• No results found

Vraag nr. 235 van 18 juli 2002 van mevrouw MARIJKE DILLEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 235 van 18 juli 2002 van mevrouw MARIJKE DILLEN"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 235 van 18 juli 2002

van mevrouw MARIJKE DILLEN

Motie bijzondere jeugdzorg – Ondersteunings-maatregelen

1. Welke daadwerkelijke ondersteuningsmaatre-gelen zijn er in de periode sinds 1999 genomen met het oog op een efficiënte en effectieve zorg in het kader van de door het Vlaams Parlement goedgekeurde motie van aanbeveling betreffen-de betreffen-de bijzonbetreffen-dere jeugdzorg (Stuk 1354 (1998-1999) Nr. 2) ?

2. Op welke wijze is er een intersectoraal behoef-teonderzoek opgezet over de uitbouw van het hulpverleningsaanbod en wordt dit regionaal af-gestemd ?

3. Wat zijn de resultaten van het effectiviteitson-derzoek opgezet in de bijzondere jeugdzorg en de jeugdzorg in het algemeen ?

Werden hierbij naast de hulpverleningsactoren ook de cliënten betrokken en zo ja, op welke wijze ?

4. Is er opdracht gegeven tot het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek gekoppeld aan de alternatieve afhandelingsvormen die nu reeds in een aantal gerechtelijke arrondissementen wor-den opgezet voor minderjarigen ?

Wat zijn de resultaten ? Wordt dit project voortgezet ?

5. Op welke wijze is er een ondersteuningsstruc-tuur uitgebouwd in de vorm van een steunpunt voor inhoudelijke en methodische ontwikkeling binnen de bijzondere jeugdzorg ?

Wie is hierbij betrokken ?

Welke budgetten worden ervoor vrijgemaakt ? Wat zijn de resultaten ?

Gebeurt er een permanente evaluatie en zo ja, op welke wijze ?

Antwoord

1. Door de goedkeuring van het PIP/PEP-project WVC – personeelsplan van de afdeling

Bijzon-dere Jeugdbijstand – werd een waaier van ac-ties ondernomen die een effectieve en kosten-efficiëntere preventie, hulpverlening en bemidd eling bewerkstelligen ( P I P : p r o c e s i m p l e m e n t a tieplan ; PEP : personeelsplan ; WVC : d e p a r t e -ment We l z i j n , Vo l k s g e zondheid en Cultuur – red.).

Door het nieuwe organisatiemodel voor de bui-tendiensten van de bijzondere jeugdbijstand met regionale aansturing komt er in elke regio/provincie een regioverantwoordelijke die de leiding heeft over verschillende samenge-voegde en meer werkbare teams voor hulpver-lening en preventie. In diezelfde regio's komt er een multidisciplinair ondersteuningsteam waar-in naast professionele deskundigen telkenmale een ervaringsdeskundige wordt opgenomen. 2. Er gebeurde een intersectoraal

behoefteonder-zoek inzake de uitbouw van het hulpverlenings-aanbod met regionale afstemming. Het nieuwe organisatiemodel voor de buitendiensten is een direct gevolg van behoefteonderzoek en bevra-ging.

Aan leidinggevende functies op verschillende niveaus wordt een goede invulling gegeven, g e-koppeld aan een doorgevoerde pooling van ver-snipperde administratieve taken. De kwaliteits-bewaking vanuit de leidinggevende functies moet leiden tot efficiëntie en meer eenvormig-heid in de wijze van hulpverlening en begelei-ding in de deelregio's.

Toenemende professionalisering door multidis-ciplinaire ondersteuning wordt verzekerd eens de multidisciplinaire stafs in werking zijn, w a a r-mee dit jaar nog een begin wordt gemaakt. D e bewaking van de kwaliteit wordt onder meer verkregen door de functiebeschrijving van de medewerkers van de multidisciplinaire staf die mede methodisch-inhoudelijk adviseren en on-dersteunen.

Tot slot zijn er de vijf aangestelde regioverant-woordelijken en de provinciale coördinatoren die de uitvoering van de algemene beleidsprin-cipes uit de bijzondere jeugdzorg bewaken en hierover rapporteren aan de hogere beleidsni-veaus.

(2)

aanslui-ten bij de specifieke hulpvraag en behoeftes. Daarnaast worden ook alle gegevens verzameld met het oog op een gecoördineerd en effectief preventiebeleid.

Het gevoerde kwaliteitsbeleid binnen de bijzon-dere jeugdbijstand houdt in dat naast de profes-sionele betrokkenheid van de hulpverleningsac-toren ook de maximale participatie van de cliënten bij het case-onderzoek en het case-ma-nagement.

4. De Ondersteuningsstructuur Bijzondere Je u g d-zorg onderhoudt hierover wetenschappelijke contacten en verzamelt wetenschappelijke in-formatie.

Als steunpunt verspreidt zij deze informatie verder binnen de sector van de bijzondere jeugdbijstand.

5. In de toekomst wordt voor elke regio een multi-disciplinair team, samengesteld uit verschillende d i s c i p l i n e s, beschikbaar gesteld ter ondersteu-ning van leidinggevenden en consulenten. Zodra dit multidisciplinair team operationeel is, zal het in nauwe samenwerking met de regio-verantwoordelijke methodisch en diagnostisch aansturen bij hulpverlening en preventieontwik-keling.

Voor de ondersteuning van de preventieteams zijn er drie VTE met opleiding van socioloog of criminoloog (VTE : voltijds equivalent – red.). Hiermee wordt de afstemming beoogd van de preventieprojecten op de reële problematiek verbonden met specifieke doelgroepen.

Zowel de maatschappelijk kwetsbare jongeren als de jongeren die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd, worden als doelgroep pro-actief benaderd via het gericht opvragen en se-lecteren van relevante cliëntgegevens.

Momenteel vormen de registratie van cliënten-bestanden en de verwerking van persoonsgege-vens het voorwerp van een wetenschappelijk onderzoek conform de vereisten van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de per-soonlijke levenssfeer.

Met het besluit van 6 juli 2001 werd een Onder-steuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg ge-creëerd en gesubsidieerd die fungeert als een steunpunt binnen de bijzondere jeugdbijstand. Bedoeling is om op het domein van de herstel-gerichte afhandeling van jeugddelinquentie de kwaliteit van de methodieken binnen het

con-cept van de herstelgerichte afhandeling van jeugddelinquentie de kwaliteit van de metho-dieken binnen het concept van de herstelgerich-te afhandeling herstelgerich-te verbeherstelgerich-teren. De effecherstelgerich-ten op dit terrein worden geleidelijk aan zichtbaar.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Omdat het project op gang kwam tijdens het tweede semester van het schooljaar 2000- 2001 en omdat iedereen voor één jaar aange- worven wordt, zijn alle 131 jongeren een deel van het

In februari 2002 heeft de schepen van Onderwijs van de stad Antwerpen haar plannen bekendge- maakt om vanaf volgend schooljaar van start te gaan met een experiment waarbij

Het is belangrijk om de huidige inspanningen met betrekking tot aids-preventie voort te zet- t e n , omdat alleen een volgehouden sensibilise- ring ervoor kan zorgen dat het

Kris De- schouwer in verband met "Impact van de hervor- ming van de kieswet op de vertegenwoordiging van vrouwen in de politiek" voor te stellen aan het grote

De kostprijs van osteoporose bedraagt 125 mil- joen euro per jaar, terwijl preventie deze kost- prijs voor de federale schatkist aanzienlijk kan doen dalen3. Heeft de minister

In de brochure worden een aantal praktische tips en richtlijnen gegeven waarmee de organi- satoren het voor personen met een handicap mogelijk kunnen maken aan het festival

Op tweemaandelijkse basis worden de krantenwinkels door AMP gecontro- leerd en indien zij positief worden beoordeeld (folderhouder op een strategische plaats in de winkel en folders

Het Steunpunt SBG is samen met elf andere steunpunten opgericht op initiatief van de Vlaamse Gemeenschap (besluit van 23 februari 2 0 0 1 ) , waarna de raad van bestuur