden, in de dagen van weleer.

Totdat de vrouw die zwanger is haar kind heeft gebaard, worden zijn broeders aan hun lot overgelaten.

Daarna zullen wie er nog over zijn terugkeren naar de andere Israëlieten.

Hij zal aantreden en hen als een herder weiden, bekleed met de macht van de HEER, zijn God, met de majesteit van diens verheven naam.

Zij zullen veilig wonen,

want hij zal heersen tot aan de einden der aarde, en hij brengt vrede.

Zingen Lied 498 : 1, 2, 3

Lezing van Lucas 1 : 26-38

In de zesde maand zond God de engel Gabriël naar de stad Nazaret in Galilea, naar een meisje dat was uitgehuwelijkt aan een man die Jozef heette, een afstammeling van David. Ze heette Maria en ze was nog maagd. Gabriël ging haar huis binnen en zei:

‘Gegroet Maria, je bent begenadigd, de Heer is met je.’ Ze schrok hevig bij het horen van zijn woorden en vroeg zich af wat die begroeting te betekenen had. Maar de engel zei tegen haar: ‘Wees niet bang, Maria, God heeft je zijn gunst geschonken. Luister, je zult zwanger worden en een zoon baren, en je moet Hem Jezus noemen. Hij zal een groot man worden en Zoon van de Allerhoogste worden genoemd, en God, de Heer, zal Hem de troon van zijn vader David geven. Tot in eeuwigheid zal Hij koning zijn over het volk van Jakob, en aan zijn koningschap zal geen einde komen.’

Maria vroeg aan de engel: ‘Hoe zal dat gebeuren? Ik heb immers nog geen gemeenschap met een man.’ De engel antwoordde: ‘De heilige Geest zal over je komen en de kracht van de Allerhoogste zal je als een schaduw overdekken. Daarom zal het kind dat geboren wordt, heilig worden genoemd en Zoon van God. Luister, ook je familielid Elisabet is zwanger van een zoon, ondanks haar hoge leeftijd. Ze is nu, ook al hield men haar voor onvruchtbaar, in de zesde maand van haar

zwangerschap, want voor God is niets onmogelijk.’ Maria zei: ‘De Heer wil ik dienen: laat er met mij gebeuren wat u hebt gezegd.’ Daarna liet de engel haar weer alleen.

(5)

IN DE STILTE In de stilte kom ik tot rust vind ik de rust om te worden

mezelf In de stilte kom ik tot inkeer

richt ik me op de ik ben die ik ben …

In de stilte kom ik tot rust …

hoor ik mezelf ineens woorden

uitspreken … gericht op

die ander als bijna

vanzelf In de stilte spreekt hij tot mij …

gaat hij voorbij ook aan

mij Hans Lambrechts Zingen Lied 443 : 1, 2, 3, 4

Lezing van Lucas 2 : 1-5

In die tijd kondigde keizer Augustus een decreet af dat alle inwoners van het rijk zich moesten laten inschrijven. Deze eerste volkstelling vond plaats tijdens het bewind van Quirinius over Syrië. Iedereen ging op weg om zich te laten inschrijven, ieder naar de plaats waar hij vandaan kwam. Ook Jozef ging op weg om zich te laten inschrijven.

Samen met Maria, zijn aanstaande vrouw, die zwanger was, reisde hij van de stad Nazaret in Galilea naar Judea, naar de stad van David die Betlehem heet, aangezien hij van David afstamde.

(6)

Lezing van Lucas 2 : 6-7

Terwijl ze daar waren, brak de dag van haar bevalling aan, en ze bracht een zoon ter wereld, haar eerstgeborene. Ze wikkelde Hem in doeken en legde Hem in een voederbak, omdat er voor hen geen plaats was in het gastenverblijf.

Zingen Lied 503

Lezing van Lucas 2 : 8-19

Niet ver daarvandaan brachten herders de nacht door in het veld, ze hielden de wacht bij hun kudde. Opeens stond er een engel van de Heer bij hen en werden ze omgeven door de stralende luister van de Heer, zodat ze hevig schrokken. De engel zei tegen hen: ‘Wees niet bang, want ik kom jullie goed nieuws brengen dat grote vreugde betekent voor heel het volk: vandaag is in de stad van David jullie redder geboren. Hij is de messias, de Heer. Dit zal voor jullie het teken zijn: jullie zullen een pasgeboren kind vinden dat in doeken gewikkeld in een voederbak ligt.’ En plotseling voegde zich bij de engel een groot hemels leger dat God prees met de woorden:

‘Eer aan God in de hoogste hemel

en vrede op aarde voor de mensen die Hij liefheeft.’

Toen de engelen waren teruggegaan naar de hemel, zeiden de herders tegen elkaar:

‘Laten we naar Betlehem gaan om met eigen ogen te zien wat er gebeurd is en wat de Heer ons bekend heeft gemaakt.’ Ze gingen meteen op weg, en troffen Maria aan en Jozef en het kind dat in de voederbak lag. Toen ze het zagen, vertelden ze wat hun over het kind was gezegd. Allen die het hoorden stonden verbaasd over wat de herders tegen hen zeiden, maar Maria bewaarde al deze woorden in haar hart en bleef erover nadenken.

Blijf Het Verhaal vertellen We trekken Het Verhaal als ooit de Vlaamse primitieven niet langer vol verlangen naar ons toe We kunnen het redelijkerwijs niet meer geloven

Laten de oren hangen naar het consumptieve Zijn de strekking moe

Daar komt het machteloos besef bij na elk appèl op het geweten

je doet het toch nooit goed Wijs laten wij ons door niemand maken Woorden die ons moeten raken zijn versleten

en zo zakt de moed

(7)

We hebben geen behoefte meer aan vragen waar we geen antwoorden op weten

en nog het minst van alles zitten we te wachten op een preek Maar wat blijft er over van een wereld

zonder geloof in goed en beter Wat moet er worden van ons leven

als de geest ontbreekt?

Blijf Het Verhaal vertellen De wereld kan niet zonder en ieder pasgeboren kind

is behalve een mysterie bewijs van het wonder dat het leven steeds opnieuw begint Freek de Jonge, in: Trouw 24-12-2017

Zingen Lied 484

Lezing van Matteüs 2 : 1-11

Toen Jezus geboren was, in Betlehem in Judea, tijdens de regering van koning Herodes, kwamen er magiërs uit het Oosten in Jeruzalem aan. Ze vroegen: ‘Waar is de koning van de Joden die onlangs geboren is? Wij hebben namelijk zijn ster zien opgaan en zijn gekomen om Hem te aanbidden.’ Koning Herodes schrok hevig toen hij dit hoorde, en heel Jeruzalem met hem. Hij riep alle hogepriesters en

schriftgeleerden van het volk samen om aan hen te vragen waar de messias geboren zou worden. ‘In Betlehem in Judea,’ zeiden ze tegen hem, ‘want zo staat het geschreven bij de profeet: “En jij, Betlehem in het land van Juda, bent zeker niet de minste onder de leiders van Juda, want uit jou komt een leider voort die mijn volk Israël zal hoeden.”’ Daarop riep Herodes in het geheim de magiërs bij zich; hij wilde precies van hen weten wanneer de ster zichtbaar geworden was, en stuurde hen vervolgens naar Betlehem met de woorden: ‘Stel een nauwkeurig onderzoek in naar het kind. Stuur mij bericht zodra u het gevonden hebt, zodat ook ik erheen kan gaan om het te aanbidden.’ Nadat ze de koning hadden aangehoord gingen ze op weg, en nu ging de ster die ze hadden zien opgaan voor hen uit, totdat hij stil bleef staan boven de plaats waar het kind was. Toen ze de ster zagen, werden ze vervuld van diepe vreugde. Ze gingen het huis binnen en vonden het kind met Maria, zijn moeder.

Ze wierpen zich in aanbidding voor het kind neer. Daarna openden ze hun kistjes met kostbaarheden en boden het geschenken aan: goud en wierook en mirre.

WIE ZIJN DE WIJZEN Zij die naar boven kijken, naar de hemel en zijn tekens, die thuis zijn in de nacht en de geheimen,

(8)

die waken en uitzien naar de ster.

Maar die ook oog hebben voor wat beneden ligt, voor de aarde en haar wegen,

voor de dag en het licht.

Die rijk zijn aan zilver en goud, en toch bereid zijn alles achter zich te laten.

Die een Koning zoeken,

want goud en zilver zijn geen aanbidding waard.

En zonder aanbidding blijft het leven leeg.

En wie de Koning niet vindt, zal zichzelf aanbidden.

Die een valse koning ontmoeten en hem doorzien, en argeloos als kinderen vragen naar de ware Koning.

Die de oude geschriften onderzoeken, en wijzer zijn dan de geleerden.

Want alleen voor oprechten van hart gaan de Schriften open.

Die omwegen maken.

Want wie lijnrecht naar zijn doel wil, doet een wereld en mensen geweld aan.

Want de goede weg is gehoorzaam aan de aarde, voegt zich naar haar hoogten en laagten

en volgt de kronkellijn van de rivieren.

En wie de wijsheid van de weg heeft geleerd, weet dat wij worden geleid langs vreemde paden.

Want niet wij maken de weg.

De weg maakt ons.

De wijzen zijn zij, die altijd op weg willen gaan, altijd opnieuw willen beginnen.

Want wat in één keer gevonden wordt, is voorbarig en onbetrouwbaar.

Die weten dat de ster komt en gaat.

En ze verschijnt alleen als we ze willen zien, en haar licht schijnt nergens anders

dan in het hart

dat trouw en geduldig wil zoeken.

En wie de ster van vrede en vreugde volgt, gaat vreemde wegen en zal niet verdwalen.

Die bedrogen worden.

Want vals is de gang van de wereld en de bedoelingen van de mensen gaan krom.

En die toch het huis vinden,

(9)

de plaats van de aanbidding.

Die een kind zien

en de Koning herkennen, die zij zoeken.

Die hulde brengen.

Want er is grootheid in de mens die kan neerknielen.

En alleen grootheid kan grootheid herkennen.

En alleen koningen knielen voor de Koning.

Die hun schatten te voorschijn halen.

Want wat niet gegeven wordt, gaat verloren.

Die de waarschuwingen van de droom begrijpen en leren dat er meer dan één weg is naar hun land.

Die terugkeren naar huis, verdwijnen in de stilte,

terug naar hun werk en hun plaats onder de mensen.

Want daar wacht het leven.

Frans Cromphout

Zingen Lied 477 : 1, 3, 4, 5

Er zal nooit, nergens een begin van redding zijn als niet ten minste één mens zegt

‘hier ben ik’

en ziende om zich heen zoekt of er nóg een is, nog twee of drie

met vonken licht 'hier ben ik' in hun ogen.

Huub Oosterhuis Lezing van Johannes 1 : 1-14

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Het was in het begin bij God. Alles is erdoor ontstaan, zonder het Woord is niets ontstaan van wat bestaat. In het Woord was leven en het leven was het licht voor de mensen. Het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet in haar macht gekregen.

Er kwam iemand die door God was gezonden; hij heette Johannes. Hij kwam als getuige, om van het licht te getuigen, opdat iedereen door hem zou geloven. Hij was niet zelf het licht, maar hij was er om te getuigen van het licht: het ware licht, dat ieder mens verlicht en naar de wereld kwam. Het Woord was in de wereld, de wereld is door Hem ontstaan en toch kende de wereld Hem niet. Hij kwam naar wat van Hem

(10)

was, maar wie van Hem waren hebben Hem niet ontvangen. Wie Hem wel ontvingen en in zijn naam geloven, heeft Hij het voorrecht gegeven om kinderen van God te worden. Zij zijn niet op natuurlijke wijze geboren, niet uit lichamelijk verlangen of uit de wil van een man, maar uit God.

Het Woord is mens geworden en heeft in ons midden gewoond, vol van genade en waarheid, en wij hebben zijn grootheid gezien, de grootheid van de enige Zoon van de Vader.

Zingen Lied 488 : 1, 2, 3, 4, 5

GEBED BIJ OUD EN NIEUW Ik hoop op mensen die bergen verzetten,

die door blijven gaan met hun kop in de wind.

Ik bid om mensen die die risico’s nemen, die vol blijven houden met het geloof van een kind.

Ik bid om mensen die dingen beginnen

waar niemand van weet wat de afloop zal zijn.

Ik bid om mensen die met vallen en opstaan niet willen weten van water in de wijn.

Ik hoop op mensen die blijven vertrouwen, die van tevoren niet vragen

voor hoeveel en waarom.

Ik bid om mensen die door blijven douwen:

van doe het maar wel en kijk maar niet om.

Ik bid om het beste van vandaag en van morgen, Ik bid om het mooiste waar ik van hou.

Ik zoek naar het maximum wat er nog in zit, in vandaag en in morgen,

in mij en in jou.

Kees Harte, naar: Paul van Vliet Slotgebed en zegen

Zingen Lied 481 : 1, 2, 3

(11)

Voorganger ds. Kees Streefkerk

Ouderlingen Hans van Dijke en Ruud Pullen

Diaken Marjan Berden

Lector Ine Geurtsen

Organist Marcus van Driel

Trompettist Peter de Bruin

Zanggroep Kees en Thea Abrahamse, Jaap Bakker, Marian Kamerman, Tineke van der Leer, Dick Ouwehand, Idelette Reehorst

Technici gemeenteleden

Koster Leo Simpelaar

De bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © 2021.

Tekstverwerking Joke Oosterwijk en Riet Ouwehand-Struijk

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. Want God heeft

Geen mens zult Gij vergeten dank zij Jezus Christus, uw Zoon, die Gij hebt voortgebracht en uitgezonden hebt om tranen te drogen van mensen die geslagen zijn, om het hart te helen

30 Maar de engel zei tegen haar: ‘Wees niet bang, Maria, God heeft je zijn gunst geschonken. 31 Luister, je zult zwanger worden en een zoon baren, en je moet

● Alle deelnemers kiezen één talent van een andere deelnemer en de naam van deze deelnemer en appen zijn of haar naam naar de de spelleider + het woord ‘praise’

Heer U bent mijn God En ik verhoog uw naam Heer U bent mijn God En ik verhoog uw naam 'k Wil U zoeken in de morgen En U volgen op al uw wegen En stap voor stap leidt U mij Ik

Pijn is moeilijk en ons instinct is dat we er vanaf willen, zo snel mogelijk! Maar de ervaring leert dat als je de emotionele pijn leert verdragen, je ook leert dat het weer over

Aan het einde van het spel blijkt dat Jezus ons geen volmaakte wereld geeft, maar een wereld vol met zijn “manier van leven”7. Dus met vrede ondanks haat , met vertrouwen ondanks

een engel van de Heer, die zei: ‘Jozef, zoon van David, wees niet bang je vrouw Maria bij je te nemen, want het kind dat ze draagt is verwekt door de heilige Geest.. 21 Ze zal