• No results found

Vraag nr. 279 van 18 juli 2002 van mevrouw MARIJKE DILLEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 279 van 18 juli 2002 van mevrouw MARIJKE DILLEN"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 279 van 18 juli 2002

van mevrouw MARIJKE DILLEN Ecodesign – Stimuli

Sinds 16 oktober 2001 is het Vlaams informatie-punt voor ecodesign "Factor 10" operationeel. Ecodesign streeft naar een minimale milieu-i m p a c t van een product.

1. De ecodesignprojecten tonen aan dat heel wat potentieel aanwezig is zowel op het vlak van kennis als op het vlak van toepassingsmogelijk-heden.

Welke initiatieven terzake heeft het departe-ment van de minister reeds ondersteund ? Wat zijn hiervan de resultaten ?

Op welke wijze komen ze in het Vlaams infor-matiepunt aan bod ?

Welke specifieke doelgroepen worden hierbij betrokken ?

2. Welke initiatieven heeft het departement van de minister genomen teneinde bedrijven te overtuigen bijzondere prioriteit te geven aan productgerelateerde milieu-impact ?

Wat zijn hiervan de resultaten ?

Is er periodieke evaluatie en zo ja, op welke wijze ?

3. " Factor 10" moet ertoe bijdragen dat ecodesign in Vlaanderen sneller wordt geïmplementeerd. Op welke wijze gebeurt dit ?

Welke concrete initiatieven zijn er terzake ont-wikkeld voor de jaren 2002 en 2003 ?

Antwoord

1. Mijn departement ondersteunt een aantal initia-tieven op het vlak van toepassing van ecodesign die uitgaan van derden. Hierbij twee recente voorbeelden die gericht zijn op verschillende doelgroepen.

In het kader van het Europese LIFE-program-ma is binnen het Vlaamse gewest momenteel het LIFE-project "Ecodesign" in uitvoering. D i t project wordt mede financieel ondersteund en heeft als doel de Vlaamse industrie de gelegen-heid te geven om kennis en ervaring op te

bou-wen op het vlak van ecodesign. Het projectteam bestaat uit de GOM West-Vlaanderen (project-coördinatie), de VITO, de VDAB en WES. (LIFE : L'Instrument Financier pour l'Environ nement ; GOM : Gewestelijke Ontwikkelings -m a a t s chappij ; V I TO : Vlaa-mse Instelling voor Te ch n o l o g i s ch Onderzoek ; V DAB : V l a a m s e Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsop leiding ; WES : WestVlaams Economisch Studie -bureau – red.)

Concreet wordt in fasen gewerkt, gaande van de inschatting van het ecodesignpotentieel bij het b e d r i j f, vervolgens een ecodesignanalyse op een specifiek product, tot ten slotte het effectief im-plementeren van ecodesign. Momenteel wordt de laatste fase uitgevoerd in samenwerking met vijf bedrijven. Na beëindiging van het project in februari 2003 zullen de ecodesignvoorbeelden verder verspreid worden via onder andere de Factor 10-website.

Een ander voorbeeld in dit verband is het "Act e c o - p r o j e c t " . Dit project is een begeleide ten-toonstelling en participatieproject over vormge-ving en ecologie en is specifiek bedoeld voor het hoger secundair onderwijs. Het project gaat uit van de V Z W De Kunstbank in samenwer-king met de VIZO-dienst Vo r m g e v i n g, F u t u r e-proof(ed) en Factor 10. Factor 10 zorgt hierbij voor de inhoudelijke ondersteuning. De voor-bereiding van het project wordt momenteel af-g e r o n d . De start is af-gepland voor september van dit jaar.

2. Het Vlaams informatiepunt voor ecodesign " Factor 10" werd opgericht om de producenten te stimuleren ecodesign toe te passsen, om zo het aanbod aan milieuvriendelijke producten te v e r g r o t e n . De concrete uitvoering gebeurt mo-menteel door V I TO, onder coördinatie van een stuurgroep met afgevaardigden van de A m i n a l , de VMM, STIP en de OVAM.

(Aminal : administratie Milieu, N a t u u r , L a n d en Waterbeheer ; VMM : Vlaamse Milieumaat s chappij ; STIP : Steunpunt en Informatiecen -trum voor Preventie van Afval en Emissies ; OVAM : Openbare A f v a l m a a a t s chappij voor het Vlaams Gewest – red.)

Factor 10 richt zich in eerste instantie op de Vlaamse bedrijfswereld (ontwerpers, m i l i e u-c o ö r d i n a t o r e n , . . . ) . Speu-cifieke aandau-cht gaat ook naar instellingen gericht op onderwijs en opleiding.

(2)

een aantal factoren die de toepassing van eco-design in de bedrijfswereld beïnvloeden. Z o bleek uit eerder onderzoek onder andere dat in-formatieverlening en de beschikbaarheid van specifieke kennis en tools om ecodesign in te v o e r e n , belangrijke drempels zijn bij de imple-mentatie van ecodesign in de Vlaamse KMO-w e r e l d . Essentiële taken van Factor 10 zijn dan ook de sensibilisering van de doelgroepen en het verzamelen, centraliseren en verspreiden van de kennis en de expertise omtrent ecode-sign binnen Vlaanderen.

De resultaten van nagenoeg tien maanden wer-king van Factor 10 mogen worden gezien. E e n succesvolle startdag vond plaats op 16 o k t o b e r 2 0 0 1 . Buiten de creatie van een goed bezochte, frequent geactualiseerde website (www. f a c-t o r 1 0 . b e ) , werd door de doelgroepen ook reeds goed gebruikgemaakt van de helpdeskfunctie van Factor 10 (meer dan 100 relevante vragen). Tevens werden twee elektronische nieuwsbrie-ven uitgegenieuwsbrie-ven en specifieke databanken ge-maakt die via de website raadpleegbaar zijn. A r-tikels voor vak- en algemene bladen werden v e r s p r e i d . Algemene netwerkvorming vond plaats.

De genoemde stuurgroep staat in voor een con-tinue opvolging van het project. Een globale evaluatie van Factor 10 is gezien de eerder korte werkingstermijn nog niet uitgevoerd, maar wordt wel uitgewerkt.

In het kader van de huidige herstructurering van de Vlaamse overheid en de verdere optima-lisering van de informatie- en steunpuntwerking worden momenteel de nodige stappen onderno-men om Factor 10 binnen de Vlaamse milieu-overheid onder te brengen. In dat kader zullen het tijdstip en de wijze van evaluatie van Fa c t o r 10 nader bepaald worden.

3. Momenteel is afgesproken dat de huidige wer-king van Factor 10 in de periode 2002-2003 in het algemeen voorgezet wordt. E v e n t u e l e bijsturingen worden waar nodig uitgevoerd. Voorbeelden van specifieke acties voor deze pe-riode zijn :

– een uitgebreide promotiecampagne rond ecodesign en Factor 10 (verspreiding folder Factor 10, regelmatig publiceren van een Factor 10-n i e u w s b r i e f, promotie van de inter-n e t s i t e, schrijveinter-n vainter-n artikels voor vak- einter-n al-gemene bladen, deelname aan milieubeur-zen) ;

– het organiseren van een studiedag of work-shop ;

– de uitvoering van nog nader in te vullen speci-fieke acties naar de doelgroep "onderwijs" ; – de uitwerking van inhoudelijk relevante info

(verdere uitwerking databanken, ter beschik-king stellen van relevante info en tools voor het implementeren van ecodesign, een exten-sief overzicht van onderzoek in V l a a n d e r e n op vlak van ecodesign) ;

– de afstemming met andere steunpunten. Naast de ondersteuning van een aantal initiatie-ven door derden en continuering van Factor 10 in de komende jaren worden nog andere initia-tieven genomen om ecodesign verder te imple-menteren.

Zo is het de bedoeling om ook druk uit te oefe-nen op de producent via een stimulering van de vraag naar milieuvriendelijke producten. D r i e voorbeelden van initiatieven van de V l a a m s e milieuoverheid voor de periode 2002-2003 zijn: – het project "Milieuvriendelijk consumeren"

levert een bijdrage tot een goede en ge-bruiksvriendelijke informatievoorziening opdat de consument of inkoper bij een be-drijf of overheid, een juiste afweging kan maken in het voordeel van milieuvriendelij-ke producten ;

– een tweede voorbeeld is het besluit van de Vlaamse regering van 8 mei 2002 betreffen-de betreffen-de invoering van milieuzorg in betreffen-de admini-straties en VOI's van de Vlaamse Gemeen-s c h a p. Het aankoopgedrag van de overheid kan immers een belangrijke stimulans zijn voor de aanbodzijde ; ( VOI : Vlaamse open -bare instelling – red.)

– een derde voorbeeld is de vernieuwde sa-menwerkingsovereenkomst tussen de V l a a m-se overheid en de lokale besturen, w a a r i n milieuverantwoord productbeleid een be-langrijke rol speelt.

(3)

– Wat reglementering betreft, is er duidelijk een kentering waar te nemen. Dit is vooral op Europees vlak zichtbaar (wat logisch is, omdat de vrijemarktprincipes in belangrijke mate bepalen welke productgerelateerde maatregelen doorgevoerd kunnen worden in de diverse lidstaten). Mijn departement neemt waar mogelijk actief deel aan dit be-leid.

Zo werkt de Europese Commissie momen-teel aan een witboek "geïntegreerd product-b e l e i d " , waarin aangegeven zal worden welke stappen gedaan kunnen worden om productgerelateerde preventie in verhoogde mate doorgang te laten vinden. E c o d e s i g n speelt in een dergelijk beleid een prominente rol.

Voorts is er concreet een ecodesignregle-mentering (EEE-richtlijn) in de maak op vlak van elektronica en elektrische appara-t e n . Deze zal in de komende jaren voor deze productcategorie mee bepalen hoe produc-ten ontworpen dienen te worden.

Bovendien worden bedrijven geconfronteerd met toenemende en strengere reglemente-ring inzake beperking of verbod op het ge-bruik van gevaarlijke stoffen, zoals zware metalen (o. a .l o o d , c a d m i u m ,. . . ) , o z o n a f b r e-kende stoffen, a s b e s t , P O P ' s, b r o o m h o u d e n-de brandvertragers, P C B ' s, e n z o v o o r t . D i t geldt eveneens voor het gebruik van stoffen zoals ftalaten, PVC en dergelijke in bepaalde toepassingen.

(POP's : persistente organische polluenten ; PCB's : p o l y chloor bifenylen ; PVC : p o l y v i -nylchloride – red.).

– Op federaal niveau is een "Richtplan Geïn-tegreerd Productbeleid" in voorbereiding, waarin de Europese context inzake geïnte-greerd productbeleid opgenomen zal wor-den.

De uitwerking van dit plan gebeurt door de federale overheid, in nauwe samenwerking met de drie gewesten. In dit plan staat de uit-werking van een optimale instrumentenmix centraal.

– Andere beleidsinstrumenten waaraan ge-werkt wordt en die de mogelijke toepassing van ecodesign kunnen stimuleren, zijn onder andere de toepassing van ecotaks en -boni en het afsluiten van

milieubeleidsovereen-komsten voor bepaalde afvalstromen waarin bepaalde doelstellingen inzake preventie be-haald moeten worden.

– Bepaalde ecodesignprojecten komen boven-dien in aanmerking voor IWT- s t e u n . Vo o r t s behoort subsidiëring via Presti 5 in de toe-komst tot de mogelijkheden.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De "cel huisstijl" en de "grafische cel" van de afde- ling Communicatie en Ontvangst volgen door hun werkzaamheden heen actief het gebruik van de huisstijl door

De samenwerking van de OVA M rond campagnes gericht op afvalpreventie met het departement Onderwijs verloopt dus niet d i r e c t , maar via de milieuzorgprojecten van het

Het is de bedoeling deze palen in de eerste plaats op te stellen op gevaarlijke plaatsen, zoals in boch- t e n , aan op- en afritten van autosnelwegen, r o t o n- des en

In de eerste plaats worden scholen in hun aanpak van afwezigheidsproblemen onder- steund door het CLB. Dit werd geregeld via de omzendbrief in het secundair onderwijs en

In februari 2002 heeft de schepen van Onderwijs van de stad Antwerpen haar plannen bekendge- maakt om vanaf volgend schooljaar van start te gaan met een experiment waarbij

In de brochure worden een aantal praktische tips en richtlijnen gegeven waarmee de organi- satoren het voor personen met een handicap mogelijk kunnen maken aan het festival

Het Steunpunt SBG is samen met elf andere steunpunten opgericht op initiatief van de Vlaamse Gemeenschap (besluit van 23 februari 2 0 0 1 ) , waarna de raad van bestuur

De bevindingen van deze bevraging werden neergeschreven in het rapport "Organisatie van de algemene preven- tie" dat ter beschikking werd gesteld van de in-