• No results found

Vraag nr. 124 van 18 juli 2002 van mevrouw MARIJKE DILLEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 124 van 18 juli 2002 van mevrouw MARIJKE DILLEN"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 124 van 18 juli 2002

van mevrouw MARIJKE DILLEN Spijbelen – Maatregelen

De minister heeft van spijbelen een prioriteit ge-maakt en haar plannen aangekondigd om vanaf volgend schooljaar spijbelen in het lager onderwijs beter en strenger aan te pakken.

1. Uit een onderzoek waarbij 57 scholen de afwe-zigheden van hun leerlingen bijhielden, b l e e k dat een gemiddelde scholier elf halve dagen per schooljaar afwezig is.

a) Op welke wijze is dit onderzoek uitgevoerd ? b) Hoe is de selectie van de deelnemende

scho-len gebeurd ?

c) Over welke types van scholen gaat het ? d) Hoe is de geografische spreiding ?

e) Wie is verantwoordelijk voor dit onderzoek ? f) Heeft de minister naast dit onderzoek kennis

van andere onderzoeken betreffende het spijbelgedrag van de scholieren ?

Wat zijn hiervan de resultaten ?

2. a) Welke inspanningen zijn er vanuit het depar-tement Onderwijs het voorbije schooljaar gedaan om het spijbelprobleem bij scholie-ren aan te pakken ?

b) Op welke wijze is de controle gebeurd door het departement ?

3. De minister wilde ouders sensibiliseren. a) Op welke wijze gebeurt dit ?

b) Belangrijk is de samenwerking tussen de s c h o l e n , de centra voor leerlingenbegelei-ding (CLB) en de ouders.

Op welke wijze komt er vanuit het departe-ment ondersteuning om deze samenwerking te verbeteren ?

Welke bijkomende middelen en mogelijkhe-den krijgen de scholen terzake ?

Antwoord

1 a) Vanuit de analyse van de afwezigheidsgege-vens in het secundair onderwijs bleek dat een aantal jongeren ook al in het basisonder-wijs zeer vaak afwezig waren. Soms leidden deze afwezigheden tot een leerachterstand, met alle gevolgen van dien. Vanuit sommige basisscholen en CLB's kwamen dezelfde sig-nalen.

Op basis van deze vaststellingen werd beslist om ook in het basisonderwijs een nieuwe re-gelgeving voor te bereiden die stimulansen kan bieden voor een preventieve en curatie-ve aanpak van afwezigheden en zo het leer-recht van jongeren kan garanderen.

Gedurende het hele schooljaar 2000-2 0 0 1 werden de afwezigheden in de afwezigheids-registers gehercodeerd en opgehaald. D e nieuwe codes werden gebruikt om een zicht te krijgen op de oorzaak van de afwezighe-d e n . Het coafwezighe-degebruik is geïnspireerafwezighe-d op afwezighe-de codes in het secundair onderwijs. Te l k e n s werd uitgegaan van de eigenlijke reden van de afwezigheid (in zoverre die natuurlijk be-kend was), en dus niet noodzakelijk de mee-gebrachte wettiging (bv. een reis die gedekt werd met een doktersbriefje werd niet als ziekte gecodeerd, maar wel als onwettig – code B).

Samen met de school en de CLB-m e d e w e r-ker volgde nadien een gesprek over de in-houdelijke oorzaken van de problematische a f w e z i g h e d e n . Waar mogelijk en wenselijk werd ook ingegaan op de vraag hoe de op-volging van afwezigheden binnen de school structureel meer vorm kon krijgen.

Deze gegevens werden op het departement ingevoerd en door het projectteam verwerkt door een koppeling aan de databank met leerlingengegevens op basis van de telling van 1 oktober. Per maand werden, naast elke l e e r l i n g, de afwezigheidsperiodes en de bij-behorende codes aangeduid op een kalen-d e r. In kalen-de rapportage werkalen-den kalen-de gegevens beperkt tot resultaten op schoolniveau. b) Er werd voor geopteerd om te

(2)

Daarnaast nemen in Maasmechelen alle scholen deel. De keuze voor Maasmechelen had te maken met het actief zijn van een lo-kaal steunpunt leerplicht-leerrecht en met het feit dat alle scholen bereid waren om in te stappen.

In de andere steden gaat het telkens om een beperkt aantal scholen die op vrijwillige basis ingestapt zijn na een schrijven aan alle scholen uit de regio. Doordat scholen vrijwil-lig konden instappen, kan men niet spreken van een representatieve steekproef voor heel V l a a n d e r e n . Scholen uit de verschillende netten zijn vertegenwoordigd.

c) Van de 57 scholen die uiteindelijk het hele schooljaar (2001-2002) meewerkten (één school haakte af na enkele maanden), zijn er dertien scholen voor bijzonder onderwijs. B i j de deelnemende scholen is ook één zoge-naamde "schippersschool" : een internaat voor kinderen uit families van binnenschip-pers en foorkramers.

De groep bleef dezelfde in het tweede expe-rimentjaar (2002-2003).

d) Volgende tabel geeft een overzicht van het aantal scholen per gemeente/stad.

Gemeente/stad Aantal deelnemende scholen

Antwerpen 10 Genk 7 Gent 13 Hasselt 1 Maasmechelen 15 Mechelen 11

De meeste scholen zijn gesitueerd binnen stedelijke gebieden. Een aantal scholen zijn landelijke buurtscholen.

e) Voor de concrete uitwerking van het project werd een projectteam samengesteld onder coördinatie van een gedetacheerde CLB-me-d e w e r k e r. VerCLB-me-der bestonCLB-me-d CLB-me-dit team uit twee gedetacheerde leerkrachten uit het basison-derwijs en iemand voor de ondersteuning bij de gegevensverwerking. Dit team werd ge-stuurd door de afdelingen Beleidsvoorberei-dingen Basisscholen en Beleidsuitvoering B a s i s s c h o l e n . In de stuurgroep zaten verder experten uit de inspectiediensten en van de afdeling CLB.

f) Het onderzoek naar de afwezigheden in het lager onderwijs vertrekt vanuit de bevindin-gen van een gelijkaardig onderzoek naar af-wezigheden in het secundair onderwijs. Enkele belangrijke resultaten uit dit experi-ment zijn :

– afwezigheidsgraad eerste graad secundair onderwijs :

1s t eleerjaar A : gemiddelde

afwezigheids-duur : 6,4 halve dagen

1s t eleerjaar B : gemiddelde

afwezigheids-duur : 11,7 halve dagen

2d eleerjaar A-stroom : gemiddelde

afwe-zigheidsduur : 6,8 halve dagen

2d eleerjaar B-stroom : gemiddelde

afwe-zigheidsduur : 17,8 halve dagen

– afwezigheden kunnen zowel school-, b e-l e i d s - , gezins- ae-ls persoonsgebonden oor-zaken hebben. Vaak gaat het om een combinatie van deze factoren ;

– afwezigheden verschillen erg van school tot school, waarbij vooral het rekrute-ringsveld sterk bepalend is ;

– leerlingen die van school wisselen en leer-lingen die het vorig schooljaar een C-at-test kregen, zijn beduidend meer afwezig dan leerlingen die doorstromen op basis van een A-attest.

Verder gebeurde er in Vlaanderen recente-lijk geen wetenschapperecente-lijk onderzoek rond deze materie.

2 a) Op basis van al deze gegevens is een nieuwe regelgeving voor het lager onderwijs uitge-werkt die aan de school en het CLB een kader kan bieden om te werken aan de ach-terliggende oorzaken van problematische af-wezigheden en die daardoor tegemoetkomt aan het optimaliseren van de kansen van alle kinderen en jongeren.

(3)

initiatie-ven genomen om voor deze problematiek oplossingen te bieden.

Voorbeelden in het verleden van dergelijke initiatieven vanuit het departement Onder-wijs zijn : zorgverbreding en het onderOnder-wijs- onderwijs-v o o r r a n g s b e l e i d , ondersteuning onderwijs-van scholen en CLB's door het oprichten van experimen-tele steunpunten leerplicht-leerrecht, e x t r a omkadering in het buitengewoon onderwijs en de scholen met bijzondere noden in het secundair onderwijs.

Recentelijk kunnen we hier ook het project Gelijke Onderwijskansen aan toevoegen, wat vanaf volgend schooljaar zal uitmonden in de toepassing en de lokale ondersteuning door deskundigen van het gelijkekansende-creet (GOK1).

Al deze projecten betekenen een daadwer-kelijke preventieve inspanning vanuit de overheid met het oog op het voorkomen en het bestrijden van schoolverzuim en proble-matische afwezigheden. Maar bovendien be-tekenen ze een belangrijke input in het ga-randeren van gelijke kansen voor alle kinde-ren en jongekinde-ren.

b) We dienen ervan uit te gaan dat de registra-tie en de opvolging van leerplichtproblemen een uitdrukkelijke taak blijven voor de scho-len en het CLB.

In de eerste plaats worden scholen in hun aanpak van afwezigheidsproblemen onder-steund door het CLB. Dit werd geregeld via de omzendbrief in het secundair onderwijs en het besluit rond de verplichte begeleiding bij leerplichtproblemen in het CLB-decreet. Voor het basisonderwijs zal vanaf september in een soortgelijke regeling voorzien worden. Bij de melding van dossiers inzake proble-matische afwezigheden door scholen in het secundair onderwijs kon een school vorig schooljaar ook vragen om een schrijven te richten aan de ouders om de communicatie tussen de betrokkenen en school/CLB te re-activeren.

Bovendien is het zo dat, aangezien de subsi-diëring van scholen afhankelijk is van de re-gelmatigheid van leerlingen, er nog steeds controles gebeuren door de verificateurs. E r is dus een controle naar de scholen om na te gaan of de scholen zelf voldoende controle

uitoefenen m.b. t . de redenen van afwezig-heid van de leerlingen en of ze daar ook ac-ties naar ouders en leerlingen aan koppelen in samenwerking met hun CLB. D a a r u i t blijkt dat de scholen meestal zeer goed op de hoogte zijn van de achterliggende problema-tieken bij problematische afwezigheden. 3 a) In de implementatiefase van de nieuwe

re-gelgeving voor het basisonderwijs, tijdens de eerste maanden dat de nieuwe regelgeving van kracht zal zijn, zal door het departement Onderwijs extra aandacht besteed worden aan het overbrengen van de nieuwe visie van de regelgeving waarbij communicatie tussen de ouders en de school over afwezigheden centraal staat.

Onder meer via het tijdschrift Klasse zal deze informatie verspreid worden. B o v e n-dien zal alle informatie over de nieuwe re-gelgeving verschijnen in de nieuwe "Gi d s voor ouders met kinderen in het basisonder-wijs" (ook beschikbaar in een A r a b i s c h e, Turkse en Engelse vertaling). Ten slotte wor-den alle scholen aangespoord om bij het begin van het schooljaar aandacht te beste-den aan het bekendmaken van de nieuwe re-gelgeving bij de ouders van hun leerlingen. Alle scholen ontvangen ook een modelbrief waarmee ze de ouders op de hoogte kunnen brengen van de nieuwe afspraken rond afwe-zigheden.

b) De school en het CLB zijn de eerste partners in de begeleiding van kinderen met leer-p l i c h t leer-p r o b l e m e n . Ouders en jongeren kun-nen bovendien de leerplichtbegeleiding door het CLB niet weigeren. Daarnaast is in de begeleiding van afwezigheidsproblemen een samenwerking met de welzijns- en gezond-heidssector vanuit school en CLB vaak cruci-a cruci-a l . Voorop in de cruci-acruci-anpcruci-ak stcruci-acruci-at de open com-municatie met ouders omtrent de afwezighe-den van kinderen.

(4)

De begeleiding wordt door de school in sa-menspraak met het CLB opgezet. De bege-leiders (in het systematisch en gestructu-reerd overleg) gaan na wat de oorzaken van de afwezigheden zijn en gaan in overleg met de jongere zelf, met zijn ouders of opvoeders, en indien nodig met externen die mee de be-geleiding kunnen opnemen. Dat kunnen diensten zijn uit de welzijnssector, de ge-zondheidssector of Justitie.

Op 11 juni organiseerde de decretale stuur-groep CLB in samenwerking met het depar-tement Onderwijs een studiedag rond leer-plichtbegeleiding.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In februari 2002 heeft de schepen van Onderwijs van de stad Antwerpen haar plannen bekendge- maakt om vanaf volgend schooljaar van start te gaan met een experiment waarbij

Het is belangrijk om de huidige inspanningen met betrekking tot aids-preventie voort te zet- t e n , omdat alleen een volgehouden sensibilise- ring ervoor kan zorgen dat het

Kris De- schouwer in verband met "Impact van de hervor- ming van de kieswet op de vertegenwoordiging van vrouwen in de politiek" voor te stellen aan het grote

De kostprijs van osteoporose bedraagt 125 mil- joen euro per jaar, terwijl preventie deze kost- prijs voor de federale schatkist aanzienlijk kan doen dalen3. Heeft de minister

In de brochure worden een aantal praktische tips en richtlijnen gegeven waarmee de organi- satoren het voor personen met een handicap mogelijk kunnen maken aan het festival

Op tweemaandelijkse basis worden de krantenwinkels door AMP gecontro- leerd en indien zij positief worden beoordeeld (folderhouder op een strategische plaats in de winkel en folders

Het Steunpunt SBG is samen met elf andere steunpunten opgericht op initiatief van de Vlaamse Gemeenschap (besluit van 23 februari 2 0 0 1 ) , waarna de raad van bestuur

De operationalisering van de rechtstreeks toe- gankelijke hulp, zoals uitgewerkt in het strate- gisch plan integrale jeugdhulp, is volop aan de gang.. In de integrale jeugdhulp zijn